Mesolithic Art – Abstraction, Decoration, Messages. Proceedings of the International and interdisciplinary Conference Halle (Saale), Germany, 19th-21st September 2019 , 2023
The evidence for art, decoration and ornaments dating to the Upper and Late Palaeolithic and Meso... more The evidence for art, decoration and ornaments dating to the Upper and Late Palaeolithic and Mesolithic in the Netherlands is limited. This is partly due to the absence of preservation of organic remains, the well-known Willemstad figurine forming an exception. This paper brings together the majority of objects documented, ranging from personal ornaments and beads, over bullroarers and engraved lithics to pieces of decorated bone, wood and antler. Geographically the range is not limited to the Low Countries but specifically includes the submerged landscapes of Doggerland where similar artefacts have been found. The increasing dataset from this European heartland is necessary for a better understanding of existing patterns. Taken together the perhaps unimpressive examples, at least from a European perspective, do demonstrate the existence of certain traditions and styles including a form of decoration that is perhaps informal and personal. At the same time it is evident that certain pieces do conform to wider European ʹart-stylesʹ. Interestingly the region, including Doggerland, appears to sit at the convergence of different art styles with both southern Tardenoisian and northern Maglemosian influences, while at the same time forming a connection to the British Isles. Furthermore, the point is made that to increase our understanding of these objects we need to adopt a wider scope than an art historical perspective.
Part of the butchered Late Mesolithic skeleton of a remarkably small female aurochs (height at th... more Part of the butchered Late Mesolithic skeleton of a remarkably small female aurochs (height at the withers 1.34 cm) were found in the bed of the river Tjonger (Southeast Friesland) together with an unretouched flint blade.The metapodia were transversily broken to get at the bone marrow. This same phenomenon was also the case at the nearby site of Jardinga-Johannahoeve.
In this paper some basic characteristics of Dutch Bronze Age flint assemblages from settlements i... more In this paper some basic characteristics of Dutch Bronze Age flint assemblages from settlements in the Central Netherlands are discussed, with special reference to raw materials, core-reduction strategies and typo-morphological aspects. Special attention is paid to the use-wear analyses of formal and informal tool-types.
During excavations in 2017, several pits with cremated human remains were found at the Laarakker ... more During excavations in 2017, several pits with cremated human remains were found at the Laarakker in Haps, Land of Cuijk municipality (province of Noord-Brabant), in the southern part of the Netherlands. In addition to cremated remains and charcoal, one of the pits contained charred hazel nutshells and burnt flint artefacts. With an age of around 10,000 years the Haps cremation is the oldest known grave in the Netherlands. The cremation is part of an extensive Mesolithic landscape. The grave and its contents were investigated by a team of specialists; the results of this research are presented in this contribution.
Samenvatting Naast de vele fossiele vondsten van dierenbotten op de Nederlandse stranden, of bij ... more Samenvatting Naast de vele fossiele vondsten van dierenbotten op de Nederlandse stranden, of bij de grondstofverwerkende industrie duiken er regelmatig ook archeologische vondsten op. Dit betreft zowel artefacten, als menselijk botmateriaal. Deze vondsten zijn afkomstig uit de huidige Noordzee en dateren uit het Pleistoceen, toen de Noordzee droog lag, en uit het Holoceen, toen deze in enkele duizenden jaren weer volliep. Met name grootschalige infrastructurele projecten zoals Maasvlakte 2 en de Zandmotor hebben ervoor gezorgd dat de aantallen vondsten flink toenemen. Aangezien meer en meer amateur-paleontologen en geïnteresseerden in fossiele fauna nu ook deze archeologische vondsten tijdens hun zoektochten tegenkomen, proberen wij hier als archeologen een beknopt overzicht te presenteren van de achtergronden van de Steentijdarcheologie uit de Noordzee: de huidige stand van zaken, het spectrum aan vondsten en onze hoop voor de toekomst. Summary Next to the numerous fossil finds of animal bones found on the Dutch beaches and in the spoil heaps of the aggregates industry, archaeological finds also regularly surface. These include both artefacts as well as human bones. These finds all derive from the current North Sea and date either to the Pleistocene, when this was a large, dry region, or to the Holocene which, within several thousands of years, saw the submergence of this vast area. In particular, large-scale infrastructural projects such as Maasvlakte 2 and the Zandmotor have added profoundly to the number of finds. Since more and more amateur palaeontologists and enthusiasts looking for fossil faunal remains also encounter these archaeological finds during their ‘expeditions’, we as archaeologists thought it fit to provide a brief overview of the background to the Stone Age archaeology from the North Sea: the current state of affairs, the spectrum of finds and our hopes for the future.
Inleiding Het onderzoek naar de vuurstenen artefacten van de definitieve opgraving-de vondsten va... more Inleiding Het onderzoek naar de vuurstenen artefacten van de definitieve opgraving-de vondsten van het proefsleuvenonderzoek worden uitgebreid besproken in het rapport van het proefsleuvenonderzoek-was opgedeeld in twee fasen, namelijk een evaluatiefase en een uitwerkingsfase. De evaluatie, in feite een waardering gekoppeld aan een evaluatie, heeft voor een deel tijdens het veldwerk plaatsgevonden. Op dat moment had dit onderzoek vooral tot doel om een globaal kwalitatief en kwantitatief overzicht van de lithische component te krijgen, ten einde de opgravingsstrategie (bijv. aantal vlakken, ligging van de uitbreidingen et cetera, zie ook §2.4 en hoofdstuk 4) mede te kunnen sturen. De rest van de waardering en de typo-technologische analyse heeft plaatsgevonden over een periode van meerdere maanden in het najaar van 2017 en het voorjaar van 2018. In dit hoofdstuk doen wij verslag van dit onderzoek naar de vuurstenen artefacten van Kampen-Reevediep vindplaats 9. Vanwege het bijzondere karakter van de vindplaats, en dan met name de ontdekking van één van de weinige en best bewaarde mesolithische woonstructuren van Nederland met bijbehorende materiële neerslag, is er voor gekozen om de nadruk van de uitwerking van het lithische vondstmateriaal op het materiaal uit deze woonstructuur te leggen. De opgravingseenheden X1 en X2 en het tussenliggende gebied dat beide clusters met elkaar verbindt, de 'periferie' genoemd, spelen een centrale rol in ons verhaal vanwege de te verwachten kenniswinst voor het onderzoek naar het Mesolithicum in Nederland. In dit deel van de opgraving bevinden zich namelijk een aantal nagenoeg compleet opgegraven vuursteenconcentraties, waaronder één met microlieten met oppervlakteretouche, waaronder zogeheten maretakspitsen (feuilles de gui), die kenmerkend zijn voor het Midden-Mesolithicum van het Rijn-Maas-Schelde gebied (X1) en een laatmesolithische concentratie met bovengenoemde woonstructuur (X2). Wat de vuursteenanalyses betreft hebben we het accent verlegd van een puur typologische classificatie in combinatie met een statische beschrijving van metrische en niet-metrische technologische variabelen naar een meer dynamische benadering gericht op het zichtbaar maken van de chaîne opératoire van de klingproductie. Een belangrijk uitgangspunt van dit onderzoek is om de typologische en technologische integriteit of homogeniteit te analyseren, ter ondersteuning van de vraag naar het functioneel-ruimtelijke karakter van deze eenheden. Anders gezegd, de artefactconcentraties bieden de mogelijkheid om meer grip te krijgen op onder meer de typochronologische ontwikkeling van het Mesolithicum en om zicht te krijgen op technologische variabiliteit en de betekenis hiervan in chronologische of culturele termen. Afgezien van een korte bespreking van de lithische assemblages zullen we waar zinvol in onze vergelijkende onderzoek ook refereren aan de clusters Y1, Y2 en Y3. De toevalsvondsten van P1 die gedateerd moeten worden in de overgangsperiode van het Paleolithicum naar het Mesolithicum bespreken we aan het einde van dit hoofdstuk. De vuurstenen artefacten uit de grondsporen komen in §9.4 aan bod. Als eerste wordt de door ons gevolgde werkwijze en methodiek (§5.2) uiteengezet. In §5.3 bespreken we na de definitie en afbakening van de verschillende deelgebieden en/of vondstconcentraties de resultaten van onze analyses. Daarna volgen de verschillende clusters. Van de vlakvondsten zijn alleen de werktuigen beschreven en artefacten die tot de laatpaleolithische bewoningsfase gerekend moeten worden. Laatstgenoemde komen in §5.3.8 aan bod. Gezien de geringe informatiewaarde laten we de overige vlakvondsten buiten beschouwing.
In this paper a data set of more than 400 reliable 14C dates for the Mesolithic and the Early Swi... more In this paper a data set of more than 400 reliable 14C dates for the Mesolithic and the Early Swifterbant culture in the northern part of the Netherlands is described. These dates, covering the period between 9600 and 5600 BP, are analysed for chronological and spatial patterning. The results of these analyses suggest that major changes occurred in the geographical location of dated sites during these 4000 radiocarbon years. In the course of the eighth millennium BC, the 'centre of gravity' of 14C-dated sites gradually shifted from the higher Pleistocene interior in the eastern part of the study area to river valleys, lake-shores and other wetland zones. Several possible reasons fort hese patterns are briefly discussed. At the end of this article, a series of new 14C dates are presented.
Mesolithic Art – Abstraction, Decoration, Messages. Proceedings of the International and interdisciplinary Conference Halle (Saale), Germany, 19th-21st September 2019 , 2023
The evidence for art, decoration and ornaments dating to the Upper and Late Palaeolithic and Meso... more The evidence for art, decoration and ornaments dating to the Upper and Late Palaeolithic and Mesolithic in the Netherlands is limited. This is partly due to the absence of preservation of organic remains, the well-known Willemstad figurine forming an exception. This paper brings together the majority of objects documented, ranging from personal ornaments and beads, over bullroarers and engraved lithics to pieces of decorated bone, wood and antler. Geographically the range is not limited to the Low Countries but specifically includes the submerged landscapes of Doggerland where similar artefacts have been found. The increasing dataset from this European heartland is necessary for a better understanding of existing patterns. Taken together the perhaps unimpressive examples, at least from a European perspective, do demonstrate the existence of certain traditions and styles including a form of decoration that is perhaps informal and personal. At the same time it is evident that certain pieces do conform to wider European ʹart-stylesʹ. Interestingly the region, including Doggerland, appears to sit at the convergence of different art styles with both southern Tardenoisian and northern Maglemosian influences, while at the same time forming a connection to the British Isles. Furthermore, the point is made that to increase our understanding of these objects we need to adopt a wider scope than an art historical perspective.
Part of the butchered Late Mesolithic skeleton of a remarkably small female aurochs (height at th... more Part of the butchered Late Mesolithic skeleton of a remarkably small female aurochs (height at the withers 1.34 cm) were found in the bed of the river Tjonger (Southeast Friesland) together with an unretouched flint blade.The metapodia were transversily broken to get at the bone marrow. This same phenomenon was also the case at the nearby site of Jardinga-Johannahoeve.
In this paper some basic characteristics of Dutch Bronze Age flint assemblages from settlements i... more In this paper some basic characteristics of Dutch Bronze Age flint assemblages from settlements in the Central Netherlands are discussed, with special reference to raw materials, core-reduction strategies and typo-morphological aspects. Special attention is paid to the use-wear analyses of formal and informal tool-types.
During excavations in 2017, several pits with cremated human remains were found at the Laarakker ... more During excavations in 2017, several pits with cremated human remains were found at the Laarakker in Haps, Land of Cuijk municipality (province of Noord-Brabant), in the southern part of the Netherlands. In addition to cremated remains and charcoal, one of the pits contained charred hazel nutshells and burnt flint artefacts. With an age of around 10,000 years the Haps cremation is the oldest known grave in the Netherlands. The cremation is part of an extensive Mesolithic landscape. The grave and its contents were investigated by a team of specialists; the results of this research are presented in this contribution.
Samenvatting Naast de vele fossiele vondsten van dierenbotten op de Nederlandse stranden, of bij ... more Samenvatting Naast de vele fossiele vondsten van dierenbotten op de Nederlandse stranden, of bij de grondstofverwerkende industrie duiken er regelmatig ook archeologische vondsten op. Dit betreft zowel artefacten, als menselijk botmateriaal. Deze vondsten zijn afkomstig uit de huidige Noordzee en dateren uit het Pleistoceen, toen de Noordzee droog lag, en uit het Holoceen, toen deze in enkele duizenden jaren weer volliep. Met name grootschalige infrastructurele projecten zoals Maasvlakte 2 en de Zandmotor hebben ervoor gezorgd dat de aantallen vondsten flink toenemen. Aangezien meer en meer amateur-paleontologen en geïnteresseerden in fossiele fauna nu ook deze archeologische vondsten tijdens hun zoektochten tegenkomen, proberen wij hier als archeologen een beknopt overzicht te presenteren van de achtergronden van de Steentijdarcheologie uit de Noordzee: de huidige stand van zaken, het spectrum aan vondsten en onze hoop voor de toekomst. Summary Next to the numerous fossil finds of animal bones found on the Dutch beaches and in the spoil heaps of the aggregates industry, archaeological finds also regularly surface. These include both artefacts as well as human bones. These finds all derive from the current North Sea and date either to the Pleistocene, when this was a large, dry region, or to the Holocene which, within several thousands of years, saw the submergence of this vast area. In particular, large-scale infrastructural projects such as Maasvlakte 2 and the Zandmotor have added profoundly to the number of finds. Since more and more amateur palaeontologists and enthusiasts looking for fossil faunal remains also encounter these archaeological finds during their ‘expeditions’, we as archaeologists thought it fit to provide a brief overview of the background to the Stone Age archaeology from the North Sea: the current state of affairs, the spectrum of finds and our hopes for the future.
Inleiding Het onderzoek naar de vuurstenen artefacten van de definitieve opgraving-de vondsten va... more Inleiding Het onderzoek naar de vuurstenen artefacten van de definitieve opgraving-de vondsten van het proefsleuvenonderzoek worden uitgebreid besproken in het rapport van het proefsleuvenonderzoek-was opgedeeld in twee fasen, namelijk een evaluatiefase en een uitwerkingsfase. De evaluatie, in feite een waardering gekoppeld aan een evaluatie, heeft voor een deel tijdens het veldwerk plaatsgevonden. Op dat moment had dit onderzoek vooral tot doel om een globaal kwalitatief en kwantitatief overzicht van de lithische component te krijgen, ten einde de opgravingsstrategie (bijv. aantal vlakken, ligging van de uitbreidingen et cetera, zie ook §2.4 en hoofdstuk 4) mede te kunnen sturen. De rest van de waardering en de typo-technologische analyse heeft plaatsgevonden over een periode van meerdere maanden in het najaar van 2017 en het voorjaar van 2018. In dit hoofdstuk doen wij verslag van dit onderzoek naar de vuurstenen artefacten van Kampen-Reevediep vindplaats 9. Vanwege het bijzondere karakter van de vindplaats, en dan met name de ontdekking van één van de weinige en best bewaarde mesolithische woonstructuren van Nederland met bijbehorende materiële neerslag, is er voor gekozen om de nadruk van de uitwerking van het lithische vondstmateriaal op het materiaal uit deze woonstructuur te leggen. De opgravingseenheden X1 en X2 en het tussenliggende gebied dat beide clusters met elkaar verbindt, de 'periferie' genoemd, spelen een centrale rol in ons verhaal vanwege de te verwachten kenniswinst voor het onderzoek naar het Mesolithicum in Nederland. In dit deel van de opgraving bevinden zich namelijk een aantal nagenoeg compleet opgegraven vuursteenconcentraties, waaronder één met microlieten met oppervlakteretouche, waaronder zogeheten maretakspitsen (feuilles de gui), die kenmerkend zijn voor het Midden-Mesolithicum van het Rijn-Maas-Schelde gebied (X1) en een laatmesolithische concentratie met bovengenoemde woonstructuur (X2). Wat de vuursteenanalyses betreft hebben we het accent verlegd van een puur typologische classificatie in combinatie met een statische beschrijving van metrische en niet-metrische technologische variabelen naar een meer dynamische benadering gericht op het zichtbaar maken van de chaîne opératoire van de klingproductie. Een belangrijk uitgangspunt van dit onderzoek is om de typologische en technologische integriteit of homogeniteit te analyseren, ter ondersteuning van de vraag naar het functioneel-ruimtelijke karakter van deze eenheden. Anders gezegd, de artefactconcentraties bieden de mogelijkheid om meer grip te krijgen op onder meer de typochronologische ontwikkeling van het Mesolithicum en om zicht te krijgen op technologische variabiliteit en de betekenis hiervan in chronologische of culturele termen. Afgezien van een korte bespreking van de lithische assemblages zullen we waar zinvol in onze vergelijkende onderzoek ook refereren aan de clusters Y1, Y2 en Y3. De toevalsvondsten van P1 die gedateerd moeten worden in de overgangsperiode van het Paleolithicum naar het Mesolithicum bespreken we aan het einde van dit hoofdstuk. De vuurstenen artefacten uit de grondsporen komen in §9.4 aan bod. Als eerste wordt de door ons gevolgde werkwijze en methodiek (§5.2) uiteengezet. In §5.3 bespreken we na de definitie en afbakening van de verschillende deelgebieden en/of vondstconcentraties de resultaten van onze analyses. Daarna volgen de verschillende clusters. Van de vlakvondsten zijn alleen de werktuigen beschreven en artefacten die tot de laatpaleolithische bewoningsfase gerekend moeten worden. Laatstgenoemde komen in §5.3.8 aan bod. Gezien de geringe informatiewaarde laten we de overige vlakvondsten buiten beschouwing.
In this paper a data set of more than 400 reliable 14C dates for the Mesolithic and the Early Swi... more In this paper a data set of more than 400 reliable 14C dates for the Mesolithic and the Early Swifterbant culture in the northern part of the Netherlands is described. These dates, covering the period between 9600 and 5600 BP, are analysed for chronological and spatial patterning. The results of these analyses suggest that major changes occurred in the geographical location of dated sites during these 4000 radiocarbon years. In the course of the eighth millennium BC, the 'centre of gravity' of 14C-dated sites gradually shifted from the higher Pleistocene interior in the eastern part of the study area to river valleys, lake-shores and other wetland zones. Several possible reasons fort hese patterns are briefly discussed. At the end of this article, a series of new 14C dates are presented.
In 2016 raapte amateurarcheologe en -paleontologe Willy van Wingerden uit Honselersdijk op het st... more In 2016 raapte amateurarcheologe en -paleontologe Willy van Wingerden uit Honselersdijk op het strand bij Kijkduin een klein stukje vuursteen op met aan één kant een aangehechte zwarte materie. Ze liet de vondst enkele dagen later aan archeoloog Marcel Niekus zien. Die werd direct enthousiast, het zwarte goedje zou wel eens berkenpek kunnen zijn. Daarmee werden in de prehistorie werktuigen vastgezet aan een schacht. Het bleek een topvondst te zijn, vergeleken met de vele ‘gewone’ vuurstenen artefacten die op dit strand werden gevonden. Niemand kon toen nog vermoeden dat deze vondst drie jaar later wetenschappelijk wereldnieuws zou zijn en een nieuw licht zou werpen op het gedrag van de neanderthalers.
Een spectaculaire vondst uit de Noordzee kreeg de afgelopen maanden veel media-aandacht. Het vuur... more Een spectaculaire vondst uit de Noordzee kreeg de afgelopen maanden veel media-aandacht. Het vuurstenen werktuig, gevat in berkenpek, ziet er niet erg spectaculair uit. Maar de productie van berkenpek is erg ingewikkeld en vergt veel planning en kennis van chemische processen. Daardoor levert de vondst nieuwe inzichten over het gedrag van Neanderthalers. Het werktuig is een van de nieuwe topstukken van de Rijkscollectie Nederland.
In 2008 en 2016 werden twee bijzondere stenen werktuigen uit het midden-paleolithicum gevonden. E... more In 2008 en 2016 werden twee bijzondere stenen werktuigen uit het midden-paleolithicum gevonden. Een in Limburg, langs de oevers van de Maas, en een op het strand van Maasvlakte 2 bij Rotterdam. Beide stukken zijn gemaakt van Wommersomkwartsiet en vormen een opvallende aanwijzing voor de reislust van onze 'Oer-europeaan': de neanderthaler. gevonden.
Op 17 augustus jongstleden overleed amateurarcheoloog Oene de Graaf na een kort ziekbed op 81-jar... more Op 17 augustus jongstleden overleed amateurarcheoloog Oene de Graaf na een kort ziekbed op 81-jarige leeftijd. Hij was een echte steentjesman’ en bij veel (amateur)archeologen in Noord-Nederland bekend, vooral bij de oudere generatie. Drie mensen met wie hij samenwerkte, staan stil bij zijn vondsten.
De Hanzestad Kampen staat bekend om zijn prachtige, historische binnenstad en zijn vele monumenta... more De Hanzestad Kampen staat bekend om zijn prachtige, historische binnenstad en zijn vele monumentale panden. Ook vanuit een archeologisch standpunt is de rijkdom van Kampen een alom bekend gegeven. Verschillende opgravingen in de binnenstad hebben het licht doen schijnen op resten die het belang van de middeleeuwse stad onderschrijven. Het belang van de handel in de geschiedenis van Kampen werd nog eens benadrukt door de vondst van een middeleeuws transportschip, de Kamper Kogge, dat in 2016 werd geborgen. In 2016 is ook een andere zeer belangrijke vindplaats onderzocht. Deze locatie - met de naam ‘Reevediep vindplaats 9’ - geeft een zeer bijzonder en compleet beeld van de vroegste bewoning van Kampen. Deze gaat veel verder terug dan de Middeleeuwen en begint samen met het huidige geologische
tijdvak, het Holoceen, circa 10.000 jaar geleden. Op Reevediep vindplaats 9 zijn duizenden fragmenten van werktuigen en talloze grondsporen gevonden die wijzen op menselijke aanwezigheid gedurende de steentijd: de vroegste periode van onze prehistorie. De vondst van deze steentijdvindplaats hangt samen met die van de Kamper Kogge. Beide zijn ontdekt in het kader van het project Ruimte voor de Rivier,
dat als doel heeft om de IJssel een groter stroomgebied te geven. Ten zuiden van Kampen vinden hiervoor grootschalige werkzaamheden plaats. Het archeologisch
onderzoek valt binnen het project Kampen-Reevediep. Daarbij wordt langs de oude, inmiddels verlande, rivierloop van de Reeve een hoogwatergeul gegraven. De werkzaamheden worden uitgevoerd door bouwcombinatie Isala Delta, in opdracht van de provincie Overijssel en Rijkswaterstaat. Het is belangrijk te vermelden dat het grondverzet dat met de aanleg van de hoogwatergeul uitgevoerd zal worden, mogelijke in de bodem aanwezige archeologische waarden bedreigt. In deze bijdrage wordt het onderzoek naar de steentijdvindplaatsen toegelicht, met name van vindplaats 9.
Het is al langer bekend dat er op de Nederlandse
stranden botten van Pleistocene en latere zoogdi... more Het is al langer bekend dat er op de Nederlandse stranden botten van Pleistocene en latere zoogdieren worden gevonden. Af en toe worden er ook artefacten gevonden, zoals vuurstenen werktuigen en bewerkingsafval, benen spitsen of zelfs stukken menselijk bot. Deze vondsten zijn, net als de vondsten in vissersnetten of bij de grondstofverwerkende bedrijven, afkomstig uit de Noordzee. Het is niet ondenkbaar dat ze na een storm aanspoelen, maar het is meestal zo dat ze op de stranden terechtkomen door zogenaamde zandsuppletie. Elk jaar worden er namelijk vele kubieke meters sediment opgezogen voor onze kust om deze daar vervolgens mee te versterken. Tussen al dat zand zitten ook de overblijfselen van de bewoners van het gebied dat nu alweer zo’n 8000 jaar de Noordzee is, maar dat nog veel langer droog lag. Het zijn jachtbuit en artefacten van zowel de moderne mens tijdens het laatste staartje van de ijstijd en het eropvolgende Holoceen, toen het gebied langzaam weer ‘verdronk’, als resten van de Neanderthaler die hier veel langer vertoefde. Het zijn kleine aanwijzingen voor de bewoning van een enorm gebied voor onze kust waar we nog slechts weinig van weten.
Archeologische Kroniek van Zuid-Holland over 2016, 2017
Het grote archief. Prehistorische archeologie op het strand
Het is al langer bekend dat er op ... more Het grote archief. Prehistorische archeologie op het strand
Het is al langer bekend dat er op de Nederlandse stranden botten van Pleistocene en latere zoogdieren worden gevonden. Af en toe worden er ook artefacten gevonden, zoals vuurstenen werktuigen en bewerkingsafval, benen spitsen of zelfs stukken menselijk bot. Deze vondsten zijn, net als de vondsten in vissersnetten of bij de grondstofverwerkende bedrijven, afkomstig uit de Noordzee. Het is niet ondenkbaar
dat ze na een storm aanspoelen, maar het is meestal zo dat ze op de stranden terechtkomen door zogenaamde zandsuppletie. Elk jaar worden er namelijk vele kubieke meters sediment opgezogen voor onze kust om deze daar vervolgens mee te versterken. Tussen al dat zand zitten ook de overblijfselen van de bewoners van het gebied dat nu alweer zo’n 8000 jaar de Noordzee is, maar dat nog veel langer droog lag. Het zijn jachtbuit en artefacten van zowel de moderne mens tijdens het laatste staartje van de ijstijd en het eropvolgende Holoceen, toen het gebied langzaam weer ‘verdronk’, als resten van de Neanderthaler die hier veel langer vertoefde. Het zijn kleine aanwijzingen voor de bewoning van een enorm gebied voor onze kust waar we nog slechts weinig van weten.
Het onderzoek naar de Neanderthaler-bewoning van Noord-
Nederland heeft de laatste jaren veel nie... more Het onderzoek naar de Neanderthaler-bewoning van Noord- Nederland heeft de laatste jaren veel nieuwe inzichten opgeleverd. In Waardeel nummer 4 uit 2011 is al uitgebreid bericht over een onderzoeksproject gericht op het Midden-Paleolithicum in Noord-Nederland en de ontdekking van het eerste Neanderthalerkampement in Drenthe. In dit nummer wordt door Marcel J.L.Th. Niekus verslag gedaan van een proefopgraving die eind 2011 is uitgevoerd op deze vindplaats.
The present report discusses the outcome of an inventory of 65 private collections totalling 2547... more The present report discusses the outcome of an inventory of 65 private collections totalling 2547 lithic, mostly flint, artefacts found on nourished beaches along the Zuid-Holland coast. The majority of these comes from the so-called Zandmotor locality near Ter Heijde: a mega-nourishment constructed in 2011 using sand from offshore extraction area Q16F+H.
Based on typological and technological criteria, raw material characteristics and post-depositional surface modifications the artefact assemblage covers a range of archaeological periods. The oldest artefacts belong to the early Middle Palaeolithic ‘Rhenen Industry’, part of the Acheulian and with an estimated age of between c. 250,000 and 170,000 years ago (MIS 7 – early MIS 6). The finds are evidently fluvially rolled. That transport and the eventual deposition in the sand-extraction area likely happened in times between 170,000 and 40,000 years ago: by glacial outwash during the Saalian glaciation and/or by the rivers Rhine and Meuse during the Last Glacial.
A substantial part of the artefacts was identified as late Middle Palaeolithic, with attributed ages between c. 115,000 and 40,000 years ago, i.e., from the first half and middle of Last Glacial (MIS 5d-3). Several of these bear typological resemblance to tools from specific phases of the Mousterian, such as the Moustérien de tradition acheuléenne (MTA) and the Moustérien type Quina. This group also included finds tentatively identified as Blattspitzengruppen, possibly including the Lincombian-Ranisian-Jerzmanowician (LRJ) complex. A limited number of artefacts could belong to the early Upper Palaeolithic, more specifically the early Gravettian (i.e., dating to 30,000 to 23,000 years ago; MIS 3 and 2). Regarding the Late Glacial period (c. 15,000-11,700 years ago, 13,000-9,700 BCE): only one artefact could be assigned to the Late Palaeolithic Federmesser group (with limited confidence), and a handful to a late phase of the Ahrensburgian (also with limited confidence).
A large amount of Mesolithic artefacts has been collected at the Zandmotor, but none of these could be positively identified as specifically Early and/or Middle Mesolithic. This contrasts with other beach nourishment locations to the south, where Early and Middle Mesolithic artefacts are present, e.g., at sites Hoek van Holland and Maasvlakte 2, sourced from different extraction areas than the Zandmotor complex. A good number of artefacts was positively identified as Late Mesolithic (Early Atlantic), including a few trapezes. Given the drowning history of the extraction area, these would have an age of c. 6,400/6,300 BCE. Of particular interest is the presence of over fifty core axes and chisels as well as flakes associated with the production and maintenance of such tools. These are regarded characteristic for part of the ‘northern Dutch’ Late Mesolithic, which has previously been called ‘De Leien-Wartena Complex’.
Two Neolithic stone artefacts are the youngest prehistoric artefacts in the assemblage: a stone axe and a large fragment of a perforated broad wedge. These are tentatively assigned to the Swifterbant cultural period.
In deze rapportage worden de resultaten besproken van een inventarisatie van 24 privécollecties m... more In deze rapportage worden de resultaten besproken van een inventarisatie van 24 privécollecties met in totaal 1203 (vuur)stenen artefacten waarvan het merendeel afkomstig is uit de megasuppletie (2011) van de Zandmotor voor de kust bij Ter Heijde. De artefacten zijn afkomstig uit offshore wingebied Q16F,H. Op basis van typologische en technologische kenmerken van de artefacten, deels in combinatie met de post-depositionele oppervlakteveranderingen en grondstofgebruik, kon de assemblage in een aantal perioden worden onderverdeeld. De oudste artefacten rekenen we tot de ‘Rhenen Industrie’ en behoren tot het Acheuléen, met een geschatte ouderdom tussen ca. 250.000 en 170.000 jaar (MIS 7-vroeg MIS 6), d.w.z. voor de landijsbedekking van het Saalien. De artefacten uit deze periode hebben één of meer fasen van verspoeling ondergaan. Een aanzienlijk deel van de artefacten schrijven we toe aan het latere Midden-Paleolithicum met een ruime datering in de eerste helft of het middendeel van de laatste ijstijd (MIS 5d-3: ca. 115.000-40.000 jaar geleden). Een aantal laat-middenpaleolithische werktuigen vertoont affiniteit met specifieke fasen van het Moustérien Complex, zoals het Moustérien de tradition acheuléenne (MTA) en het Moustérien type Quina. Een klein aantal artefacten hoort mogelijk thuis in het vroege Jong-Paleolithicum (MIS 3 en 2); het Laat- Aurignacien en het Vroeg-Gravettien komen in aanmerking. Slechts één artefact hoort waarschijnlijk thuis in de laatpaleolithische Federmesser-traditie. Artefacten uit het Vroeg- en/of Midden-Mesolithicum zijn op de Zandmotor (afkomstig uit wingebied Q16F,H) niet uitgesproken aanwezig, wel iets verder zuidelijk langs het Noordzeestrand, richting Hoek van Holland. De meeste en tegelijk de jongste prehistorische artefacten schrijven we toe aan het Laat-Mesolithicum (Vroeg-Atlanticum), zo rond 6400/6300 v.Chr. Opvallend zijn enkele tientallen bijlen en afslagen die met de productie hiervan samenhangen. Samen met enkele trapezia vormen de bijlen een karakteristiek element van het Noord-Nederlandse Laat-Mesolithicum (voorheen samengevat onder de noemer ‘De Leien-Wartena Complex’).
Doggerland en Rotterdam. Een inventarisatie van opgespoten paleolithische en mesolithische artefacten van (vuur)steen, bot en gewei van Maasvlakte (1 en 2) en Hoek van Holland (gemeente Rotterdam): een aanzet voor vervolgonderzoek (=BOORnotitie 41), 2021
Doggerland en Rotterdam. Een inventarisatie van opgespoten paleolithische en mesolithische artefacten van (vuur)steen, bot en gewei van Maasvlakte (1 en 2) en Hoek van Holland (gemeente Rotterdam): een aanzet voor vervolgonderzoek (=BOORnotitie 41), 2021
Mesolithische kampen onder de oever van het Reevediep , 2019
Inleiding Het onderzoek naar de vuurstenen artefacten van de definitieve opgraving-de vondsten v... more Inleiding Het onderzoek naar de vuurstenen artefacten van de definitieve opgraving-de vondsten van het proefsleuvenonderzoek worden uitgebreid besproken in het rapport van het proefsleuvenonderzoek-was opgedeeld in twee fasen, namelijk een evaluatiefase en een uitwerkingsfase. De evaluatie, in feite een waardering gekoppeld aan een evaluatie, heeft voor een deel tijdens het veldwerk plaatsgevonden. Op dat moment had dit onderzoek vooral tot doel om een globaal kwalitatief en kwantitatief overzicht van de lithische component te krijgen, ten einde de opgravingsstrategie (bijv. aantal vlakken, ligging van de uitbreidingen et cetera, zie ook §2.4 en hoofdstuk 4) mede te kunnen sturen. De rest van de waardering en de typo-technologische analyse heeft plaatsgevonden over een periode van meerdere maanden in het najaar van 2017 en het voorjaar van 2018. In dit hoofdstuk doen wij verslag van dit onderzoek naar de vuurstenen artefacten van Kampen-Reevediep vindplaats 9. Vanwege het bijzondere karakter van de vindplaats, en dan met name de ontdekking van één van de weinige en best bewaarde mesolithische woonstructuren van Nederland met bijbehorende materiële neerslag, is er voor gekozen om de nadruk van de uitwerking van het lithische vondstmateriaal op het materiaal uit deze woonstructuur te leggen. De opgravingseenheden X1 en X2 en het tussenliggende gebied dat beide clusters met elkaar verbindt, de 'periferie' genoemd, spelen een centrale rol in ons verhaal vanwege de te verwachten kenniswinst voor het onderzoek naar het Mesolithicum in Nederland. In dit deel van de opgraving bevinden zich namelijk een aantal nagenoeg compleet opgegraven vuursteenconcentraties, waaronder één met microlieten met oppervlakteretouche, waaronder zogeheten maretakspitsen (feuilles de gui), die kenmerkend zijn voor het Midden-Mesolithicum van het Rijn-Maas-Schelde gebied (X1) en een laatmesolithische concentratie met bovengenoemde woonstructuur (X2). Wat de vuursteenanalyses betreft hebben we het accent verlegd van een puur typologische classificatie in combinatie met een statische beschrijving van metrische en niet-metrische technologische variabelen naar een meer dynamische benadering gericht op het zichtbaar maken van de chaîne opératoire van de klingproductie. Een belangrijk uitgangspunt van dit onderzoek is om de typologische en technologische integriteit of homogeniteit te analyseren, ter ondersteuning van de vraag naar het functioneel-ruimtelijke karakter van deze eenheden. Anders gezegd, de artefactconcentraties bieden de mogelijkheid om meer grip te krijgen op onder meer de typochronologische ontwikkeling van het Mesolithicum en om zicht te krijgen op technologische variabiliteit en de betekenis hiervan in chronologische of culturele termen. Afgezien van een korte bespreking van de lithische assemblages zullen we waar zinvol in onze vergelijkende onderzoek ook refereren aan de clusters Y1, Y2 en Y3. De toevalsvondsten van P1 die gedateerd moeten worden in de overgangsperiode van het Paleolithicum naar het Mesolithicum bespreken we aan het einde van dit hoofdstuk. De vuurstenen artefacten uit de grondsporen komen in §9.4 aan bod. Als eerste wordt de door ons gevolgde werkwijze en methodiek (§5.2) uiteengezet. In §5.3 bespreken we na de definitie en afbakening van de verschillende deelgebieden en/of vondstconcentraties de resultaten van onze analyses. Daarna volgen de verschillende clusters. Van de vlakvondsten zijn alleen de werktuigen beschreven en artefacten die tot de laatpaleolithische bewoningsfase gerekend moeten worden. Laatstgenoemde komen in §5.3.8 aan bod. Gezien de geringe informatiewaarde laten we de overige vlakvondsten buiten beschouwing.
Mesolithische kampen onder de oever van het Reevediep. Een archeologische opgraving van vindplaats 9 in het tracé van de hoogwatergeul in het Reevediep te Kampen (= ADC Monografie 26 / ADC-rapport 4750), 2019
Mesolithische kampen onder de oever van het Reevediep. Een archeologische opgraving van vindplaats 9 in het tracé van de hoogwatergeul in het Reevediep te Kampen (= ADC Monografie 26 / ADC-rapport 4750), 2019
Mesolithische kampen onder de oever van het Reevediep. Een archeologische opgraving van vindplaats 9 in het tracé van de hoogwatergeul in het Reevediep te Kampen , 2019
In: J.M. Moree & M.M. Sier (red.), Twenty metres deep! The Mesolithic period at the Yangtze Harbour site – Rotterdam Maasvlakte, the Netherlands. Early Holocenelandscape development and habitation. (= BOORrapporten 566). Rotterdam, pp. 147-200., 2015
In: J.M. Moree & M.M. Sier (red.), Twintig meter diep! Mesolithicum in de Yangtzehaven-Maasvlakte te Rotterdam. Landschapsontwikkeling en bewoning in het Vroeg Holoceen (= BOORrapporten 523). Rotterdam, 289-322., 2014
In: J.M. Moree & M.M. Sier (red.), Twintig meter diep! Mesolithicum in de Yangtzehaven-Maasvlakte te Rotterdam. Landschapsontwikkeling en bewoning in het Vroeg Holoceen (= BOORrapporten 523). Rotterdam, 147-200., 2014
In: D.E.A. Schiltmans (ed.), Rotterdam Groenenhagen-Tuinenhoven. Een opgraving van een vindplaats uit het Neolithicum op een rivierduin op IJsselmonde (vindplaats 13-78) (= BOORrapporten 491). Rotterdam, pp. 55-79., 2013
In: T. Hamburg, A. Müller & B. Quadflieg (eds.), Mesolithisch Swifterbant. Mesolithisch gebruik van een duin ten zuiden van Swifterbant (8300-5000 v.Chr.). Een archeologische opgraving in het tracé van de N23/N307, provincie Flevoland. Archol rapport 174 & ADC rapport 3250, pp. 157-241., 2012
In: A.R. Wieringa (red.), Sporen uit de ijzertijd langs de Hunze. Een opgraving aan de Kielerbocht te Groningen. Stadse Fratsen 29. Groningen: 37-48., 2011
is volume comprises papers presented to Dick Stapert on the occasion of his retirement from the G... more is volume comprises papers presented to Dick Stapert on the occasion of his retirement from the Groningen Institute of Archaeology (University of Groningen) in 2011 and celebrates his scientifi c career. e contributions cover nearly 300,000 years of Human History and were written by colleagues, former students and friends. Topics include the making and use of fi re, children in the Stone Age, spatial analysis, and other themes related to the study of the Palaeolithic, Mesolithic and beyond.
This volume comprises papers presented to Dick Stapert on the occasion of his retirement from the... more This volume comprises papers presented to Dick Stapert on the occasion of his retirement from the Groningen Institute of Archaeology (University of Groningen) in 2011 and celebrates his scientifi c career. e contributions cover nearly 300,000 years of Human History and were written by colleagues, former students and friends. Topics include the making and use of fire, children in the Stone Age, spatial analysis, and other themes related to the study of the Palaeolithic, Mesolithic and beyond.
We describe a flint blade from Hoogersmilde, which was found not far from the alleged Middle Pal... more We describe a flint blade from Hoogersmilde, which was found not far from the alleged Middle Palaeolithic sites of Hoogersmilde A and B, ‘discovered’ by Mr T. Vermaning in 1965. The blade displays a number of natural surface modifications, including windgloss, that are typical of Middle Palaeolithic finds originating from bouldersand, the erosional remnant of glacial till deposited during the Saalian glaciation approximately 150,000 years ago. According to the finder, Mr W. Reek, he found the blade prior to 1971, which makes it one of the earliest Middle Palaeolithic finds from the province of Drenthe. The weathered condition of the blade adds to a long list of arguments proving that the Vermaning finds, which are devoid of any natural surface modifications (e.g. patina, windgloss, secondary frost splitting) but do exhibit traces of recent manipulation (traces of grinding and polishing), are recent forgeries and not authentic artefacts made by Neanderthals. Windgloss is a result of wind abrasion during the harsh Upper Pleniglacial, and the blade must therefore predate c. 27,000 BP. The regular blade was produced with soft percussion and was struck from a fairly large, bipolar blade core. In view of these ‘Upper Palaeolithic’ characteristics we attribute the blade to the Late Middle Palaeolithic. Most probably it was left behind by a member of the Blattspitzen Gruppen, the cultural tradition of the last Neanderthals in Northwestern Europe. As such it fits in well with a growing number of Late Middle Palaeolithic finds in the northern Netherlands. Lastly we discuss the possibility of Early or Mid Upper Palaeolithic occupation in the northern Netherlands, i.e. the Late Aurignacian and Early Gravettian (c. 30,000-23,000 BP). Some finds from our study area classified as Late Middle Palaeolithic also fit in quite well with these traditions, representing the earliest Homo sapiens. However, a ‘smoking gun’ such as a Font Robert point is yet to be found.
Bijlage 2 in het proefschrift van A.H. Carmiggelt, '‘Geheimzinnigheid is zijn fort’. Assien Bohme... more Bijlage 2 in het proefschrift van A.H. Carmiggelt, '‘Geheimzinnigheid is zijn fort’. Assien Bohmers (archeoloog) - 1912-1988', Uitgeverij Eburon.
Diverse bijdragen in de Encyclopedie over de Steentijden en Steentijdvindplaatsen in de provincie... more Diverse bijdragen in de Encyclopedie over de Steentijden en Steentijdvindplaatsen in de provincie Friesland, van Neanderthalers tot Vroeg-Neolithicum.
De Nieuwe Encyclopedie van Fryslân is een onmisbare aanvulling in de boekenkast voor iedereen die gek is van Fryslân en meer wil weten van deze provincie. Op 15 september 2016 verschijnt de vierdelige encyclopedie die rond de 3000 pagina’s telt, 11.000 trefwoorden bevat en ruim 8 kilo weegt. De encyclopedie staat bomvol actuele kennis over Friesland en is een echte pageturner geworden.
In tegenstelling tot wat snel gedacht wordt bij een encyclopedie is de Nieuwe Encyclopedie van Fryslân niet een stoffig naslagwerk maar inhoudelijk juist heel actueel en modern vormgegeven. Meer dan 200 wetenschappers - de top van verschillende vakgebieden - hebben aan de encyclopedie meegewerkt en uit talrijke bronnen actuele kennis opgedoken. Kennis over Friesland die in veel gevallen online niet te vinden is.
Abstract book conference Mesolithic Art – Abstraction, Decoration, Messages, 2019
The Late Palaeolithic and Mesolithic occupation of the Netherlands is mainly known through numero... more The Late Palaeolithic and Mesolithic occupation of the Netherlands is mainly known through numerous sites characterized by lithics. The absence of caves and rock formations has prevented the development of any significant earlier Palaeolithic art tradition in these parts. Also the geographical and soil conditions often have not been favourable to the preservation of organic remains. Evidence of Late Palaeolithic and Mesolithic art in the Netherlands is therefore limited, but it is not absent. In this contribution we will present an overview of the existing corpus of several dozens of decorated objects and ornaments from the time period between 13000 and 5000 BC. The finds can be attributed to the Hamburgian, the Federmessergruppen, the Ahrensburgian and the whole of the Mesolithic. We will discuss aspects of technology, style and cultural affiliation with the aim to discover whether there is evidence for continued traditions or new developments. We will also highlight some of the controversies surrounding elements of the corpus. An important focus lies with the North sea and the potential offered by artefacts from Doggerland.
There are quite a few middle Palaeolithic sites in the Netherlands, but they have all been expose... more There are quite a few middle Palaeolithic sites in the Netherlands, but they have all been exposed on the surface for most or all of their existence and are considered of limited information value. In the 1980-ies there was much rejoicing when the sites of Maastricht-Belvédère were discovered and excavated, but it became rather quiet after that. Until last October that is, when we discovered buried Neanderthal artefacts near a place called Sint-Geertruid, followed about six weeks later by yet another Middle Palaeolithic site near Assen, in the North of the Netherlands. 2 Exceptional as the discovery of these two sites may seem, and did seem in the Netherlands, it should actually not be a big surprise. Most people associate the Netherlands with rather wet circumstances, but only about one third of the country is in fact situated below sea-level. Substantial Pleistocene deposits are exposed in the eastern part of the country as you can see here. In the North, largely glacial till depo...
Proceedings of the European Society for the study of Human Evolution , 2017
Peopling Doggerland: submerged Stone Age finds from the Dutch North Sea.
Marcel Niekus1, Luc Amk... more Peopling Doggerland: submerged Stone Age finds from the Dutch North Sea.
Marcel Niekus1, Luc Amkreutz2, Dimitri Schiltmans3, Bjorn Smit4
1 - Stichting STONE/Foundation for Stone Age Research · 2 - National Museum of Antiquities · 3 - City of Rotterdam Archaeological Service · 4 - Cultural Heritage Agency of the Netherlands
It is well known that the current area of the North Sea holds important buried landscapes for both the Pleistocene and Early Holocene occupation of this area. It is in fact the heartland of Western Europe and crucial for our understanding of colonisation
and occupation behaviour at this latitude. While there have been several projects that map the geology and geomorphology, the prehistoric artefacts that derive from this vast area were always treated with scant attention. They were proof of human presence at various times [1,2], but their importance was considered limited, owing to the lack of context as they were fished or dredged from the North Sea bed. While this may indeed be the case, it is also a fact that over the past years the number of archaeological finds originating from the North Sea has increased dramatically. This is mainly due to large scale infrastructural works such as “Maasvlakte 2”, an extension of the port of Rotterdam, and the “Zandmotor” (“Sand Engine”) on the coast near The Hague. In the process of sand replenishment, hundreds of flint artefacts, animal bones with cutmarks, worked bone and antler, bone points, and even human remains [3] are being deposited on beaches. The quantity and quality of these finds now enable us to expand our horizon [4]. Through documentation, dating and additional isotopic research, human bone is providing valuable insights into past hunter-gatherer diets. There are also indications that aDNA may be well preserved. At the same time, the numbers of artefacts increasingly allow typological and functional reconstructions and open up the debate regarding raw-material procurement and mobility. Our poster will present a number of case studies that highlight the importance of documenting these finds because, despite their problems of context, they provide a wealth of information of a hitherto little-known prehistoric landscape. Analyses on these finds are ongoing as part of a larger project by the newly established Doggerland Research Group (DRG).
References:
[1] Louwe Kooijmans, L.P., 1970-1971. Mesolithic bone and antler implements from the North Sea and from the Netherlands. Ber. ROB 20-21, 27-73 [2] Hublin, J.J., Weston, D., Gunz, P., Richards, W., Roebroeks, W., Glimmerveen, J., Anthonis, L., 2009. Out of the North Sea: the Zeeland Ridges Neandertal. J. Hum. Evol. 57, 777-785 [3] Van der Plicht, J., Amkreutz L.W.S.W., Niekus, M.J.L.Th., Peeters, J.H.M., Smit, B.I., 2016. Surf ’n Turf in Doggerland: Dating, stable isotopes and diet of Mesolithic human remains from the southern North Sea. J. of Archaeol. Sci.: Reports 10, 110-118 [4] Verhart, L.B.M., 2004. The implications of prehistoric finds on and off the Dutch coast. In: Flemming, N.C. (Ed.), Submarine prehistoric archaeology of the North Sea. Research priorities and
collaboration with industry (= CBA Research Report 141). English Heritage/Council for British Archaeology, London, pp. 57-6
In the winter of 2006/2007 a survey project was initiated by the Groningen Institute of Archaeolo... more In the winter of 2006/2007 a survey project was initiated by the Groningen Institute of Archaeology in cooperation with the Drents Museum. The main aim of this project was locating Middle Palaeolithic campsites in the northern part of the Netherlands. Until 2007 the Middle Palaeolithic archaeological record from this region (c. 120.000-35.000 BP) mainly consisted of isolated finds. The systematic surveys in which amateur-archaeologists, students and professionals cooperate led to the discovery of a very important Middle Palaeolithic surface scatter near a stream valley. In 2011 a small scale test-excavation was carried out at the site, emphasizing the importance of this site for understanding Neanderthal activities across the northern rim of their range. The surveys of this site, the largest one known to date from the northern Netherlands, continue up to the present-day and new artefacts are discovered on a regular basis. Several years ago the surveys resulted in the discovery of a second scatter situated approx. 500 meters from the first one. In this contribution the project, its aims and results will be discussed, as well as the effects of Weichselian periglacial conditions on archaeological sites and artefacts and the chances of their recovery.
Late 2006 a survey project was initiated by the Groningen Institute of Archaeology and the Drents... more Late 2006 a survey project was initiated by the Groningen Institute of Archaeology and the Drents Museum. The project, which is currently directed by the Stone Foundation, was aimed at discovering Middle Palaeolithic surface scatters on the glacial soils of the Drenthe-Frisian till plateau in the northern part of the Netherlands. These surveys are undertaken mostly by amateur-archaeologists in close cooperation with professional archaeologists and occasionally students and other volunteers. During one of these surveys a Middle Palaeolithic artefact scatter was discovered, the first Neanderthal campsite from the region, and one of the most northern Neanderthal-sites in NW-Europe. Hitherto only isolated finds and a few very small scatters were known. Over the years hundreds of Middle Palaeolithic artefacts were discovered during these extensive and systematic surveys, not only from the site mentioned above but from other locations along the same stream valley as well. During the presentation the project as well as the results will be discussed, in addition to problems regarding lithic recognition in relation to post-depositional surface modifications, the registration procedures, geological research, contacts with farmers, the press, popular-scientific output etc.
L.W.S.W. Amkreutz1, M.J.L.Th. Niekus2 & B.I. Smit3
The catch of the day. Submerged stone age arch... more L.W.S.W. Amkreutz1, M.J.L.Th. Niekus2 & B.I. Smit3 The catch of the day. Submerged stone age archaeology from the Dutch North Sea
Over the past years research into the geology and prehistoric environments of the lost lands of the North Sea, also known as ‘Doggerland’, has intensified. New research techniques have increasingly documented the characteristics of landscape and ecology, ranging from the Glacial conditions of the Mammoth steppe to the eventual drowning of the North Sea Basin during the Early Holocene. This research was in fact initiated because of the many artefacts, faunal material and even human remains that were discovered in fishing nets and by sand and gravel dredging (Louwe Kooijmans 1970-1971; Verhart, 2004; Peeters et al., 2009; Peeters 2011). The past few years have seen a dramatic increase in the number of finds which is largely due to several large scale infrastructural works / major civil engineering projects such as the ‘Maasvlakte 2’, an extension of the port at Rotterdam, and the ‘Zandmotor’ (Sand Engine) at the coast near The Hague. These locations and other ‘sites’ as well have produced hundreds of almost exclusively (Middle and Late) Palaeolithic and Mesolithic flint artefacts, around 1000 Mesolithic bone points, animal bones with cutmarks, human remains and so on. While occasional finds have made the headlights, such as the Neanderthal skull fragment named ‘Krijn’ (Hublin et al., 2009), it is these often small witnesses of human presence that are at the heart of archaeological research but have gradually slided into the background. It is often thought that these finds are of limited scientific value due to the lack of an environmental and archaeological context. In this presentation we will focus on the current state of research on the archaeology of the Dutch part of the North Sea. The emphasis will be on a broad overview of the material evidence from the Palaeolithic and Mesolithic occupation of ‘Doggerland’ and the perspectives these, in combination with other types of research (Van der Plicht et al., 2016), offer for understanding the Stone Age occupation of these lost lands. A few recent important discoveries will also be discussed.
References:
Hublin, J.J., D. Weston, P. Gunz, M. Richards, W. Roebroeks, J. Glimmerveen & L. Anthonis (2009). Out of the North Sea: the Zeeland Ridges Neandertal. Journal of Human Evolution 57: 777-785.
Louwe Kooijmans, L.P. (1970-1971). Mesolithic bone and antler implements from the North Sea and from the Netherlands. Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 20–21: 27–73.
Peeters, J.H.M. (2011). How wet can we get? Approaches to submerged prehistoric sites and landscapes on the Dutch continental shelf, in: J. Benjamin, C. Bonsall, C. Pickard & A. Fischer (eds.), Submerged Prehistory. Oxbow books, Oxford, pp. 55-64.
Peeters, J.H.M., P. Murphy & N. Fleming (eds.) (2009). North Sea Prehistoric Research and Management Framework (NSPRMF). Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort.
Van der Plicht, J., L.W.S.W. Amkreutz, M.J.L.Th. Niekus, J.H.M. Peeters & B.I. Smit (2016). Surf'n Turf in Doggerland: Dating, stable isotopes and diet of Mesolithic human remains from the southern North Sea. Journal of Archaeological Science: Reports 10: 110-118.
Verhart, L.B.M. (2004). The implications of prehistoric finds on and off the Dutch coast. In: N.C. Flemming (ed.), Submarine prehistoric archaeology of the North Sea. Research priorities and collaboration with industry (= CBA Research Report 141). London, English Heritage/Council for British Archaeology, pp. 57–61.
1. National Museum of Antiquities, Papengracht 30, 2301 EC Leiden, The Netherlands 2. Stichting STONE/Foundation for Stone Age Research, c/o Lopendediep 28, 9712 NW Groningen, The Netherlands 3. Cultural Heritage Agency of the Netherlands, Smallepad 5, 3811 MG Amersfoort, The Netherlands
Fig.1. Mesolithic human remains from the North Sea (Photo: National Museum of Antiquities, Leiden)
In het kader van het project 'Ruimte voor de Rivier' wordt ten zuiden van Kampen een hoogwatergeu... more In het kader van het project 'Ruimte voor de Rivier' wordt ten zuiden van Kampen een hoogwatergeul aangelegd door bouwcombinatie Isala Delta. Binnen het tracé van deze geul, het Reevediep, heeft ADC-ArcheoProjecten onderzoek uitgevoerd waarbij 5 vindplaatsen uit de Steentijd (vnl. mesolithisch) zijn aangetroffen; deze zijn gelegen op een lange dekzandrug en vormen onderdeel van een uitgestrekt palimpsest met een lengte van ruim 500 meter. Dankzij zettingsonderzoek konden de meeste vindplaatsen onder het dijklichaam van de geul in situ bewaard blijven. Eén van de locaties, 'vindplaats 9' genoemd, is in de zomer van 2016 vrijwel volledig onderzocht met zeer uitzonderlijke resultaten. Hoewel de uitwerking nog moet starten kunnen we al melding maken van ruim 800 haardkuilen, sommige in ruimtelijke configuraties (bijv. paartjes, lijnen, driehoekige, clusters van verschillende groottes), een zeldzame, kleine (verstoorde) vuursteenconcentratie uit de overgangsfase van het Paleolithicum naar het Mesolithicum, en meerdere volledig onderzochte concentraties (zowel kleine als grote) met duidelijke variaties in samenstelling van de assemblages. Ook is waarschijnlijk een kleine component Swifterbant-vuursteen aanwezig. Van de twee grootste concentraties wordt de categorie pijlbewapening gedomineerd door respectievelijk smalle trapezia en, zeer uitzonderlijk zo ver noordelijk, tientallen feuilles de guis. Om het beeld helemaal compleet te maken; eerstgenoemde concentratie heeft een hutplattegrond opgeleverd, zonder twijfel de meest duidelijke uit ons land.
Steentijd uit de Noordzee. Meer dan een catch of the day?
Het is al jaren bekend dat uit de Noor... more Steentijd uit de Noordzee. Meer dan een catch of the day?
Het is al jaren bekend dat uit de Noordzee archeologische voorwerpen en dierlijke resten worden opgevist die getuigen van het pleistocene en vroeg-holocene landschap dat daar tot zo’n 8000 jaar geleden lag. De laatste jaren zorgen de zandsuppleties van de Nederlandse stranden en grote infrastructurele werken, zoals de Tweede Maasvlakte en de Zandmotor, dat er steeds meer artefacten en menselijke en dierlijke resten opduiken. Die variëren van het welbekende schedelfragment van ‘Krijn’ de Neanderthaler, tot vele benen pijl- en speerpunten en van faunaresten met bewerkingssporen tot bijzondere vuurstenen artefacten en menselijk botmateriaal.
Vaak wordt gedacht dat dit vooral leuke, soms museale vondsten betreft, maar tegelijkertijd dat ze vanwege het ontbreken van een landschappelijke- en archeologische context, wetenschappelijk gezien van beperkte waarde zijn. In deze bijdrage proberen we dat beeld te nuanceren. We zullen een aantal ontdekkingen, waaronder een paar recente, uit de steentijd van de Noordzee de revue laten passeren waarbij we ook zullen in gaan op de waardevolle bijdrage die ze leveren aan onze kennis over de Steentijden in Noordwest-Europa.
Middle Palaeolithic in North-West Europe: Multidisciplinary Approaches - Book of Abstracts, 2014
In the spring of 2007 a Middle Palaeolithic surface
scatter was discovered in a field not far fr... more In the spring of 2007 a Middle Palaeolithic surface
scatter was discovered in a field not far from the
city of Assen, in the province of Drenthe. This
discovery was one of the results of systematic field
surveys carried out by archaeology students and
(amateur) archaeologists under supervision of the
Groningen Institute of Archaeology and the Drents
Museum in Assen. Since then, more than 80
Middle Palaeolithic flint artefacts were collected,
at least half of which occurred within an area
measuring c. 40 x 30 m. During the winter of 2011
a trial excavation was carried out; the main goal
was to establish the stratigraphical position of the
artefacts. Several test-pits were excavated and
hundreds of square metres of topsoil were sieved.
For the first time in the northern Netherlands,
Middle Palaeolithic artefacts were found in situ: in
bouldersand, a weathering residue of glacial till
mixed with coversand and preglacial sand as a
result of cryoturbation and aeolian action over a
long period of time. The find level itself is heavily
cryoturbated. In total, more than 400 artefacts were
found, consisting of flakes, blades, cores and tools.
Among the tools especially handaxes occur, other
types being rare. Apart from flints, artefacts made
of quartzite, quartzitic sandstone and hälleflinta are
also present. Several refits point to the relatively
undisturbed character of the site. Although not all
finds have yet been studied in detail, it is clear that
most of the handaxes were brought to the site in a
semi-finished or finished state; only a few chips
could be refitted to handaxes. Handaxe-flakes point
to the production or finishing of a number of
handaxes on the site, including several made by
one or a few apprentices in the art of flint knapping.
Based on the typological characteristics of the
handaxes (triangular and cordiforme shapes) the
site is attributed to the Mousterian of Acheulian
Tradition (MAT), Type A, with an approximate
age of 50,000 to 100,000 years. There are no dates
for the site yet, but a few sediment samples have
been submitted for OSL-dating. The site is located
near a stream valley along which quite a lot of
Middle Palaeolithic sites are known; a few
kilometers to the east, a site with several preforms
of leaf points was discovered.
Middle Palaeolithic in North-West Europe: Multidisciplinary Approaches - Book of Abstracts, 2014
The occupational history of northern latitudes is an
important record of the evolution of adapta... more The occupational history of northern latitudes is an
important record of the evolution of adaptability in
the human lineage. Investigations focus on the
hominin species that visited and lived in northern
regions, the chronology of occupation, the
palaeogeographies, climates and ecologies, and the
activities of hominins in these landscapes. We will
review the Middle Palaeolithic record of the
Netherlands in this context.
Four main regional settings are distinguished (from
south to north):
1. The loess region, part of the North European
loess belt: The middle Palaeolithic of this region is
best known from the numerous, well-preserved
find scatters excavated at Maastricht-Belvedere.
Evaluation of the Saalian evidence for fire use,
ochre, raw materials and transports suggests that
the use of the Meuse river valley was not as shortterm
and episodic as previously thought. Finds on
the higher plateaus of the loess region also indicate
other archaeological patterning than found at
Maastricht-Belvedere in the Meuse valley itself.
2. The Southern Netherlands, north of the loess:
The record of the southern Netherlands consists
mainly of a thin distribution of surface finds
(patinated flakes, cores and bifaces). The Roer
Valley Graben, a subsiding basin between two
active faultlines (Peelrand and Feldbiss) is of
potential interest for the preservation of Middle
Palaeolithic remains in fine-grained, wet-eolian
sediments. This is indicated by two localities:
Esbeek and Den Bosch. Esbeek is a surface site
with a concentration of small bifacial elements. In
Den Bosch, a small collection of finds was dredged
from a depth of -7 to -9.50 meter NAP (Dutch
mean sea level) with a discoid s.s. component as
well as a well-preserved, cold fauna (e.g. woolly
rhinoceros).
3. The Central Netherlands: The geology of the
Central Netherlands is dominated by coarse fluvial
sediments (gravels and sands) of the Rhine-Meusesystem.
They are preserved in stacked terraces in
the deep subsurface of the current river plain and
in ice-pushed ridges of late Saalian age. The fluvial
sequence covers the entire Late and Middle
Pleistocene. Middle Palaeolithic finds are known
from many localities as quarry and dredging finds.
Best known is the pre-Saalian material described
as the “Rhenen”-industry. The sediments are rich
in well-preserved faunal remains such as
remarkably slender reindeer from Woerden.
4. The Northern Netherlands, the post-Saalian
landscape: The middle Palaeolithic record of the
northern Netherlands after the retreat of the Saalian
ice sheet consists mainly of surface finds. There are
three larger concentrations. Two of these, Mander
and Corversbosch, are located on the slope of
moraine ridges. A third concentration of more than
500 artefacts including over 30 bifaces was
recently discovered near Assen. Several artefacts
were found in situ in sands (weathered residue of
boulder clay) below the plowsoil.
On the basis of the current record, we will present
an overview of the Middle Palaeolithic of the
Netherlands in terms of chronological resolution,
production systems, cultural affinities and find
abundance.
In de reeks Archeologie in Fryslân komen de verschillende historische landschappen van Fryslân aa... more In de reeks Archeologie in Fryslân komen de verschillende historische landschappen van Fryslân aan bod. Elk deel biedt een overzicht van de resultaten van oud en nieuw onderzoek naar de wisselwerking tussen het landschap en zijn bewoners door de eeuwen heen. 11.000 tot 7.000 jaar geleden was Fryslân één grote wildernis. Een uitgestrekt oerbos, afgewisseld met open plekken, werd doorsneden door vele kleine
waterstromen en bewoond door wilde dieren. Door dit landschap trokken kleine groepen jager-verzamelaars, levend van wat het land, de lucht en het water hen bood. We noemen deze periode de Midden-Steentijd of Mesolithicum. Van het leven van deze rondtrekkende jagers vinden we slechts een klein deel in de bodem terug. Alleen hun vuurstenen werktuigen, het afval van de bewerking daarvan, resten van hun kampvuren en heel soms sporen van hun onderkomens zijn in de grond bewaard gebleven. Door deze nauwkeurig te bestuderen, kunnen we ons toch een beeld vormen van hoe het leven en het landschap er toen uit hebben gezien. Hieruit blijkt dat Fryslân en vooral de omgeving rond het Burgumer Mar (vroeger: Bergumermeer) duizenden jaren lang een grote aantrekkingskracht op de Steentijdjagers had. Universitaire- en amateur-archeologen (stientsjesikers) hebben hier in de afgelopen honderd jaar namelijk tientallen vindplaatsen en duizenden vuurstenen artefacten uit de Midden-Steentijd gevonden.In dit boek kijken we naar al die vondsten en opgravingen, die samen het verhaal van het Friese Mesolithicum vertellen. We staan bijvoorbeeld uitgebreid stil bij een grote opgraving uit de jaren ’70 aan de oevers van het Burgumer Mar en bij een recent onderzoek bij Sumar in het kader van de aanleg van de Centrale As. Maar we besteden ook veel aandacht aan de verschillende Friese stientsjesikers, die een onmisbare rol spelen in het onderzoek naar de Midden-Steentijd in Fryslân.
In the last ten to fifteen years development-led archaeology has boosted the number of prospectio... more In the last ten to fifteen years development-led archaeology has boosted the number of prospections and subsequent excavations in the Netherlands. Despite the number of excavations and the availability of much data little is known with regard to the actual gain of knowledge in connection to the wide range of research questions and topics of the National Archaeological Research Agenda. This book reports on a synthetic analysis of reports produced in the context of development-led projects over the past 10-15 years and concerning the early prehistory of the Netherlands. The degree to which development-led work permits to take major steps forward is highly variable. A limited number of topics has profited from the generated data, and in some cases development-led research has shown to be on the forefront of innovative approaches. A larger number of topics and research questions, however, appear to remain unanswerable; data have been generated, but remain of an anecdotal nature. This volume discusses various issues with regard to the gain of knowledge regarding the early prehistory of the Netherlands, and identifies problems, yet also provides possible solutions. This scientific report is aimed at archaeologists and other professionals occupied with Archaeology. With knowledge and advice the Cultural Heritage Agency of the Netherlands gives the future a past.
(Contact the author for a high-res version) In the last ten to fifteen years development-led arch... more (Contact the author for a high-res version) In the last ten to fifteen years development-led archaeology has boosted the number of surveys and subsequent excavations in the Netherlands. Despite the number of excavations and the availability of much data little is known with regard to the actual gain of knowledge in connection to the wide range of research questions and topics of the National Archaeological Research Agenda. This book reports on a synthetic analysis of reports produced in the context of development-led projects over the past 10-15 years and concerning the early prehistory of the Netherlands. The degree to which development-led work permits to take major steps forward is highly variable. A limited number of topics has profited from the generated data, and in some cases development-led research has shown to be on the forefront of innovative approaches. A larger number of topics and research questions, however, appear to remain unanswerable; data have been generated, but remain of an anecdotal nature. This volume discusses various issues with regard to the gain of knowledge regarding the early prehistory of the Netherlands, and identifies problems, yet also provides possible solutions. This scientific report is aimed at archaeologists and other professionals occupied with Archaeology. With knowledge and advice the Cultural Heritage Agency of the Netherlands gives the future a past.
BOORrapporten 566 Interdisciplinary Archaeological Research Programme Maasvlakte 2, Rotterdam., Mar 2015
In 2011 a systematic underwater field survey and an invasive investigation were executed in the Y... more In 2011 a systematic underwater field survey and an invasive investigation were executed in the Yangtze Harbour planning area, Maasvlakte, Rotterdam, commissioned by Port of Rotterdam Authority. The aim of the work was to locate and document any archaeological remains in submerged Late Pleistocene and Early Holocene deposits at a depth of 22m to 17m bsl, in the to-be-deepened and extended harbour. A drowned Lateglacial-Early Holocene floodplain landscape was mapped and a Mesolithic site was discovered in it. The site was visited from c. 8500 to 6500 BC and became a nodal base camp 7000 to 6500 BC, when a wetland landscape had developed around it. Abundant flint tools, bones (of mammals, fish and bird) and plant material (pristine and charred) were recovered and provide information on mobility, diet and use of fire in the Middle Mesolithic. The site rapidly drowned in the transgressing North Sea owing to accelerated sea-level rise events of the period 6500-6300 BC. The site offers a window to the lowland archaeology of the Early Holocene in areas now offshore, that inland sites cannot off. The discoveries allow interregional comparison of delta habitation between the Middle Mesolithic (offshore, at depth in the sea, Doggerland) and Late Mesolithic (onshore, Rhine-Meuse delta, at depth below urbanized coastal plain).
Contents:
Chapter 1 Introduction
Chapter 2 Methods and techniques
Chapter 3 Landscape genesis and palaeogeography
Chapter 4 Flint and other stone https://www.academia.edu/11573354/ Chapter 5 Fauna
Chapter 6 Archaeobotany: landscape reconstruction and plant food
Chapter 7 Synthesis https://www.academia.edu/11600300/
Authorship is indicated per chapter. A rich DVD with further technical reports (in Dutch) is part of the publication. It also contains a 15 minute documentary movie (bilingual).
The PDF on the Rotterdam.nl website (the right link, in grey, below) is the full Book. It contains a PREFACE, a PART 2 on the stratigraphy of the sand extraction area off the Maasvlakte extension, and an EPILOGUE on a human bone find from that area). The PDF uploaded to academia.edu (the left link, in green, below) is PART 1 only.
De afgelopen jaren zijn er veel, vaak spectaculaire steentijdvondsten gedaan uit de Noordzee. We ... more De afgelopen jaren zijn er veel, vaak spectaculaire steentijdvondsten gedaan uit de Noordzee. We presenteren er een aantal en beschouwen hun wetenschappelijke relevantie.
keynote lecture. From the North Sea Lowlandsto the Celtic Shelf Edge. Celebrating 50 years of mapping in the Dutch North Sea
Europe by early hominins to the final flooding of “Doggerland” some 8000 years ago finds and site... more Europe by early hominins to the final flooding of “Doggerland” some 8000 years ago finds and sites indicate the presence of a vast prehistoric archive. For a long time this was more or less taken for granted. There was an awareness that the geographical borders of Europe once ran differently from today and that this area was inhabited, both during the Ice Ages and in the more recent Holocene. However, attention for this lost landscape was limited as finds were sparse and far between and investigating sites in the turbulent grey waters of the North Sea often thought too complicated. As a result archaeological thinking often did not include this lost landscape and its inhabitants. Over the past decades this perspective has changed. Against the background of increasing economic activity archaeological attention also increased both off-shore and on shore. While the former benefits from industrial seismic and augering data in combination with new technology, coring and sampling campaigns, the latter benefits from a number of recent large infrastructural projects that yield numerous finds and an enthusiastic amateur community. In this paper we will focus on these recent developments with specific attention for the many finds from the Palaeolithic and Mesolithic periods that have surfaced over recent years. Attention will be drawn to the new insights these finds have delivered by combining a rich array of research techniques. The paper underlines the importance of the North Sea area for understanding the early colonisation and occupation of Northwest Europe and the interaction between people and landscape against often intensive and dynamic climate change.
Luc Amkreutz
Marcel Niekus
The Late Palaeolithic and Mesolithic occupation of the Netherlands i... more Luc Amkreutz Marcel Niekus
The Late Palaeolithic and Mesolithic occupation of the Netherlands is mainly known through numerous sites characterized by lithics. The absence of caves and rock formations has prevented the development of any significant earlier Palaeolithic art tradition in these parts. Also the geographical and soil conditions often have not been favourable to the preservation of organic remains. Evidence of Late Palaeolithic and Mesolithic art in the Netherlands is therefore limited, but it is not absent. In this contribution we will present an overview of the existing corpus of several dozens of decorated objects and ornaments from the time period between 13000 and 5000 BC. The finds can be attributed to the Hamburgian, the Federmessergruppen, the Ahrensburgian and the whole of the Mesolithic. We will discuss aspects of technology, style and cultural affiliation with the aim to discover whether there is evidence for continued traditions or new developments. We will also highlight some of the controversies surrounding elements of the corpus. An important focus lies with the North sea and the potential offered by artefacts from Doggerland.
For several decades the Southern North Sea is known as a treasure trove of sediments, bones and a... more For several decades the Southern North Sea is known as a treasure trove of sediments, bones and artefacts dating from the Pleistocene and early Holocene. The area is crucial for our understanding of colonisation and occupation behaviour at these latitudes. The finds derive from former landscapes that have been, mostly gradually, inundated following the last glaciation. These bones and artefacts were fished or dredged from the North Sea bed or are transported to the beaches in sand which is used for coastal reinforcement and reclamation as part of the continuing struggle of the Netherlands to keep their country dry. Although these finds were proof of human presence at various times, their scientific value was considered limited, owing to the lack of context. There have been several projects to map the geology and geomorphology, but a few notable exceptions aside [3][4][6][9], prehistoric artefacts from this vast area were usually treated with scant attention.
Steentijd uit de Noordzee. Meer dan een catch of the day?
Het is al jaren bekend dat uit de Noor... more Steentijd uit de Noordzee. Meer dan een catch of the day?
Het is al jaren bekend dat uit de Noordzee archeologische voorwerpen en dierlijke resten worden opgevist die getuigen van het pleistocene en vroeg-holocene landschap dat daar tot zo’n 8000 jaar geleden lag. De laatste jaren zorgen de zandsuppleties van de Nederlandse stranden en grote infrastructurele werken, zoals de Tweede Maasvlakte en de Zandmotor, dat er steeds meer artefacten en menselijke en dierlijke resten opduiken. Die variëren van het welbekende schedelfragment van ‘Krijn’ de Neanderthaler, tot vele benen pijl- en speerpunten en van faunaresten met bewerkingssporen tot bijzondere vuurstenen artefacten en menselijk botmateriaal.
Vaak wordt gedacht dat dit vooral leuke, soms museale vondsten betreft, maar tegelijkertijd dat ze vanwege het ontbreken van een landschappelijke- en archeologische context, wetenschappelijk gezien van beperkte waarde zijn. In deze bijdrage proberen we dat beeld te nuanceren. We zullen een aantal ontdekkingen, waaronder een paar recente, uit de steentijd van de Noordzee de revue laten passeren waarbij we ook zullen in gaan op de waardevolle bijdrage die ze leveren aan onze kennis over de Steentijden in Noordwest-Europa.
Chronology and Evolution within the Mesolithic of North-West Europe. Proceedings of an International Meeting, Brussels, May 30th-Jun 1st, 2007. Edited by Phiippe Crombe, Mark van Strydonck, Joris Sergant, Mathieu Boudin and Machteld Bats
Following a detailled description of the NW-European Mesolithic 14C-Database, we demonstrate the ... more Following a detailled description of the NW-European Mesolithic 14C-Database, we demonstrate the existence of quantisation effects (lock-in) due to atmospheric 14C-variations in database cartography.
Uploads
Papers by Marcel J L T Niekus
tijdvak, het Holoceen, circa 10.000 jaar geleden. Op Reevediep vindplaats 9 zijn duizenden fragmenten van werktuigen en talloze grondsporen gevonden die wijzen op menselijke aanwezigheid gedurende de steentijd: de vroegste periode van onze prehistorie. De vondst van deze steentijdvindplaats hangt samen met die van de Kamper Kogge. Beide zijn ontdekt in het kader van het project Ruimte voor de Rivier,
dat als doel heeft om de IJssel een groter stroomgebied te geven. Ten zuiden van Kampen vinden hiervoor grootschalige werkzaamheden plaats. Het archeologisch
onderzoek valt binnen het project Kampen-Reevediep. Daarbij wordt langs de oude, inmiddels verlande, rivierloop van de Reeve een hoogwatergeul gegraven. De werkzaamheden worden uitgevoerd door bouwcombinatie Isala Delta, in opdracht van de provincie Overijssel en Rijkswaterstaat. Het is belangrijk te vermelden dat het grondverzet dat met de aanleg van de hoogwatergeul uitgevoerd zal worden, mogelijke in de bodem aanwezige archeologische waarden bedreigt. In deze bijdrage wordt het onderzoek naar de steentijdvindplaatsen toegelicht, met name van vindplaats 9.
stranden botten van Pleistocene en latere zoogdieren
worden gevonden. Af en toe worden er ook artefacten
gevonden, zoals vuurstenen werktuigen en bewerkingsafval,
benen spitsen of zelfs stukken menselijk
bot. Deze vondsten zijn, net als de vondsten in vissersnetten
of bij de grondstofverwerkende bedrijven,
afkomstig uit de Noordzee. Het is niet ondenkbaar
dat ze na een storm aanspoelen, maar het is meestal
zo dat ze op de stranden terechtkomen door zogenaamde
zandsuppletie. Elk jaar worden er namelijk
vele kubieke meters sediment opgezogen voor onze
kust om deze daar vervolgens mee te versterken.
Tussen al dat zand zitten ook de overblijfselen van de
bewoners van het gebied dat nu alweer zo’n 8000 jaar
de Noordzee is, maar dat nog veel langer droog lag.
Het zijn jachtbuit en artefacten van zowel de moderne
mens tijdens het laatste staartje van de ijstijd en
het eropvolgende Holoceen, toen het gebied langzaam
weer ‘verdronk’, als resten van de Neanderthaler
die hier veel langer vertoefde. Het zijn kleine aanwijzingen
voor de bewoning van een enorm gebied voor
onze kust waar we nog slechts weinig van weten.
Het is al langer bekend dat er op de Nederlandse stranden botten van Pleistocene en latere zoogdieren worden gevonden. Af en toe worden er ook artefacten gevonden, zoals vuurstenen werktuigen en bewerkingsafval, benen spitsen of zelfs stukken menselijk bot. Deze vondsten zijn, net als de vondsten in vissersnetten of bij de grondstofverwerkende bedrijven, afkomstig uit de Noordzee. Het is niet ondenkbaar
dat ze na een storm aanspoelen, maar het is meestal zo dat ze op de stranden terechtkomen door zogenaamde zandsuppletie. Elk jaar worden er namelijk vele kubieke meters sediment opgezogen voor onze kust om deze daar vervolgens mee te versterken. Tussen al dat zand zitten ook de overblijfselen van de bewoners van het gebied dat nu alweer zo’n 8000 jaar de Noordzee is, maar dat nog veel langer droog lag. Het zijn jachtbuit en artefacten van zowel de moderne mens tijdens het laatste staartje van de ijstijd en het eropvolgende Holoceen, toen het gebied langzaam weer ‘verdronk’, als resten van de Neanderthaler die hier veel langer vertoefde. Het zijn kleine aanwijzingen voor de bewoning van een enorm gebied voor onze kust waar we nog slechts weinig van weten.
Nederland heeft de laatste jaren veel nieuwe inzichten opgeleverd.
In Waardeel nummer 4 uit 2011 is al uitgebreid bericht over
een onderzoeksproject gericht op het Midden-Paleolithicum in
Noord-Nederland en de ontdekking van het eerste Neanderthalerkampement in Drenthe. In dit nummer wordt door
Marcel J.L.Th. Niekus verslag gedaan van een proefopgraving
die eind 2011 is uitgevoerd op deze vindplaats.
Based on typological and technological criteria, raw material characteristics and post-depositional surface modifications the artefact assemblage covers a range of archaeological periods.
The oldest artefacts belong to the early Middle Palaeolithic ‘Rhenen Industry’, part of the Acheulian and with an estimated age of between c. 250,000 and 170,000 years ago (MIS 7 – early MIS 6). The finds are evidently fluvially rolled. That transport and the eventual deposition in the sand-extraction area likely happened in times between 170,000 and 40,000 years ago: by glacial outwash during the Saalian glaciation and/or by the rivers Rhine and Meuse during the Last Glacial.
A substantial part of the artefacts was identified as late Middle Palaeolithic, with attributed ages between c. 115,000 and 40,000 years ago, i.e., from the first half and middle of Last Glacial (MIS 5d-3). Several of these bear typological resemblance to tools from specific phases of the Mousterian, such as the Moustérien de tradition acheuléenne (MTA) and the Moustérien type Quina. This group also included finds tentatively identified as Blattspitzengruppen, possibly including the Lincombian-Ranisian-Jerzmanowician (LRJ) complex. A limited number of artefacts could belong to the early Upper Palaeolithic, more specifically the early Gravettian (i.e., dating to 30,000 to 23,000 years ago; MIS 3 and 2). Regarding the Late Glacial period (c. 15,000-11,700 years ago, 13,000-9,700 BCE): only one artefact could be assigned to the Late Palaeolithic Federmesser group (with limited confidence), and a handful to a late phase of the Ahrensburgian (also with limited confidence).
A large amount of Mesolithic artefacts has been collected at the Zandmotor, but none of these could be positively identified as specifically Early and/or Middle Mesolithic. This contrasts with other beach nourishment locations to the south, where Early and Middle Mesolithic artefacts are present, e.g., at sites Hoek van Holland and Maasvlakte 2, sourced from different extraction areas than the Zandmotor complex. A good number of artefacts was positively identified as Late Mesolithic (Early Atlantic), including a few trapezes. Given the drowning history of the extraction area, these would have an age of c. 6,400/6,300 BCE. Of particular interest is the presence of over fifty core axes and chisels as well as flakes associated with the production and maintenance of such tools. These are regarded characteristic for part of the ‘northern Dutch’ Late Mesolithic, which has previously been called ‘De Leien-Wartena Complex’.
Two Neolithic stone artefacts are the youngest prehistoric artefacts in the assemblage: a stone axe and a large fragment of a perforated broad wedge. These are tentatively assigned to the Swifterbant cultural period.
De Nieuwe Encyclopedie van Fryslân is een onmisbare aanvulling in de boekenkast voor iedereen die gek is van Fryslân en meer wil weten van deze provincie. Op 15 september 2016 verschijnt de vierdelige encyclopedie die rond de 3000 pagina’s telt, 11.000 trefwoorden bevat en ruim 8 kilo weegt. De encyclopedie staat bomvol actuele kennis over Friesland en is een echte pageturner geworden.
In tegenstelling tot wat snel gedacht wordt bij een encyclopedie is de Nieuwe Encyclopedie van Fryslân niet een stoffig naslagwerk maar inhoudelijk juist heel actueel en modern vormgegeven. Meer dan 200 wetenschappers - de top van verschillende vakgebieden - hebben aan de encyclopedie meegewerkt en uit talrijke bronnen actuele kennis opgedoken. Kennis over Friesland die in veel gevallen online niet te vinden is.
Marcel Niekus1, Luc Amkreutz2, Dimitri Schiltmans3, Bjorn Smit4
1 - Stichting STONE/Foundation for Stone Age Research · 2 - National Museum of Antiquities · 3 - City of Rotterdam Archaeological Service · 4 - Cultural Heritage Agency of the Netherlands
It is well known that the current area of the North Sea holds important buried landscapes for both the Pleistocene and Early Holocene occupation of this area. It is in fact the heartland of Western Europe and crucial for our understanding of colonisation
and occupation behaviour at this latitude. While there have been several projects that map the geology and geomorphology, the prehistoric artefacts that derive from this vast area were always treated with scant attention. They were proof of human presence at various times [1,2], but their importance was considered limited, owing to the lack of context as they were fished or dredged from the North Sea bed. While this may indeed be the case, it is also a fact that over the past years the number of archaeological finds originating from the North Sea has increased dramatically. This is mainly due to large scale infrastructural works such as “Maasvlakte 2”, an extension of the port of Rotterdam, and the “Zandmotor” (“Sand Engine”) on the coast near The Hague. In the process of sand replenishment, hundreds of flint artefacts, animal bones with cutmarks, worked bone and antler, bone points, and even human remains [3] are being deposited on beaches. The quantity and quality of these finds now enable us to expand our horizon [4]. Through documentation, dating and additional isotopic research, human bone is providing valuable insights into past hunter-gatherer diets. There are also indications that aDNA may be well preserved. At the same time, the numbers of artefacts increasingly allow typological and functional reconstructions and open up the debate regarding raw-material procurement and mobility. Our poster will present a number of case studies that highlight the importance of documenting these finds because, despite their problems of context, they provide a wealth of information of a hitherto little-known prehistoric landscape. Analyses on these finds are ongoing as part of a larger project by the newly established Doggerland Research Group (DRG).
References:
[1] Louwe Kooijmans, L.P., 1970-1971. Mesolithic bone and antler implements from the North Sea and from the Netherlands. Ber. ROB 20-21, 27-73 [2] Hublin, J.J., Weston, D., Gunz, P., Richards, W., Roebroeks, W., Glimmerveen, J., Anthonis, L., 2009. Out of the North Sea: the Zeeland Ridges Neandertal. J. Hum. Evol. 57, 777-785 [3] Van der Plicht, J., Amkreutz L.W.S.W., Niekus, M.J.L.Th., Peeters, J.H.M., Smit, B.I., 2016. Surf ’n Turf in Doggerland: Dating, stable isotopes and diet of Mesolithic human remains from the southern North Sea. J. of Archaeol. Sci.: Reports 10, 110-118 [4] Verhart, L.B.M., 2004. The implications of prehistoric finds on and off the Dutch coast. In: Flemming, N.C. (Ed.), Submarine prehistoric archaeology of the North Sea. Research priorities and
collaboration with industry (= CBA Research Report 141). English Heritage/Council for British Archaeology, London, pp. 57-6
The catch of the day. Submerged stone age archaeology from the Dutch North Sea
Over the past years research into the geology and prehistoric environments of the lost lands of the North Sea, also known as ‘Doggerland’, has intensified. New research techniques have increasingly documented the characteristics of landscape and ecology, ranging from the Glacial conditions of the Mammoth steppe to the eventual drowning of the North Sea Basin during the Early Holocene. This research was in fact initiated because of the many artefacts, faunal material and even human remains that were discovered in fishing nets and by sand and gravel dredging (Louwe Kooijmans 1970-1971; Verhart, 2004; Peeters et al., 2009; Peeters 2011). The past few years have seen a dramatic increase in the number of finds which is largely due to several large scale infrastructural works / major civil engineering projects such as the ‘Maasvlakte 2’, an extension of the port at Rotterdam, and the ‘Zandmotor’ (Sand Engine) at the coast near The Hague. These locations and other ‘sites’ as well have produced hundreds of almost exclusively (Middle and Late) Palaeolithic and Mesolithic flint artefacts, around 1000 Mesolithic bone points, animal bones with cutmarks, human remains and so on. While occasional finds have made the headlights, such as the Neanderthal skull fragment named ‘Krijn’ (Hublin et al., 2009), it is these often small witnesses of human presence that are at the heart of archaeological research but have gradually slided into the background. It is often thought that these finds are of limited scientific value due to the lack of an environmental and archaeological context. In this presentation we will focus on the current state of research on the archaeology of the Dutch part of the North Sea. The emphasis will be on a broad overview of the material evidence from the Palaeolithic and Mesolithic occupation of ‘Doggerland’ and the perspectives these, in combination with other types of research (Van der Plicht et al., 2016), offer for understanding the Stone Age occupation of these lost lands. A few recent important discoveries will also be discussed.
References:
Hublin, J.J., D. Weston, P. Gunz, M. Richards, W. Roebroeks, J. Glimmerveen & L. Anthonis (2009). Out of the North Sea: the Zeeland Ridges Neandertal. Journal of Human Evolution 57: 777-785.
Louwe Kooijmans, L.P. (1970-1971). Mesolithic bone and antler implements from the North Sea and from the Netherlands. Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 20–21: 27–73.
Peeters, J.H.M. (2011). How wet can we get? Approaches to submerged prehistoric sites and landscapes on the Dutch continental shelf, in: J. Benjamin, C. Bonsall, C. Pickard & A. Fischer (eds.), Submerged Prehistory. Oxbow books, Oxford, pp. 55-64.
Peeters, J.H.M., P. Murphy & N. Fleming (eds.) (2009). North Sea Prehistoric Research and Management Framework (NSPRMF). Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort.
Van der Plicht, J., L.W.S.W. Amkreutz, M.J.L.Th. Niekus, J.H.M. Peeters & B.I. Smit (2016). Surf'n Turf in Doggerland: Dating, stable isotopes and diet of Mesolithic human remains from the southern North Sea. Journal of Archaeological Science: Reports 10: 110-118.
Verhart, L.B.M. (2004). The implications of prehistoric finds on and off the Dutch coast. In: N.C. Flemming (ed.), Submarine prehistoric archaeology of the North Sea. Research priorities and collaboration with industry (= CBA Research Report 141). London, English Heritage/Council for British Archaeology, pp. 57–61.
1. National Museum of Antiquities, Papengracht 30, 2301 EC Leiden, The Netherlands
2. Stichting STONE/Foundation for Stone Age Research, c/o Lopendediep 28, 9712 NW Groningen, The Netherlands
3. Cultural Heritage Agency of the Netherlands, Smallepad 5, 3811 MG Amersfoort, The Netherlands
Fig.1. Mesolithic human remains from the North Sea (Photo: National Museum of Antiquities, Leiden)
Het is al jaren bekend dat uit de Noordzee archeologische voorwerpen en dierlijke resten worden opgevist die getuigen van het pleistocene en vroeg-holocene landschap dat daar tot zo’n 8000 jaar geleden lag. De laatste jaren zorgen de zandsuppleties van de Nederlandse stranden en grote infrastructurele werken, zoals de Tweede Maasvlakte en de Zandmotor, dat er steeds meer artefacten en menselijke en dierlijke resten opduiken. Die variëren van het welbekende schedelfragment van ‘Krijn’ de Neanderthaler, tot vele benen pijl- en speerpunten en van faunaresten met bewerkingssporen tot bijzondere vuurstenen artefacten en menselijk botmateriaal.
Vaak wordt gedacht dat dit vooral leuke, soms museale vondsten betreft, maar tegelijkertijd dat ze vanwege het ontbreken van een landschappelijke- en archeologische context, wetenschappelijk gezien van beperkte waarde zijn. In deze bijdrage proberen we dat beeld te nuanceren. We zullen een aantal ontdekkingen, waaronder een paar recente, uit de steentijd van de Noordzee de revue laten passeren waarbij we ook zullen in gaan op de waardevolle bijdrage die ze leveren aan onze kennis over de Steentijden in Noordwest-Europa.
scatter was discovered in a field not far from the
city of Assen, in the province of Drenthe. This
discovery was one of the results of systematic field
surveys carried out by archaeology students and
(amateur) archaeologists under supervision of the
Groningen Institute of Archaeology and the Drents
Museum in Assen. Since then, more than 80
Middle Palaeolithic flint artefacts were collected,
at least half of which occurred within an area
measuring c. 40 x 30 m. During the winter of 2011
a trial excavation was carried out; the main goal
was to establish the stratigraphical position of the
artefacts. Several test-pits were excavated and
hundreds of square metres of topsoil were sieved.
For the first time in the northern Netherlands,
Middle Palaeolithic artefacts were found in situ: in
bouldersand, a weathering residue of glacial till
mixed with coversand and preglacial sand as a
result of cryoturbation and aeolian action over a
long period of time. The find level itself is heavily
cryoturbated. In total, more than 400 artefacts were
found, consisting of flakes, blades, cores and tools.
Among the tools especially handaxes occur, other
types being rare. Apart from flints, artefacts made
of quartzite, quartzitic sandstone and hälleflinta are
also present. Several refits point to the relatively
undisturbed character of the site. Although not all
finds have yet been studied in detail, it is clear that
most of the handaxes were brought to the site in a
semi-finished or finished state; only a few chips
could be refitted to handaxes. Handaxe-flakes point
to the production or finishing of a number of
handaxes on the site, including several made by
one or a few apprentices in the art of flint knapping.
Based on the typological characteristics of the
handaxes (triangular and cordiforme shapes) the
site is attributed to the Mousterian of Acheulian
Tradition (MAT), Type A, with an approximate
age of 50,000 to 100,000 years. There are no dates
for the site yet, but a few sediment samples have
been submitted for OSL-dating. The site is located
near a stream valley along which quite a lot of
Middle Palaeolithic sites are known; a few
kilometers to the east, a site with several preforms
of leaf points was discovered.
important record of the evolution of adaptability in
the human lineage. Investigations focus on the
hominin species that visited and lived in northern
regions, the chronology of occupation, the
palaeogeographies, climates and ecologies, and the
activities of hominins in these landscapes. We will
review the Middle Palaeolithic record of the
Netherlands in this context.
Four main regional settings are distinguished (from
south to north):
1. The loess region, part of the North European
loess belt: The middle Palaeolithic of this region is
best known from the numerous, well-preserved
find scatters excavated at Maastricht-Belvedere.
Evaluation of the Saalian evidence for fire use,
ochre, raw materials and transports suggests that
the use of the Meuse river valley was not as shortterm
and episodic as previously thought. Finds on
the higher plateaus of the loess region also indicate
other archaeological patterning than found at
Maastricht-Belvedere in the Meuse valley itself.
2. The Southern Netherlands, north of the loess:
The record of the southern Netherlands consists
mainly of a thin distribution of surface finds
(patinated flakes, cores and bifaces). The Roer
Valley Graben, a subsiding basin between two
active faultlines (Peelrand and Feldbiss) is of
potential interest for the preservation of Middle
Palaeolithic remains in fine-grained, wet-eolian
sediments. This is indicated by two localities:
Esbeek and Den Bosch. Esbeek is a surface site
with a concentration of small bifacial elements. In
Den Bosch, a small collection of finds was dredged
from a depth of -7 to -9.50 meter NAP (Dutch
mean sea level) with a discoid s.s. component as
well as a well-preserved, cold fauna (e.g. woolly
rhinoceros).
3. The Central Netherlands: The geology of the
Central Netherlands is dominated by coarse fluvial
sediments (gravels and sands) of the Rhine-Meusesystem.
They are preserved in stacked terraces in
the deep subsurface of the current river plain and
in ice-pushed ridges of late Saalian age. The fluvial
sequence covers the entire Late and Middle
Pleistocene. Middle Palaeolithic finds are known
from many localities as quarry and dredging finds.
Best known is the pre-Saalian material described
as the “Rhenen”-industry. The sediments are rich
in well-preserved faunal remains such as
remarkably slender reindeer from Woerden.
4. The Northern Netherlands, the post-Saalian
landscape: The middle Palaeolithic record of the
northern Netherlands after the retreat of the Saalian
ice sheet consists mainly of surface finds. There are
three larger concentrations. Two of these, Mander
and Corversbosch, are located on the slope of
moraine ridges. A third concentration of more than
500 artefacts including over 30 bifaces was
recently discovered near Assen. Several artefacts
were found in situ in sands (weathered residue of
boulder clay) below the plowsoil.
On the basis of the current record, we will present
an overview of the Middle Palaeolithic of the
Netherlands in terms of chronological resolution,
production systems, cultural affinities and find
abundance.
waterstromen en bewoond door wilde dieren. Door dit landschap trokken kleine groepen jager-verzamelaars, levend van wat het land, de lucht en het water hen bood. We noemen deze periode de Midden-Steentijd of Mesolithicum. Van het leven van deze rondtrekkende jagers vinden we slechts een klein deel in de bodem terug. Alleen hun vuurstenen werktuigen, het afval van de bewerking daarvan, resten van hun kampvuren en heel soms sporen van hun onderkomens zijn in de grond bewaard gebleven. Door deze nauwkeurig te bestuderen, kunnen we ons toch een beeld vormen van hoe het leven en het landschap er toen uit hebben gezien. Hieruit blijkt dat Fryslân en vooral de omgeving rond het Burgumer Mar (vroeger: Bergumermeer) duizenden jaren lang een grote aantrekkingskracht op de Steentijdjagers had. Universitaire- en amateur-archeologen (stientsjesikers) hebben hier in de afgelopen honderd jaar namelijk tientallen vindplaatsen en duizenden vuurstenen artefacten uit de Midden-Steentijd gevonden.In dit boek kijken we naar al die vondsten en opgravingen, die samen het verhaal van het Friese Mesolithicum vertellen. We staan bijvoorbeeld uitgebreid stil bij een grote opgraving uit de jaren ’70 aan de oevers van het Burgumer Mar en bij een recent onderzoek bij Sumar in het kader van de aanleg van de Centrale As. Maar we besteden ook veel aandacht aan de verschillende Friese stientsjesikers, die een onmisbare rol spelen in het onderzoek naar de Midden-Steentijd in Fryslân.
Author list:
Boon, J.J., Brinkhuizen, D.C., Bunnik, F.P.M., Cohen, K.M., Cremer, H., Exaltus, R.P., van Kappel, K., Kooistra, L.I., Koolmees, H., de Kruyk, H., Kubiak-Martens, L., Moree, J.M., Niekus, M.J.L.T., Peeters, J.H.M., Schiltmans, D.E.A., Verbaas, A., Verbruggen, F., Vos, P.C., Zeiler, J.T.
Contents:
Chapter 1 Introduction
Chapter 2 Methods and techniques
Chapter 3 Landscape genesis and palaeogeography
Chapter 4 Flint and other stone https://www.academia.edu/11573354/
Chapter 5 Fauna
Chapter 6 Archaeobotany: landscape reconstruction and plant food
Chapter 7 Synthesis https://www.academia.edu/11600300/
Authorship is indicated per chapter. A rich DVD with further technical reports (in Dutch) is part of the publication. It also contains a 15 minute documentary movie (bilingual).
The book is the English translation of BOORrapporten 523 (2014, in Dutch, same editors and authors)
Link to DUTCH book: http://www.rotterdam.nl/Clusters/Stadsbeheer/Images%202014/BOOR/PDF/BOORrapporten%20523%20Rotterdam%20Yangtzehaven.pdf
Link to ENGLISH version: http://www.rotterdam.nl/Clusters/Stadsbeheer/Images%202015/BOOR/PDF/BR566_Maasvlakte2_ENGLISH.pdf
The PDF on the Rotterdam.nl website (the right link, in grey, below) is the full Book. It contains a PREFACE, a PART 2 on the stratigraphy of the sand extraction area off the Maasvlakte extension, and an EPILOGUE on a human bone find from that area). The PDF uploaded to academia.edu (the left link, in green, below) is PART 1 only.
Over the past decades this perspective has changed. Against the background of increasing economic activity archaeological attention also increased both off-shore and on shore. While the former benefits from industrial seismic and augering data in combination with new technology, coring and sampling campaigns, the latter benefits from a number of recent large infrastructural projects that yield numerous finds and an enthusiastic amateur community. In this paper we will focus on these recent developments with specific attention for the many finds from the Palaeolithic and Mesolithic periods that have surfaced over recent years. Attention will be drawn to the new insights these finds have delivered by combining a rich array of research techniques. The paper underlines the importance of the North Sea area for understanding the early colonisation and occupation of Northwest Europe and the interaction between people and landscape against often intensive and dynamic climate change.
Marcel Niekus
The Late Palaeolithic and Mesolithic occupation of the Netherlands is mainly known through numerous sites characterized by lithics. The absence of caves and rock formations has prevented the development of any significant earlier Palaeolithic art tradition in these parts. Also the geographical and soil conditions often have not been favourable to the preservation of organic remains. Evidence of Late Palaeolithic and Mesolithic art in the Netherlands is therefore limited, but it is not absent. In this contribution we will present an overview of the existing corpus of several dozens of decorated objects and ornaments from the time period between 13000 and 5000 BC. The finds can be attributed to the Hamburgian, the Federmessergruppen, the Ahrensburgian and the whole of the Mesolithic. We will discuss aspects of technology, style and cultural affiliation with the aim to discover whether there is evidence for continued traditions or new developments. We will also highlight some of the controversies surrounding elements of the corpus. An important focus lies with the North sea and the potential offered by artefacts from Doggerland.
Het is al jaren bekend dat uit de Noordzee archeologische voorwerpen en dierlijke resten worden opgevist die getuigen van het pleistocene en vroeg-holocene landschap dat daar tot zo’n 8000 jaar geleden lag. De laatste jaren zorgen de zandsuppleties van de Nederlandse stranden en grote infrastructurele werken, zoals de Tweede Maasvlakte en de Zandmotor, dat er steeds meer artefacten en menselijke en dierlijke resten opduiken. Die variëren van het welbekende schedelfragment van ‘Krijn’ de Neanderthaler, tot vele benen pijl- en speerpunten en van faunaresten met bewerkingssporen tot bijzondere vuurstenen artefacten en menselijk botmateriaal.
Vaak wordt gedacht dat dit vooral leuke, soms museale vondsten betreft, maar tegelijkertijd dat ze vanwege het ontbreken van een landschappelijke- en archeologische context, wetenschappelijk gezien van beperkte waarde zijn. In deze bijdrage proberen we dat beeld te nuanceren. We zullen een aantal ontdekkingen, waaronder een paar recente, uit de steentijd van de Noordzee de revue laten passeren waarbij we ook zullen in gaan op de waardevolle bijdrage die ze leveren aan onze kennis over de Steentijden in Noordwest-Europa.