immobiel
Uiterlijk
- im·mo·biel
- via Frans immobile van Latijn immobilis; op te vatten als afgeleid van mobiel bn met het ontkennend voorvoegsel in- [1][2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | immobiel | immobieler | immobielst |
verbogen | immobiele | immobielere | immobielste |
partitief | immobiels | immobielers | - |
immobiel
- vast op zijn plaats blijvend of weinig van plaats veranderend
- Ik zou, als het tot een discussie kwam, het gelijk aan mijn kant kunnen krijgen: een tot stilstand gekomen gelijk. Het gelijk is immobiel. De orde van hun rangschikking zou aan mijn woorden een zekere schoonheid geven; maar het leven trekt eruit weg nog voor ik ze heb uitgesproken. Het gelijk zou me een plaats geven buiten alles wat beweegt. [3]
- (militair) niet in staat om zich te verplaatsen
- Nog treuriger verliep het bij de 2de Gepantserde Divisie, die door het 1ste Leger was afgestaan, maar door een gebrek aan organisatie haar brandstofwagens kwijt raakte en immobiel was. [4]
- (medisch) zich door lichamelijke beperkingen niet of nauwelijks kunnend verplaatsen, doorgaans in bed moeten blijvend
- Hij waakt er naar eigen zeggen voor, een detail te beschrijven dat hij niet heeft kunnen controleren. Dat blijkt vele malen als hij een relaas optekent uit de mond van een door verwonding immobiel geworden zegsman, die martelingen alleen kon horen, of er later de resultaten van zag. [5]
- (sociologie) met geen of weinig mogelijkheden tot verbetering van maatschappelijke positie
- Al lijkt de samenleving van de dertiende tot vijftiende eeuw vaak immobiel, en al zijn tal van structuren gericht op het verhinderen van mobiliteit, in werkelijkheid is er altijd beweging geweest, en klommen steeds nieuwe homines novi, ambitieuze individuen, en nieuwe families de maatschappelijke ladder op. [6]
- Het woord immobiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "immobiel" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ immobiel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Keulemans, C."De sporen die Haris Pasović achterliet voor zijn terugkeer naar Sarajevo" in: De Gids. jrg. 157 nr. 2 (februari 1994) Meulenhoff, Amsterdam; p. 130; geraadpleegd 2018-10-20
- ↑ De Vos, L. & F. DecatBelgië in de Tweede Wereldoorlog. Deel 10: Mei 1940, van Albertkanaal tot Leie. (1990) DNB/Uitgeverij Peckmans, Kapellen; ISBN 90 289 1520 6; p. 66; geraadpleegd 2018-10-20
- ↑ Krol, E."Een vergeten bloedbad in 1813. K.W Schweickhardt, De Moord van Woerden" in: Het Bilderdijk-Museum. jrg. 30 (2013) Eon Pres, Amstelveen; p. 9; geraadpleegd 2018-10-20
- ↑ Prevenier, W. (red.)Prinsen en poorters. (1998) Mercatorfonds, Antwerpen; ISBN 90 6153 411 9; p. 221; geraadpleegd 2018-10-20
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Ontkennend voorvoegsel in- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Sociologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %