slapjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slapjes    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈslɑpjəs / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• slap·jes

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van slap met het achtervoegsel -jes

Bijwoord

slapjes

1. krachteloos, zonder overtuiging

   • Een suffe wind deed loof en twijgen slaapverwekkend deinen en schommelen; vogels murmelden slapjes, als van warmte verdoofd. 

	stellend
onverbogen	slapjes
verbogen	(alleen predicaat)

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord}

Bijvoeglijk naamwoord

1. vrij zwak

   • 'De vlaschaard' is tot in de puntjes verzorgd als een kunstwerk, 'Rozeke' hier en daar wat slordig zoals het leven. En het einde is maar slapjes. Het einde van 'De vlaschaard' is grandioos. 

Gangbaarheid

• Het woord slapjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slapjes" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.