hotsen
Uiterlijk
- hot·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hotsen |
hotste |
gehotst |
zwak -t | volledig |
hotsen [3]
- schokkend en schommelend bewegen, hossen, hobbelen, hotsebotsen
- Het woord hotsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hotsen" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "hotsen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hotsen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be