inbeuken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  inbeuken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·beu·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  in bw  en  beuken ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
inbeuken	beukte in	ingebeukt
zwak -t	volledig

Werkwoord

inbeuken

1. overgankelijk met een ram zich toegang verschaffen tot een afgesloten ruimte

   • Zij slaagden er eindelijk in de poort in te beuken. 

Uitdrukkingen en gezegden

• inbeuken op iemand

Vertalingen

    1. met een ram zich toegang verschaffen tot een afgesloten ruimte   

Duits: eindreschen (de), einschlagen (de)

    inbeuken op iemand   

Duits: eindreschen auf jemand

Gangbaarheid

• Het woord inbeuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inbeuken" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.