Slootwijk
Slootwijk | |
Land | Suriname |
Plaats | Commewijne |
Waterlichamen | Commetewane |
Beschreven op | www.surinameplantages.com |
Slootwijk is een voormalige suikerrietplantage aan de Commetewanekreek, een oude meander van de Commewijnerivier in het district Commewijne in Suriname. De plantage ligt tussen de plantages Vossenburg en Lustrijk.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De plantage komt al voor op de Labadistenkaart uit 1686 en is waarschijnlijk gesticht door G. Muenix. De naam Muenix is de aller-oudste Nederlandse naam in Suriname. De familie had zich al in de Engelse periode in Suriname gevestigd. In 1708 wordt Hendrik Talbot mede-eigenaar van Slootwijk. Hij bezit dan al de plantages Overbrug en Hoogaan aan de Surinamerivier en Mon-repos aan de Pauluskreek. Op de kaart van Lavaux uit 1737 wordt Hendrik als eigenaar genoemd, maar de oppervlakte van de plantage wordt niet vermeld. Slootwijk was omstreeks 1760 een grote suikerplantage met 265 slaven en een watermolen. De plantage heeft de volksnaam "Baggri" naar Johan Frederich Conrad Becker die er omstreeks 1800 als administrateur werkte.
Rubber
[bewerken | brontekst bewerken]In 1907 werd de plantage Slootwijk een gouvernements-rubberonderneming. In 1912 was 270 hectare in cultuur gebracht en waren er 600 man aan het werk. Naast de rubber werd ook koffieplant en banaan aangeplant. In 1911 werd de naastgelegen plantage Fortuin eveneens aangekocht om in cultuur te brengen. Dat was geen succes, want zowel de aanplant van banaan als die van rubber werden door ziektes verwoest. In 1963 kocht de Nederlandse overheid de plantage, als vestigingsplaats voor de Toegoenezen, een kleine groep vluchtelingen die eerst uit Indonesië en daarna uit Nieuw Guinea waren gevlucht.
Rijst
[bewerken | brontekst bewerken]Omstreeks 1980 werd de plantage geschikt gemaakt voor rijst, en werd een nieuw bedrijfsemplacement met woningen, kantoren, loodsen, en een haven aangelegd aan de oever van de Commewijne. Om de rijstpolders van voldoende water te kunnen voorzien, werden kanalen gegraven naar kreken 30 km verderop. De totale investering werd gefinancierd uit Nederlandse ontwikkelingshulp. De zandige ondergrond bleek echter niet geschikt voor rijst, en het dure project werd een fiasco.
Galerij
[bewerken | brontekst bewerken]-
Woonhuizen
-
Vaartrens
-
Fabriek
-
Directeurswoning
- Aa, A.J. van der (1839-1851): Historisch-geografisch woordenboek van Suriname. Gorinchem: Jacobus Noorduyn.
- Brown, C. (1793-1795): Surinaamsche Staatkundige Almanach. Paramaribo: Wilkens.
- Dikland, Philip: Oud archief der burgerlijke stand in Suriname.
- Hove, Okke ten & Heinrich E. Helstone & Wim Hoogbergen (2003): Surinaamse emancipatie 1863. Familienamen en Plantages. Amsterdam: Rozenberg Publishers [Bronnen voor de studie van Suriname, deel 24]. ISBN 978 90 5170 777 9
- Oudschans Dentz, Frederik (1944): De herkomst en betekenis van Surinaamse plantagenamen, in: De West-Indische Gids, jrg. 26, nr. 27, pp. 147-161.
- Notariële archieven van Suriname. Den Haag: Nationaal Archief.
- Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (1820-1930): Surinaamsche Almanak, Paramaribo.