In zijn oratie gaat Hans van Luit vanuit wetenschappelijke bevindingen in op de inhoud en kenmerk... more In zijn oratie gaat Hans van Luit vanuit wetenschappelijke bevindingen in op de inhoud en kenmerken van de stoornis dyscalculie (rekenblindheid) en de neurologische achtergrond in relatie tot klinische ervaringen. Hij zal ook ruimschoots aandacht besteden aan praktische consequenties. Zo wordt onderbouwd dat methodemakers veel meer rekening moeten houden met de moeilijkheden die zwakke renenaars en kinderen met dyscalculie ervaren bij het dagelijkse rekenwerk. Verder wijst Van Luit er op dat het overheidsbeleid onvoldoende rekening houdt met de consequenties van deze stoornis. De regelgeving van de overheid is zeer terughoudend, maar het zou goed zijn vooral inspecties beter aan te sturen. Veel inspecties menen ten onrechte dat dyscalculie bijna niet voorkomt en als het al voorkomt dat dit te maken heeft met beperkte cognitieve vermogens. Uit onderzoek blijkt echter dat dyscalculie bij 2 a 3 procent van de bevolking voorkomt en niet verklaard kan worden door een verstandelijke beperking. Een andere belangrijke constatering is dat veel orthopedagogen en psychologen te weinig kennis van zaken hebben om adequaat onderzoek naar dyscalculie te kunnen doen en daarom niet in staat zijn een dyscalculieverklaring op te stellen die recht doet aan de onderwijsbehoefte van het individuele kind. Kwaliteit van diagnostisch onderzoek moet gewaarborgd zijn. We pleiten daarom voor intensivering van adequate na- en bijscholing. Vanwege het zeer specialistische karakter is de totstandkoming van een bestand van erkende, goed opgeleide, diagnostici onontbeerlijk. Verder pleit Van Luit ten behoeve van kinderen met een dyscalculieverklaring voor vrijstelling van de verplichte rekentoets, waar middelbare scholieren binnenkort als onderdeel van het eindexamen aan moeten voldoen.
Journal of Intellectual Disability Research, Feb 1, 2007
Previous research into working memory of individuals with intellectual disabilities (ID) has esta... more Previous research into working memory of individuals with intellectual disabilities (ID) has established clear deficits. The current study examined working memory in children with mild ID (IQ 55-85) within the framework of the Baddeley model, fractionating working memory into a central executive and two slave systems, the phonological loop and visuo-spatial sketchpad. Working memory was investigated in three groups: 50 children with mild ID (mean age 15 years 3 months), 25 chronological age-matched control children (mean age 15 years 3 months) and 25 mental age-matched control children (mean age 10 years 10 months). The groups were given multiple assessments of the phonological-loop and central-executive components. The results showed that the children with mild ID had an intact automatic rehearsal, but performed poorly on phonological-loop capacity and central-executive tests when compared with children matched for chronological age, while there were only minimal differences relative to the performance of the children matched for mental age. This overall pattern of results is consistent with a developmental delay account of mild ID. The finding of a phonological-loop capacity deficit has important implications for the remedial training of children with mild ID.
This chapter aims at describing dyscalculia, based on definitions from the WHO and DSM, and how b... more This chapter aims at describing dyscalculia, based on definitions from the WHO and DSM, and how behavioral experts can examine whether a low-performing student in math has dyscalculia or not. Based on a protocol for dyscalculia, three criteria, which must be met in order to diagnose dyscalculia, will be described. Five steps of conducting process research will be described in terms of the learnability of students. Because prevention is more promising than remediation, early education will be highlighted as an important moment to start helping young children in mastering math prerequisites, so they can start grade 1 without any big delay.
In zijn oratie gaat Hans van Luit vanuit wetenschappelijke bevindingen in op de inhoud en kenmerk... more In zijn oratie gaat Hans van Luit vanuit wetenschappelijke bevindingen in op de inhoud en kenmerken van de stoornis dyscalculie (rekenblindheid) en de neurologische achtergrond in relatie tot klinische ervaringen. Hij zal ook ruimschoots aandacht besteden aan praktische consequenties. Zo wordt onderbouwd dat methodemakers veel meer rekening moeten houden met de moeilijkheden die zwakke renenaars en kinderen met dyscalculie ervaren bij het dagelijkse rekenwerk. Verder wijst Van Luit er op dat het overheidsbeleid onvoldoende rekening houdt met de consequenties van deze stoornis. De regelgeving van de overheid is zeer terughoudend, maar het zou goed zijn vooral inspecties beter aan te sturen. Veel inspecties menen ten onrechte dat dyscalculie bijna niet voorkomt en als het al voorkomt dat dit te maken heeft met beperkte cognitieve vermogens. Uit onderzoek blijkt echter dat dyscalculie bij 2 a 3 procent van de bevolking voorkomt en niet verklaard kan worden door een verstandelijke beperking. Een andere belangrijke constatering is dat veel orthopedagogen en psychologen te weinig kennis van zaken hebben om adequaat onderzoek naar dyscalculie te kunnen doen en daarom niet in staat zijn een dyscalculieverklaring op te stellen die recht doet aan de onderwijsbehoefte van het individuele kind. Kwaliteit van diagnostisch onderzoek moet gewaarborgd zijn. We pleiten daarom voor intensivering van adequate na- en bijscholing. Vanwege het zeer specialistische karakter is de totstandkoming van een bestand van erkende, goed opgeleide, diagnostici onontbeerlijk. Verder pleit Van Luit ten behoeve van kinderen met een dyscalculieverklaring voor vrijstelling van de verplichte rekentoets, waar middelbare scholieren binnenkort als onderdeel van het eindexamen aan moeten voldoen.
Journal of Intellectual Disability Research, Feb 1, 2007
Previous research into working memory of individuals with intellectual disabilities (ID) has esta... more Previous research into working memory of individuals with intellectual disabilities (ID) has established clear deficits. The current study examined working memory in children with mild ID (IQ 55-85) within the framework of the Baddeley model, fractionating working memory into a central executive and two slave systems, the phonological loop and visuo-spatial sketchpad. Working memory was investigated in three groups: 50 children with mild ID (mean age 15 years 3 months), 25 chronological age-matched control children (mean age 15 years 3 months) and 25 mental age-matched control children (mean age 10 years 10 months). The groups were given multiple assessments of the phonological-loop and central-executive components. The results showed that the children with mild ID had an intact automatic rehearsal, but performed poorly on phonological-loop capacity and central-executive tests when compared with children matched for chronological age, while there were only minimal differences relative to the performance of the children matched for mental age. This overall pattern of results is consistent with a developmental delay account of mild ID. The finding of a phonological-loop capacity deficit has important implications for the remedial training of children with mild ID.
This chapter aims at describing dyscalculia, based on definitions from the WHO and DSM, and how b... more This chapter aims at describing dyscalculia, based on definitions from the WHO and DSM, and how behavioral experts can examine whether a low-performing student in math has dyscalculia or not. Based on a protocol for dyscalculia, three criteria, which must be met in order to diagnose dyscalculia, will be described. Five steps of conducting process research will be described in terms of the learnability of students. Because prevention is more promising than remediation, early education will be highlighted as an important moment to start helping young children in mastering math prerequisites, so they can start grade 1 without any big delay.
Uploads
Papers by Johannes van Luit