Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

Zuurveldstruikgewas

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zuurveldstruikgewas
Ligging van de ecoregio
Ligging van de ecoregio
WWF-code AT1201
Landen Zuid-Afrika
Bioom Mediterrane bossen, bosland en struwelen
Ecozone Afrotropisch gebied
Florarijk Capensis
Oppervlakte 17.000 km²
Klimaat middellandsezeeklimaat
Afgerasterde kampeerplaats in het struikgewas van Addo
Afgerasterde kampeerplaats in het struikgewas van Addo
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het Zuurveldstruikgewas (Engels: Albany thickets[1]) is een WWF-ecoregio in Zuid-Afrika.

Dit typerende struikgewas komt voor langs de Groot Visrivier, de Zondagsrivier en de Gamtoosrivier in de provincies West- en Oost-Kaap van Zuid-Afrika. Stukken zuurveld wisselen vaak af met zowel laag als hoog fynbos en met succulenten-Karoo. Het struikgewas wordt 2 - 2.5 meter hoog. In plaatsen als het Addo Olifantenpark zijn het de olifanten die de hoogte van het gewas beperken. Het is het oostelijke deel van het florarijk Capensis en ligt in een gebied waar de regenval geleidelijk overgaat van winter- naar zomerregens. Naar de kust toe is het klimaat wat milder. De regenval bedraagt er gewoonlijk 450 to 550 mm per jaar met temperaturen van 10-35 °C. Verder landinwaarts, in streken die in de regenschaduw liggen, neemt de regenval af tot 230-300 mm en beleeft de temperatuur meer uitersten. Nog verder landinwaarts ligt de Nama-Karoo. Het overgangsgebied daarvan wordt wel bosstruikveld genoemd[2] De Oost-Kaap is een soort mozaïek waarin deze ecoregio afwisselt met een aantal andere ecoregio's afhankelijk van de plaatselijke fysische omstandigheden. De streek heeft daardoor wel een rijke flora en fauna, maar kent naar verhouding weinig endemische soorten. Het zuurveldstruikgewas zelf is daar een uitzondering op en kent wel endemische soorten. Iets meer dan de helft van het gebied is omgeploegd voor ander gebruik, zoals veeteelt of landbouw, maar er zijn nog streken met vrij weinig bevolking waar het ondoordringbare struikgewas welig tiert. Beschermde delen zijn het Addo Olifantenpark, het Groendal-wildernisgebied, het Silaka wildpark en het Kabeljousrivier natuurreservaat.[3]

Euphorbia fimbriata

De plant die bij uitstek het struikgewas bepaalt is de spekboom (Portulacaria afra) mar er is ook een aantal Euphorbia-soorten zoals E. bothae, E. ledienii en E. coerulescens. Landinwaarts wordt de degetatie dunner en heet zij ook wel valleibosveld of Noorsveld en telt soorten als Grewia robusta, Brachylaena ilicifolia, Maytenus capitata en Lycium campanulatum. Endemische soorten zijn bijvoorbeeld de succulenten Delosperma echinata, Delosperma ecklonis, Lampranthus productus, Euphorbia fimbriata, Euphorbia gorgonis, Gasteria armstrongii, Aloe africana, Senecio pyramidatus en Haworthia fasciata.[3]

De streek had oorspronkelijk een rijke fauna met grote zoogdieren zoals de Afrikaanse olifant, de Zwarte en Witte Neushoorns, de Grote Koedoe en een groot assortiment aan antilopesoorten. Er zijn echter maar weinig endemische soorten, behoudens een zestal reptielen zoals Acontias tasmani,Cordylus tasmani en de slangensoort Bitis albanica.[3]