Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

United States Air Force Academy

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de plaats in El Paso, Colorado, zie Air Force Academy
United States Air Force Academy
Logo
Afkorting USAFA
Motto Integrity First, Service before self, Excellence in all we do
Locatie Colorado Springs (CO), Verenigde Staten
Opgericht 1 April 1954
Rector Genm Michele C. Edmondson
Studenten 4.237
Website
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs

De United States Air Force Academy, afgekort tot USAFA, Nederlands: "Academie van de Luchtmacht van de Verenigde Staten"' is een Amerikaanse militaire academie gevestigd nabij Colorado Springs in Colorado. De academie werd opgericht in 1954. Net als de United States Naval Academy Annapolis van de marine en de United States Military Academy West Point van de landmacht, staat de opleiding in de Verenigde Staten hoog aangeschreven.

De USAFA verzorgt voor de opleiding van officieren van de Amerikaanse luchtmacht. Om te worden toegelaten moeten kandidaten:

  • Staatsburger zijn van de Verenigde Staten
  • Ongehuwd zijn
  • Geen strafblad hebben
  • Minimaal 17, maar jonger dan 23 jaar zijn
  • Highschooldiploma met hoge cijfers behaald hebben
  • Slagen voor zware fysieke, psychologische en medische tests
  • Genomineerd worden, gewoonlijk door een lid van het Amerikaans Congres (lid van Senaat of het Huis van Afgevaardigden). Elk congreslid alsook de vicepresident kunnen vijf personen nomineren. Om een nominatie te verkrijgen is de politieke voorkeur van de kandidaten niet van belang, en hoeven kandidaten hun senator of vertegenwoordiger niet te kennen. Extra nominaties zijn beschikbaar voor kinderen van beroepsmilitairen, kinderen van gehandicapte veteranen of gesneuvelde militairen en kinderen van ontvangers van de Medal of Honor. De toelatingsprocedure is lang en aanvragers beginnen meestal met het papierwerk tijdens hun eerste jaar van de highschool.
USAFA-Campus im August 2007

Reeds aan het begin van de Amerikaanse militaire luchtvaart ijverden pioniers zoals brigadegeneraal William ‘Billy’ Mitchell (1879-1936) voor de oprichting van een luchtmachtacademie, maar de United States Army, waaronder de luchtmacht viel, vond dit niet nodig. Toen de United States Army Air Forces in 1947 werden afgesplitst van de United States Army onder de naam "United States Air Force" ontstond er behoefte aan gekwalificeerde luchtmachtofficieren. In de zomer van 1950 werd vastgesteld dat de behoefte van de luchtmacht aan gekwalificeerde leidinggevenden niet kon worden ingevuld door de andere krijgsmachtdelen, en werd aanbevolen om een opleidingsinstituut voor de luchtmacht op te richten. Op 1 mei 1954 ondertekende president Eisenhower de Air Force Academy Act, waarmee het Congress de oprichting van een Air Force Academy goedkeurde. Luitenant-generaal b.d. Hubert R. Harmon (1892-1957), die zich bijzonder had ingezet voor de oprichting van de academie, werd op 14 augustus 1954 tot eerste directeur benoemd.[1]. Tijdens een ceremonie op 29 augustus 1958 betrokken 1145 cadetten het nieuwe complex van de academie. Het aantal studenten steeg tot een maximum van bijna 4.400 in 1964. Daarna lag het steeds rond de 4.000. De eerste vrouwen startten in 1976 aan de academie en studeerden in 1980 af.

Op 1 april 2004 kreeg de campus (‘cadet area’) op het terrein van de academie de status van National Historic Landmark[2] en werd het opgenomen in het National Register of Historic Places onder de aanduiding "United States Air Force Academy, Cadet Area".[3]

Graduierungsfeier

De USAFA kent de volgende faculteiten:[4]

Er zijn 32 major-studies en 9 minor-studies.[5]. De studie duurt vier jaar en geslaagden verkrijgen de titel Bachelor of Science en een aanstelling als officier met de rang van tweede luitenant bij de United States Air Force. Een klein deel van de geslaagden wordt aangesteld binnen een ander krijgsmachtdeel of ontvangt alleen een diploma maar kan om medische redenen niet (meer) aangesteld worden als officier.

Cadetten marcheren langs de Air Force Academy Cadet Chapel in 2019

Het terrein van de USAFA heeft een oppervlakte van 73 km2 en ligt bij de Rocky Mountains, op een hoogte van 2212 m.

Elk jaar bezoeken ongeveer 1,5 miljoen toeristen de academie, waardoor het een van de meest populaire toeristische attracties in Colorado is. Er is een bezoekerscentrum waar men souvenirs kan kopen en meer te weten kan komen over de geschiedenis van de USAFA. Er worden rondleidingen voor bezoekers verzorgd. Populaire toeristische attracties zijn een B-52 Stratofortress bommenwerper, een planetarium, het stadion van de Falcons en een middagparade (Noon Meal Formation).

Het meest opvallende gebouw op het terrein is waarschijnlijk de oecumenische Air Force Academy Cadet Chapel met zijn 17 aluminium pieken. Het bevat aparte ruimtes voor verschillende religies. Een protestantse kapel bevindt zich op de bovenverdieping, terwijl er boeddhistische, islamitische, joodse en katholieke gebedsruimtes zijn op de benedenverdieping.

De belangrijkste gebouwen zijn:

  • Kadettenkapel
  • Fairchild Hal
  • Vandenberg Hal
  • Sijan Hal
  • Mitchell Hal
  • Arnold Hal
  • Harmon Hal
  • Het Kadettengymnasium
  • Het Kadettenstadion
  • Het Oorlogsmonument
  • De Erecodemuur
  • De Klassenmuur
  • De Gevechtsheuvel
  • Het Arendstandbeeld
  • De Schoolbegraafplaats
  • Doolittle Hal
  • De Luchthaven
Quarterback Shea Smith tijdens een American football-wedstrijd

De ASAFA heeft een eigen sportteams die onder de naam Air Force Falcons deelnemen aan wedstrijden in de Mountain West Conference tegen teams van andere Amerikaanse universiteiten. Er wordt deelgenomen aan de volgende sporten:

Het eerste examenfraudeschandaal brak uit in 1965, toen een cadet die ontslag nam meldde dat hij wist van een fraude waarbij meer dan 100 cadetten waren betrokken. Honderdnegen cadetten werden uiteindelijk ontheven. Er waren nieuwe fraudeschandalen in 1967, 1972, 1984, 2004,[6] 2007,[7] 2012, en 2014. Na elk van deze gevallen heeft de academie de etiologie van de massale fraude en de vermeende groepsdruk grondig onderzocht, en aanpassingen gedaan de kans op toekomstige incidenten te verkleinen.

Beschuldigingen van seksuele intimidatie, aanranding en seksisme

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 2 januari 2003 begon een schandaal met begon met betrekking tot seksuele intimidatie, aanranding en discriminatie vanwege geslacht (seksisme) met een anonieme e-mail aan de staatssecretaris en de stafchef van de luchtmacht, verschillende Amerikaanse congresleden en de media. In de e-mail werd beweerde dat er seksueel geweld plaatsvond op de United States Air Force Academy dat door de leiding genegeerd was. Het onderzoek dat hierop volgde wees uit dat 12% van de vrouwen die in 2003 afstudeerden aan de Air Force Academy, meldde dat ze op de Academie het slachtoffer waren geweest van verkrachting of poging tot verkrachting. Van de 659 vrouwen die op dat moment aan de Academie studeerden, meldde 70% aan de academie slachtoffer te zijn geweest van seksuele intimidatie. Van hen meldde 22% dat ze "onder druk stonden om ‘seksuele gunsten’ te verlenen".[8] Na dit schandaal en de toenemende bezorgdheid over seksueel geweld in het hele Amerikaanse leger, richtte het Ministerie van Defensie een taskforce opgericht om seksuele intimidatie en aanranding te onderzoeken bij alle Amerikaanse militaire academies. Het rapport van dat onderzoek onthulde 92 aanrandingsincidenten.[9] De USAFA implementeerde programma’s om aanranding, seksuele intimidatie en discriminatie vanwege geslacht te bestrijden. Hierin werd het actief melding van seksueel geweld aangemoedigd..[10][11] Sinds 2003 zijn er verschillende cadetten aangeklaagd voor verkrachting, maar slechts drie werden er veroordeeld, dankzij informanten.[12][13][14] Luitenant-generaal Michael C. Gould, van 2009 tot 2013 commandant van de USAFA en voormalig quarterback van het Air Force Falcons American football-team van de USAFA, werd schuldig bevonden aan het zich herhaaldelijk bemoeiden met zaken waarbij footballers betrokken waren.[14][15] Deze en andere problemen kregen in de zomer van 2014 opnieuw nationale bekendheid toen The Gazette, een krant uit Colorado Springs, beschuldigingen van drugsgebruik, alcoholmisbruik, fraude en aanranding onder cadetten onderzocht.[16]

Religieus klimaat

[bewerken | brontekst bewerken]
Guy Gardner, astronaut
Martha McSally, senator (r)

In 2005 kwamen er beschuldigingen naar boven dat sommige evangelisch christelijke cadetten en personeelleden probeerden andere cadetten te bekeren.[17] Na deze beschuldigingen en de bezorgdheid over de manier waarop de luchtmacht religieuze kwesties behandelde leidden tot een rechtszaak tegen de luchtmacht.[18][19] Een luchtmachtcommissie onderzocht de beschuldigingen en bracht op 22 juni 2005 een rapport uit.[20] De commissie vond geen bewijs voor openlijke religieuze discriminatie, maar wel een gebrek aan het volledig tegemoetkomen aan de behoeften van alle leden en een gebrek aan bewustzijn over de grens tussen toelaatbare en ontoelaatbare uitingen. Bewijs dat tijdens het onderzoek werd ontdekt, omvatte antisemitische opmerkingen, officiële sponsoring van een vertoning van de film The Passion of the Christ en een spandoek in de kleedkamer waarop stond dat sporters van de academie speelden voor "Team Jesus." Als reactie op de bevindingen van de commissie gaf de luchtmacht nieuwe instructies om openbare gebeden tijdens officiële evenementen of bijeenkomsten te ontmoedigen en om het aanhangen van niet-christelijke religies te vergemakkelijken.[21][22][23] In een onderzoek dat ook in 2005 werd gehouden gaf 41% van de cadetten van de academie die zichzelf als niet-christelijk identificeerden, aan dat ze vorig jaar op de school minstens één of twee keer ongewenste benaderd waren voor religieuze bekering. Hetzelfde onderzoek toonde ook aan dat het aantal cadetten dat zich onder druk voelde om mee te doen aan religieuze activiteiten, was afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren.[22][23][24][25][26]

Ontgroenings incidenten

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 2012 kreeg de Air Force Academy aanhoudende, negatieve aandacht voor niet-officiële ontgroeningsrituelen door cadetten.[27] Een onderzoek in 2014 naar de ontgroening, alcoholmisbruik en fraude bij het footballteam van de Academie, en onderzoeken in 2017 en 2018 bij andere sportteams van de Academie toonden vergelijkbare misstanden aan.[28][29][30][31]

Bekende alumni

[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen en referenties

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie United States Air Force Academy van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.