oppervlakkig
Uiterlijk
- Geluid: oppervlakkig (hulp, bestand)
- IPA: /ɔpər'vlɑkəx/
- op·per·vlak·kig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oppervlakkig | oppervlakkiger | oppervlakkigst |
verbogen | oppervlakkige | oppervlakkigere | oppervlakkigste |
partitief | oppervlakkigs | oppervlakkigers | - |
oppervlakkig
- niet diepgaand of niet grondig
- De leraar heeft dat moeilijke probleem slechts een oppervlakkige behandeling gegeven.
- zich aan de oppervlakte bevindend
- Een oppervlakkige verwonding.
- (figuurlijk) niet snel blijk gevend van iets
- Hij is nu eenmaal een oppervlakkig mens.
- [1] terloops
1. niet diepgaand of niet grondig
2. zich aan de oppervlakte bevindend
- Het woord oppervlakkig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oppervlakkig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %