kruisjassen
Uiterlijk
- Geluid: kruisjassen (hulp, bestand)
- kruis·jas·sen
- In de betekenis van ‘kaartspel’ voor het eerst aangetroffen in 1887 [1]
- samenstelling van kruis en jassen [2]
- afgeleid van kruisjas met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kruisjassen |
kruisjaste |
gekruisjast |
zwak -t | volledig |
kruisjassen [3]
- (spel) onovergankelijk kruisjas spelen
de kruisjassen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kruisjas
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kruisjassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "kruisjassen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kruisjassen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal