De zesde etappe van de Ronde van Italië 2015 werd verreden op 14 mei 2015. De renners reden een vlakke rit van 183 kilometer van Montecatini Terme naar Castiglione della Pescaia. Onderweg lagen wat kleine klimmetjes, waarvan er een meetelde voor het bergklassement. De Duitser André Greipel won de rit door in een massasprint zes Italianen voor te blijven.
De Pool Marek Rutkiewicz en de Roemeen Eduard-Michael Grosu trokken direct na de start ten strijde. Na de eerste tussensprint (gewonnen door Grosu) voegden drie Italianen - Marco Bandiera, Alessandro Malaguti en Alan Marangoni - zich bij de twee, zodat er een kopgroep van vijf ontstond. De bergsprint was een prooi voor Malaguti en Bandiera nam de tweede tussensprint voor zijn rekening. Het vijftal had echter nooit zicht op de ritzege, omdat de Lotto Soudal-ploeg het peloton aanvoerde en de voorsprong nooit groter liet worden dan vijf minuten.
Op vijftien kilometer van de meet werd de kopgroep ingelopen en kon de voorbereiding van de sprint beginnen. In de slotfase waren het de treintjes van Giant-Alpecin (voor hun Sloveense sprinter Luka Mezgec), Lampre-Merida (voor Sacha Modolo) en Lotto Soudal (voor André Greipel) die het hoogste woord voerden. In de sprint bleek er geen maat de staan op Greipel: de Duitser rondde het werk van zijn ploeggenoten af en verwees de Italianen Matteo Pelucchi en Sacha Modolo met bijna een fietslengte voorsprong naar de overige podiumplaatsen. De sprint werd echter ontsierd door een val van Daniele Colli. Hij kwam in aanraking met de lens van het fototoestel van een onachtzame toeschouwer, wat hem een armbreuk opleverde waardoor hij de volgende rit niet meer kon starten. Ook klassementsleider Alberto Contador werd het slachtoffer van de valpartij. De schouder van de Spanjaard raakte uit de kom en hoewel hij wel op het podium kwam om een nieuwe roze trui op te halen, lukte het hem niet om deze ook aan te trekken. Bij zijn ploeg zou men bij de start van de volgende etappe beslissen of hij nog zou starten.