toste
Uiterlijk
- tos·te
vervoeging van |
---|
tossen |
toste
- enkelvoud verleden tijd van tossen
- Ik toste.
- Jij toste.
- Hij, zij, het toste.
- Ik toste.
- Het woord toste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toste" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be