Zuurveldstruikgewas
Zuurveldstruikgewas | ||||
---|---|---|---|---|
Ligging van de ecoregio
| ||||
WWF-code | AT1201 | |||
Landen | Zuid-Afrika | |||
Bioom | Mediterrane bossen, bosland en struwelen | |||
Ecozone | Afrotropisch gebied | |||
Florarijk | Capensis | |||
Oppervlakte | 17.000 km² | |||
Klimaat | middellandsezeeklimaat | |||
Afgerasterde kampeerplaats in het struikgewas van Addo
| ||||
|
Het Zuurveldstruikgewas (Engels: Albany thickets[1]) is een WWF-ecoregio in Zuid-Afrika.
De ecoregio
[bewerken | brontekst bewerken]Dit typerende struikgewas komt voor langs de Groot Visrivier, de Zondagsrivier en de Gamtoosrivier in de provincies West- en Oost-Kaap van Zuid-Afrika. Stukken zuurveld wisselen vaak af met zowel laag als hoog fynbos en met succulenten-Karoo. Het struikgewas wordt 2 - 2.5 meter hoog. In plaatsen als het Addo Olifantenpark zijn het de olifanten die de hoogte van het gewas beperken. Het is het oostelijke deel van het florarijk Capensis en ligt in een gebied waar de regenval geleidelijk overgaat van winter- naar zomerregens. Naar de kust toe is het klimaat wat milder. De regenval bedraagt er gewoonlijk 450 to 550 mm per jaar met temperaturen van 10-35 °C. Verder landinwaarts, in streken die in de regenschaduw liggen, neemt de regenval af tot 230-300 mm en beleeft de temperatuur meer uitersten. Nog verder landinwaarts ligt de Nama-Karoo. Het overgangsgebied daarvan wordt wel bosstruikveld genoemd[2] De Oost-Kaap is een soort mozaïek waarin deze ecoregio afwisselt met een aantal andere ecoregio's afhankelijk van de plaatselijke fysische omstandigheden. De streek heeft daardoor wel een rijke flora en fauna, maar kent naar verhouding weinig endemische soorten. Het zuurveldstruikgewas zelf is daar een uitzondering op en kent wel endemische soorten. Iets meer dan de helft van het gebied is omgeploegd voor ander gebruik, zoals veeteelt of landbouw, maar er zijn nog streken met vrij weinig bevolking waar het ondoordringbare struikgewas welig tiert. Beschermde delen zijn het Addo Olifantenpark, het Groendal-wildernisgebied, het Silaka wildpark en het Kabeljousrivier natuurreservaat.[3]
Flora
[bewerken | brontekst bewerken]De plant die bij uitstek het struikgewas bepaalt is de spekboom (Portulacaria afra) mar er is ook een aantal Euphorbia-soorten zoals E. bothae, E. ledienii en E. coerulescens. Landinwaarts wordt de degetatie dunner en heet zij ook wel valleibosveld of Noorsveld en telt soorten als Grewia robusta, Brachylaena ilicifolia, Maytenus capitata en Lycium campanulatum. Endemische soorten zijn bijvoorbeeld de succulenten Delosperma echinata, Delosperma ecklonis, Lampranthus productus, Euphorbia fimbriata, Euphorbia gorgonis, Gasteria armstrongii, Aloe africana, Senecio pyramidatus en Haworthia fasciata.[3]
Fauna
[bewerken | brontekst bewerken]De streek had oorspronkelijk een rijke fauna met grote zoogdieren zoals de Afrikaanse olifant, de Zwarte en Witte Neushoorns, de Grote Koedoe en een groot assortiment aan antilopesoorten. Er zijn echter maar weinig endemische soorten, behoudens een zestal reptielen zoals Acontias tasmani,Cordylus tasmani en de slangensoort Bitis albanica.[3]
Galerij
[bewerken | brontekst bewerken]-
Grewia robusta, het Karookruisbesje
-
Delosperma echinatum
-
Delosperma ecklonis
-
Lampranthus productus
-
Haworthia fasciata
- ↑ De Nederlandse naam voor de streek (en vegetatietype) is Zuurveld. Albany is de Britse naam voor de streek sinds 7 januari 1814
- ↑ Agro-ekologiese gebiede van die voormalige Karoostreek W. van D. Botha en H.R. Becker Grootfontein Landbou‑ontwikkelingsinstituut. Gearchiveerd op 27 september 2016. Geraadpleegd op 27 september 2016.
- ↑ a b c WWF AT1201.