Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
waard gebleven, met als belangrijkste uitzonderingen de verslagen van de stafvergaderingen (vanaf 1975) en vooral het intern berichtenblad. In SAGO-berichten, later SAGO-Krant is een groot deel van het reilen en zeilen van de organisatie in dejaren '70 te volgen. Vanaf het begin van dejaren '80 is de werking veel uitgebreider gedocumenteerd, zowel op het vlak van het bestuur, de financies als de diverse activiteiten. Wat dat laatste betreft, zijn er jaaroverzichten en verslagen van plannings- en evaluatiemomenten. Die geven een globaal zicht dat meer gedetailleerd aan bod komt in de stukken van de werkgroepen. Van sommige is weinig of geen materiaal overgebleven. Vooral de vrouwenwerking is in het overgedragen archief manifest aanwezig. Niet alles is trouwens naar Amsab gekomen. Boeken, recente boekhoudkundige stukken en dossiers over projecten wilde SAGO behouden. Anderzijds was Amsab niet geïnteresseerd in een omvangrijke knipselverzameling over nagenoeg alle Latijns-Amerikaanse landen. Tot het depot behoort verder een bijzonder rijke collectie affiches. Het overgrote deel komt uit diverse LatijnsAmerikaanse landen. Ze geven een boeiend zicht op het maatschappelijk leven aldaar: groeperingen van boeren en inheemse volkeren, vrouwengroepen, vakbonden, mensenrechtenverenigingen, politieke partijen, guerillabewegingen en milieugroeperingen. Het kleinere deel bestaat hoofdzakelijk uit affiches van allerlei solidariteitsbewegingen in België. Ongeveer 200 archiefdozen met tijdschriften zijn in dit overzicht niet verwerkt. Deze lijst kwam deels tot stand in het kader van een oefening voor studenten uit de 2e kandidatuur pers- en communicatiewetenschappen van de Gentse universiteit. De bedoeling was studenten te confronteren met het 'productieproces' van archieftoegangen. ([) Deze inleiding is vooral gebaseerd op informatie uit het archief en de brochure 10jaarSAGO( 1979). (2) Bijlage tot het Belgisch Staatsblad. 30.09.1976. p. 3677. C Het archief van André De Smet g Rik Hemmerijckx, Amsab André De Smet (° Parijs, 1920) groeide op in een communistisch milieu. Zijn vader, Joseph De Smet, behoorde tot de eerste lichting KP-militanten en ook zijn broer, Raymond, heeft een vrij belangrijke rol gespeeld in de KPB. André De Smet heeft zijn jeugd doorgebracht in Aalst. Op veertienjarige leeftijd begon hij zijn beroepsloopbaan als arbeider in de schoenenfabriek Beeckman te Aalst. De algemene staking van 1936 en de hulpacties voor het republikeinse Spanje vormden zijn eerste ervaringen in het sociale en politieke leven. In 1939 werd hij effectief lid van de KPB. Tijdens de bezetting engageerde De Smet zich in het communistisch verzet te Aalst. TGSB 2000/3 Hij werd opgenomen in het lokaal partijbestuur en klom verder op tot secretaris van de KP-afdeling en tot organisatiesecretaris van de Federatie Z u i d - O o s t Vlaanderen. Hij werd de uitgever van het illegale blad Voor Recht en Vrijheid en was ook actief bij de Gewapende Partizanen. In mei 1945 verliet hij de Aalsterse KPafdeling om secretaris te worden van de Federatie der Vlaamse Ardennen (RonseOudenaarde). Deze opdracht was evenwel van tijdelijke aard en reeds eind 1945 werd hij overgeplaatst naar Oostende. In deze vissersstad vond André De Smet een nieuwe thuishaven. Als politiek secretaris was hij vanaf eind 1945 de drijvende kracht achter de Oostendse partijafdeling en de KP-federatie Brugge-Oostende. Met een bewonderenswaardige vasthoudendheid zou hij zich zijn hele leven voor de zaak van de partij blijven inzetten. Vanaf 1946 maakte hij alle verkiezingen mee, maar werd nooit verkozen. Naast zijn partijactiviteiten zou hij zich ook inzetten voor de vredesbeweging. Daarmee is de tweede lijn van zijn engagement aangegeven. In 1949 lag hij mede aan de basis van de oprichting van de Belgische Unie voor de Verdediging van de Vrede ( B U W ) , een organisatie die aanvankelijk behoorde tot de invloedsfeer van de KPB. De Smet maakte vele jaren deel uit van het Centraal Comité van de KPB, maar hij is nooit een echte partijfunctionaris geworden. N a een conflict met partijvoorzitter Edgar Lalmand in 1950 verloor hij zijn functie als bestendige van de partij. Hij werd werkloos, maakte de bietencampagne mee in Frankrijk en begon vanaf 1951 een nieuw leven als visventer. Hij oefende dit beroep uit tot 1963. In die periode richtte hij het Nationaal Verbond van Visventers op, waarvan hij gedurende jaren het voorzitterschap waarnam. Vanaf 1963 zou De Smet zich vooral manifesteren als voorzitter van de B U W O n d e r zijn impuls liet deze organisatie haar KPstempel achter zich om een meer pluralistische organisatie te worden onder de benaming Vrede. D e Smet heeft een belangrijke rol gespeeld in het Vietnamprotest van de jaren '60 en in de anti-rakettenbeweging van de jaren '80. Hij was tevens secretaris van het Overlegcentrum voorde Vrede (OCV) en maakte ook deel uit van het bestuur van de Wereldvredesraad. Als voorzitter van Vrede is De Smet een rol blijven spelen in de nationale KPwerking, vooral dan in de commissie buitenland van het Centraal Comité. Daarnaast zou De Smet zich blijven profileren in het Oostendse politieke en culturele leven. Hij behoorde tot dé stichters van de Volkshogeschool, van het Centrum voor Volksopvoeding en van de Kulturele Raad. Verder was hij ook actiefin de lokale besturen van de Lodewijk De Raet-stichting en het Frans Masereelfonds. Het archiefvan André De Smet vormt een weerslag van zijn diverse politieke en culturele activiteiten zoals hij ze vanaf 1945 ontplooid heeft. In een eerste deel werden documenten bijeengebracht die zijn activiteiten als partijsecretaris van de KP-afdeling Oostende toelichten. H e t bevat dossiers over de opeenvolgende partijcongressen (1946-1989), over de werking van het Centraal Comité (19461996) en over de lokale partij werking te Oostende (1946-1995). Verder zijn er ook de cursussen van de Centrale Partij- TGSB 2000/3 school. Het verkiezingsmateriaal werd in aparte dossiers geklasseerd. Met betrekking tot de vredesbeweging zijn er in het archief een aantal dossiers over de internationale conferenties van de Wereldvredesraad. De meest interessante dossiers zijn evenwel deze over de nationale en lokale werking van de B U W en vooral van Vrede. Deze archieven kunnen aangevuld worden met de bij het Amsab gedeponeerde archieven van de B U W (archief 188), Vrede (archief 184) en de Oostendse afdeling van Vrede (archief 189). Met betrekking tot de culturele activiteiten van De Smet zijn er dossiers bewaard over de Oostendse Volkshogeschool, het Centrum voor Volksopvoeding, het Centrum Bob Claessens en de Kulturele Raad. Het archiefvan De Smet vormt een mooie aanvulling op de reeds door Amsab verworven KP-archieven. *7 y • 7 f\ w Het archief van Florennade 83 Rik Hemmerijckx, Amsab In december 1979 neemt de NATO het fameuze dubbelbesluit tot de plaatsing van kruisraketten in West-Europa, tenzij het Warschau-pact beslist om zijn SS20 raketten te ontmantelen. De plaatsing van deze tactische kernwapens houdt meteen in dat de drempel voor het ge- bruik van de atoombom drastisch wordt verlaagd. Tegen deze NATO-beslissing komt er in België vanaf 1979 een massaal protest op gang, dat geleid wordt door het Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens (VAKA). Om uiting te geven aan het protest van de bevolking worden er in de daaropvolgende jaren verschillende massademonstraties georganiseerd in Brussel. Een harde kern van de vredesbeweging wil evenwel verder gaan en de actie verleggen naar de militaire basis van Florennes waar de plaatsing van raketten voorzien is. Het is de bedoeling een actiecentrum uit te bouwen om het pacifistisch verzet een permanent karakter te geven en het model van burgerlijke ongehoorzaamheid in de praktijk te brengen. In april 1984 wordt de vzw Florennade opgericht en eind 1984'wordt reeds overgegaan tot de aankoop van een pand te Rosée, in de nabijheid van de basis. Na de effectieve plaatsing van de raketten in maart 1985, groeit de vzw Florennade uit tot de voorpost van de militante vleugel van de Belgische vredesbeweging. Vanuit het actiecentrum worden er regelmatig 'wandelingen' op touw gezet. Er volgen blokkades van de toegangswegen tot de militaire basis en sommige activisten overschrijden de omheining. In navolging van de Britse 'Cruise Watch' volgen de activisten het doen en laten van de manoeuvres in en rond de basis van nabij. Het Florennade-actiecentrum wordt meteen het doelwit van een aanhoudende politionele controle. De vredesbeweging boekt een overwinning wanneer de raketten in december 1988 worden weggehaald uit Florennes. Voor Florennade TGSB 2000/3