Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
Slavernij en witheid. Een historische schets
Vandaag zal ik beargumenteren hoe witheid moet worden opgevat als een idee
dat ontstaat in de context van de trans-Atlantische slavernij. Ik zal daarbij
aantonen dat witheid kan begrepen worden als een uitbreiding van 'blauw bloed'
aristocratische aspiraties en privileges in een wereld van koloniale expansies,
toenemende kapitalistische macht van de bourgeoisie en massale christelijke
bekering over de hele wereld. Daarvoor zal ik gebruik maken van woorden waar
we ons niet altijd gemakkelijk bij voelen, zoals enerzijds blank en wit, twee
woorden die volgens mij een andere nuance bevatten die ik hoop tegen het einde
van deze lezing duidelijk te maken, en anderzijds woorden zoals ras, raciaal en
racialisering.
Slide
Rassen bestaan uiteraard niet, maar toch is er sprake van racisme. We maken dus rassen, en
dat maken dient een doel. We willen dus weten wat ras ‘doet’ en waarom.
Als we aan ras denken, denken we voornamelijk aan een fout en eng beeld uit de 19de eeuw, het
beeld van biologische rassen. Ondertussen wordt er wel gesproken over ras als sociaal
construct, maar dat sociaal construct blijkt ook voornamelijk gebaseerd te zijn op uiterlijke
kenmerken zoals huidskleur en haartype, zo zien we dat toch in de VS. Nochtans weten we ook
dat uiterlijke kenmerken helemaal niet nodig zijn. De huidige situatie in Palestina en Israël
toont goed aan dat het feit dat Palestijnen fysiek nauwelijks verschillen van Joodse Israeli hen
op geen enkel moment beschermt tegen racisme. Twee bevolkingsgroepen die er hetzelfde
uitzien kunnen elkaar dus ook ontmenselijken en raciaal bejegenen. Daarom maak ik ook een
verschil tussen blank en wit. Blank zijn de uiterlijke kenmerken, wit is de ideologie dat o.a.
klasseprivilege toekent aan een blank uiterlijk.
Slide
Om goed grip te hebben op wat ras doet moeten we dus verder teruggaan dan het ontstaan van
de biologische wetenschappen in de 18de eeuw. De wortels van ras liggen immers veel dieper
en gaan veel verder dan het idee van biologisch ras en kleurgecodeerd racisme. Voor we ook
1
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
over witheid spreken moeten we snappen waar het idee van ‘ras’ vandaan komt en daarvoor
moeten we verder teruggaan dan de slavenhandel. Ras is immers voornamelijk gebaseerd op
ideeën over religie en klasse en om dat te snappen moeten we teruggaan naar de 15de eeuw en
zelfs daarvoor.
Want uiteraard ook voor de 15de eeuw was er al sprake van vormen van uitsluiting en uitbuiting
die kenmerken vertonen die als raciaal kunnen omschreven worden. De relatie tussen adel en
gewone volk bijvoorbeeld, of het antisemitisme dat regelmatig de kop opstak. Bovendien weten
we ook dat in de middeleeuwen er ideeën bestonden waarbij licht en duisternis tegenover
elkaar stonden en dat de islam als duister werd omschreven en het christendom als verlicht. In
een middeleeuws verhaal zoals The King of Tars zien we zelfs hoe een heiden die als zwart
wordt omschreven zich uiteindelijk bekeert tot het christendom en daarbij van huidskleur
verandert en en dus wit wordt.
Slide
Maar dat mag gerust als symbolisch of metaforisch opgevat worden, want zoals blijkt uit de
manier waarop de Drie Koningen werden in beeld gebracht, was men ook bewust van zwarte
christenen in Afrika die werden beschouwd als christelijke broeders. Sint Maurice is
bijvoorbeeld in Duitsland een zeer populaire zwarte heilige die ook in heel wat wapenschilden
terugkomt. Deze ideeën over licht en duisternis, joden en moslims maar ook adel en volk zijn
allemaal elementen die mee het moderne raciale denken zullen vormgeven nog voor er sprake
zal zijn van een biologische taxonomie van de mensheid.
Slide
De eerste tekenen van raciaal denken worden door de meeste historici gesitueerd in het 15eeeuwse Iberische schiereiland, tijdens en na de voltooiing van de Reconquista, toen de drie
religieuze groepen - christenen, joden en moslims - werden opgevat als de drie razas. Raza
wordt algemeen aanvaard als de etymologische oorsprong van ‘ras’. In de context van
veranderende loyaliteiten aan katholieke koningen, moesten moslims en joden zich bekeren
tot het katholicisme of vertrekken. Een groot deel onder hen verkoos zich tot het christendom
te bekeren, maar slaagde er niet in het stigma van hun joodse of moslim achtergrond af te
werpen. Dat stigma wijst op de opkomst van een sociaal proces dat we binnen de contouren
van moderniteit raciaal kunnen noemen. Uiteraard valt dit idee niet uit de lucht maar – zoals
ik net aangaf - gaat het terug op processen die reeds in de middeleeuwen van tel waren zoals
2
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
het antisemitisme, de kruistochten, negatieve associaties ten aanzien van donkere huidskleur
alsook de fundamentele kloof tussen de adel en de rest, een kloof die ingegeven was door ideeën
van elitisme, legitimiteit, religie en zeker ook bloedverwantschap.
De Morisco’s (bekeerlingen van de islam) en de Converso's (bekeerlingen van het jodendom)
werden in de 16de eeuw vaak beschuldigd nog steeds in het geheim de respectievelijke religieuze
praktijken van hun voorouders verder te zetten. Deze verdenking van geen echte authentieke
christen te zijn resulteerde in de verdenking dat iemand gedurende vele generaties geen
legitiem en betrouwbaar onderdaan kon zijn van een katholieke koning. Historici betwijfelen
of de verdenking wel terecht was, en dus of het wel werd gewekt vanwege echte geheime
praktijken. Het is waarschijnlijker dat in een veranderlijke politieke context het werd gedreven
door een strijd om macht, invloed en legitimiteit tussen oude christenen en nieuwe christenen.
Dit resulteerde in een beleid van Limpieza de Sangre, bloedzuiverheid, gericht tegen die
christenen die als twijfelachtig werden beschouwd. Ook dat beleid werd destijds bekritiseerd.
Toch onthulde het beleid van Limpieza de Sangre een omgeving waarin het werkelijk
praktiseren
van
het
christendom
geleidelijk
aan
minder
belangrijk
werd
dan
bloedverwantschap. Wat het betekent een echte christen te zijn werd eerder bepaald door je
stamboom dan je praktijk, waardoor de focus geleidelijk verschoof van religieuze vroomheid
naar afkomst.
Het eerste officiële statuut van bloedzuiverheid dat in 1449 in Toledo werd uitgevaardigd
verbood elke afstammeling van joden of moslims officiële posities in te nemen, ongeacht hun
oprechte bekering. Hoewel niet altijd strikt toegepast, werd bloedzuiverheid geleidelijk een
vereiste om toegang te krijgen tot bepaalde privileges en openbare diensten, en uiteindelijk
resulteerde dat in het delegitimeren van onderdanen van de kroon die geen zuivere bloedlijn
van katholieke voorouders konden aantonen. Aanvankelijk veroordeelde de katholieke kerk
deze praktijken – en vanaf haar ontstaan in 1534 deed de Sociëteit van Jezus, de Jezuïeten,
dat zeer sterk – omdat het beleid nieuwe bekeerlingen marginaliseerde en indruiste tegen de
principes van christelijk proselitisme. Maar uiteindelijk volgde het Vaticaan geleidelijk aan het
voorbeeld en voerde het een soortgelijk bloedzuiverheidsbeleid uit binnen haar eigen
instellingen. Hoewel de context van de Iberische koninkrijken nog steeds een politieke context
was waar soevereine macht de macht is over het leven en de dood van alle onderdanen, kunnen
we zien dat in een opkomende christelijke samenleving, waar in principe alle christelijke levens
als gelijk voor God worden erkend en gewaardeerd, ras als bloedzuiverheid een noodzakelijk
instrument werd om de uitsluiting en onteigening van specifieke mensenlevens te
rechtvaardigen.
3
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
Onder de lagere klassen leidde het beleid van Limpieza de Sangre ertoe dat zij wier voorouders
christelijk waren tijdens de islamitische overheersing automatisch de perceptie kregen van een
relatief hogere en meer legitieme status dan zij die zich recent, of wier ouders of grootouders,
hadden bekeerd. Het leger, de gilden, religieuze ordes, hogescholen en universiteiten pasten
allemaal de Limpieza de Sangre toe als een vereiste om hun gelederen te betreden. Toch
speelde er ook klasse-privileges een rol, aangezien politiek en economisch succesvolle bekeerde
christenen erin slaagden ambtenaren om te kopen om de noodzakelijke documenten die zuiver
bloed bewezen te vervalsen. Britse historicus Henry Kamen toont aan dat bijvoorbeeld adel
van Converso-oorsprong er vaak in slaagde om gevestigde aristocratische posities veilig te
stellen en dus niet gebukt ging onder het Limpieza de Sangre-beleid. Bijgevolg had het idee
van bloedzuiverheid niet dezelfde invloed op de rijken als op de armen. Vanaf het begin was
ras dus verweven met klasse.
Slide
Deze logica van de voorouderlijke bloedzuiverheid vond snel zijn weg naar de recent opgerichte
koloniën in Amerika, waar officiële machtsposities alleen konden worden ingenomen door hen
die van zuiver bloed waren en in Europa geboren waren – de val van het Emiraat van Granada
op 2 januari 1492 vormt immers het sluitstuk van de Reconquista en vindt plaats in hetzelfde
jaar als Columbus’ verovering van de Bahamas tien maanden later. In de strijd om privileges
en macht omarmden in Amerika de lokale Spaanse en Portugese bevolkingsgroepen het beleid
van Limpieza de Sangre in hun pogingen om elke concurrentie van de steeds groter wordende
groep medechristenen, zoals de oorspronkelijke bevolking van Amerika, mestiezen en mensen
van Afrikaanse afkomst, uit te roeien. Het is bovendien gekend dat de christelijke kolonialen
het als hun recht zagen om de lokale bevolking tot slaaf te maken omdat ze nu eenmaal geen
christenen waren. Dat leidde tot verschrikkelijke taferelen alsook een intensief publiek debat
over het feit of de oorspronkelijke inwoners van Amerika al dan niet een ziel hadden en of het
gerechtvaardigd was om hen tot slaaf te maken. Politieke en economische belangen zouden
daarbij christelijke principes overtroeven. In deze koloniale context strekten de vereisten om
bewijs van bloedzuiverheid te presenteren zich uit van religieuze voorouderlijke lijnen tot wat
later zou worden opgevat als raciale lijnen. Het is interessant om op te merken dat ook hier
klasse en kaste deel uitmaakten van dit proces, zoals in Nieuw-Spanje (het huidige Mexico)
waar kandidaten voor de ambtenarij niet alleen bewijs moesten verkrijgen van zuiver Spaans
bloed – wat geen moslim of joodse afkomst impliceerde – ook moesten bewijzen dat geen van
hun voorouders handenarbeid had verricht. Deze vereiste zorgde op efficiënte wijze voor de
4
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
uitsluiting van mensen van Afrikaanse alsook Amerikaanse (maar uiteraard ook Europese)
afkomst en leidde tot een bijna geheel Europese clerus en professionele laag. Vervolgens waren
zwarten en de oorspronkelijke inwoners van Amerika onderworpen aan een hele reeks
beperkingen, zoals het verbod op het dragen van wapens of sieraden. Een fractie van de mensen
met een donkere huidskleur, waaronder enkele mestiezen of metissen met aanzienlijke
middelen, probeerde de beperkingen te omzeilen door de privileges van bloedzuiverheid af te
kopen. Voorouders speelden dus nooit de enige rol. Bovendien werden nieuwe christenen in
Europa vanwege de Limpieza de Sangre beperkt in hun recht om als Spaanse onderdanen naar
de Amerikaanse koloniën te emigreren. Toch was er een bloeiend bedrijf in het creëren van
‘valse papieren’ om hen toch te laten emigreren. Door de grote behoefte van de koloniale
autoriteiten aan bekwame immigranten werd de wetgeving inzake bloedzuiverheid niet altijd
strikt opgevolgd en werden voorschriften vaak door ambtenaren genegeerd.
Tegen het einde van de 15e eeuw waren alle praktiserende joden en moslims uit het Iberische
schiereiland verdreven. Maar in 1609 ging koning Filips II van Spanje nog een stap verder en
verordende ook de verdrijving van alle voormalige islamitische bekeerlingen tot het
christendom: de Morisco’s. Merk op dat dit meer dan 150 jaar na het eerste statuut van
Limpieza de Sangre (Toledo 1449) gebeurde en dat alle Morisco’s destijds afstamden van een
lijn van 'nieuwe christenen' die minstens een eeuw oud was. Deze uitzetting werd ingegeven
door politieke en economische belangen waarbij grootgrondbezitters het land van Moriscos
wensten toe te eigen.
Ook al werd het beleid van bloedzuiverheid bekritiseerd had het een idee van identiteit,
legitimiteit en politieke verbondenheid in gang gezet dat was gecentreerd rond afkomst en
verwantschap, waarschijnlijk geïnspireerd door een tweedelingen die al bestonden: die tussen
blauw bloed en de lijfeigenen, die tussen christenen enerzijds en joden en moslims anderzijds.
Zo werd het zaad geplant voor een natuurlijke en onveranderlijke hiërarchie van de mensheid
die het kapitalisme zou dienen.
Terwijl in het 16e-eeuwse Europa een fenotype met een donkere huidskleur zeer zeker verwees
naar oorsprong uit landen aan de zuidkant van de Middellandse Zee, waren ideeën over de
superioriteit van een blank ras nog steeds marginaal. Dat betekent echter niet dat er geen
kleurgecodeerde stigmatisering bestond. Niet alleen bestond er een schoonheidsideaal van een
bleke huid dat sterk in verband stond tot status: bleek was een teken dat je allicht geen
handenarbeid verrichtte in de buitenlucht en dus deel was van de adel of hogere klasse. Maar
de verschillende bijdragen in het baanbrekende Black Africans in Renaissance Europe (2010)
5
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
laten ook zien dat mensen zich bewust waren van fenotypische verschillen en dat bekende
negatieve stereotypen over zwarte Afrikanen de ronde deden. Het had echter geen
noemenswaardige
politieke
of
economische
betekenis.
De
belangrijkste
raciaal
gestigmatiseerde vijand en antagonist van christelijk Europa waren immers niet zwarte
vrouwen en mannen, maar moslims en joden, inclusief moslims en joden met blond haar en
blauwe ogen. Vandaar dat racialiseringsprocessen vooral betrekking hadden op de vermeende
bedreiging van mensen met een islamitische, maar ook met een joodse achtergrond. De focus
op huidskleur kwam pas veel later en dankzij het groeiend economisch belang van de transAtlantische slavenhandel. In het Europa van de Renaissance waren er namelijk ook mensen
van Afrikaanse afkomst met een donkere huidskleur die tot de hoogste rangen van de
samenleving behoorden.
Slide
De politieke logica van ras ontstaat dus pas als een gevolg van de Reconquista en de
daaropvolgende koloniale ondernemingen die mensen eerst en vooral identificeerden in
termen van religieuze afkomst. In de jaren 1600 besteedden vroege Verlichtingsdenkers zoals
Renée Descartes en Baruch Spinoza geen tijd aan het nadenken over een biologische taxonomie
van de mensheid. Het verschijnt allemaal pas in de latere stadia van de Verlichting. Ergens
tussen 1730 en 1790, in de decennia die hebben geleid tot de Amerikaanse (1776), Franse
(1789) en de Haïtiaanse Revolutie (1791 – 1804), is het moment waarop het moderne
biologische concept ras werd uitgevonden en geconceptualiseerd, in essentie tegelijkertijd met
het bedenken van de universele rechten van de mens. Volgens linguïst Bill Ashcroft was het
Immanuel Kant die voor het eerst de term 'rassen van de mensheid' bedacht in zijn
Beobachtungen über das Gefühl des Schönen und Erhabenen (1764) om specifiek te verwijzen
naar biologisch of fysiek te onderscheiden categorieën van mensen. Kant zou het idee van
mensenrassen dat in zijn tijd ontwikkeld werd door biologen zoals Carl Linnaeus en Johann
Friedrich Blumenbach strikt hiërarchiseren en de superioriteit van blanken als raciale entiteit
in een mondiale context onderstrepen; als zodanig transformeerde hij etnocentrisme in een
wetenschappelijke, rationele en redelijke claim. Kants concept van biologische rassen en de
biologische superioriteit van 'blanke mensen' zou zeer invloedrijk zijn en in de daaropvolgende
19e en vroege 20e eeuw en veel worden gebruikt. Ook dit heeft te maken met de politieke en
sociale gevolgen van de voorgenoemde revoluties en de uiteindelijke afschaffing van de
slavernij in de 19de eeuw die de 'integratie' van vrije zwarte mensen tot gevolg had in een
koloniale maatschappij en binnen koloniale machtsrelaties en verhoudingen. Biologisch ras
6
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
werd dan het argument bij uitstek om de blijvende ongelijkheid tussen vrije mensen te
verklaren.
Slide
Het is belangrijk er ook op te wijzen dat het idee van een 'wit ras' naast andere 'donkerdere
rassen', altijd gelijktijdig functioneerde met het idee dat blanken niet één ras waren, maar ook
onderling bestonden uit verschillende hiërarchisch geordende rassen, de ene witter dan de
andere. Zoals antropoloog en politicoloog Cedric Robinson aangeeft waren de eerste moderne
geracialiseerde subjecten net zo Europees als hun onderdrukkers. Bovendien namen
rassenwetenschappers aan het einde van de 19e eeuw alsook later in nazi-Duitsland het
concept van fenotypische witheid niet kritiekloos over, en het blonde haar en de blauwe ogen
van Slavische volkeren (noch het bestaan van Duitsers met donker haar en amandelkleurige
huid) verstoorde hun begrip van het Poolse volk als raciaal inferieur ten opzichte van het Duitse
ras niet. Evenzo onthult in de VS de one drop rule - prominent in het Jim Crow-tijdperk van
het begin van de 20e eeuw toen raciale segregatie bij wet vastlag – en waarbij elke persoon die
zogezegd slechts één druppel zwart bloed had ook zwart was, dat ras los stond van het fenotype,
omdat je er evengoed blank kon uitzien maar toch als 'zwart' gecategoriseerd kon worden
omdat je over-over-overgrootmoeder ook zwart was. Ook werden in de eerste decennia van de
20e eeuw Ieren, Italianen, Joden en Slavische volkeren niet categorisch gezien als wit, wat
aantoont dat ras en witheid niet in biologie, noch in fenotype berust, maar belangrijker - en
misschien niet zo verrassend - zeer vergelijkbaar met de sociale processen van uitsluiting in
het 16e-eeuwse Iberië - in politiek en economie.
De logica van de menselijke rassen is dus enerzijds verweven met de opkomst van het
Verlichtingsdenken en de wetenschap (wat uiteraard helemaal geen argument is om de
Verlichting en wetenschap in hun geheel te verwerpen) en anderzijds een mondiale koloniale
onderneming ontworpen om de belangen van de Europese elites, de bourgeoisie en de adel te
vrijwaren. In zekere zin kunnen we witheid verstaan als een nieuw sociaal referentiekader dat
ontstaat in een wereld waarin de bourgeoisie haar politieke en economische legitimiteit ten
aanzien van de adel opeist, alsook in een wereld van massale bekeringen tot het christendom
buiten Europa.
Slide
7
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
Om deze stelling verder te onderbouwen moeten we even terugkeren naar de vroege NoordAmerikaanse kolonies, de plaats en tijd die we vanuit de Lage Landen het sterkst associëren
met raciale slavernij. In de eerste decennia van de 17e eeuw waren Afrikanen in de Engelse
koloniën van Noord-Amerika niet per se slaven maar eerder krijgsgevangen die hun straf
uitzetten door te moeten werken op plantages. Ze hadden in zekere zin dezelfde juridische
status en overeenkomsten als contractarbeiders of gevangen uit Groot-Brittannië en Ierland.
In de vroege eeuwen van de kolonisatie was deelname aan het koloniale project vaak geen vrije
keuze was maar een plicht. De arme bevolking van de Britse eilanden werd gekidnapt, maar
ook schuldenaars, landlopers, werklozen, en ook politieke opposanten, religieus afvalligen en
rebellen, werden manu militari op boten gezet om te gaan werken op plantages in de nieuwe
kolonies. Bijgevolg waren er na verloop van tijd zowel zwarte, bruine als blanke tot slaaf
gemaakte mensen, die weliswaar strikt genomen niet altijd als ‘slaven’ kunnen opgevat worden
maar eerder als gevangen die een straf uitzetten of contractarbeiders die een schuld
terugbetalen, wat betekende dat ze zichzelf in theorie na een aantal jaren harde arbeid vrij
konden kopen en dat hun kinderen niet automatisch tot slaaf werden gemaakt bij geboorte.
Slide
In de tweede helft van de 17e eeuw veranderde dat. Het exponentieel groeiend belang van
Afrikaanse mensenhandel, de bijna totale uitroeiing of verdrijving van de oorsrponkelijke
Amerikaanse bevolking en het gigantisch economisch belang van de kolonies bracht een raciale
kaste voort, waarbij Afrikanen en hun nakomelingen het wettelijke eigendom werden van hun
werkgevers. Dat is het moment waarop op het einde van de 17e eeuw inderdaad voor het eerst
op enkele Caraïbische eilanden witheid juridisch wordt vastgelegd in de Britse en Franse
koloniën, uitgewerkt in gerechtelijke documenten zoals Slave Codes en Code Noir.
Net zoals de Limpieza de Sangre-statuten gaat het hier om juridische documenten die tot doel
hadden om de bevolking van de kolonies onder controle te houden en de politieke en
economische macht van elites te borgen. Dat gebeurt allemaal een halve eeuw vóór Lineaus’
taxonomie van de mensheid en een eeuw voor dat raciaal hiërarchie en witheid hun weg
vonden naar complete wetenschappelijke rechtvaardiging.
Natuurlijk bestond slavernij vóór de kolonisatie van Amerika. Er waren immers tot slaaf
gemaakten tijdens de Oudheid in zowel Griekenland als het Romeinse keizerrijk, alsook in
andere delen van de wereld. Slavernij lijkt daarom ook een universeel fenomeen te zijn, en zelfs
tijdens de Europese Middeleeuwen – toen slavernij in theorie ongekend was – was er de facto
8
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
slavernij in de vorm van lijfeigenschap. Wat nieuw was aan het eind van de 17e eeuw, was dat
slavernij een raciale dimensie kreeg en dat slaven nauwelijks nog als mensen werden gezien.
Zoals ik reeds aangaf, in de vroege kolonisatie van Noord Amerika waren er zowel zwarte als
blanke contractarbeiders en dergelijke arbeiders konden zich na ongeveer tien jaar arbeid
vrijkopen. In de 17e eeuw, met een groeiende vraag naar meer goedkope arbeidskrachten om
te werken op plantages, werd Afrika evenwel de belangrijkste bron van nieuwe
arbeidskrachten. De omstandigheden waarin contractarbeiders werden tewerkgesteld waren
over het algemeen onmenselijk. Heel wat onder hen stierven daarom na enkele jaren, waardoor
er meer en meer sprake was van een vorm van uitbuiting die zeer sterk leek op slavernij.
Bijgevolg begonnen steeds meer arbeiders weerstand te bieden tegen hun erbarmelijke
werkomstandigheden. Die arbeidsomstandigheden bleken echter noodzakelijk om het
koloniale project rendabel te houden. Steeds vaker kwamen de arbeiders in opstand en eisten
rechten op.
Om hun protest te breken en de belangen van de landeigenaren te beschermen, verdeelde het
koloniale bestuur de onderklasse door zwarte contractarbeiders - die een steeds groter deel van
de arbeidersklasse werden - een minder gunstige status te geven dan blanke contractarbeiders.
Ze creëerden een juridisch kader waarin blanken mensen wit privilege kregen. Gestaag werden
juridische documenten aangepast, slavencodes werden uitgevaardigd zodat zwarte
contractarbeiders tot slaaf voor het leven werden gemaakt, en relaties tussen de blanke en
zwarte onderklasse illegaal werden gemaakt. Ze mochten niet meer in dezelfde straat wonen,
ze mochten niet meer samen trouwen of kinderen maken, ze mochten niet meer samen
afspreken en de blanke groep kreeg een niet te onderschatten voordeel ten aanzien van de
zwarte groep: hun nakomelingen zouden vrij zijn en recht hebben op grondbezit. Bijgevolg
werden blanke contractarbeiders verdedigers van de belangen van de hogere klasse, met wie
ze zich als ‘witte mensen’ meer politiek zouden gaan identificeren dan met hun zwarte
lotgenoten. Aangezien intieme contacten tussen blank en zwart een strafbaar feit werden, werd
de spontane solidariteit verbroken. Deze politieke beslissing had een directe impact op
zelfidentificatie. Terwijl Europeanen tot de 17e eeuw zichzelf vooral als christenen beschreven,
leidden deze Slave Codes aan het einde van de 17e eeuw in Amerika tot een nieuwe politieke
identiteit: de witte persoon. In Europa zou het tot het einde van de 18e eeuw duren voordat
witheid het christendom zou vervangen in de ontwikkeling van een Europees zelfbeeld - een
eeuw waarin we ook een aanzienlijk toegenomen aanwezigheid van zwarte Afrikaanse mensen
in de Europese havens, hoven en steden kunnen waarnemen.
9
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
Witheid genereert dus een vorm van ongelijkheid zoals het is voortgekomen uit de
ongelijkheden die kenmerkend waren voor de premoderne feodale wereld, met adel van 'blauw
bloed' tegenover het ‘gewone volk’. Bovendien heeft witheid ook wortels in een exclusieve
christelijke identiteit en hoe die in relatie stond met Europese joden maar ook hoe die zich
tijdens de Reformatie, Inquisitie en Reconquista ontwikkelde. Witheid ontstaat tenslotte als
een breuk tegenover het christelijk universalisme en proselitisme waarbij de hiërarchie in de
koloniale plantages moest gevrijwaard worden van de mogelijke emancipatorische effecten van
het christendom.
Slide
Witheid heeft dus prekapitalistische en premoderne wortels maar wordt expliciet in de
politieke en economische context van de Amerikaanse koloniën, en vindt vervolgens gestaag
haar weg naar Europa. Aangezien het idee van witheid in het belang was van het koloniaal en
kapitalistisch project zouden de ideeën van bepaalde Verlichtingsdenkers als katalysatoren
functioneren. De denkers uit de late Verlichting zouden het idee van witte superioriteit
reproduceren, wat zou leiden tot een rassenhiërarchisch wereldbeeld met de witte man aan de
top. Uiteraard: In 18de eeuw was witte superioriteit nog een omstreden politieke rationaliteit,
zoals het werk van invloedrijke denkers van toen zoals Condorcet, Diderot, Equiano en anderen
aantoont. Hoewel in het 19e-eeuwse Europa witte superioriteit een onderdeel werd van wat
men gezond verstand noemde, bestonden er ook belangrijke tegenstemmen zoals de
vooraanstaande anatomist Friedrich Tiedemann (1781 – 1861) die op basis van schedel- en
hersenmetingen aantoonde dat het toen gangbare Europese geloof dat zwarte mensen kleinere
hersenen hadden en dus intellectueel inferieur zouden zijn, wetenschappelijk ongegrond was
en louter gebaseerd was op vooroordelen. Maar uiteindelijk zijn het bevooroordeelde
tijdgenoten zoals de Amerikaanse frenoloog Samuel George Morton (1799-1851) die een
grotere invloed zouden hebben en bijdragen aan de ontwikkeling van wetenschappelijk
racisme in de 19de en 20ste eeuw, een wetenschappelijk verantwoording die in tegenstelling tot
het inzicht van Tiedemann de politieke en economische belangen van de koloniale en
burgerlijke elites zou dienen.
Slide
Omdat de dominantie van blanke mensen niet langer grondwettelijk en juridisch is verankerd,
kan men zich afvragen of het nog steeds relevant is om te beweren dat witheid bepaalt hoe
mensenlevens sociaal, politiek, cultureel en economisch worden gewaardeerd. En waarom dan
10
Sibo Rugwiza Kanobana Lezing: ma. 20 nov. 2023, Open Universiteit, Heerlen, Nederland
(Deze tekst is gebaseerd op segmenten uit het boek ‘Witte orde. Over ras, klasse en witheid’, 2024, De Geus)
‘wit’? In alle andere Europese talen die ik ken is de verwarring uiteraard groter aangezien wit
en blank er hetzelfde woord zijn. Je hebt waarschijnlijk opgemerkt dat ik beide woorden
gebruik. In het Nederlands kunnen we immers een nuanceverschil maken: aan de ene kant
fenotype, dat zijn de uiterlijke kenmerken die doen vermoeden dat je recente voorouders
oorspronkelijk uit het noordwesten van de Euraziatische landmassa komen, er zijn immers ook
blanke Turken, blanke Tsjetsjenen, blanke Palestijnen, Syriërs en Libanezen, zelfs blanke
Afghanen en Zuid-Aziaten, aan de andere kant is er ideologie, een ideologische witheid die
steunt op een hele batterij aan symbolen zoals huidskleur, maar ook in belangrijke mate religie,
cultuur, taal, stijl, geboorteplaats, en uiteraard papieren.
Hoewel witheid niet kan worden geïnterpreteerd in de strikt biologische termen van een bleke
huid en blond haar, blijft het prestige dat wordt gehecht aan fenotypische blankheid en de
culturele symbolen die eraan verbonden zijn, zoals specifieke talen en stijlen, en specifieke
paspoorten en levensbeschouwingen, menselijke waarde bepalen. In die zin is het belangrijk
om de genormaliseerde, genaturaliseerde en gelegitimeerde Europese sociale orde als wit te
blijven begrijpen, omdat het zo rechtstreeks verwijst naar een recente geschiedenis, wijst op
hoe de huidige sociale orde in verband staat tot onze geschiedenis en verwijst naar het meest
verwoestende en belangrijkste fenomeen dat de contouren van de huidige wereld heeft
vormgegeven.
Bedankt voor je aandacht.
11