Singo speelde in de jeugd van AS Denguélé en werd in januari 2019 aangetrokken door Torino, waar hij in het jeugdelftal werd omgeturnd van centrumverdediger tot rechtsback.[1] Zijn debuut in het eerste elftal maakte de Ivoriaan op 1 augustus 2019, op bezoek bij Debrecen in de tweede voorronde van de UEFA Europa League. Simone Zaza, Armando Izzo, Andrea Belotti en Vincenzo Millico scoorden voor Torino, terwijl Haruna Garba een doelpunt maakte voor Debrecen: 1–4. Singo moest van coach Walter Mazzarri op de reservebank beginnen en viel zeven minuten voor tijd in voor Izzo.[2] Zijn eerste doelpunt maakte hij op 29 juli 2020. Op die dag opende Álex Berenguer de score tegen AS Roma in het eigen Stade Grande Torino. Namens Roma scoorden vervolgens Edin Džeko, Chris Smalling en Amadou Diawara. Het slotakkoord was twintig minuten na rust voor Singo, die de uitslag bepaalde op 2–3.[3] Eind november 2020 verlengde de rechtervleugelverdediger zijn contract bij Torino tot medio 2023, met een optie op een jaar extra.[4] Deze optie werd eind 2022 gelicht. In augustus 2023 maakte Singo voor een bedrag van circa tien miljoen euro de overstap naar AS Monaco, waar hij zijn handtekening zette onder een verbintenis voor de duur van vijf seizoenen.[5]