evenmin
Uiterlijk
- even·min
- samenstelling van even en min [1]
evenmin [2]
- ook niet
- Dat is al evenmin een goed idee.
- Hij houdt niet van voetbal en evenmin van tennissen.
- ▸ Waarom God hun alle drie een dergelijke gunst had verleend, was onmogelijk te begrijpen, evenmin waarom hij in hun jeugd hun vader en oom tot zich had genomen door hen te laten verdwijnen op zee.[3]
1. ook niet
- Het woord evenmin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evenmin" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ evenmin op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be