opsmuk
Uiterlijk
- op·smuk
vervoeging van |
---|
opsmukken |
opsmuk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsmukken
- ... dat ik opsmuk.
- Het woord opsmuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opsmuk" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be