pluisje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pluisje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pluis·je

Zelfstandig naamwoord

het pluisje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pluis

Gangbaarheid

• Het woord pluisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pluisje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.