1
De Vlaamse politieke beeldenstrijd
Een vergelijking tussen de politieke metaforen van
twintig jaar geleden en nu
Heidi Van Rompuy
Masterproef aangeboden binnen de opleiding
master in de Taal- en Letterkunde
Promotor prof. dr. Lieve De Wachter
Academiejaar 2014-2015
147.983 tekens
2
Voorwoord
“Ik heb al een bachelorpaper geschreven, dus die masterproef zal ook wel lukken”, denkt
menig student aan het begin van het academiejaar. Niets is minder waar. Het is weldegelijk
een stevige en uitdagende opgave, die masterproef. Ik wil dan ook graag enkele mensen
bedanken die me geholpen hebben dit onderzoek tot een goed einde te brengen. Eerst en
vooral wil ik mijn promotor, professor Lieve De Wachter, bedanken voor alle steun en
feedback tijdens de afgelopen maanden. Na mijn bachelorpaper vorig jaar, was deze
masterproef opnieuw een geslaagde samenwerking. Daarnaast wil ik ook de medewerkers
van het VRT Beeldarchief bedanken voor hun hulp. Tim en Linda maakten me wegwijs in het
digitale archief van de openbare omroep en hielpen me een gevarieerd corpus samen te
stellen. Tot slot wil ik ook graag mijn ouders en iedereen in mijn nabije omgeving bedanken
voor de aanmoedigingen en de mentale steun. Een masterproef schrijven is soms erg
frustrerend, maar de voldoening achteraf is dan ook des te groter.
3
Inhoudsopgave
0. Inleiding
6
1. Politiek taalgebruik
7
1.1 Definitie en afbakening
7
1.2 Politiek en media
8
1.2.1 Een proces van mediatisering
8
1.2.2 Gevolgen van mediatisering
10
2. De metafoor: algemeen
12
2.1 Definitie en afbakening
12
2.2 Vroege metafoortheorieën
13
2.3 Conceptuele metafoortheorie
15
2.3.1 Theorie
15
2.3.2 Soorten metaforen
17
3. Overtuigingskracht van metaforen
19
3.1 Retorische technieken
19
3.1.1 De kracht van taal
19
3.1.2 Klassieke retorica
20
3.1.3 Moderne retorica
21
3.2 Metaforen als retorische strategie
22
3.2.1 Simplificerende functie
22
3.2.2 Emotieve functie
23
3.2.3 Manipulatieve functie
24
3.3 Framing en politieke metaforen
25
3.3.1 Framing: definitie
25
3.3.2 Wat is een goed frame?
26
3.3.3 Toepassing op de metafoor
27
4
4. Operationalisering
29
4.1 Stand van zaken
29
4.2 Onderzoeksvraag
31
4.3 Materiaal
32
4.3.1 Verantwoording
32
4.3.2 Federale verkiezingen 1995
33
4.3.3 Federale verkiezingen 2014
34
4.4 Methode
36
4.4.1 Conceptuele metafooranalyse
36
4.4.2 Diachroon onderzoek
38
5. Analyse en resultaten
39
5.1 Verkiezingen 1995
39
5.1.1 Analyse
39
5.1.2 Resultaten
40
5.1.3 Interpretatie
42
5.2 Verkiezingen 2014
43
5.2.1 Analyse
43
5.2.2 Resultaten
44
5.2.3 Interpretatie
46
5.3 Metafooranalyse
48
5.3.1 Volkse beeldspraak
48
5.3.2 Politiek is een gevecht
50
5.3.2.1
Analyse
50
5.3.2.2
Interpretatie
52
5.3.3 Politiek bestuur is een reis
54
5.3.3.1
Analyse
54
5.3.3.2
Interpretatie
55
5.3.4 Politiek bestuur is een bouwwerk
56
5.3.4.1
Analyse
56
5.3.4.2
Interpretatie
57
5.3.5 Politiek bestuur is een menselijk lichaam
58
5.3.5.1
Analyse
58
5.3.5.2
Interpretatie
59
5
5.3.6 Politiek bestuur is een sport/spel
60
5.3.6.1
Analyse
60
5.3.6.2
Interpretatie
60
5.3.7 Containermetaforen
61
5.3.7.1
Analyse
61
5.3.7.2
Interpretatie
62
5.4 Conclusie
63
6. Algemeen besluit
66
Bibliografie
67
Bijlage 1: Corpus 1995
72
Bijlage 2: Corpus 2014
95
Abstract
136
6
Inleiding
“Het belangrijkste wapen om een boodschap over te brengen, is natuurlijk het woord (Het
Televisiehuis, 12.12.2012)”. In een aflevering van het Canvas-programma Man over Woord
wijst professor De Landtsheer op de vernieuwingen binnen de moderne politieke
communicatie. Korte en krachtige boodschappen lijken schering en inslag, want stijl zou
primeren op inhoud. Politici maken volgens De Landtsheer dan ook gretig gebruik van
metaforen en andere vormen van beeldspraak om hun boodschap kracht bij te zetten (Het
Televisiehuis, 12.12.2012)”.
Deze masterproef toetst die stelling aan de realiteit en onderzoekt de Vlaamse politieke
beeldentaal. Concreet wordt hiervoor het metafoorgebruik tijdens de verkiezingen van 1995
en 2014 vergeleken. Volgens Strömback (2008) heeft het politieke discours namelijk sterke
ontwikkelingen doorgemaakt onder invloed van de gemediatiseerde samenleving. De media
logic neemt nu de bovenhand op de political logic en dat heeft ook een impact op het
taalgebruik van de politici (Strömbäck, 2008, p. 230-234). Daarom staat volgens De Bruijn
(2014) de verpakking van een politieke boodschap steeds meer centraal. Hij noemt die
verpakking framing (De Bruijn, 2014, p.18).
Deze masterproef onderzoekt de positie van metaforen binnen die veranderingen en schetst
een uitgebreid beeld van de Vlaamse politieke beeldentaal tijdens beide periodes. Zo wil dit
onderzoek enerzijds nagaan hoe het politieke metafoorgebruik kan worden gekarakteriseerd
en wat de retorische functie is van metaforen. Deze paper baseert zich daarbij op CharterisBlack (2011), die politieke speeches van wereldleiders analyseerde. Anderzijds wordt
onderzocht in hoeverre de Vlaamse politieke beeldentaal op twintig jaar tijd is veranderd. Het
materiaal voor dit onderzoek bestaat uit verkiezingsdebatten van beide periodes op de
Vlaamse openbare omroep. Aan de hand van de conceptuele metafoortheorie van Lakoff &
Johnson (1980) wordt het taalgebruik van de politieke spelers vervolgens geanalyseerd.
Een theoretisch kader op basis van reeds gepubliceerde literatuur vormt hiervoor de basis.
Het eerste hoofdstuk van deze masterproef stelt een afgebakende definitie van politiek
taalgebruik op en bespreekt de relatie tot de media. In het tweede hoofdstuk wordt de
geschiedenis van de belangrijkste metafoortheorieën geschetst. In het derde hoofdstuk volgt
dan een bespreking van de overtuigingskracht van metaforen en hun relatie tot andere
retorische technieken. Het vierde en vijfde hoofdstuk, tot slot, bevatten respectievelijk de
operationalisering en de uiteindelijke corpusanalyse van het onderzoek. Daarin worden de
stellingen uit het theoretische kader aan de realiteit getoetst en de Vlaamse politieke
beeldentaal geanalyseerd.
7
Hoofdstuk 1: Politiek taalgebruik
1.1
Definitie en afbakening
“Politics is largely a matter of words (De Landtsheer, 1998, p.4).”
Een politiek debat, een mondelinge tussenkomst in het parlement, een schriftelijke vraag of
een opiniestuk: bijna alles waar een politicus zich mee bezighoudt, bereikt het grote publiek
via “het gesproken of geschreven woord (Korsten, 2013, p.4).” Aan politiek doen betekent
dan ook meestal teksten produceren, toespraken houden, debatteren of discussiëren.
Blommaert (2001) noemt de politiek “een grote discoursmachine” en definieert politiek
taalgebruik letterlijk als “het politieke gebruik van taal (Blommaert, 2001, p.12).” De term
‘taal’ staat daarbij voor meer dan enkel woorden en zinnen. Taalgebruik in een politieke
context is namelijk een breed semiotisch proces waarbij ook gebaren, intonatie, lichaamstaal
en contextualisering een belangrijke rol spelen (Blommaert, 2001, p.12). Politiek taalgebruik
moet volgens Blommaert (2001) dan ook steeds worden gekaderd in de “communicatieve
economie” waarin die is geproduceerd (Blommaert, 2001, p.13):
“Een vol, correct en genuanceerd beeld van politieke communicatie is enkel
mogelijk als men zich niet exclusief op de woorden en zinnen concentreert
(Blommaert, 2001, p.17).”
Politici zijn bovendien niet “de enige producenten van politieke uitspraken”. Ook journalisten
die over politieke ontwikkelingen berichten of experten die deelnemen aan de besluitvorming,
worden gerekend tot de groep van politieke “communicatoren”. Daarnaast nemen ook
kunstenaars, schrijvers of artiesten steeds meer deel aan politieke debatten of aan
campagnes rond politieke thema’s (Blommaert, 2001, p.16-17). De Landtsheer (1998)
definieert politiek taalgebruik dan ook als een vorm van publieke communicatie over politieke
onderwerpen, die in directe verbinding staat met ons alledaagse taalgebruik. Elke taaluiting
kan immers deel uitmaken van een politiek discours, van zodra het onderwerp ervan een
politiek thema aanbelangt.
Politieke taal is volgens De Landtsheer (1998) bovendien een “power strategy (De
Landtsheer, 1998, p.4-6).” Politici willen de burger namelijk niet enkel informeren, maar
willen vooral ook zijn mening beïnvloeden. Een politicus richt zich dus steeds tot de kiezer,
die hij uiteindelijk zal moeten overtuigen om in het kieshokje zijn naam aan te duiden:
8
“Both linguists and communication scientists consider language a system of
signs or a medium to exchange symbols. When broad concepts of language
and politics coincide, language is mainly considered a power strategy (De
Landtsheer, 1998, p.4).”
Ook Fetzer & Lauerbach (2007) zien het politieke discours als een “persuasive discourse” en
niet als een neutraal medium (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.20). De politieke spelers
proberen het erg verdeelde publiek te overtuigen van hun standpunten en sporen
de
mensen aan zich bij hun partij aan te sluiten. Sterke uitspraken, rijke metaforen, intonatie en
syntaxis worden daarbij ingezet om het publiek te bewegen en voor zich te winnen (Perloff,
2014, p.30). Als politicus is het echter niet gemakkelijk met je boodschap het publiek te
bereiken. Door de grote machtsverschillen tussen de politieke spelers krijgt immers niet
iedereen evenveel kansen om zijn stem te laten horen. Zo is het voor de eerste minister een
stuk
eenvoudiger
de publieke berichtgeving te domineren dan voor
onbekende
parlementsleden (Blommaert, 2001, p.13-14).
Perloff (2014) wijst er bovendien op dat vooral de media een steeds grotere rol gaan spelen
binnen het politieke discours (Perloff, 2014, p.31). Het grootste deel van het kiezerspubliek
komt namelijk meestal via radio, televisie of kranten in contact met de politieke wereld.
Daarnaast zijn het ook diezelfde nieuwsmedia die bepalen welke items de voorpagina halen
en welke niet (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.3). Het tweede onderdeeldeel van dit hoofdstuk
gaat dieper in op die complexe relatie tussen politiek en media.
1.2
Politiek en media
1.2.1 Een proces van mediatisering
“The drama of political communication involves a trifecta: leaders, media, and
citizens symbolically jousting among themselves and framing problems in
different ways (Perloff, 2014, p.35).”
Perloff (2014) definieert politieke communicatie aan de hand van drie cruciale spelers: de
politici, de nieuwsmedia en het publiek. Een politicus voert dan wel het beleid, toch heeft hij
steeds de media nodig om zijn boodschap tot bij het publiek over te brengen. Enkel zo kan
hij zijn macht bestendigen of vergroten. Het zijn namelijk de burgers die uiteindelijk bepalen
wie verkozen wordt en wie niet. Een politicus moet bijgevolg steeds zijn doelpubliek in het
achterhoofd houden (Perloff, 2014, p.34-35).
9
De media interpreteren en bekritiseren die politieke uitspraken waardoor ze een reële invloed
kunnen uitoefenen op het imago van de politici (Perloff, 2014, p.34-35). Bijgevolg zijn de
nieuwsmedia geen passieve kanalen meer, maar wel actieve spelers in het politieke domein.
Volgens Strömback (2008) ruimt de zogenaamde “political logic” hierdoor plaats voor een
“media logic”. De regels van de massacommunicatie primeren nu op de politieke spelregels.
Dat proces van mediatisering beschrijft Strömback (2008) aan de hand van vier fasen
(Strömbäck, 2008, p. 230-234). In een eerste fase worden de nieuwsmedia het belangrijkste
informatiekanaal binnen het politieke domein. Tijdens de tweede en derde fase groeit
vervolgens de onafhankelijkheid van de media. Die steunen nu steeds meer op hun eigen
strategieën en ideeën, terwijl de invloed van de overheidsinstellingen en andere politieke
instituties langzaam aan slinkt. In de vierde en laatste fase neemt de media logic uiteindelijk
de bovenhand en passen de politieke spelers zich nu aan de media aan, in plaats van
omgekeerd (Strömback, 2008, p.235-240):
“If political actors in the third phase adapt to the media logic, they adopt the
same media logic in the fourth phase (Strömback, 2008, p.240).”
Volgens Van Aelst (2014) stemmen de politieke spelers hierdoor ook hun communicatiestijl
op de commerciële normen van de massamedia af: “Politieke communicatie hoort [nu]
beknopt, bevattelijk en snel te zijn (Van Aelst, 2014, p.77)”. De sprekers incorporeren de
media in hun denken en houden rekening met hoe de journalisten op hun boodschap zullen
reageren. Dat is het “anticipatory media effect (Van Aelst, 2014, p.77-81)”:
“Politieke actoren hanteren steeds minder een reactieve, maar eerder een
proactieve mediastrategie. De politicus gaat vooraf al nadenken over hoe iets
zal spelen in de media en desgevallend de vorm of inhoud van de boodschap
bijstellen (Van Aelst, 2014, p.81)”.
Ook de Vlaamse politieke spelers maken volgens Van Aelst (2014) “strategisch gebruik” van
taal en media, aangezien hun spreektijd op radio en televisie erg is verkort. Gemiddeld
krijgen de politici per nieuwsitem namelijk slechts 22 seconden aan spreektijd. Dat is niet
voldoende om een uitgebreide redenering uit te werken, dus moeten de sprekers hun
boodschap bondiger formuleren (Van Aelst, 2014, p.63-64, 88). Daarom kiezen de Vlaamse
politici steeds vaker voor korte quotes en laten ze het uitbouwen van lange statements
achterwege (Van Aelst, 2014, p.62-67):
10
“Politici hebben zich aan de korte spreektijd leren aanpassen. Meer nog, een
ervaren politicus weet dat een langer statement maken in bepaalde gevallen
onverstandig is omdat het de kans verhoogt dat de quote zal worden ingekort
of erger, als onbruikbaar wordt geklasseerd (Van Aelst, 2014, p.65)”.
Het nieuwsaanbod is volgens Van Aelst (2014) bovendien sterk gegroeid, waardoor het voor
de politieke sprekers steeds moeilijker is om met hun boodschap het publiek te bereiken
(Van Aelst, 2014, p.30). Ook Blumler (2001) merkte al eerder de groeiende “communication
abundance” op, waarmee de burger dagelijks wordt overstelpt. Het aanbod aan
mediakanalen is opvallend groter geworden, waardoor de mensen zelf kunnen filteren wat ze
wel en niet willen horen (Blumler, 2001, p.202-203). De opkomst van online berichtgeving en
sociale media heeft die waaier aan informatiebronnen bovendien alleen maar verbreed. Die
veranderingen hebben volgens Blumler (2001) twee belangrijke gevolgen voor de moderne
politieke communicatie.
1.2.2 Gevolgen van mediatisering
Een eerste gevolg is de sterke stijging van het tempo van de politieke berichtgeving. De
nieuwsmedia willen het publiek namelijk zo snel mogelijk bereiken en proberen elkaar met
primeurs af te troeven. Politici moeten daarom steeds sneller reageren, zonder zich eerst
goed te kunnen informeren over het onderwerp (Blumler, 2001, p.202-203). De nieuwsmedia
krijgen dan ook sterke kritiek te verwerken, omdat ze de politieke boodschappen - onder
invloed van die onderlinge concurrentie - steeds meer zouden trivialiseren en dramatiseren.
Politieke argumenten worden onder druk van tijdsbeperking gereduceerd tot slogans,
waardoor maatschappelijke problemen volgens critici te eenvoudig worden voorgesteld
(Fetzer & Lauerbach, 2007, p.6).
Ten tweede merkt Blumler (2001) op dat de professionalisering van het politieke discours
alsmaar toeneemt. Naast de mediakanalen gaan ook de politieke spelers zelf dagelijks de
strijd om de aandacht van de kiezer met elkaar aan. Steeds meer partijen laten zich daarom
bijstaan door communicatiespecialisten, die hen moeten helpen de politieke berichtgeving te
domineren. Hierdoor verschuift volgens Blumler (2001) de aandacht van de inhoud naar de
verpakking (Blumler, 2001, p. 203-204). Volgens Fetzer & Lauerbach (2007) zijn de politieke
spelers immers erg goed op de hoogte van de spelregels die de media hen opleggen en
gebruiken ze de nieuwskanalen bewust om de publieke opinie te beïnvloeden. De media
hebben het politieke veld dan ook niet zomaar overgenomen. De politieke spelers zelf spelen
nog steeds een belangrijke rol in het discours (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.6).
11
Een talig hulpmiddel dat volgens Charteris-Black (2011) en Van Aelst (2014) bijgevolg erg
frequent is binnen de politieke communicatie is de metafoor (Charteros-Black, 2011, p.28)
(Van Aelst, 2014, p.28). Beeldspraak kan namelijk als retorische techniek worden gebruikt
om het denken van de mensen te beïnvloeden:
“It activates unconscious emotional associations and thereby contributes to
myth creation: politicians use metaphor to tell the right story (Charteris-Black,
2011, p.28).”
Deze masterproef pikt die hypothese op en onderzoekt het retorische karakter van politieke
metaforen. De bovenstaande beschrijving van het politieke taalgebruik vormde daar een
eerste aanzet toe. Het volgende hoofdstuk werkt dat theoretische kader verder uit en stelt
een uitgebreide definiëring van het begrip ‘metafoor’ op. Daarbij worden enkele
fundamentele begrippen aangehaald die de basis zullen vormen voor het latere
praktijkonderzoek.
12
Hoofdstuk 2: De metafoor: algemeen
2.1 Definitie en afbakening
“De metafoor is een stijlfiguur […] die berust op betekenisoverdracht tussen
twee termen (Van Gorp, H., Delabastita, D. & Ghesquiere, R., 2007, p.289).”
Volgens het Lexicon van literaire termen van Van Gorp, Delabastita & Ghesquiere (2007) is
een metafoor een vorm van beeldspraak waarbij het ene woord in de plaats van het andere
woord wordt gebruikt. Dat gebeurt op basis van een betekenisovereenkomst of semantisch
contrast. Een metafoor lijkt dus op een vergelijking waarbij het vergelijkende partikel en de
“grond” van overeenkomst zijn weggelaten. Bijvoorbeeld, het kind is zo lief als een engel
wordt het kind is een engel (Van Gorp, e.a., 2007, p.289).
Ook Knowles & Moon (2006) definiëren een metafoor als een talige uiting waarbij een woord
niet in zijn letterlijke betekenis wordt gebruikt. De metaforische uitdrukking verwijst namelijk
steeds naar iets anders op basis van een semantische gelijkenis met het woord waar het
bijstaat. Een voorbeeld hiervan is volgens Knowles & Moon (2006) de metafoor ‘de koloniale
parel’ in India was de koloniale parel van het Britse rijk. ‘Parel’ verwijst hier immers niet
letterlijk naar een juweel, maar staat eerder voor iets kostbaars en waardevols. Net zoals de
Indische kolonie voor de Britten erg waardevol was (Knowles & Moon, 2006, p.3-4). De
metafoor overstijgt zo haar letterlijke betekenis en drukt nieuwe betekenissen uit. Hierdoor
hebben metaforen vaak niet alleen een descriptieve, maar ook een evaluatieve of emotionele
functie (Knowles & Moon, 2006, p.11-12).
Soms kan het gebeuren dat een taalgebruiker een metafoor niet altijd meteen als metafoor
herkent. Sommige beelden zijn immers zo ingeburgerd in het dagelijkse taalgebruik dat het
gebruik ervan niet als afwijkend wordt beschouwd (Charteris-Black, 2011, p.32). Zo zijn de
voorbeelden Ze vocht tegen een ziekte of het veld van betekenisveranderingen - waarbij
respectievelijk ‘vocht’ en ‘veld’ metaforisch worden gebruikt - zo frequent in onze taal dat ze
vaak niet bewust als metaforen worden ingezet. Knowles & Moon (2006) maken daarom een
onderscheid tussen zogenaamde “conventionele metaforen” en “creatieve metaforen”, die
wel nog als metafoor worden herkend. Creatieve metaforen ontstaan namelijk in een erg
specifieke context en hebben een unieke betekenis die door de lezer moet worden ontrafeld.
Conventionele metaforen daarentegen - die ook wel versteende metaforen worden genoemd
- voelen niet meer als anders of vreemd aan (Knowles & Moon, 2006, p.5-6).
13
Een erg frequente subcategorie van de metafoor is de personificatie. Daarbij krijgt een nietmenselijk object menselijke kwaliteiten toebedeeld. Een voorbeeld hiervan is de uitdrukking
De stilte spreekt. Net zoals bij andere metaforen, is er bij personificaties sprake van een
betekenisoverdracht tussen twee termen. Het gaat meer bepaald om een onrealistische
vergelijking tussen menselijke en niet-menselijke spelers (Van Gorp, e.a. 2007, p.290).
Categorieën die volgens Knowles & Moon (2006) eerder ten onrechte met de metafoor
worden verward zijn de vergelijking en de metonymie. De metonymie is namelijk – in
tegenstelling tot de metafoor – gebaseerd op een echte, fysieke contiguïteitsrelatie (Knowles
& Moon, 2006, p.9). Een vergelijking is dan weer explicieter dan een metafoor door het
gebruik van analogiserende woorden zoals als of gelijk, die de overeenkomsten tussen de
elementen uitdrukken (Van Gorp, e.a., 2007, p.494). Toch blijft er heel wat discussie over de
relatie tussen vergelijkingen, metonymieën en metaforen. Een verdere bespreking van die
afbakening valt echter buiten het bestek van deze masterproef (Knowles & Moon, 2006, p.9).
Het theoretische domein rond metaforen heeft doorheen de eeuwen een sterke evolutie
ondergaan. De pionier binnen dat onderzoeksveld was de Griekse filosoof Aristoteles. Hij
legde niet alleen de eerste basisbegrippen van de metafoortheorie vast, maar zijn visie vormt
ook nog steeds de basis voor de huidige definiëring van het begrip (Kirby, 1997, p.518). Het
volgende onderdeel schetst een kort overzicht van die metafoorgeschiedenis om zo de
conceptuele metafoortheorie – die de basis zal vormen voor het latere praktijkonderzoek –
duidelijk te kaderen ten opzichte van haar voorgangers.
2.2 Vroege metafoortheorieën
Al in de vierde eeuw voor onze jaartelling, definieert Aristoteles in zijn Poëtica de metafoor
als “de toepassing van een oneigenlijk woord” op een ander woord. Hij bedoelt daarmee dat
een woord wordt gebruikt om een zaak te benoemen waarvan het eigenlijk niet de normale
naam is (Aristoteles, 1999, p.148). Volgens de Griekse filosoof is een metafoor in de eerste
plaats een retorisch middel. Het is een vorm van poëtische taal waarmee de spreker zich
duidelijk onderscheidt van het alledaagse taalgebruik (Aristoteles, 1999, p.72). Het gebruik
van metaforen verhoogt bijgevolg niet alleen het stijlniveau van de tekst, maar zorgt
bovendien ook voor plezier bij de lezer (Kirby, 1997, p.543). Aristoteles waarschuwt echter
dat het metafoorgebruik steeds gepast moet blijven en de spreker niet mag overdrijven. Dat
laatste resulteert namelijk in een te zwaar beladen tekst die bij het publiek geen ingang vindt.
Een goede afwisseling tussen “eigenlijke en oneigenlijke woorden” is waar elke spreker
volgens Aristoteles naar moet streven (Aristoteles, 1999, p.72).
14
Enkele eeuwen later ontwikkelen zich uit het werk van Aristoteles twee nieuwe
metafoorstromingen, namelijk de substitutietheorie en de vergelijkende theorie (Knowles &
Moon, 2006, p.65). De substitutietheorie, ten eerste, stelt dat een metaforisch gebruikt woord
steeds letterlijk wordt ingezet “ter vervanging van” een ander woord (Black, 1955, p.278279). De vergelijkende metafoortheorie daarentegen benadrukt het gelijkenisaspect tussen
de twee termen. De lezer moet dan steeds op zoek naar de vergelijking die de auteur
oorspronkelijk heeft bedoeld (Black, 1955, p.282).
In de jaren vijftig, zorgt I.A Richards’ interactietheorie voor een eerste grote vernieuwing
binnen het metafoordomein sinds Aristoteles. In tegenstelling tot de Griekse filosoof, stelt
Richards (1950) namelijk dat metaforen geen “bijzondere” vormen van taal zijn - die enkel
door schrijvers of dichters worden gehanteerd - maar wel alomtegenwoordige talige
fenomenen: “[…] we all live, and speak, only through our eye for resemblances (Richards,
1950, p.89).” Een metafoor is bijgevolg meer dan enkel versiering. Het is volgens Richards
(1950) één van de basiselementen van de taal (Richards, 1950, p.89-90).
Basisbegrippen in zijn metafoortheorie zijn tenor en vehicle. Tenor staat voor het letterlijke
gedeelte van de metafoor en is dus het subject van de zin waaraan metaforische kwaliteiten
worden toegeschreven. Vehicle daarentegen is de term waarmee de tenor wordt vergeleken
en die fungeert als figuurlijk element (Richards, 1950, p.96-97). In de metafoor The Oxford
Movement is a spent wave, bijvoorbeeld, is ‘the Oxford movement’ de tenor en ‘spent wave’
de vehicle (Bilsky, 1952, p.132-133). De lezer moet vervolgens tenor en vehicle aan elkaar
linken door op zoek te gaan naar de gemeenschappelijke ground die de concepten met
elkaar verbindt. Uit die interactie ontstaat vervolgens de unieke betekenis van de metaforen
(Richards, 1950, p.93-94):
“[…] two thoughts of different things active together and supported by a single
word, or phrase, whose meaning is resultant of their interaction (Richards,
1950, p.93).”
Max Black (1955) werkt de interactietheorie van Richards (1950) enkele jaren later verder uit.
Richards’ ideeën zouden volgens de theoreticus echter nog te conservatief zijn en te sterk
aanleunen bij de traditionele vergelijkende visie (Black, 1955, p.286). Hij introduceert dan
ook een vernieuwde interactietheorie die de metafoor ziet als een “filter” op de werkelijkheid.
Een metafoor roept namelijk steeds een set aan clichékenmerken op die hij de “system of
associated commonplaces” noemt. Dat is geen vaste ground maar wel een set aan unieke
associaties die ieder individu zelf bedenkt (Black, 1955, p.287-288). In de zin De mens is een
wolf bijvoorbeeld, is de figuurlijk gebruikte term ‘wolf’ de bril waarmee de spreker naar het
onderwerp ‘mens’ kijkt (Black, 1955, p.276).
15
Aan het begin van de jaren tachtig pikken Lakoff & Johnson (1980) de theorieën van
Richards (1950) en Black (1955) op en gebruiken die als inspiratiebron voor hun eigen
conceptuele metafoortheorie. Het volgende onderdeel bespreekt die theorie uitvoerig
aangezien het werk van Lakoff & Johnson (1980) de basis zal vormen voor het latere
praktijkonderzoek van deze masterproef. De voorgaande bespreking van vroegere
metafoortheorieën plaatste die methodologie alvast in een ruimere context.
2.3 Conceptuele metafoortheorie
2.3.1 Theorie
“[…] that metaphor is pervasive in everyday life, not just in language but in
thought and action (Lakoff & Johnson, 1980, p.3).”
Volgens de cognitieve linguïsten Lakoff & Johnson (1980) is het menselijk denken gebaseerd
op een conceptueel systeem dat metaforisch is van aard. Een metafoor is bijgevolg geen
individueel talig element, maar wel één van de basisbegrippen, die het dagelijkse leven
bepaalt: “[…] what we do every day is very much a matter of metaphor (Lakoff & Johnson,
1980, p.3-4).” De term staat namelijk voor de dieperliggende conceptuele systemen aan de
hand waarvan de werkelijkheid in het hoofd van de mensen wordt gestructureerd. Wij
begrijpen het ene ervaringsdomein steeds in termen van het andere (Lakoff & Johnson,
1980, p.117-118). De basis voor het metaforisch denken ligt volgens Lakoff & Johnson
(1980) dan ook in natuurlijke, fysieke en culturele ervaringen. Zelf noemen ze dat de
experimentele basis van metaforen:
“In actuality we feel that no metaphor can ever be comprehended or even
adequately represented independent of its experiential basis (Lakoff &
Johnson, 1980, p.19).”
Kort samengevat steunt de conceptuele metafoortheorie op twee basisbegrippen, namelijk
target en source. De target is een abstract of complex idee dat niet met behulp van onze
zintuigen kan worden gevat. De source daarentegen is een concreet concept dat verwijst
naar vertrouwde elementen en zintuigelijke ervaringen. De metafoor zorgt vervolgens voor
een “conceptual mapping” waarbij een systeem van associaties wordt opgeroepen tussen
het target en de source. Hierdoor kan de mens zijn kennis van het source-domein gebruiken
om het abstracte target te begrijpen en te interpreteren (Landau & Keefer, 2014, p.5).
Metaforen bepalen bijgevolg niet enkel hoe we over een concept “spreken”, maar ook hoe
we erover “nadenken” en ons erbij “gedragen” (Bosman, 1990, p.19-20).
16
Bosman (1990) omschrijft de opzet van Lakoff & Johnson (1980) dan ook als volgt:
“Dergelijke abstracte zaken ‘begrijpen’ of ‘bevatten’ we in termen van
concrete zaken waar de zintuigen en (ergo) het conceptuele systeem
wel ‘vat’ op hebben (Bosman, 19990, p.19).”
Lakoff & Johnson (1980) leggen hun theorie vervolgens verder uit aan de hand van een
voorbeeld, namelijk ARGUMENT IS WAR of DISCUSSIE IS OORLOG. In het dagelijkse leven
omschrijven en vatten we het concept ‘discussiëren’ immers vaak in termen van oorlog. Je
wint een discussie, je valt je tegenstander aan en je kiest daarbij de juiste strategie. Soms is
een standpunt echter onverdedigbaar. Discussiëren is bijgevolg een verbaal gevecht (Lakoff
& Johnson, 1980, p.4-5):
“[…] ARGUMENT is partially structured, understood, performed, and
talked about in terms of war (Lakoff & Johnson, 1980, p.5).”
Metaforen benadrukken zo steeds bepaalde elementen uit de werkelijkheid, terwijl ze andere
elementen - die niet van toepassing zijn - op de achtergrond stellen. Bij de conceptuele
metafoor DISCUSSIE IS OORLOG, bijvoorbeeld, verliezen de taalgebruikers immers het
overleggende aspect van het discussiëren uit het oog. Het is daarentegen de polemische
houding van beide spelers die wordt benadrukt. Conceptuele metaforen creëren zo een
systematische manier van communiceren over bepaalde concepten, ook al zijn we ons daar
vaak niet van bewust (Lakoff & Johnson, 1980, p.5-7).
Een tweede voorbeeld uit de theorie van Lakoff & Johnson (1980) is de conceptuele
metafoor TIME IS MONEY of TIJD IS GELD. Tijd wordt dan begrepen als iets dat we, net zoals
geld, fysiek kunnen bevatten of bezitten. Je wint immers soms tijd door iets efficiënt aan te
pakken, je probeert geen tijd te spenderen aan nutteloze taken en je vraagt je dan ook vaak
af of iets jouw tijd wel waard is. Tijd is volgens Lakoff & Johnson (1980) in de huidige
samenleving namelijk iets erg kostbaars. Werk wordt daarom steeds meer geassocieerd met
hoeveel tijd iets vraagt en arbeiders worden betaald per uur. Het is dan ook niet verrassend
dat taalgebruikers hun dagelijkse ervaringen met geld gebruiken om het begrip tijd te
conceptualiseren (Lakoff & Johnson, 1980, p.8-9).
17
2.3.2 Soorten metaforen
Lakoff & Johnson (1980) onderscheiden vervolgens drie soorten conventionele metaforen,
namelijk structuurmetaforen, oriëntatiemetaforen en ontologische metaforen. Binnen het
latere onderzoek van deze masterproef zullen slechts enkele van die categorieën aan de
praktijk worden getoetst. Door de beperkingen van het onderzoek is het immers niet mogelijk
de volledige conceptuele metafoortheorie toe te passen op het corpus. De onderstaande
definities van elk van de metafoorsoorten vormen de basis voor die latere selectie.
De eerste categorie, namelijk de structuurmetafoor structureert het ene concept steeds
letterlijk in termen van het andere. Voorbeelden hiervan zijn DISCUSSIE IS OORLOG en TIJD
IS GELD, uit het voorgaande onderdeel. Oriëntatiemetaforen daarentegen plaatsen een
volledig conceptueel systeem in relatie tot een ander systeem. Daarbij koppelt de
conceptuele metafoor er meestal een bepaalde richting of ruimte aan. Een voorbeeld hiervan
is de oriëntatiemetafoor HAPPY IS UP/ GELUKKIG IS BOVEN of SAD IS DOWN/VERDRIET IS
BENEDEN. Zo kan je soms in opperbeste stemming zijn of is je humeur net beneden alle peil.
De ruimtelijke associaties die bij een oriëntatiemetafoor horen, ontstaan echter nooit arbitrair.
Ze zijn het gevolg van dagelijkse ervaringen met ons eigen lichaam en met onze omgeving.
Wanneer iemand bijvoorbeeld voorovergebogen loopt en zijn hoofd laat hangen, wijst dat
vaak op verdriet of zorgen (Lakoff & Johnson, 1980, p.14-15).
De derde en laatste categorie zijn de ontologische metaforen. Die worden door Lakoff &
Johnson (1980) vervolgens opgedeeld in substantiemetaforen en containermetaforen.
Substantiemetaforen, ten eerste, helpen om abstracte ervaringen zoals emoties of ideeën te
definiëren als substanties of entiteiten. Zo kan bijvoorbeeld de inflatie als een entiteit worden
voorgesteld, zoals in Inflatie stelt ons voor zware uitdagingen. Substantiemetaforen bieden
bovendien de mogelijkheid om abstracte ideeën te beschrijven en te kwantificeren, zoals in
Het zal veel geduld vragen, waarbij de term ‘geduld’ gradueel wordt aangeduid (Lakoff &
Johnson, 1980, p.25-27). Containermetaforen daarentegen zijn projecties van menselijke
binnen-buiten oriëntaties op de wereld rondom ons. Een taalgebruiker vormt zo “containers”
met een binnen- en buitenkant aan de hand van zijn eigen territorialiteit. Lakoff & Johnson
(1980) halen de Amerikaanse staat Kansas aan als een voorbeeld van zo’n container. We
kunnen immers naar Kansas gaan of Kansas binnenrijden. Ook onze visuele ervaringen
worden als containermetaforen geconcipieerd aangezien ons gezichtsveld duidelijke grenzen
stelt aan de werkelijkheid. Iets val soms buiten je gezichtsveld of staat net in het middelpunt
ervan (Lakoff & Johnson, 1980, p.29-31).
18
Naast die drie verschillende conventionele metaforen, definiëren Lakoff & Johnson (1980)
nog een laatste categorie die volledig losstaat van de anderen, namelijk de nieuwe
metaforen. Die zijn creatief van aard en leveren nieuwe betekeniservaringen op. Ze
veranderen en beïnvloeden bovendien onze realiteit. Een nieuwe metafoor kan volgens de
conceptuele linguïsten immers een status van waarheid bereiken. Een voorbeeld hiervan is
LIEFDE IS EEN COLLECTIEF KUNSTWERK. Die conceptuele metafoor verwijst namelijk naar
het belang van inspanning en compromis bij liefde. Wanneer mensen dat vervolgens als een
vorm van waarheid gaan beschouwen, kan dat de dagelijkse realiteit veranderen.
Taalgebruikers gaan dan hun verleden interpreteren in het teken van de metafoor en
proberen hun toekomstige acties eraan te spiegelen (Lakoff & Johnson, 1980, p.139-143).
Conceptuele metaforen bieden dus een kader aan de hand waarvan een vraagstuk of
probleem kan worden geïnterpreteerd en geëvalueerd. Een metafoor kan zo volgens Lakoff
& Johnson (1980) de perceptie van het doelpubliek beïnvloeden en sturen. Vandaar dat ook
politici beroep doen op metaforisch taalgebruik om het publiek te overtuigen. De beeldspraak
helpt de politici zo hun boodschap te framen en te verpakken:
“This mapping highlights which features of the problem are most
important, which actions to take toward the abstract problem […] a
metaphoric framing of a target problem will incline observers to prefer
solutions that are consistent with their knowledge of the metaphor’s
source (Landau & Keefer, 2014, p.8).”
Het derde hoofdstuk van deze masterproef gaat hier dieper op in en beschrijft het retorische
karakter van metaforen. Eerst wordt een algemeen kader geschetst over de moderne
retorica, waarna het onderdeel zich toespitst op de functies van metaforisch taalgebruik. Tot
slot wordt ook de relatie met andere retorische technieken zoals framing besproken.
.
19
Hoofdstuk 3: Overtuigingskracht van metaforen
3.1
Retorische technieken
3.1.1 De kracht van taal
“De politicus die erin slaagt om zijn taal te laten domineren, kan ons door zijn
bril naar de werkelijkheid laten kijken – zonder dat we dat in de gaten hebben
(De Bruijn, 2014, p.8-9).”
Volgens de Amerikaanse taalkundigen Edward Sapir en Benjamin Whorf beïnvloedt de
gehanteerde linguïstische code het denken van een maatschappij. Het is namelijk pas
wanneer een element uit de werkelijkheid van een talig label is voorzien, dat het deel
uitmaakt van de realiteit (Kay & Kempton, 1984, p.66). Ook De Bruijn (2014) merkt op dat de
taal de werkelijkheid verwoordt. Eenzelfde concept kan immers aan de hand van
verschillende bewoordingen worden uitgedrukt. Die bewoordingen zijn vervolgens steeds
gelinkt aan specifieke associaties en waardeoordelen. Zo verwijzen de adjectieven ‘klassiek’
en ‘ouderwets’ in essentie naar hetzelfde idee, maar toch drukken beide termen een
verschillende gevoelswaarde uit. ‘Klassiek’ is een positieve term, die een vorm van
betrouwbaarheid impliceert. ‘Ouderwets’ daarentegen heeft een eerder negatieve bijklank
(De Bruijn, 2014, p.10-15). Sprekers proberen zo aan de hand van specifieke lexicale en
grammaticale keuzes de oordeelsvorming van het publiek te sturen en zich duidelijk te
positioneren binnen bepaalde thema’s (Widdowson, 2007, p.70).
Politici wikken en wegen hun woorden daarom steeds uitvoerig voor ze die op het publiek
loslaten. Ze hopen immers - door de juiste talige keuzes te maken - een effect teweeg te
brengen bij de mensen. Charteris-Black (2011) noemt dat “persuasion”: een vorm van
taalgebruik waarbij de ene speler de andere aanspoort om zijn stelling te aanvaarden. De
term “rhetoric” daarentegen verwijst naar de concrete talige middelen en de methodes die
worden gebruikt om dat effect te bereiken. Toch zijn beide elementen steeds sterk met
elkaar verbonden. Elke definitie van rhetoric omsluit immers een intentie tot overtuigen
(Charteris-Black, 2011, p.13). Niet enkel wat je zegt, maar vooral ook hoe je iets formuleert,
is bijgevolg van uitermate groot belang in de politieke wereld: “Wie de vorm beheerst, is de
inhoud meester (Bolkenstein, 1998, p.56).”
20
Het verstandig verpakken van een boodschap, is dan ook al eeuwenlang een veelbesproken
onderwerp. De eerste retorische theorieën dateren namelijk van in de klassieke oudheid. Die
oorspronkelijk Griekse inzichten vormen bovendien vandaag de dag nog steeds de basis
voor de moderne retorica (Van Eemeren & Grootendorst, 1993, p.167).
3.1.2 Klassieke retorica
Al in de vierde eeuw voor Christus schreef Aristoteles de kenmerken van een goede
redevoering neer in zijn Retorica. De Griekse filosoof vatte alles samen in drie kernwoorden:
“ethos”, “pathos” en “logos”. Niet alleen sterke argumenten (logos), maar ook de kwaliteiten
van de spreker zelf (ethos) zijn immers cruciaal bij een goede redevoering. Ethos staat
bovendien niet alleen voor de retorische kwaliteiten van een redenaar, maar ook voor diens
karakter en betrouwbaarheid. Tot slot moet de spreker ook inspelen op het gevoel (pathos)
om het publiek zo emotioneel te raken. Het gebruik van pathos en logos is volgens
Aristoteles echter niet per definitie irrationeel. Die twee elementen zorgen er namelijk voor
dat het verstand en het hart samengaan (Grootendorst, sine dato).
De retorica kreeg echter al van in de oudheid sterke kritiek te verwerken. Zo stelde Plato dat
de redenaars door middel van “onwaarheden” de mensen probeerden te overtuigen. Hij vond
dat de dialectiek, die steeds twee standpunten incorporeert, veel beter was dan de retorica,
die volgens Plato slechts één standpunt aan het publiek opdringt (Charteris-Black, 2011,
p.16). Ook vandaag is de retorica nog steeds een gevoelig thema. Critici beweren immers
dat door communicatieve strategieën zoals framing of spinning, de stijl op de inhoud gaat
primeren en de kwaliteit van de boodschap verloren gaat:
“[…] the emergence of a negative sense of rhetoric as over-decorative use of
language; this sense assumes rhetoric is style alone […] (Charteris-Black,
p.16, 2011).”
Charteris-Black (2011) benadrukt echter het verschil tussen retorica en manipulatie. Zolang
het publiek zich bewust is van de overtuigingstechnieken van de spreker en van zijn
intenties, is er immers geen sprake van onrechtmatige beïnvloeding. Het is pas wanneer de
ontvanger de bedoelingen van de spreker niet kent, dat die effectief in een passieve rol wordt
geduwd (Charteris-Black, 2011, p.43). Charteris-Black (2011) werkte daarom zelf een
vierdelig model uit - op basis van Aristoteles’ retorische theorie - die de achterliggende
methodes van de moderne retorica blootlegt (Charteris-Black, 2011, p.14).
21
3.1.3 Moderne retorica
“[…] only once the speaker has convinced the audience that he is right, can
the audience be said to have been persuaded (Charteris-Black, 2011, p.14).”
Als je het publiek echt wilt overtuigen, dan moet je in de eerste plaats je gelijk zien te
behalen, zegt Charteris-Black (2011). Pas wanneer het publiek echt gelooft dat het
voorgestelde idee de enige juiste visie is, is de spreker erin geslaagd de mensen aan zijn
kant te scharen. Om dat resultaat te bereiken, stelt Charteris-Black (2011) echter drie
centrale voorwaarden op. Eerst en vooral moet een spreker het vertrouwen van de burgers
winnen en hen ervan overtuigen dat hij het goed met hen voorheeft. In zijn moderne retorica
heet dat “being right” (Charteris-Black, 2011, p.14). De redenaar bouwt zo een “ethical
integrity” op, een term die aansluit bij wat Aristoteles ethos noemde (Charteris-Black, 2011,
p.14-15). Ten tweede moet een spreker bewijzen dat zijn ideeën gebaseerd zijn op rationele
elementen of op een correcte denkwijze. “Thinking right” is daarom minstens even belangrijk
als being right. Dat sluit aan bij het logos-begrip van Aristoteles. Ten derde is ook de
emotionele impact van een boodschap of pathos erg belangrijk. Door middel van
bijvoorbeeld empathie of humor, speelt de spreker in op het gevoel van het publiek.
Charteris-Black (2011) noemt dat “sounding right” (Charteris-Black, 2011, p.15).
Tot slot voegt het model van Charteris-Black (2011) ook nog een vierde element toe aan de
klassieke driedeling van Aristoteles, namelijk het gebruik van “frames” of “schemata”.
Daarmee verwijst hij naar het gebruik van beelden die nauw aansluiten bij de levenswereld
van de toeschouwers. Door in te spelen op vertrouwde ideeën en ervaringen, zal een
spreker het publiek namelijk gemakkelijker kunnen overtuigen. De redenaar vertelt zo een
verhaal dat past binnen het wereldbeeld van de burger. Charteris-Black (2011) noemt dat
“telling the right story (Charteris-Black, 2011, p.15)”:
“In all cases a persuasive message needs to comply with the audience’s
wants and needs, since arousing desires and imagination involves exploiting
existing beliefs, attitudes and values rather than introducing completely new
ones (Charteris-Black, 2011, p.17).”
22
Het onderstaande schema vat het volledige model van Charteris-Black (2011) kort samen:
(Bron: Charteris-Black, 2011, p.14)
Het volgende onderdeel van deze masterproef past het model van Charteris-Black (2011)
toe op metaforisch taalgebruik en onderzoekt de rol van beeldspraak in de moderne retorica.
Inspiratie hiervoor haalt deze paper uit het werk van De Landtsheer (1987), die drie centrale
functies van politieke metaforen beschrijft: de simplificerende functie, de manipulatieve
functie en de emotieve functie. Wat ze daarmee precies bedoelt, wordt in het volgende
onderdeel verder toegelicht.
3.2 Metaforen als retorische strategie
3.2.1 Simplificerende functie
“Door het opnemen van metaforen in taal voelt de mens zich
zelfzekerder.
Want
metaforen
vereenvoudigen
de
wereld
(De
Landtsheer, 1987, p.3).”
Een eerste belangrijke functie van metaforisch taalgebruik is volgens De Landtsheer (1987)
de simplificerende functie. Door middel van beeldspraak kunnen complexe ideeën immers
eenvoudiger worden voorgesteld en abstracte problemen worden gevisualiseerd. Hierdoor is
de informatie gemakkelijker te vatten en zal het publiek bereidwilliger zijn aandacht aan het
probleem te schenken (De Landtsheer, 1987, p.3). Een metafoor is volgens Mio (1997) dus
een “information-processing tool” die een complex probleem voor het publiek duidelijker en
verstaanbaarder maakt. De mensen kunnen namelijk hun kennis van het source-domein
gebruiken om het target-domein beter te begrijpen (Mio, 1997, p.122-123).
23
Volgens Charteris-Black (2011) combineert een metafoor zo twee cruciale onderdelen van
de moderne retorica, namelijk being right en thinking right. Enerzijds zorgt het gebruik van
concrete beelden ervoor dat de spreker een breder publiek kan bereiken. Wie te moeilijke en
te abstracte verhalen vertelt, zal immers op weinig steun van de toeschouwer kunnen
rekenen. Diegene die daarentegen met een coherent en duidelijk verhaal op de proppen
komt, kan dat wel. Een metafoor zorgt er dus voor dat een redenaar ‘goed klinkt’ en
betrouwbaar overkomt (being right) (Charteris-Black, 2011, p.33-34). Anderzijds helpt een
metafoor de redenaar te bewijzen dat hij rationeel nadenkt over politieke problemen (thinking
right). Door in te spelen op datgene waarmee de toeschouwer reeds vertrouwd is, zorgt de
spreker ervoor dat zijn publiek de redenering beter kan volgen. Als voorbeeld haalt CharterisBlack (2011) hierbij een uitspraak van Margaret Thatcher aan, die het beheren van het
federale budget vergelijkt met een huishouden:
“We all have our favourite causes – I know I do. But someone has to
add up the figures. Every business has to do it, every housewife has to
do it, every Government should do it, and this one will (Charteris-Black,
2011, p.36).”
Iedereen weet dat je niet meer moet uitgeven dan wat je bezit, en dat is precies de
boodschap die Thatcher bij het publiek wil overbrengen. Door de begroting van de federale
overheid te vergelijken met het budgetbeheer in een huishouden – en dus met de
persoonlijke ervaringen van de toehoorder – maakt Thatcher die complexe materie voor hem
begrijpelijker. Hierdoor zal het publiek meer geneigd zijn haar redenering te volgen en te
aanvaarden (Charteris-Black, 2011 p.35-36). Dankzij de metaforische vergelijking wint het
politieke discours dus aan overtuigingskracht.
3.2.2 Emotieve functie
Ten tweede vormt een metafoor volgens De Landtsheer (1987) ook een brug tussen het
rationele en het emotionele. Het vage en creatieve aspect van beeldspraak linkt namelijk
steeds het logische aan het gevoel, waardoor de boodschap beter zal blijven hangen. Een
metafoor speelt namelijk in op de verbeelding en doet zo beroep op meer dan enkel de
rationele capaciteiten van de ontvanger. Zo kan de boodschap een emotionele impact
teweegbrengen bij het publiek (De Landtsheer, 1987, p.4-5). Mio (1997) omschrijft
metaforisch taalgebruik dan ook als “the intertwining of the logical with the emotional works
by a ‘pseudo-deductive’ reasoning process (Mio, 1997, p.123).”
24
Dat sluit aan bij wat Charteris-Black (2011) sounding right noemt:
“[…] a command of traditional rhetoric therefore contributes to creating
the right emotional climate for the persuasion to occur (Charteris-Black,
2011, p.15).”
Bovendien heeft de beeldentaal volgens De Landtsheer (1987) ook een ontspannende
functie. Een metafoor biedt de toehoorder immers de kans even te ontsnappen aan de
werkelijkheid en te vluchten naar de verbeeldingswereld (De Landtsheer, 1987, p.5-6). Zoals
Aristoteles al zei in zijn klassieke metafoortheorie, mag een spreker hier echter niet in
overdrijven. Een te grote beklemtoning van het emotionele zal de boodschap namelijk nooit
ten goede komen. Een spreker moet steeds een zekere schijn van rationaliteit hoog houden
die zijn geloofwaardigheid of ethical integrity garandeert (De Landtsheer, 1987, p.4).
3.2.3 Manipulatieve functie
“In political rhetoric the primary purpose of metaphors is to frame how
we view or understand political issues by eliminating alternative points
of view (Charteris-Black, 2011, p.32).”
Een derde en laatste functie die De Landstheer (1987) aanhaalt, is het manipulatieve effect
van beeldspraak. Beeldspraak kan namelijk de visie van het publiek op de werkelijkheid
beïnvloeden. Ook volgens Lakoff & Johnson (1980) kunnen metaforen een werkelijkheid
creëren waaraan de toehoorder zijn toekomstige acties spiegelt (Zie Hoofdstuk 2). De
vergelijking tussen de source en de target zorgt er namelijk voor dat bepaalde aspecten van
de werkelijkheid op de voorgrond worden geplaatst. Mulsoff (2004) noemt dat een
“metaphoric scenario”: een communicatieve strategie waarbij het individuele en conceptuele
niveau met elkaar worden verweven in een structurerend kader. Als voorbeeld haalt hij het
FAMILIE SCENARIO aan, een conceptuele metafoor die de werking van de Europese Unie
beschrijft. De invoering van de euro en de daaruit volgende samenwerking tussen de
verschillende lidstaten worden in dat scenario voorgesteld als een ‘huwelijk’ waarbinnen de
nieuwe munt wordt ‘geboren’. Duitsland en Frankrijk ziet hij als het ‘ouderlijk koppel’.
Mulsoff (2004) beschrijft hoe de politici zo de ingewikkelde Europese verhoudingen aan het
publiek uitleggen en bepaalde aspecten ervan in de verf zetten. De huwelijksmetafoor
impliceert dan wel een nauwe band tussen de lidstaten, toch blijft ook een eventuele
scheiding een realistische optie. De metafoor ziet de Europese Unie dus niet als een
eeuwige samenwerking, maar eerder als een proces van hard werken, dat geen garantie
biedt op succes (Mulsoff, 2004, p.13-18).
25
Metaforisch taalgebruik biedt de toehoorder zo een bril waarmee die naar de werkelijkheid
kan kijken. Op die manier sluit de manipulatieve functie van metaforen erg nauw aan bij wat
De Bruijn (2014) framing noemt: het verstandig verpakken van een politieke boodschap om
een effect teweeg te brengen bij het publiek. Het laatste onderdeel van dit hoofdstuk
definieert dat concept en diept de link met politieke metaforen verder uit.
3.3
Framing en politieke metaforen
3.3.1 Framing: definitie
Korsten (2013) definieert framing als een communicatieve strategie die een bondig en
duidelijk geformuleerd verhaal oplevert dat bij het publiek blijft hangen. Het volstaat immers
niet meer om voldoende kennis te hebben over een bepaald onderwerp. Je moet ook weten
hoe je die kennis moet verpakken. Enkel zo kan een politicus iets teweegbrengen bij het
publiek. Burgers zijn volgens Korsten (2013) namelijk “mensen van hoofd en hart”, die zich
door hun emoties laten leiden (Korsten, 2013, p.4-6). De Bruijn (2014) definieert een frame
dan ook als een “inhoudelijke politieke boodschap die in het politieke debat wordt gebruikt en
tot een specifieke interpretatie van de werkelijkheid leidt (De Bruijn, 2014, p.18)”. Framing
levert zo een “bril” op waarmee het publiek naar de werkelijkheid kijkt en boodschappen
interpreteert (De Bruijn, 2014, p.18). Ook Perloff (2014) ziet hoe een frame bepaalde
facetten van een gebeurtenis benadrukt om zo de ontvanger te sturen in zijn interpretatie.
Andere facetten van het probleem worden echter naar de achtergrond verdrongen omdat ze
voor de intentie van de spreker niet relevant zijn:
“Framing suggests the applicability of certain ways of thinking about
the problem, calling attention to certain values and not others (Perloff,
2014, p.161).”
Perloff (2014) haalt hierbij als voorbeeld het oorlogsframe aan dat George W. Bush
hanteerde om de aanvallen in Irak na 9/11 te verantwoorden. Hij wilde het publiek ervan
overtuigen dat de verantwoordelijken voor die vreselijke daden fysiek gestraft moesten
worden. De Verenigde Staten zouden daarom in de tegenaanval gaan; dat was net zoals in
oorlogstijden volgens hem de enige oplossing (Perloff, 2014, p.164). Wanneer dat frame
slaagt, interpreteert het publiek ook nieuwe informatie als een bevestiging van die ideeën.
Het concept framing klinkt dan wel erg Amerikaans, toch proberen volgens Van Aelst (2014)
ook Vlaamse politici aan de hand van beelden en metaforen het denken van de
toeschouwers te beïnvloeden. Als voorbeeld haalt hij de communautaire onderhandelingen
van 2007 aan, toen Joëlle Milquet steevast werd voorgesteld als Madam Non. Dat frame
26
bleef niet alleen bij de media, maar ook bij de Vlaamse kiezer hangen, waardoor de
uitspraken van de Waalse politica vaak erg negatief werden onthaald (Van Aelst, 2014,
p.28). Toch slaat niet elk frame zomaar aan bij het publiek. Volgens De Bruijn (2014) voldoet
een sterke boodschap namelijk steeds aan enkele voorwaarden.
3.3.2 Wat is een goed frame?
Een eerste kenmerk van een goed frame is volgens De Bruijn (2014) een hoge “stickiness”factor. Hoe duidelijker en krachtiger het beeld, hoe sneller het steeds weer in de herinnering
van het publiek zal opduiken (De Bruijn, 2014, p.21-22). Enkel zo kan een frame het politieke
debat beheersen. Ten tweede moet de toeschouwer het intuïtief met het frame eens zijn. De
VVD-verkiezingsslogan Vandalen gaan betalen is daar een goed voorbeeld van. Wie kan er
namelijk tegen zijn dat, wanneer je iets vernielt, je er ook voor moet betalen, vraagt De Bruijn
(2014) zich af (De Bruijn, 2014, p.22). Een sterk frame speelt bijgevolg in op een breed
gedragen “maatschappelijke onderstroom” van positieve of negatieve gevoelens, zoals
bijvoorbeeld een onbegrip voor vandalisme (De Bruijn, 2014, p.26).
Ten derde plaatst een frame de tegenstander steeds in het gedrang. De kernwaarden van de
opponent worden rechtstreeks aangevallen waardoor die meteen in het defensief wordt
geplaatst. De tegenstander zal zijn standpunt moeten verdedigen, maar kan daarbij niet
anders dan meestappen in het frame van de aanvaller ( De Bruijn, 2014, p.23). Het is
volgens De Bruijn (2014) bijgevolg de kunst om als tegenstander het debat te “reframen”
door te kiezen voor een andere taal. Enkel zo kan je het debat immers weer naar jouw hand
zetten (De Bruijn, 2014, p.39). Een voorbeeld hiervan is de Amerikaanse president Bill
Clinton, die in New York werd aangesproken door een aidspatiënt over het slechte aidsbeleid
van zijn regering. De president antwoordde: “I feel your pain”. In plaats van de beschuldiging
te ontkennen en mee te gaan in het frame van de aidspatiënt, koos hij voor een andere
aanpak en reageerde hij heel persoonlijk. Hij reframede zo het debat (De Bruijn, 2014, p.63).
Tot slot, heeft elk goed frame steeds een slachtoffer, een held en een schurk. De Bruijn
(2014) noemt dat het “dramaframe” en benadrukt dat personificatie hierbij centraal staat. De
verantwoordelijke voor het probleem, diegene die het oplost en het slachtoffer krijgen immers
elk een eigen gezicht toegewezen. Het frame speelt bovendien rechtstreeks in op de emoties
van het publiek en ontvlamt zo het debat (De Bruijn, 2014, p.23, p.79-83). Perloff (2014)
noemt framing dan ook een vorm van “political storytelling” waarbij dramatische technieken
worden gebruikt om problemen te agenderen. Zoals elk goed verhaal, heeft een politieke
27
boodschap dan ook morele implicaties en speelt het protagonisten en antagonisten tegen
elkaar uit (Perloff, 2014, p.321-322).
Naast andere talige hulpmiddelen, zoals een herhaling of een analogie, is ook de metafoor
volgens De Bruijn (2014) een populaire framing techniek (De Bruijn, 2014, p.21). Wanneer
deze masterproef de bovenstaande definities toepast op de metafoortheorieën uit het tweede
hoofdstuk, valt het op dat vooral de structuurmetafoor van Lakoff & Johnson (1980) erg nauw
aansluit bij het concept framing. De conceptuele metafoorsoort structureert namelijk steeds
het ene begrip in termen van het andere waardoor de source een bril vormt waarmee de
spreker naar de werkelijkheid kijkt. Zo ook in het voorbeeld DISCUSSIE IS OORLOG, waar de
polemische houding van de deelnemers wordt benadrukt, terwijl het overleggende aspect
van een discussie op de achtergrond wordt geschoven. Politieke spelers lijken dus – al dan
niet bewust – terug te grijpen naar conceptuele metafoorbeelden om het denken van het
publiek te beïnvloeden. Charteris-Black (2011) past dat idee in de praktijk toe.
3.3.3 Toepassing op de metafoor
In zijn werk Politicians and rhetoric: the persuasive power of metaphor gaat Charteris-Black
(2011) op zoek naar de onderliggende conceptuele metaforen in het taalgebruik van politieke
wereldleiders zoals Winston Churchill, Margaret Thatcher en Barack Obama. In zijn analyses
brengt hij de gevonden metaforen onder in verschillende brondomeinen om zo de
beeldentaal van de redenaars in kaart te brengen. Volgens Charteris-Black (2011) helpt het
gebruik van metaforen een politicus namelijk bij het uitbouwen van wat hij een “political myth”
noemt. Door het vage karakter van een metafoor staan de beelden open voor verschillende
interpretaties en kan het publiek zo zijn eigen betekenis aan het verhaal toevoegen
(Charteris-Black, 2011, p.38):
“One of the major advantages of metaphor is that, because it is not too
specific or precise, it is open to multiple interpretations and like many
persuasive mental representations, allows hearers to bring their own
meanings to a text (Charteris-Black, 2011, p.38).”
De onderstaande toepassing laat zien hoe Charteris-Black (2011) precies te werk gaat. In de
speeches van Martin Luther King, bijvoorbeeld, vindt hij de conceptuele metafoor CIVIL
RIGHTS IS A JOURNEY terug. King stelt de strijd van de zwarte Amerikaanse bevolking
immers voor als een reis met een duidelijk beginpunt en eindpunt, waarbij de reizigers
onderweg moeilijke obstakels moeten overwinnen. Het eerder abstracte idee van gelijkheid
28
krijgt in King’s speeches zo de concrete vorm van een fysieke gebeurtenis waaraan de
mensen hun eigen ervaringen kunnen koppelen. Dat sluit aan bij wat De Landtsheer (1987)
de simplificerende functie van metaforen noemde.
Op die manier benadrukt Martin Luther King bovendien dat die strijd niet op één dag zal
worden gevoerd. Het zal – net zoals bij een reis- een inspanning vragen om het einddoel te
bereiken. Hij stelt de eventuele problemen en vertragingen onderweg dan ook op de
achtergrond en focust op het uiteindelijke resultaat. Zo ‘manipuleert’ hij de kijk van het
publiek en dringt hij hen een bepaalde interpretatie van de werkelijkheid op. De opofferingen
en problemen waarmee ze onderweg zullen worden geconfronteerd, zijn in zijn visie slechts
bijzaak (Charteris-Black, 2011, p.86-89). Erg karakteristiek voor de speeches van Martin
Luther King is bovendien het religieuze aspect van zijn beeldentaal. Het reisverhaal krijgt
immers een spiritueel karakter, waarbij hij als Messias het uitverkoren volk naar zijn
uiteindelijke bestemming zal leiden. King gebruikt zo het Exodus-verhaal om de strijd van de
zwarte Amerikaanse bevolking te framen en vorm te geven (Charteris-Black, 2011, p.89-90).
Zo beschrijft Charteris-Black (2011) hoe metaforen actief worden ingezet als frames in het
politieke discours. De sprekers gebruiken de beeldentaal om het denken van de mensen te
beïnvloeden en hen een bepaalde visie op de werkelijkheid op te dringen. Deze masterproef
kiest voor dezelfde opzet als Charteris-Black (2011), maar past de conceptuele
metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) toe op het Vlaamse politieke taalgebruik. Het
volgende hoofdstuk geeft een eerste aanzet voor het latere praktijkonderzoek en beschrijft
de concrete operationalisering, te beginnen bij een stand van zake van het onderzoeksveld.
29
Hoofdstuk 4: Operationalisering
4.1 Een stand van zaken
In 2011 publiceerde Cammaerts een artikel over het strategische gebruik van metaforen
tijdens de Vlaamse regeringsonderhandelingen van 2007. De focus van zijn analyse ligt op
het nationalistische/separatistische thema dat het Belgische politieke discours blijft
domineren (Cammaerts, 2011, p.15-16). Hij focust daarbij niet enkel op het taalgebruik van
politici zelf, maar ook op de uitspraken van journalisten en experten in de politieke
berichtgeving. Door middel van zijn analyse wil hij aantonen dat metaforen nooit zomaar
worden gebruikt maar dat er achter de beeldentaal steeds een politieke intentie en een
verborgen agenda schuilgaat:
“De metaforen zijn containers vol met evidente en meer verborgen
betekenissen en worden gebruikt met zeer precieze strategische politieke
doeleinden (Cammaerts, 2011, p. 22).”
Cammaerts (2011) werkt in het artikel vijf soorten metaforen uit, die hij linkt aan vijf
dominante frames, die door de politieke spelers worden gebruikt om de communautaire
thema’s aan te kaarten. Die vijf categorieën zijn sportmetaforen, de zwartepietmetafoor,
oorlogsmetaforen, culinaire metaforen en transportmetaforen. De eerste categorie,
sportmetaforen, linkt Cammaerts (2011) aan het frame “politiek immobilisme” waarbij de
onderhandelaars ervan worden beschuldigd te surplacen of verlengingen te spelen. De
sporttermen
verduidelijken
zo
de
situatie
aan
de
onderhandelingstafel.
De
zwartepietmetafoor, ten tweede, wordt gebruikt om de schuld van de mislukte
onderhandelingen steeds naar de anderen door te schuiven, net zoals in het kaartspel.
De oorlogsmetafoor of frontmetafoor, ten derde, hoort bij het frame “eenheid aan Vlaamse
zijde”. Al diegenen die vechten voor de Vlaamse zaak verenigen zich namelijk in één front
tegen de vijand (Cammaerts, 2011, p.18-22). Een voorbeeld van de culinaire metafoor, de
vierde categorie, is de mayonaisemetafoor, zoals in de mayonaise die niet pakt. De politieke
spelers willen zo de complexiteit van het onderhandelingsproces benadrukken en
verantwoorden waarom er nog geen regering is gevormd. Binnen de transportmetaforen, tot
slot, is vooral de landingsbeeldspraak erg populair. Die wijst erop dat het einde van de
onderhandelingen in zicht is (Cammaerts, 2011, p.21-22).
30
Veel eerder al, in 1987, schreef ook De Landtsheer een uitvoerige analyse van de politieke
beeldentaal in de Vlaamse media. Haar centrale stelling is dat er een duidelijke correlatie
bestaat tussen de gehanteerde metaforen en de maatschappelijke omstandigheden waarin
die zijn ingebed. De Landtsheer (1987)’s onderzoek toont namelijk aan dat in tijden van crisis
vooral “onheilsbeeldspraak” en “medische beeldspraak” erg populair zijn. Die spelen immers
nauw in op enerzijds de angstgevoelens die een crisis met zich meebrengt, en anderzijds de
nood aan een herstelbeleid (De Landtsheer, 1987, p.34-35). De term ‘onheilsbeeldspraak’
verwijst immers naar metaforen die aansluiten bij thema’s zoals de dood, ziekte en verval,
terwijl de medische beeldspraak doelt op alle beelden rond ziekte en genezing (De
Landtsheer, 1987, p.34).
Daarnaast wijst De Landtsheer (1987) nog vier andere soorten metaforen aan, die binnen
het
Vlaamse
politieke
discours
erg
frequent
zijn,
namelijk
volkse
beeldspraak,
natuurmetaforiek, politieke metaforen en beeldspraak van sport en spel (De Landtsheer,
1987, p.36-39). Volkse beeldspraak zijn volgens De Landtsheer (1987) de metaforen uit het
dagelijkse leven. Het gaat daarbij om beelden die op regelmatige basis in de omgangstaal
voorkomen, zoals spreekwoorden of Bijbelse uitdrukkingen (De Landtsheer, 1987, p.36).
Natuurmetaforiek daarentegen steunt op beelden uit de natuurlijke wereld rondom ons. Die
kan dan soms als een heilige wereld worden voorgesteld, als tegenhanger voor de verdorde
maatschappij. Politieke metaforen, ten derde, zijn een erg verfijnde en creatieve vorm van
beeldspraak waarbij “politiek en techniek op ingenieuze wijze” worden verweven met elkaar.
Voorbeelden hiervan zijn een monument van politiek bedrog of de spil van het muntsysteem
(De Landtsheer, 1987, p.37-38). Beeldspraak van sport en spel, tot slot, is een beeldentaal
die bij alle sociale lagen van de bevolking gemakkelijk zijn ingang vindt. Het thema is immers
erg populair bij een breed publiek. Dat maakt de sport- en spelmetaforen bijzonder
interessant voor de politieke sprekers (De Landtsheer, 1987, p.39).
In 1992 paste Sabine Schellens (KU Leuven) de analyse van De Landtsheer (1987) toe op
een speech van SP-voorzitter Louis Tobback. Schellens (1992) koos zeer bewust voor een
toespraak uit een crisiscontext om zo de frequentie van onheilsbeeldspraak en medische
beeldspraak te kunnen nagaan. Haar onderzoek bevestigde de hypothesen van De
Landtsheer (1987) en toonde een duidelijke correlatie tussen de tijdsgeest en het politieke
metafoorgebruik (Schellens, 1992, p.96). Het praktijkonderzoek van Schellens (1992) blijft
echter beperkt aangezien het corpus slechts één politieke toespraak bevat.
31
Heel anders is de masterproef van Sanne Du Grenier (2011) die voor haar onderzoek - net
zoals Cammaerts (2011) - het metafoorgebruik rond de Belgische politieke impasse verder
uitdiept. Daarbij spitst ze zich toe op het conceptuele metafoordomein POLITIEK IS
DIVERTISSEMENT. Du Gernier (2011) gaat zo na hoe de politieke berichtgeving wordt
gespiegeld aan verschillende vormen van entertainment. De centrale onderzoeksvraag van
die masterproef is echter grotendeels methodologisch van aard. Du Gernier (2011) focust
namelijk op de werkbaarheid van identificatiemethodes aan de hand van Van Dalewoordenboeken. De retorische bespreking van de politieke metaforen blijft echter eerder
beperkt (Du Grenier, 2011, p.1-2).
Deze masterproef kiest daarentegen wel voor een retorische analyse van de Vlaamse
politieke metaforen en gaat - net zoals Cammaerts (2011) en De Landtsheer (1987) - op
zoek naar de metaforische brondomeinen van de Vlaamse politieke beeldentaal. Bovendien
wordt het corpus - in vergelijking met het onderzoek van Schellens (1992) – sterk uitgebreid
en toegespitst op spontaan, gesproken taalgebruik. Zo kiest deze masterproef voor een
nieuwe
invalshoek
binnen
het
onderzoeksveld.
Een
verdere
uitdieping
van
de
onderzoeksvragen, het materiaal en de methode volgt in de rest van dit hoofdstuk.
4.2 Onderzoeksvraag en hypothesen
Eerst en vooral onderzoekt deze masterproef welke beelden de Vlaamse politici gebruiken
om hun boodschappen te framen. Lakoff & Johnson (1980) merken immers op hoe mensen
de dagelijkse werkelijkheid systematisch structureren aan de hand van conceptuele
metaforen. Daarbij wordt het ene ervaringsdomein steeds begrepen in het licht van het
andere. Dit onderzoek wil de Vlaamse politieke beeldentaal karakteriseren en gaat daarom
op zoek naar de onderliggende brondomeinen achter de politieke metaforen. Net zoals in het
onderzoek van Charteris-Black (2011) koppelt deze masterproef daar ook een retorische
analyse aan, die de functies van de gebruikte metaforen moet blootleggen.
De eerste hypothese van deze paper stelt dan ook dat uit de corpusanalyse enkele centrale
beelden naar voren zullen komen die de Vlaamse politieke taal beschrijven. Toch zal de
relatieve frequentie van die verschillende structuurmetaforen waarschijnlijk beperkt blijven
aangezien dit onderzoek – in tegenstelling tot Charteris-Black (2011) – focust op spontaan,
gesproken taalgebruik. Dat is een heel andere context dan politieke toespraken, die wel tot in
de puntjes worden voorbereid en waarbij vaak zeer bewust over de gebruikte metaforen
wordt nagedacht.
32
Ten tweede vergelijkt dit onderzoek het metafoorgebruik van de Vlaamse politici tijdens de
verkiezingen van 1995 en 2014. Dat gebeurt zowel op kwantitatief en als op kwalitatief
niveau. Enerzijds gaat deze masterproef na of de politieke sprekers nu meer metaforen
gebruiken dan vroeger. Anderzijds wordt ook het karakter en de aard van de gebruikte
metaforen onderzocht en vergeleken. Volgens onder andere Strömback (2008) en Van Aelst
(2014) is het (Vlaamse) politieke domein namelijk sterk gemediatiseerd en heeft de media
logic ondertussen de bovenhand genomen. Een boodschap moet daarom steeds
aantrekkelijker zijn en daar zijn metaforen een belangrijk hulpmiddel voor.
De tweede hypothese van deze masterproef stelt dan ook dat de politici tijdens de
verkiezingen van 2014 niet alleen meer metaforen zullen gebruiken, maar ook meer zullen
terugvallen op communicatieve strategieën zoals framing, aangezien die volgens De Bruijn
(2014) in de huidige politieke communicatie erg frequent worden gebruikt. Bovendien
verwacht dit onderzoek dat ook de aard van de gebruikte metaforen op twintig jaar tijd sterk
is veranderd onder invloed van de gemediatiseerde context. De beeldspraak zal
waarschijnlijk creatiever zijn in 2014 dan in 1995, aangezien het voor de sprekers steeds
moeilijker is de aandacht van het publiek te trekken (zie Hoofdstuk 1).
4.3 Materiaal
4.3.1 Verantwoording
De focus van deze masterproef ligt op de Belgische federale verkiezingen van 1995 en 2014.
Die afbakening levert een vastomlijnd corpus op en zorgt ervoor dat er in de beeldarchieven
gericht kan worden gezocht naar gepast materiaal. Bovendien zijn de verkiezingsperiodes
politiek bijzonder interessant aangezien de partijen net dan hun standpunten zo duidelijk
mogelijk proberen te formuleren. Concreet bestaat het corpus uit beeldfragmenten van
verkiezingsdebatten op de Vlaamse openbare omroep (VRT). Het beeldmateriaal beperkt
zich tot programma’s van de openbare omroep, om de praktische reden dat die haar
volledige beeldarchief ter beschikking stelt van onderzoekstudenten. Geschreven materiaal
en audiomateriaal vallen buiten het bestek van deze masterproef.
Het corpus voor de verkiezingen van 2014 bestaat uit verkiezingsdebatten van De Zevende
Dag en Terzake14. Ook voor de verkiezingen van 1995 werden uitzendingen van De
Zevende Dag geanalyseerd, aangevuld met enkele grote debatten die naar aanleiding van
de verkiezingen werden uitgezonden. Het corpus van 1995 is echter iets kleiner dan dat van
2014 aangezien het aanbod aan verkiezingsprogramma’s op twintig jaar tijd sterk is
gestegen. De bekeken fragmenten zijn bijgevolg slechts een steekproef uit de volledige
verkiezingsprogrammatie van 2014. Door de beperkingen van het onderzoek is het namelijk
33
niet mogelijk al het beschikbare materiaal te analyseren. Voor 2014 beperkt deze paper zich
daarom tot 10 minuten aan beeldmateriaal per debat. Voor 1995 ligt die grens op 15 minuten
per debat, om het veel lagere aantal aan debatten in die periode te compenseren.
Het is bovendien niet gemakkelijk om bij het samenstellen van het corpus een goede
verdeling te vinden tussen de verschillende politieke spelers en partijen. Sommige partijen,
zoals Open Vld, sturen immers vaak dezelfde boegbeelden naar de televisiedebatten.
Daarnaast zijn kleinere partijen, zoals Vlaams Belang en Groen, ook vaak minder
vertegenwoordigd dan CD&V, Open Vld, sp.a en N-VA. Dat is dan ook te zien in de verdeling
van het uiteindelijke corpus. PVDA en LDD vallen volledig buiten het bestek van deze
masterproef aangezien die partijen slechts sporadisch aan de televisiedebatten kunnen
deelnemen. Diezelfde opmerking geldt ook voor de verkiezingen van 1995.
Deze masterproef wil een zo actueel mogelijk beeld schetsen van het Vlaamse politieke
metafoorgebruik en daarom zijn de meest recente Belgische federale verkiezingen van 2014
een erg voor de hand liggende keuze. De keuze voor de verkiezingen van 1995 ligt echter
iets anders. Aangezien deze masterproef twee uiteenlopende politieke periodes wilde
vergelijken, was het in de eerste plaats noodzakelijk voldoende terug te keren in de tijd. De
keuze viel daarbij op de jaren negentig omdat in die periode een heel andere generatie
politici aan het werk was dan nu, namelijk de generatie Dehaene-Verhofstadt-Tobback.
Daarnaast was het praktisch gezien ook erg moeilijk nog verder terug te gaan aangezien er
van die oudere periodes slechts weinig beeldmateriaal beschikbaar is. Bijgevolg bleven
uiteindelijk enkel de federale verkiezingen van 1995 en 1999 over. De verkiezingen van 1999
geven mogelijk een vertekend beeld van de Vlaamse politieke beeldentaal omdat die periode
werd overschaduwd door de dioxinecrisis. Uiteindelijk viel de keuze op de verkiezingen van
1995, die wel een representatief beeld schetsen van het politieke discours uit de jaren
negentig. Het volgende onderdeel geeft een korte contextualisering van beide verkiezingen.
4.3.2 Federale verkiezingen 1995
De federale verkiezingen van 1995 vonden plaats op zondag 21 mei. De kiezers trokken
toen niet alleen naar de stembus voor Kamer en Senaat, maar voor het eerst was er ook een
rechtstreekse verkiezing van de deelparlementen. Sinds de vierde staatshervorming van
1993 was België namelijk officieel een federale staat (Alle staatshervormingen op een rijtje,
19.07.2012). Oorspronkelijk zouden de verkiezingen van 1995 pas in november
plaatsvinden, maar door het befaamde Agusta-schandaal besliste toenmalig premier JeanLuc Dehaene (CVP) de verkiezingen te vervroegen. Hij hoopte zo dat het schandaal de
campagne niet zou overschaduwen (Dehaene, 2012, p.596). Speurders waren namelijk op
verdachte financieringen gebotst die PS en SP hadden ontvangen. Het gerecht vermoedde
34
dat de Italiaanse helikopterbouwer Agusta smeergeld aan de socialistische partijen had
betaald om zo een contract binnen te rijven (Barrez, 02.08.2012).
Grote uitdager van de twee Vlaamse regeringspartijen was VLD onder leiding van Guy
Verhofstadt. De vernieuwde liberale partij wilde de kloof met de burger dichten door te
streven naar een “burgerdemocratie” waarin de “bemoeizucht” van de staat zo klein mogelijk
bleef. VLD wilde zo opnieuw meer inspraak en zeggenschap bieden aan de kiezer
(Beginselverklaring 1992, 15.11.1992). Om die nieuwe boodschap kracht bij te zetten,
publiceerde Verhofstadt drie Burgermanifesten (Burgermanifesten, sine dato). Die boekjes
waren een aanklacht tegen de huidige regering en een oproep voor een nieuw politiek
bewind. De socialistische modellen hadden volgens Verhofstadt gefaald (Blommaert, 2001,
p.27).
Als reactie op de aanklacht van Verhofstadt, trok SP naar de kiezer met de slogan “SP: Uw
sociale zekerheid”. Volgens voorzitter Louis Tobback was de SP nodig in de federale
regering om de sociale zekerheid en de gewone man te beschermen (Mortier, 03.04.2007).
Tegen alle verwachtingen in slaagde Tobback erin om het Agusta-schandaal buiten de
campagnemuren te houden. Ook CVP trok in haar verkiezingscampagne expliciet ten strijde
tegen het nieuwe liberale bewind van Verhofstadt: “Liever tweemaal Dehaene, dan eenmaal
Verhofdstadt” luidde de verkiezingsslogan van de partij (De Ridder, 1996, p.187). Premier
Dehaene profileerde zich tijdens de campagne als de drijvende kracht achter de Belgische
regering: “De tocht is moeilijk, de gids ervaren (Dehaene, 2012, p.602).”
De uiteindelijke verkiezingsuitslag van 1995 was weinig verrassend. De twee Vlaamse
regeringspartijen hielden stand en VLD slaagde er niet in de coalitie op te breken. De partij
van Verhofstadt was eigenlijk de grote winnaar van de verkiezingen, maar toch stelde de
liberalen zich op als het verliezende kamp, aangezien de partij opnieuw in de oppositie
belandde (De Ridder, 1996, p.190-191). Het extreemrechtse Vlaams Blok - dat tijdens de
verkiezingen van 1991 een monsterscore had behaald - ging ook in 1995 opnieuw gestaag
vooruit. Toch was de uitslag in vergelijking met de “zwarte zondag” van 1991 niet verbluffend
(De Ridder, 1996, p.190). Op 23 juni 1995 legde de regering-Dehaene II haar eed af met
opnieuw CVP en SP als Vlaamse tandem (Dehaene, 2012, p.606-607).
4.3.3 Federale verkiezingen 2014
De federale verkiezingen van 25 mei 2014 werden ook wel de ‘moeder aller verkiezingen’
genoemd. Het was namelijk de eerste keer in de Belgische geschiedenis dat zowel de
federale, regionale als de Europese verkiezingen samenvielen (Verkiezingen 2014 Brussel,
sine dato). De aftredende regering-Di Rupo I – met coalitiepartners CD&V, Open Vld en sp.a
35
aan Vlaamse kant – had er een erg hobbelig parcours opzitten. Pas na 545 dagen
onderhandelen, wisten de partijen een regeringsakkoord te bereiken, weliswaar zonder
verkiezingsoverwinnaar N-VA. De partij van Bart De Wever stapte uit de federale
onderhandelingen en zetelde de afgelopen vier jaar enkel op Vlaams niveau in de regering
(Regeringsonderhandelingen: een cavalerie van 545 dagen, 10.12.2011).
Onder leiding van verkiezingsboegbeeld De Wever trok N-VA op 25 mei 2014 naar de kiezer
met de slogan “Verandering voor vooruitgang”. Het zogenaamde ‘Plan V’ was een
regelrechte aanklacht tegen het socialistische PS-model: N-VA bood de kiezer naar eigen
zeggen een alternatief voor het wanbeleid van de traditionele partijen (N-VA, 2014).
Daarnaast hechtte de partij ook veel belang aan communautaire thema’s. In haar
verkiezingsprogramma
streefde
N-VA
immers
expliciet
naar
een
doorgedreven
confederalistische hervorming van het politieke stelsel (N-VA, 2014).
Als antwoord op dat wij/zij-denken, lanceerde CD&V het 3D-plan dat focuste op
Duidelijkheid, Doelgerichtheid en Duurzaamheid (CD&V, 2014, p.11). In tegenstelling tot de
polemische houding van N-VA, zocht CD&V op die manier naar evenwicht en
standvastigheid (3D-plan, 2014, p.11). Geen doorgedreven confederalisme, maar wel het
uitwerken van een gematigdere zesde staatshervorming was voor de partij een prioriteit (3Dplan, 2014, p.15). Het programma van CD&V bleek echter niet opgewassen tegen dat van de
Vlaams-nationalistische partij en de christendemocraten moest uiteindelijk de duimen leggen
voor de ploeg van Bart De Wever (Kamer: lijst resultaten, 06.06.2014).
Open Vld was in tegenstelling tot de verkiezingen van 1995 deze keer geen oppositiepartij
maar zetelde de afgelopen legislatuur in de regering. De liberalen positioneerden zich tijdens
de verkiezingen van 2014 bovendien als enige échte liberale partij in Vlaanderen. In haar
boek De geëngageerde burger nam partijvoorzitster Gwendoline Rutten namelijk expliciet
afstand van het nationalistische programma van N-VA (Bouteca, 2014, p.162). Tevergeefs,
zo bleek, want de verkiezingsuitslag van Open Vld was teleurstellend. Op federaal niveau
bleef de partij steken op minder dan 10 procent (Kamer: lijst resultaten, 06.06.2014).
Ook voor sp.a. bleven de verkiezingsuitslagen beneden de verwachtingen. De partij
behaalde een score van slechts 8,9 procent. Dat is een historisch laag percentage (IBZ,
06.06.2014). De Vlaamse socialisten hadden zich tijdens de campagne nochtans
uitgesproken links gepositioneerd met het verkiezingsprogramma “Sociale Welvaart”
(Programma sp.a Verkiezingen, 22.02.2014, p.9-10). Dat bleek echter niet voldoende want
voor het eerst in twintig jaar belandde sp.a in de oppositie. De nieuwe regering-Michel I onder leiding van premier Charles Michel – bestaat nu aan Vlaamse kant uit N-VA, CD&V en
Open Vld (Bruggeman, F. & Saerens, Z., 08.10.2014).
36
4.4 Methode
4.4.1 Conceptuele metafooranalyse
Het onderzoek van deze masterproef kiest voor dezelfde opzet als Charteris-Black (2011) en
past de conceptuele metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) toe op het Vlaamse
politieke taalgebruik. Kort samengevat stellen de taalkundigen dat een metafoor geen
individuele term is, maar wel een onderliggend conceptueel systeem aan de hand waarvan
de mensen de werkelijkheid structureren (zie Hoofdstuk 2). Zoals eerder aangegeven, is het
door de beperkingen van het onderzoek echter niet mogelijk de volledige metafoortheorie op
het corpus toe te passen. Daarom spitst deze masterproef zich toe op het beschrijven van
structuurmetaforen die de Vlaamse politieke beeldentaal karakteriseren.
Lakoff & Johnson (1980) definiëren een structuurmetafoor namelijk als een vorm van
beeldspraak waarbij het ene concept wordt gestructureerd in termen van het andere (zie
Hoofdstuk 2). Een politicus kan zo aan de hand van de metaforen het politieke beleid
vergelijken met een ander ervaringsdomein. Dat maakt de abstracte begrippen niet alleen
aantrekkelijker, maar geeft het publiek ook de kans zijn kennis over andere maatschappelijke
domeinen te gebruiken bij het begrijpen van de boodschap. Zo wil deze paper onderzoeken
hoe structuurmetaforen kunnen worden gebruikt om een boodschap te framen.
Concreet verloopt die analyse aan de hand van enkele stappen. Eerst en vooral worden de
aanwezige metaforen in het beeldmateriaal geïdentificeerd. Basiscriterium hiervoor is de
definitie van Van Gorp, Delabastita & Ghesquiere (2007). Die definiëren een metafoor als
een vorm van beeldspraak waarbij het ene woord in de plaats van het andere wordt gebruikt,
op basis van een betekenisovereenkomst of semantisch contrast (zie Hoofdstuk 2). Bij het
identificeren van de metaforen in het corpus, vraagt deze masterproef zich dus steeds af of
een woord gebruikt wordt in zijn letterlijke of figuurlijke betekenis. Versteende metaforen die
volledig in het politieke jargon zijn ingedaald, vallen echter buiten het bestek van dit
onderzoek.
Voorbeelden
hiervan
zijn
indexsprong,
welvaartsenveloppe,
vergrijzing,
economische groei en arbeidsmarkt. Die zijn namelijk zo ingeburgerd in het politieke
taalgebruik dat ze nog moeilijk als metaforen kunnen worden geïnterpreteerd. Deze
masterproef focust dan ook op het gebruik van metaforen als retorische strategie.
37
Als tweede stap in het onderzoek worden de geïdentificeerde metaforen aan verschillende
brondomeinen of source domains gelinkt. Inspiratie hiervoor haalt deze masterproef uit de
metafooropdelingen van De Landtsheer (1987) en Cammaerts (2011) (zie Hoofdstuk 4). Dat
levert de onderstaande lijst aan categorieën op: onheilsbeeldspraak, medische beeldspraak,
natuurmetaforiek, politieke metaforen, volkse beeldspraak, beeldspraak van sport en spel,
oorlogs-
en
gevechtsmetaforen,
culinaire
metaforen,
zwartepietmetafoor
en
transportmetaforen. Deze masterproef baseert zich echter niet blindelings op de bestaande
literatuur, maar brengt zelf enkele aanpassingen binnen die lijst aan.
Eerst en vooral valt de categorie ‘zwartepietmetafoor’ buiten het bestek van dit onderzoek.
De categorie is namelijk erg specifiek gelinkt aan de politieke impasse die Cammaerts (2011)
onderzoekt. Ten tweede breidt deze paper de categorie ‘politieke metaforen’ van De
Landtsheer (1987) verder uit tot de categorie ‘technische metaforen’. Deze masterproef kiest
er namelijk voor om de oorspronkelijke definitie te veralgemenen tot alle metaforische
uitdrukkingen die betrekking hebben op de relatie tussen politiek en techniek (de Landtsheer,
1987, p.38). Het uitermate creatieve en ingenieuze karakter van metafoorcategorie is slechts
van secundair belang (zie Hoofdstuk 4).
Tot slot wordt de bovenstaande lijst ook aangevuld met drie extra categorieën, waarvan twee
uit andere theoretische bronnen en één eigen categorie. Ten eerste voegt deze paper de
categorie ‘reismetaforen’ aan de brondomeinenlijst toe. Dat brondomein is gebaseerd op de
categorie journey metaphors uit het werk van Charteris-Black (2011), die de reismetaforen
namelijk in ieder van de geanalyseerde speeches aanhaalt als een centrale categorie.
Daarom verwacht dit onderzoek de reismetafoor ook in het Vlaamse politieke taalgebruik
terug te vinden. Ten tweede wordt ook de categorie ‘personificaties’ toegevoegd. Het tweede
hoofdstuk van deze masterproef definieerde die vorm van beeldspraak immers als een
subcategorie van metaforen. Ten derde stelt deze masterproef zelf ook één nieuwe categorie
op, namelijk ‘lichaams- en handelingsmetaforen’. Uit een eerste analyse van het
corpusmateriaal bleek namelijk dat de Vlaamse politici het bestuur soms voorstellen als een
opeenvolging van fysieke bewegingen die ze met hun eigen lichaam uitvoeren. Ze proberen
bijvoorbeeld greep te krijgen op de dingen of ze proberen bepaalde ideeën los te laten. Een
verdere bespreking van die categorie volgt later. De tabel op de volgende pagina biedt een
korte samenvatting van de geselecteerde brondomeinen.
38
Onheilsmetaforen
Medische metaforen
Natuurmetaforiek
Technische metaforen
Volkse beeldspraak
Sport- en spelmetaforen
Oorlogs- en gevechtsmetaforen
Transportmetaforen
Culinaire metaforen
Reismetaforen
Personificatie
Lichaams- en handelingsmetaforen
Andere
Tabel 1: Brondomeinen
In de laatste stap van het onderzoek probeert deze masterproef binnen het geanalyseerde
corpus enkele onderliggende structuurmetaforen te beschrijven. Dat gebeurt door
verschillende brondomeinen aan elkaar te linken tot grotere gehelen. Zo wil dit onderzoek de
beeldentaal van de Vlaamse politiek karakteriseren. Een belangrijke opmerking hierbij is dat
het om een creatieve analyse van het corpus gaat. Ander beeldmateriaal of een andere
invalshoek zullen de resultaten ongetwijfeld beïnvloeden.
4.4.2 Diachroon onderzoek
De tweede onderzoeksvraag van deze masterproef – namelijk de vergelijking tussen de
verkiezingen van 1995 en 2014 – is gebaseerd op zowel een kwantitatieve als een
kwalitatieve analyse van het corpus. Enerzijds wordt het cijfermateriaal uit beide corpussen
aan elkaar getoetst om zo de frequentie van de metaforen met elkaar te vergelijken.
Anderzijds
maakt
het
onderzoek
ook
een
kwalitatieve
vergelijking
tussen
de
verkiezingsperiodes. Een gedetailleerde analyse van de geïdentificeerde metaforen moet de
verschillen en gelijkenissen tussen 1995 en 2014 blootleggen. Concreet onderzoekt deze
masterproef of dezelfde structuurmetaforen in beide corpussen terug te vinden zijn en of het
concept framing dus ook twintig jaar geleden al in de praktijk terug te vinden was. De
conceptuele metafooranalyse die in het vorige onderdeel al uitvoerig werd beschreven, zit
bijgevolg ook sterk verweven in de methode van het diachroon onderzoek.
39
Hoofdstuk 5: Analyse en resultaten
5.1 Verkiezingen 1995
5.1.1 Analyse
Het corpus voor de verkiezingen van 1995 bestaat uit uitzendingen van de VRTprogramma’s De Zevende Dag en Verkiezingsdebatten. Concreet worden van De Zevende
Dag de afleveringen van 30 april, 7 mei en 14 mei 1995 geanalyseerd. Voor de
Verkiezingsdebatten gaat het om de uitzendingen van 12, 15, 16, 17, 18 en 19 mei 1995. In
dat programma ontvangt presentator Dirk Sterckx telkens twee politici van verschillende
partijen. Die beantwoorden vragen van het publiek en het panel, dat bestaat uit Guy
Janssens en Siegfried Bracke. De kleinere partijen, Agalev, Volksunie en Vlaams Belang,
gaan niet in debat met elkaar, maar krijgen een eigen uitzending toebedeeld.
Het corpus bestaat bij benadering uit 129 minuten aan beeldmateriaal en in totaal wordt het
taalgebruik van twintig politici geanalyseerd. De onderstaande tabel geeft een overzicht van
de grootte van het corpus en het aantal informanten per partij:
Spreektijd (min.) Aantal informanten
CVP
28
6
SP
26,5
4
VLD
27
4
Vlaams Blok
18
2
Volksunie
21
2
Agalev
8,5
2
Totaal
129
20
Tabel 2: Corpus 1995
Het was echter niet eenvoudig een evenwichtig corpus samen te stellen. De verschillende
politieke partijen zijn namelijk niet allemaal even sterk vertegenwoordigd tijdens de
verkiezingsdebatten. CVP, VLD en SP krijgen opvallend meer spreektijd dan Agalev,
Volksunie en Vlaams Blok. Vooral de Volksunie is in het onderzochte corpus erg beperkt
aanwezig. Dat komt omdat het Verkiezingsdebat met Bert Anciaux blijkbaar verloren is
gegaan tijdens de digitalisering van het VRT Beeldarchief. Er is dan ook minder
beeldmateriaal voor die partij beschikbaar.
40
Een tweede belangrijke opmerking is dat het cijfermateriaal slechts bij benadering is
vastgesteld. De resultaten die in het volgende onderdeel zullen worden besproken, moeten
dan ook vanuit het juiste perspectief worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Tot slot is het
ook belangrijk op te merken dat het cijfermateriaal steeds met getallen, en niet in woorden,
zal worden weergegeven om het geheel overzichtelijker te maken.
5.1.2 Resultaten
Het totaal aantal geïdentificeerde metaforen in het geanalyseerde corpus is 193. Meer
specifiek zijn dat er 30 bij CVP-politici, 36 bij SP, 43 bij VLD, 24 bij Vlaams Blok, 17 bij de
Volksunie en 43 bij Agalev. Rekening houdend met de omvang van het corpus, levert dat
een gemiddelde op van bij benadering 1,5 metaforen per minuut. Kleine partijen Agalev en
Volksunie scoren het hoogst met een resultaat van 2 metaforen per minuut. Van alle
traditionele partijen, gebruikt VLD de meeste metaforen met een gemiddelde van 1,6
metaforen per minuut. SP en CVP behalen een resultaat van respectievelijk 1,4 metaforen
en 1,1 metafoor per minuut. Het Vlaams Blok, tot slot, bengelt ook onderaan de lijst met een
gemiddelde van 1,3 metaforen per minuut.
Wanneer diezelfde analyse individueel per politicus wordt uitgevoerd, blijkt dat binnen de
CVP-informanten Luc Van den Brande het hoogste gemiddelde behaalt met een score van
2,4 metaforen per minuut. Bij VLD is dat Dirk van Mechelen met 2 metaforen per minuut.
Voor de SP staan Frank Vandenbroucke en Norbert De Batselier op gelijke hoogte met een
resultaat van 1,5 metaforen per minuut. Joris Van Hauthem scoort het best bij Vlaams Blok
met 2,7 metaforen per minuut. Johan Sauwens voert de lijst aan bij de Volksunie met een
gemiddelde van 3,6 metaforen. Hij behaalt bovendien het hoogste resultaat van alle Vlaamse
politici binnen dit onderzoek. Van de Agalev-politici, tot slot, scoort Vera Dua het hoogst met
2,3 metaforen per minuut. De onderstaande tabellen geven een overzicht per informant:
CVP
Miet Smet
Luc Van den Brande
Herman Van Rompuy
Johan Van Hecke
Paul Staes
Jean-Luc Dehaene
Totaal
Spreektijd (min.)
4
2,5
5,5
5
5
6
28
Tabel 3: Resultaten CVP 1995
Metaforen
1
6
7
7
3
6
30
Gemiddelde (per minuut)
0,25
2,4
1,3
1,4
0,6
1
1,1
41
SP
Frank Vandenbroucke
Eddy Baldewijns
Louis Tobback
Norbert De Batselier
Totaal
Spreektijd (min.)
6
2,5
12
6
26,5
Metaforen
9
2
16
9
36
Gemiddelde (per minuut)
1,5
0,8
1,3
1,5
1,4
Metaforen
9
2
11
21
43
Gemiddelde (per minuut)
2
0,8
1,5
1,7
1,6
Metaforen
12
12
24
Gemiddelde (per minuut)
0,9
2,7
1,3
Metaforen
9
8
17
Gemiddelde (per minuut)
3,6
1,3
2
Metaforen
25
18
43
Gemiddelde (per minuut)
1,9
2,3
2,04
Tabel 4: Resultaten SP 1995
VLD
Dirk Van Mechelen
André Denys
Rik Daems
Guy Verhofstadt
Totaal
Spreektijd (min.)
4,5
2,5
7,5
12,5
27
Tabel 5: Resultaten VLD 1995
Vlaams Blok
Filip De Winter
Joris Van Hauthem
Totaal
Spreektijd (min.)
13,5
4,5
18
Tabel 6: Resultaten Vlaams Blok 1995
Volksunie
Johan Sauwens
Bert Anciaux
Totaal
Spreektijd (min.)
2,5
6
8,5
Tabel 7: Resultaten Volksunie 1995
Agalev
Jos Geysels
Vera Dua
Totaal
Spreektijd (min.)
13
8
21
Tabel 8: Resultaten Agalev 1995
42
Vervolgens worden de geïdentificeerde metaforen opgedeeld aan de hand van de in het
voorgaande hoofdstuk opgesomde brondomeinen. De onderstaande tabel geeft hiervan een
overzicht. Pas in het volgende onderdeel worden de resultaten besproken en geanalyseerd.
Onheilsmetaforen
Medische metaforen
Natuurmetaforiek
Technische metaforen
Volkse beeldspraak
Sport- en spelmetaforen
Oorlogs- en gevechtsmetaforen
Transportmetaforen
Culinaire metaforen
Reismetaforen
Personificatie
Lichaams- en handelingsmetaforen
Andere
Containermetaforen
Totaal
0
9
8
22
47
8
23
3
3
11
9
19
23
8
193
Tabel 9: Resultaten brondomeinen 1995
5.1.3 Interpretatie
Een eerste opmerking bij de resultaten van het praktijkonderzoek is de opvallend hoge score
van Volksunie en Agalev. Met een score van 2 metaforen per minuut zitten beide partijen
ruim boven het gemiddelde van 1,5 metaforen per minuut. Dat relatief hoge resultaat kan
echter te wijten zijn aan het beperkte corpus en het kleine aantal informanten voor beide
partijen. De individuele impact van sommige politici is bijgevolg erg groot.
Een tweede opmerking is de sterke score van VLD. Met een resultaat van 1,6 metaforen per
minuut scoort de partij hoger dan CVP en SP, die blijven steken op respectievelijk 1,1 en 1,4
metaforen per minuut. Het lijkt in eerste instantie verrassend dat net de liberale partij, die
tijdens de verkiezingen van 1995 de kloof met de kiezer wilde dichten, kiest voor een
beeldrijke taal. Die staat namelijk ver af van het dagelijkse taalgebruik. Volgens De
Landtsheer (1987) hebben metaforen echter ook een simplificerende functie. Aan de hand
van beeldspraak kunnen complexe en abstracte ideeën namelijk erg concreet worden
voorgesteld (zie Hoofdstuk 3). Dat zou eventueel een verklaring kunnen zijn voor het
frequente metafoorgebruik van VLD, die een zo eenvoudig mogelijke boodschap wilde
brengen om de burger dichter bij de politiek te betrekken. Die redenering valt echter verder
niet theoretisch te staven.
43
Een derde opmerking bij het cijfermateriaal is de erg lage score van Vlaams Blok. De partij
behaalt een resultaat van slechts 1,3 metaforen per minuut. Dat is de op één na laagste in
het onderzoek. De extreemrechtse partij lijkt dus voor een klare taal te kiezen, zonder een
opvallende stilistische verpakking. Dat zou aansluiten bij de rechtuit radicale boodschap van
Vlaams Blok, die zonder omwegen op het publiek wordt afgevuurd. Opnieuw is dat echter
slechts één mogelijke redenering en niet de enige sluitende verklaring.
Een vierde opmerking is de hoge score van het brondomein ‘volkse beeldspraak’. Met een
totaal van 47 tokens vormt die categorie bij benadering 25 procent (of één vierde) van het
totale metaforencorpus. Volgens De Landtsheer (1987) zijn die metaforen sterk ingeburgerd
in ons dagelijkse taalgebruik. Dat blijkt ook in de praktijk te kloppen. Zeker in spontaan,
gesproken taalgebruik doen sprekers op regelmatige basis beroep op conventionele beelden
en zegswijzen die in ons hoofd verankerd zitten. Voorbeelden hiervan uit het corpus zijn Dat
de Vlaamse kiezer het eerste, maar ook het laatste woord krijgt (Bijlage 1, De Zevende Dag
14/05/1995, 11:11:31) en Wij zijn nog zeer groen, maar niet meer achter de oren (Bijlage 1,
Verkiezingsdebat 12/05/1995, 00:13:10).
Na de bovenstaande analyse van het corpus van 1995, focust het volgende onderdeel op het
beeldmateriaal uit 2014. Dat cijfermateriaal wordt meteen vergeleken met dat van twintig jaar
geleden om zo een duidelijke karakterisering van beide verkiezingsperiodes op te stellen.
5.2 Verkiezingen 2014
5.2.1 Analyse
Het corpus van 2014 bestaat uit verkiezingsdebatten van de VRT-programma’s De Zevende
Dag en Terzake14. Meer specifiek worden in deze masterproef de uitzendingen van De
Zevende Dag van 27 april, 4 mei, 11 mei en 18 mei 2014 geanalyseerd. Voor Terzake14
gaat het om de uitzendingen van 12, 13, 14, 16, 19, 20, 21, 22 en 23 mei 2014. Het corpus
levert bij benadering 171 minuten aan beeldmateriaal op en in totaal komen 32 Vlaamse
politici in de fragmenten aan bod. De onderstaande tabel geeft een overzicht:
CD&V
sp.a
Open Vld
N-VA
Groen
Vlaams Belang
Totaal
Spreektijd (min.) Aantal informanten
31
6
32,5
7
29,5
5
Tabel 10: Corpus 2014
31,5
6
23
4
23,5
4
171
32
44
Net zoals bij de verkiezingen van 1995, is het ook hier niet gemakkelijk een goed evenwicht
te vinden tussen de verschillende partijen en politici. De kleinere partijen, zoals Groen en
Vlaams Belang, zijn namelijk minder vertegenwoordigd in de debatten. Opvallend is wel dat
de vroegere Volksunie is opgedoekt en herrezen onder de naam N-VA. Onder leiding van
boegbeeld Bart De Wever is de partij uitgegroeid tot de grootste in Vlaanderen. Dat heeft de
posities rond de debattafel sterk gewijzigd.
5.2.2 Resultaten
In totaal werden in het corpus van 2014 312 metaforen geteld. Meer specifiek gaat het om 51
metaforen in taaluitingen van CD&V-politici, 62 bij sp.a-sprekers, 60 bij Open Vld, 54 bij NVA, 44 bij Vlaams Belang en 41 bij partijleden van Groen. Dat levert bij benadering een
gemiddelde van 1,8 metaforen per minuut op. Naar boven afgerond gebruiken de Vlaamse
politici dus elke dertig seconden een metafoor. Het hoogst scoren sp.a en Open Vld met een
resultaat van 2 metaforen per minuut. Die worden op de voet gevolgd door Vlaams Belang
en Groen met een gemiddelde van respectievelijk 1,9 en 1,8 metaforen per minuut. CD&V en
N-VA behalen het laagste resultaat met 1,6 en 1,7 metaforen per minuut.
Van alle individuele informanten scoort CD&V-politicus Pieter De Crem het hoogst met 3,2
metaforen per minuut. Dat is beduidend meer dan het gemiddelde tijdens de
verkiezingsdebatten van 2014. Tweede in het rijtje is N-VA voorzitter Bart De Wever met 2,9
metaforen per minuut. Voor Groen scoort Meyrem Almaci het best met 2,7 metaforen per
minuut. Bij Open Vld is dat Gwendoline Rutten met 2,6 metaforen. Voorzitter Bruno Tobback
scoort binnen de socialistische informanten het hoogst met een gemiddelde van 2,4
metaforen. Filip De Winter, tot slot, voert de lijst bij Vlaams Belang aan met een gemiddelde
van 2 metaforen per minuut. De onderstaande tabellen geven een kort overzicht:
CD&V
Pieter De Crem
Kris Peeters
Koen Geens
Wouter Beke
Hilde Crevits
Marianne Thyssen
Totaal
Spreektijd (min.)
6
7,5
5
5,5
4
3
31
Tabel 11: Resultaten CD&V 2014
Metaforen
19
5
3
11
6
7
51
Gemiddelde (per minuut)
3,2
0,7
0,6
2
1,5
2,3
1,7
45
N-VA
Siegfried Bracke
Ben Weyts
Bart De Wever
Theo Francken
Jan Jambon
Liesbet Homans
Totaal
Spreektijd (min.)
6
4,5
7,5
4,5
5,5
3,5
31,5
Metaforen
8
7
22
6
9
2
54
Gemiddelde (per minuut)
1,3
1,6
2,9
1,3
1,6
0,6
1,7
Tabel 12: Resultaten N-VA 2014
sp.a
Bruno Tobback
Peter Vanvelthoven
Johan Vande Lanotte
Freya Vandenbossche
Ingrid Lieten
John Crombez
Caroline Genez
Totaal
Spreektijd (min.)
8
4,5
4
3
3,5
3
6,5
32,5
Metaforen
19
5
6
7
4
5
18
64
Gemiddelde (per minuut)
2,4
1,1
1,5
2,3
1,2
1,7
2,8
2
Tabel 13: Resultaten sp.a 2014
Open Vld
Annemie Turtelboom
Gwendoline Rutten
Alexander De Croo
Maggie De Block
Bart Somers
Totaal
Spreektijd (min.)
6
10
4
3
6,5
29,5
Metaforen
7
26
12
5
10
60
Gemiddelde (per minuut)
1,2
2,6
3
1,7
1,5
2
Metaforen
18
6
14
6
44
Gemiddelde (per minuut)
2
1,5
1,9
2
1,9
Tabel 14: Resultaten Open Vld 2014
Vlaams Belang
Filip De Winter
Chris Janssens
Gerolf Annemans
Barbara Pas
Totaal
Spreektijd (min.)
9
4
7,5
3
23,5
Tabel 15: Resultaten Vlaams Belang 2014
46
Groen
Wouter Van Besien
Meyrem Almaci
Kristof Calvo
Bart Staes
Totaal
Spreektijd (min.)
8
3
6
6
23
Metaforen
13
8
11
9
41
Gemiddelde (per minuut)
1,6
2,7
1,8
1,5
1,8
Tabel 16: Resultaten Groen 2014
Vervolgens worden de geïdentificeerde metaforen opgedeeld volgens de brondomeinenlijst
uit Hoofdstuk 4. De onderstaande tabel laat die resultaten zien. De bespreking en
interpretatie van dat cijfermateriaal volgt later in dit hoofdstuk.
Onheilsmetaforen
Medische metaforen
Natuurmetaforiek
Technische metaforen
Volkse beeldspraak
Sport- en spelmetaforen
Oorlogs- en gevechtsmetaforen
Transportmetaforen
Culinaire metaforen
Reismetafoor
Personificatie
Lichaamsmetaforen
Containermetaforen
Andere
Totaal
4
17
9
31
58
14
52
9
0
29
11
21
21
36
312
Tabel 17: Resultaten brondomeinen 2014
5.2.3 Interpretatie
Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van metaforen tijdens beide verkiezingsperiodes erg
frequent is. De Vlaamse politieke spelers lijken op regelmatige basis gebruik te maken van
beeldspraak om hun boodschap kracht bij te zetten. Het aantal metaforen ligt echter hoger
tijdens de verkiezingsdebatten van 2014. Toch is het verschil met 1995 kleiner dan op basis
van het theoretisch kader uit het eerste hoofdstuk werd verwacht. Volgens Strömback (2008)
zou de media logic namelijk steeds meer de bovenhand nemen op de political logic en dat
heeft volgens Van Aelst (2014) opvallende gevolgen voor de Vlaamse politieke
communicatie. De professionalisering van het discours neemt hierdoor toe en dat resulteert
47
in een steeds grotere aandacht voor de verpakking van de boodschap, merkt ook De Bruijn
(2014) op. De impact van die veranderingen op het Vlaamse politieke metafoorgebruik blijft
volgens deze masterproef echter relatief beperkt. Tijdens de recentste verkiezingen gaat het
immers om een gemiddelde van 1,8 metaforen per minuut, terwijl het oudere corpus een
resultaat van 1,5 metaforen per minuut oplevert. Toch is het belangrijk op te merken dat door
de beperkingen van het onderzoek slechts een relatief klein corpus kon worden
geanalyseerd. Een verdere analyse op basis van meer beeldmateriaal zou dan ook andere
resultaten kunnen opleveren. Dit onderzoek voert namelijk slechts een steekproef uit.
Een tweede opmerking bij de resultaten uit het corpus van 2014 is dat de verschillen tussen
de politieke partijen wel opvallend kleiner zijn dan twintig jaar geleden. Dat zou er eventueel
op kunnen wijzen dat het gebruik van metaforen ondertussen in het politieke discours van
elke Vlaamse politieke partij – ook de traditionele regeringspartijen - is doorgedrongen. De
media zijn bovendien opvallend meer aanwezig tijdens de verkiezingen van 2014. Het
aanbod aan verkiezingsdebatten is veel ruimer dan vroeger en dat uit zich dan ook in de
verdeling van het beeldmateriaal voor dit onderzoek.
Een derde opmerking is dat CD&V/CVP beduidend laag scoort in beide verkiezingsperiodes.
Tot twee keer toe staan ze helemaal onderaan de rangschikking. Een verklaring hiervoor ligt
in het erg gematigde karakter van de partij. Als centrumpartij willen de christendemocraten
immers een zo breed mogelijk publiek bereiken. Ze nemen geen extreme standpunten in,
wat ervoor zorgt dat ook het taalgebruik van CD&V gematigder is. Toch gebruiken de
partijleden opvallend meer metaforen dan twintig jaar geleden. De centrumpartij lijkt dus, net
zoals de andere partijen, haar taalgebruik aan de media aan te passen. De onderstaande
tabellen bieden ter verduidelijking per Vlaamse politieke partij een overzicht van het
gemiddelde aantal metaforen per minuut:
CD&V
N-VA
sp.a
Open Vld
Vlaams Belang
Groen
1,6
1,7
2
2
1,9
1,8
Tabel 18: Partijresultaten 2014
CVP
Volksunie
SP
VLD
Vlaams Blok
Agalev
1,1
2
1,3
1,5
1,3
1,8
Tabel 19: Partijresultaten 1995
48
Ook Vlaams Belang, sp.a en Open Vld gebruiken meer metaforen dan in 1995. Voor de
liberale partij is dat best opvallend aangezien die zich als regeringspartij nu gematigder
opstelt dan twintig jaar geleden. Groen/Agalev blijft relatief stabiel. N-VA, tot slot, gebruikt in
2014 iets minder metaforen dan Volksunie in 1995, al zijn beide partijen moeilijker te
vergelijken gezien de complexe partijgeschiedenis.
Een vierde algemene opmerking bij de resultaten uit 2014 is de hoge score van CD&Vpoliticus Pieter De Crem. Met een resultaat van 3,2 metaforen per minuut, stijgt hij ruim
boven de andere sprekers uit. Daarnaast is het ook opvallend dat de partijvoorzitters in vier
van de zes gevallen de hoogste individuele score behalen binnen hun partij. Niet alleen Bart
De Wever, maar ook Gwendoline Rutten, Bruno Tobback en Filip De Winter scoren het
sterkst. Tijdens de verkiezingen van 1995 was dat echter niet het geval en behaalden de
voorzitters slechts een gematigde score.
Een vijfde opmerking is opnieuw het hoge percentage van de categorie ‘volkse beeldspraak’.
Met een totaal van 58 tokens vormen de volkse zegswijzen bij benadering 18,5 procent van
het totale metafoorcorpus. Naar boven afgerond is dat ongeveer een op vijf metaforen. Dat
aantal ligt echter lager dan tijdens de verkiezingen van 1995, waar 25 procent van het totaal
aantal metaforen tot de volkse beeldspraak behoorden. Dat zou erop kunnen wijzen dat de
politieke beeldentaal vandaag de dag creatiever is dan twintig jaar geleden. Een verdere
bespreking hiervan volgt later in het hoofdstuk.
Na de bovenstaande analyse van het cijfermateriaal, gaat het volgende onderdeel
inhoudelijk dieper in op de geïdentificeerde metaforen. Het metafoorcorpus wordt aan de
hand van Bijlage 1 en Bijlage 2 geanalyseerd en geïnterpreteerd. Eerst volgt een korte
bespreking van de categorie ‘volkse beeldspraak’. Vervolgens worden de overige
geïdentificeerde metaforen opgedeeld volgens de theorie van Lakoff & Johnson (1980).
5.3 Metafooranalyse
5.3.1 Volkse beeldspraak
De volkse beeldspraak is opvallend sterker vertegenwoordigd tijdens de verkiezingen van
1995. Dat zou erop kunnen wijzen dat Vlaamse politici vandaag de dag minder
conventionele beelden gebruiken dan vroeger en eerder actief op zoek gaan naar nieuwe
metaforen. De volkse beelden en zegswijzen zijn namelijk sterk ingeburgerd in de taal
waardoor de metaforische impact op het publiek kleiner is. Voorbeelden van zulke
49
traditionele zegswijzen zijn Dat men de mensen wil doen geloven dat het geld uit de hemel
valt, dat ge dat dus kunt geven aan de bedrijven (Bijlage 1, 07/05/1995, 11:11:49) of Maar
dat betekent nog niet dat je bij uw lauweren moet gaan rusten (Bijlage 1, 07/05/1995,
11:54:33).
Het metafoorcorpus van 2014 daarentegen bevat opvallend meer creatieve metaforen, zoals
Zo’n enkelband dat is onbetaald verlof in eigen huis, want dat is het uiteindelijk, […] (Bijlage
2, De Zevende Dag 04/05/2014, 11:22:06) of Er is geen enkele kat, ook geen zwart-gele kat,
meneer Bracke, die dat gelooft (Bijlage 2, 04/05/1995, 12:19:52). De metaforen zijn
bovendien vaak beter uitgewerkt dan twintig jaar geleden. De sprekers gebruiken minder
‘losse’ zegswijzen, maar bouwen de gebruikte beelden verder uit. Een goed voorbeeld
hiervan is de uitspraak van Ben Weyts, die de sociale zekerheid vergelijkt met een
trampoline: Sociale zekerheid is voor ons een trampoline die ervoor zorgt dat je zacht wordt
opgevangen, maar die je terug katapulteert naar die arbeidsmarkt, zo doende dat je terug op
eigen benen kan staan (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:27:42).
Even later in het debat werkt Weyts die vergelijking verder uit en legt hij uit wat hij precies
met die beeldspraak bedoelt: […] namelijk die trampoline, zacht vallen als je tegenslag hebt,
tot maximaal twee jaar tijd (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:28:18). Door de
vergelijking tussen target en source verder door te trekken, zorgt Weyts ervoor dat ook het
publiek zijn redenering gemakkelijker kan volgen. Bovendien neemt ook tegenstander
Tobback even later het frame van Weyts over: Wat u doet is een trampoline met gaten
maken. Een trampoline met een gat waar ge door valt, daarmee lanceer je niemand (Bijlage
2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:29:20)
Een ander voorbeeld van zo’n uitgewerkte metafoor is Het is alsof je in Brussel zou zeggen
toen het Atomium werd gebouwd: Je mag bouwen wat je wilt, maar het moeten wel negen
bollen zijn. Dat is natuurlijk een schijnopenheid (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:25:31).
Met die uitspraak geeft Wouter Van Besien (Groen) scherpe commentaar op de plannen
voor het BAM-tracé. Door het gebruikte beeld goed uit te werken, speelt Van Besien in op
wat Charteris-Black (2011) thinking right noemde. Hij bewijst namelijk dat hij goed heeft
nagedacht over het probleem en verduidelijkt zijn redenering met een beeld.
In het corpus van 1995 is het echter veel moeilijker zulke uitgewerkte metaforen te vinden.
Het metafoorgebruik van twintig jaar geleden lijkt dan ook sporadischer en conventioneler
van aard. Het vervolg van deze metafooranalyse probeert die hypothese te staven door de
Vlaamse politieke beeldentaal uitgebreid te analyseren en op zoek te gaan naar de
onderliggende conceptuele metaforen die het politieke discours beschrijven.
50
Bovendien wordt meteen een vergelijking gemaakt tussen het corpus van 2014 en 1995. Zo
gaat dit onderzoek na of de politieke spelers ook twintig jaar geleden hun boodschappen al
actief frameden. Concreet worden de geïdentificeerde brondomeinen hiervoor eerst
samengebracht onder de noemer van verschillende structuurmetaforen. Zo gaat deze
masterproef op zoek naar de frames die de Vlaamse politieke spelers gebruiken om hun
boodschap aantrekkelijker te formuleren. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat die
conceptuele structuurmetaforen niet vóór het onderzoek werden vastgelegd, maar wel uit het
empirisch onderzoek naar voren kwamen. Daardoor vallen enkele brondomeinen waaronder natuurmetaforiek, culinaire metaforen en onheilsmetaforiek - uit de boot. De
andere brondomeinen worden onder gemeenschappelijke noemers samengebracht.
Die analyse levert uiteindelijk vijf conceptuele metaforen op die de Vlaamse politieke
beeldentaal uit dit corpus beschrijven, namelijk POLITIEK IS EEN GEVECHT, POLITIEK
BESTUUR IS EEN REIS, POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK, POLITIEK BESTUUR IS EEN
MENSELIJK LICHAAM en POLITIEK BESTUUR IS EEN SPORT/SPEL. Het vervolg van dit
onderdeel werkt die beelden verder uit en bespreekt hun retorische functie.
5.3.2 Politiek is een gevecht
5.3.2.1 Analyse
De eerste conceptuele metafoor die het Vlaamse politieke taalgebruik kenmerkt, is POLITIEK
IS
EEN
GEVECHT.
Die
vindt
haar
oorsprong
in
het
brondomein
oorlogs-
en
gevechtsmetaforen en stelt de politieke wereld voor als een gevecht waarbij de spelers
elkaar de loef proberen af te steken en de confrontatie met elkaar aangaan. Voorbeelden
hiervan zijn Want die strijd is ook een deel van mijn politiek project (Bijlage 2, Terzake
14/05/2014, 20:41:42) en Wij hebben de crisis overwonnen (Bijlage 1, De Zevende Dag
30/04/1995, 11:13:15). De politici proberen namelijk steeds hun standpunten te verdedigen
en de strijd met de politieke tegenstanders aan te gaan. De sprekers ontwikkelen bovendien
strategieën waarmee ze de tegenstander kunnen uitschakelen, zoals in Het parlement gaat
de tijd krijgen om ook een strategie te ontwikkelen (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995,
11:19:00).
Een politieke beleidsvisie wordt daarbij voorgesteld als een front dat door de politici zelf
wordt bewaakt: “We zouden samen met Groen en andere partners eigenlijk een front willen
maken. Een front dat zegt, kijk, laten we van deze regeringsvorming een opportuniteit maken
(Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:24:13). Zo proberen ze elkaar te overtuigen om aan
hetzelfde zeel te trekken en de tegenstander in het gedrang te plaatsen: “Is het dan niet
beter dat sp.a en Groen samen met andere partners een dam opwerpen tegen die
51
conservatieven die niets willen hervormen (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:45:31) of We
zijn een relatief klein volk, van 6,5 miljoen mensen, dat bondgenoten moet zoeken in Europa
en zelfs in de wereld (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 15/05/1995, 00:17:28).
De sprekers verdelen zichzelf in politieke kampen waarbij ze afstand nemen van de
tegenstanders. Zo willen ze duidelijk maken dat de andere ideologieën te ver van hun visie
verwijderd liggen. Een goed voorbeeld hiervan uit het corpus van 2014 is de aanval van Bart
Staes (Groen) op Gerolf Annemans (Vlaams Belang): […] schaar u aan de kanten van
meneer Wilders, aan de kant van meneer Farage (Bijlage 2, De Zevende Dag
18/05/2014,12:35:50).
Het
Groen-parlementslid
vergelijkt
de
standpunten
van
de
tegenstander met die van andere extreemrechtse partijen uit het buitenland om aan te geven
dat zijn partij zich daar op alle vlak van distantieert. De politieke concurrenten verwijten
elkaar dat ze tijdens de oorlog het verkeerde kamp hebben gekozen en dat hun strategie het
land niet vooruit zal helpen: Hebt u niet de indruk dat de overheid eerder het kamp kiest van
de criminelen in plaats van het duidelijk op te nemen voor de slachtoffers? (Bijlage 2,
Terzake 22/05/2014, 20:20:41). Zo proberen de sprekers zich duidelijk te positioneren ten
opzichte van de anderen en krijgt de kiezer een goed overzicht van het politieke veld: Als het
erop aankomt om echt de trendbreuken te realiseren als het aankomt op afval, staan wij met
de groenen blijkbaar alleen (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 11:59:20).
Een erg frequente subcategorie van de conceptuele gevechtsmetafoor is DE POLITIEKE
TEGENSTANDER IS DE VIJAND. Daarbij wordt de politieke opponent als de vijand in de oorlog
voorgesteld; een metafoor die ook Charteris-Black (2011) op regelmatige basis in de
speeches van Margaret Thatcher terugvindt. In haar toespraken stelt ze de tegenstanders
voor als een gevaar voor de maatschappij (Charteris-Black, 2011, p.173-174). Ook de
Vlaamse politici proberen aan de kijkers duidelijk te maken dat de opponent het slecht met
hen voorheeft, terwijl de spreker zelf die misleiding doorziet. Die waarschuwt het publiek dan
ook om niet mee te stappen in het verhaal van de andere: Die haatzaai, waarom blijft u onze
samenleving vergiftigen? (Bijlage 2, Terzake 14/05/2014, 20:40:03) of Wie dan de “goeien”
en de “slechten” zijn (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 17/05/1995).
Een ander voorbeeld hiervan is de beeldspraak die Annemie Turtelboom (Open Vld) gebruikt
in een debat over strafuitvoeringen en justitie. Ze verwijt Filip De Winter (Vlaams Belang) dat
hij de criminelen als tijdbommen terug in de maatschappij wil plaatsen, in plaats van hen te
begeleiden tijdens hun straf: Alleen op die manier zorg je ervoor dat mensen niet als
tijdbommen terug in de samenleving komen maar dat ze een opleiding hebben, […] dat ze
op die manier beter uit de gevangenis komen dan dat ze erin gaan (Bijlage 2, De Zevende
Dag 04/05/2014, 11:32:25)
52
De politieke sprekers laten dan ook graag uitschijnen dat de bevolking uiteindelijk het
slachtoffer zal worden van de maatregelen van de tegenstander, net zoals dat in de oorlog
het geval is: De enige manier om het sneller en fundamenteler te doen is door mensen in de
armoede te storten (Bijlage 2, Terzake 13/05/2014, 20:27:12) of Wij zijn niet voor hakbijlen
(Bijlage 2, Terzake 20/05/2014, 20:44:25). Zij zelf zijn de “redders” die de mensen zullen
beschermen van het kwaad: Wij bestrijden dat (Bijlage 2, Terzake 13/05/2014, 20:50:27) of
Misschien tot grote ergernis van meneer Van Hecke, zijn wij de grote beschermers van de
sociale zekerheid (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 19/05/1995, 15:12:42). De tegenstander wil
de mensen immers alleen maar pijn doen (Bijlage 2, Terzake 13/05/2014, 20:53:52).
Een tweede subcategorie binnen de conceptuele gevechtsmetafoor is POLITIEK IS VREDE
SLUITEN. De politieke sprekers verwijzen – naast de strijdmetaforen – ook steeds naar het
uiteindelijke oplossen van het conflict: Ik denk dat we elkaar de hand kunnen reiken (Bijlage
2, Terzake 16/05/2014, 20:26:04) of En we moeten nu dus zeker en vast een stuk tegemoet
komen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 16/05/1995, 00:13:53). De politici beseffen namelijk dat
ze na de verkiezingen zullen moeten samenwerken met anderen. Het heeft dan ook geen zin
je volledig af te zonderen van de rest.
5.3.2.2 Interpretatie
Uit het cijfermateriaal van dit onderzoek blijkt dat de oorlogscategorie erg frequent is tijdens
de verkiezingen van 2014. Met een resultaat van 52 tokens, neemt de groep bij benadering
17 procent van het totale metafoorcorpus in beslag. Ruim genomen is dus één op vijf
metaforen een oorlogsmetafoor. Ook tijdens de verkiezingen van 1995 is het oorlogsframe
relatief sterk vertegenwoordigd met een score van 23 tokens. Dat is bij benadering 12
procent van het totale metafoorcorpus. De populariteit van de oorlogs- en gevechtsmetaforen
valt in de eerste plaats te verklaren door het sterke karakter van de beelden en de hoge
stickiness-factor, zoals De Bruijn (2014) dat noemt. Dat zorgt ervoor dat ze gemakkelijk in
het hoofd van de mensen blijven hangen en het denken van het publiek kunnen beïnvloeden.
Volgens De Bruijn (2014) heeft een goed frame namelijk een slachtoffer, een held en een
schurk (zie Hoofdstuk 3). Het publiek kan zich zo identificeren met de goede spelers in het
verhaal en zich behoeden voor de uitspraken van de slechterik. Door de tegenstander als
onbetrouwbaar af te stempelen, kan de spreker zijn debatpartner bovendien meteen in het
gedrang brengen. Zo krijgt de zogenaamde ethical integrity van de andere namelijk een
zware deuk (zie Hoofdstuk 3).
53
POLITIEK IS EEN GEVECHT speelt bovendien ook goed in op wat De Landtsheer (1987) de
manipulatieve functie van metaforen noemt. De vergelijking met gevechtssituaties plaatst
namelijk één bepaald aspect van de politieke wereld op de voorgrond: de contrasten tussen
de partijen. Zo kunnen de politieke spelers zich sterk tegen elkaar afzetten en het publiek
overtuigen van de slechte eigenschappen van de tegenstander. Ook Perloff (2014)
benadrukt het manipulatieve karakter van het oorlogsframe (zie Hoofdstuk 3). Als voorbeeld
haalt hij George W. Bush aan, die de aanvallen in Irak verantwoordde door de tegenstander
voor te stellen als een oorlogsvijand. Zo dringt hij het publiek één interpretatie van de feiten
op, en laat hij geen ruimte voor een andere aanpak. De conceptuele oorlogsmetafoor heeft
tot slot ook een emotionele functie. Het oorlogsthema roept namelijk sterke reacties op en
speelt in op de verbeelding van de mensen. Dat zou de betrokkenheid van het publiek
kunnen verhogen, als die zich laat meeslepen door het oorlogsverhaal.
Het is daarnaast ook opvallend dat het gebruik van oorlogsmetaforen hoger ligt tijdens de
verkiezingen van 2014. Volgens deze masterproef zou de verklaring hiervoor kunnen liggen
bij de groeiende invloed van de nieuwsmedia op het politieke taalgebruik. Om de aandacht
van het publiek en de journalisten te trekken, moet een politieke speler namelijk steeds
aantrekkelijker taalgebruik hanteren. Het gebruik van sterk manipulatieve en emotieve
metaforen, zoals De Landtsheer (1987) dat noemt, is dan ook een erg belangrijke retorische
techniek. Enkel zo blijft een boodschap bij het publiek hangen. De categorie oorlogs- en
gevechtsmetaforen sluit daar sterk bij aan.
Bovendien valt het ook op dat de gebruikte gevechtsbeelden minder uitgesproken zijn in
1995 dan in 2014. Voorbeelden uit het oudste corpus zijn Een gevecht is met Aquafin om
hen te overtuigen dit te doen (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 12:06:12) en Het
probleem van de Belgische economie is de spanning tussen de nettolonen en de te zware
belastingen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 18/05/1995, 00:33:04). Die uitspraken zijn minder
sterk dan de voorbeelden uit het corpus van 2014: Dat ik altijd met vuur verdedig (Bijlage 2,
Terzake 14/05/2014, 20:45:17) en […] ik brul luid en ik klop erop (Bijlage 2, De Zevende
Dag 04/05/2014, 11:27:26).
Een laatste opmerking bij de conceptuele oorlogsmetafoor is dat de categorie in 2014
opvallend meer voorkomt bij sp.a dan bij andere partijen. Met een totaal van 17 tokens,
gebruikt de socialistische partij beduidend meer oorlogsmetaforen dan de anderen, die niet
boven een maximum van acht oorlogsmetaforen uitstijgen. Opnieuw zou het emotieve en
manipulatieve karakter van oorlogsmetaforen hiervoor een verklaring kunnen zijn. De partij
stond er tijdens de verkiezingen van 2014 namelijk slecht voor in de peilingen, wat het
strijdvaardige taalgebruik zou kunnen verklaren. Net zoals Margaret Thatcher, schilderen de
54
socialisten de tegenstander af als de ‘te bestrijden vijand’ in de oorlog, om zich zo duidelijk af
te zetten tegen de centrumrechtse partijen (zie 5.3.2.1). Die contextuele verklaring blijft
echter slechts één mogelijke redenering en valt verder niet theoretisch te staven.
In het corpus van 1995 is het VLD die het hoogste aantal metaforen laat optekenen. Met een
resultaat van 10 tokens omvat de liberale partij zo bijna de helft van de geïdentificeerde
oorlogs- en gevechtsmetaforen. Dat is niet verrassend gezien het erg progressieve en
uitdagende karakter van de partij in 1995. De liberalen positioneerden zich toen expliciet
tegen de huidige regering en daar sluit het oorlogsframe erg goed bij aan. Zij zijn de ‘helden’
van het verhaal, die de burger van de ‘slechte’ huidige regering willen verlossen. De Bruijn
(2014) noemde dat het dramaframe (zie Hoofdstuk 3).
5.3.3 Politiek bestuur is een reis
5.3.3.1 Analyse
Een tweede structuurmetafoor die de Vlaamse politieke beeldentaal beschrijft, is POLITIEK
BESTUUR IS EEN REIS. Onder die noemer worden binnen dit onderzoek twee brondomeinen
samengebracht, namelijk reismetaforen en transportmetaforen. De reismetafoor is volgens
Charteris-Black (2011) erg populair in politieke speeches. Het besturen van een land wordt
dan voorgesteld als een zware tocht met een duidelijk begin- en eindpunt. Die metaforische
vergelijking zorgt ervoor dat het abstracte beleid de vorm krijgt van een fysieke gebeurtenis
die voor het publiek gemakkelijker te vatten is.
Stapsgewijs begeven de politieke spelers zich op de weg, in de hoop dat ze aan het einde
van de legislatuur de juiste bestemming kunnen bereiken: Dat is stap voor stap en we
moeten natuurlijk nog een stapje verder gaan (Bijlage 2, Terzake 22/05/2014, 20:21:25) of
Verdere stappen zetten naar ontzuiling (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:18:05).
Het politieke bestuur krijgt zo niet alleen een ruimtelijke oriëntatie toebedeeld, maar wordt
ook temporeel gestructureerd: Wij vinden dat gisteren al beslissingen hadden kunnen
genomen worden (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 11:23:35) of Wij hebben een
voorstel om dat vanaf de eerste dag te doen (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014,
10:30:48).
Charteris-Black (2011) wijst er bovendien op dat de politieke sprekers de reismetafoor soms
gebruiken om bepaalde problemen binnen het beleid te verantwoorden. Een reis loopt
immers nooit perfect. Onderweg moet je hindernissen overwinnen en problemen oplossen
voor je uiteindelijk aankomt op je reisdoel: Dat betekent inderdaad dat er een bepaald
groeipad moet voorzien worden voor de komende vijf jaar (Bijlage 2, De Zevende Dag
55
27/04/2014, 12:30:20) of Dan kunnen we in feite die heffingen ontwijken (Bijlage 1, De
Zevende Dag 07/05/1995, 12:06:50). De politieke sprekers willen daarnaast aantonen dat
het soms noodzakelijk is risico’s te nemen als je voor onverwachte gebeurtenissen komt te
staan: We hebben vaak ver gesprongen en zijn ook nog goed aangekomen (Bijlage 2, De
Zevende Dag 11/05/2014, 20:24:11).
Bij problemen moeten de politici dan ook soms op hun beslissingen terugkomen voor ze
uiteindelijk op de goede weg belanden: Wat je binnen de politie wel moet doen, is dat budget
heroriënteren (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:15:51) of Die omslag die gemaakt
is, dat we die in de volgende periode moeten verderzetten (Bijlage 2, De Zevende Dag
11/05/2014, 11:19:44). Zo leggen ze uit waarom ze soms tegenstrijdige beslissingen moeten
nemen. De politieke spelers gebruiken diezelfde argumenten echter ook om de
onbekwaamheid van de tegenstander aan te duiden. Het is immers niet efficiënt om telkens
opnieuw van gedachten te veranderen en zo vertraging op te lopen tijdens de reis: Daar
hebben wij een parcours afgelegd waar – met alle respect meneer Somers – jullie een
bochtenparcours hebben gedaan dat denk ik de Alpen D’huez na-aapt (Bijlage 2, Terzake
19/05/2014, 20:49:55) of Dat de SP op dat vlak een bocht neemt (Bijlage 1, De Zevende Dag
07/05/1995, 11:22:55).
Een opvallende subcategorie van de conceptuele reismetafoor is POLITIEK BESTUUR IS EEN
VERVOERSMIDDEL BESTUREN. Zo houden de politieke spelers de begroting op koers
(Bijlage 2, De Zevende Dag 04-05, 12:12:10) en proberen ze de kloof in de maatschappij
dicht te rijden (Bijlage 2, De Zevende Dag 27-04, 12:35:20). Het bestuur van het land is
bijgevolg net zoals het besturen van een auto, trein of ander vervoersmiddel: het vraagt de
nodige kunde en concentratie. De politieke spelers wijzen dan ook maar al te graag op de
fouten van de tegenstander: Integendeel, je parkeert ze vaak voor eeuwig in een bijbaan
(Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014 12:29:39) en Diegene die dus eigenlijk
verantwoordelijk zijn voor het ontsporen van het systeem (Bijlage 1, Verkiezingsdebat
19/05/1995, 15:07:38).
5.3.3.2 Interpretatie
POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS is een erg frequent frame tijdens de verkiezingen van 2014.
Met 29 reismetaforen en 9 transportmetaforen overkoepelt de conceptuele reismetafoor in
totaal ongeveer 12 procent van het corpus. Dat lijkt op het eerste gezicht niet bijzonder veel,
maar wanneer ook de context van gesproken en spontaan taalgebruik in acht wordt
genomen, plaatst dat het cijfermateriaal in het juiste perspectief. Tijdens de verkiezingen van
1995, is de reismetafoor echter opvallend minder frequent. Met een totaal van 11 tokens
omvat POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS nog geen zes procent van het totale metafoorcorpus.
56
Reismetaforiek heeft in de eerste plaats een simplificerende functie. De beeldspraak stelt het
complexe bestuur van het land namelijk eenvoudig en visueel voor. De abstracte
besluitvorming is zo voor de burger gemakkelijker te begrijpen. Charteris-Black (2011)
benadrukt immers dat wie te ingewikkelde en abstracte verhalen vertelt vaak op slechts
weinig steun zal kunnen rekenen (zie Hoofdstuk 3). De reismetaforiek lost dat probleem
echter op aangezien het publiek uit haar eigen reiservaringen kan putten. De politici gaan net
zoals de reizigers etappe per etappe te werk, waardoor het bestuur een fysieke vorm krijgt.
Daarnaast kan de conceptuele reismetafoor ook een manipulatieve functie hebben. Het
publiek krijgt één bepaalde visie op de werkelijkheid voorgeschoteld, namelijk politiek
bestuur als een stapsgewijze aanpak. Dat maakt het voor het publiek aanvaardbaar dat de
politieke partijen onderweg soms fouten maken, aangezien geen enkele reis perfect verloopt.
Charteris-Black (2011) noemt dat thinking right: de spreker bewijst dat hij rationeel over de
dingen nadenkt en niet overhaast te werk gaat. Bovendien ligt de focus van het frame steeds
op de uiteindelijke eindbestemming. De fouten die tijdens de reis worden gemaakt en de
vraag naar de schuldige van die fouten worden bewust op de achtergrond geschoven. Als
het frame slaagt, zou dat ervoor moeten zorgen dat het publiek ook eventuele toekomstige
problemen door de vingers zal zien, aangezien die slechts een hindernis zijn op de weg naar
het einddoel van de reis.
Met een resultaat van 9 tokens op 51 metaforen, ligt de frequentie van de conceptuele
reismetafoor in 2014 het hoogst bij beleidspartij CD&V. Dat is niet verrassend aangezien die
beeldentaal sterk aansluit bij het gematigde karakter van de christendemocraten. Met
POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS kan de partij de evenwichtige aanpak benadrukken waar het
naar streeft. Het programma van CD&V is namelijk niet voor radicale veranderingen, maar
eerder voor een stabiele tocht waarbij stap voor stap belangrijke hindernissen worden
genomen. Binnen het corpus van 1995 zijn er echter geen grote uitschieters, aangezien de
conceptuele reismetafoor daar slechts beperkt aanwezig is.
5.3.4 Politiek bestuur is een bouwwerk
5.3.4.1 Analyse
Een derde conceptuele structuurmetafoor die het Vlaamse politiek taalgebruik kenmerkt, is
POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK. Die is gebaseerd op het brondomein ‘technische
metaforen’. Zoals het vorige hoofdstuk al aanhaalde, interpreteert deze masterproef die
categorie ruimer dan de definitie van De Landtsheer (1987). De conceptuele bouwmetafoor
stelt het politieke bestuur van een land voor als een machine of een bouwwerk waaraan de
Vlaamse politici meewerken: De interne markt verder uitbouwen want die gaat onze welvaart
57
verhogen (Bijlage 2, Terzake 23/05/2014, 20:16:07). De sprekers vergelijken zichzelf met
bouwvakkers die elke dag opnieuw verder werken aan de uiteindelijke constructie: Waarbij
we uiteindelijk heel wat hervormingen niet alleen in de stelling hebben gezet, maar ook
hebben afgerond (Bijlage 2, Terzake 12/05/2014, 20:20:40). Een ander voorbeeld hiervan is
Als we nu in België een kapitalisatiesysteem willen opbouwen, dan betekent dat dat je daar
twee keer voor moet betalen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 16/05/1995, 00:15:30).
De hervormingen en beslissingen die worden doorgevoerd zijn de fysieke instrumenten
waarmee de bouwvakkers aan de slag gaan: Je gebruikt fiscaliteit als een echt instrument
om maatwerk te leveren (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:31:26) of Het is eerder
een middel, een instrument om meer democratie te creëren (Bijlage 1, De Zevende Dag
14/05/1995, 11:13:20). Zo proberen de politieke spelers te bewijzen dat ze vakarbeiders zijn,
die precies en goed werk leveren: Daarom pleiten wij voor maatwerk in het onderwijs, voor
een andere schooldag (Bijlage 2, Terzake 16/05/1995, 20:43:42).
Net zoals bij de reismetafoor, doelt ook de constructiemetafoor op de uiteindelijke afronding
van de bouwwerken. De constructie zal uiteindelijk worden voltooid, maar dat vraagt veel tijd
en geduld: Het terugkeerbeleid is uiteindelijk het sluitstuk van het migratiebeleid (Bijlage 2,
Terzake 22/05/2014, 20:45:08). Zo wordt de staat een stevig en goed gefundeerd bouwwerk
waarop de bevolking kan steunen: […] Die leraren beter omkaderen (Bijlage 2, Terzake
16/05/2014, 20:34:00) of De behoeder dat Vlaanderen een open en verdraagzaam huis
wordt in plaats van een gesloten burcht (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:12:53).
In sommige gevallen spreken de politieke spelers echter niet over een echte constructie,
maar eerder over een machine die ze aan de praat moeten krijgen: Een aantal
uitgavenmechanismen gaat veranderen (Bijlage 1, De Zevende Dag 30/04/2014, 11:12:39)
of Wij zijn heel duidelijk voor een koopkracht-behoudend-mechanisme dat de index is
(Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:17:47). Pas wanneer de motor werkt, verloopt
het hele systeem vlot: Dat een eigen Vlaams Parlement een motor kan zijn naar Vlaamse
zelfstandigheid en onafhankelijkheid (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:12:14).
5.3.4.2 Interpretatie
In het corpus van 2014 vormt de structuurmetafoor POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK
met een resultaat van 33 tokens bij benadering 10 procent van het totaal aantal metaforen.
Ook tijdens de verkiezingen van 1995 omvat die categorie ongeveer 11 procent van het
metafoorcorpus. Opvallend is dat Open Vld in 2014 ongeveer de helft van de technische
metaforen levert. Met een resultaat van 17 van de 31 tokens, stijgt de partij ruim boven de
andere spelers uit.
58
In beide verkiezingsperiodes heeft het bouwwerkframe een duidelijk simplificerende functie.
Het bestuur van het land krijgt namelijk een erg concrete en visuele vorm. Besturen staat
gelijk aan het bouwen van een huis, waarbij de verschillende onderdelen stap voor stap in
elkaar worden geplaatst. Dat sluit aan bij wat Charteris-Black thinking right noemde. De
spreker probeert op die manier te bewijzen dat zijn redenering gebaseerd is op een rationele
denkwijze. POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK speelt bovendien in op wat De Bruijn
(2014) definieerde als een maatschappelijke onderstroom (zie Hoofdstuk 3). Elk goed frame
steunt namelijk op een element waarmee het publiek al vertrouwd is, in dit geval de perikelen
van verbouwingswerken. Mensen vinden het dan ook niet onlogisch dat de beleidsmakers,
net zoals bouwvakkers, soms op onverwachte problemen botsen.
5.3.5 Politiek bestuur is een menselijk lichaam
5.3.5.1 Analyse
Een vierde conceptuele metafoor die uit de analyse van het corpus naar voren komt, is de
structuurmetafoor POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM. Onder die noemer vallen
de
brondomeinen
‘medische
metaforen’,
‘lichaams-
en
handelingsmetaforen’
en
‘personificaties’. Erg opvallend is in de eerste plaats het gebruik van medische terminologie
en beeldspraak zoals in Ik blijf bij het punt dat het terugkeerbeleid de achillespees is, er is te
weinig verwijdering gebeurd (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 12:22:29) en Op dit
moment heeft België een loonkostenhandicap van meer dan 7 procent ten opzichte van onze
belangrijkste handelspartners (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 11:17:22). De
regering is verantwoordelijk voor het verzorgen van het land, dat net zoals een menselijk
lichaam gezond moet worden gehouden: : […] die wel structureel Vlaanderen gezonder gaan
maken. Die de hele economie gezonder gaan maken (Bijlage 2, Terzake 19/05/2014,
20:25:29). De politieke spelers zijn de verantwoordelijke dokters: De zuurstofkuur is gegeven
met de competitiviteitswetgeving (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:19:42) en Om
bepaalde oneigenlijke gebruiken eruit te snijden (Bijlage 1, De Zevende Dag 30/04/1995,
11:19:11).
Daarnaast gebruiken de Vlaamse politici ook regelmatig ‘lichaams- en handelingsmetaforen’,
een categorie die door deze masterproef zelf aan de lijst met brondomeinen werd
toegevoegd. Voorbeelden hiervan zijn We moeten als lidstaten zelf terug greep krijgen
(Bijlage 2, De Zevende Dag 18/05/2014 23:30:31) en Wij zouden die pensioenleeftijd van 65
jaar niet willen loslaten (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 12:27:21). De
lichaamsmetaforen verwijzen naar fysieke handelingen die de politieke spelers met hun
eigen lichaam uitvoeren om het land te besturen. Hierdoor krijgen abstracte besluitvormingen
59
een erg concrete uitdrukking in bewegingen en gebaren. De politici gaan immers niet letterlijk
iets vastnemen of loslaten, maar gebruiken de termen figuurlijk om de beslissingen
vatbaarder te maken voor het publiek. Zo kan de kiezer zich visueel iets voorstellen bij de
hervormingen: De dragers in de democratie, dat zijn die parlementairen (Bijlage 1, De
Zevende Dag 14/05/1995, 11:17:49) en Omdat er effectief eens hard op tafel moet geslagen
worden (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 19/05/1995, 15:18:17).
Een derde en laatste brondomein die onder POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM
valt is de personificatie. Voorbeelden hiervan zijn De Vlaamse regering heeft helaas vijf jaar
geslapen en wordt nu plots wakker omdat het verkiezingen zijn (Bijlage 2, De Zevende Dag
11/05/2014, 11:21:13) en Ik ben niet tevreden over het gedrag van enkele traditionele
partijen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 12/05/1995, 00:12:15). Hier worden respectievelijk de
Vlaamse regering en de traditionele partijen als levende individuen voorgesteld, die
menselijke kenmerken en gedragingen overnemen. De abstracte bestuursorganen krijgen zo
als het ware een gezicht en een lichaam waarmee de mensen zich gemakkelijker kunnen
identificeren: Ik denk dat daarover binnen de schoot van een komende coalitie moet
onderzocht worden, moet gekeken worden (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 18/05/1995,
00:28:43)
5.3.5.2 Interpretatie
In het corpus van 2014 behoren in totaal 49 tokens tot de conceptuele lichaamsmetafoor.
Concreet gaat het om 17 medische metaforen, 11 personificaties en 21 lichaams- en
handelingsmetaforen. POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM omvat zo bij
benadering 16 procent van het metafoorcorpus. Daarmee staat de structuurmetafoor op de
derde plaats in het corpus van 2014, na de volkse beeldspraak en de oorlogsmetaforen. Ook
tijdens de verkiezingen van 1995 worden in totaal 37 tokens geteld, wat een resultaat van 19
procent oplevert. Dat is iets hoger dan in 2014.
De belangrijkste functie van de conceptuele lichaamsmetafoor is in de eerste plaats de
simplificerende functie. Het publiek kan namelijk zijn kennis van het source-domein
gebruiken om de target beter te begrijpen. Mio (1997) noemt dat de information-processing
function van metaforen. Bovendien is POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM een
goed voorbeeld van wat Lakoff & Johnson (1980) de experimentele basis van metaforen
noemden (zie Hoofdstuk 2). Het publiek gebruikt namelijk ervaringen met zijn eigen lichaam
en uit zijn eigen leven om het politieke bestuur beter te begrijpen. Een goed voorbeeld
hiervan is de categorie ‘medische beeldspraak’, die steunt op het idee dat ieder mens zijn
eigen lichaam gezond probeert te houden. Ze begrijpen dan ook dat de politici hetzelfde met
ons land proberen te doen.
60
5.3.6 Politiek bestuur is een sport/spel
5.3.6.1 Analyse
De conceptuele metafoor POLITIEK BESTUUR IS EEN SPORT/SPEL is volgens De Landtsheer
(1987) een erg populaire vorm van beeldspraak. Elke laag van de bevolking is namelijk met
het source-domein vertrouwd aangezien het thema sport en spel sterk is ingeburgerd in onze
dagelijkse cultuur (zie Hoofdstuk 4). Ook uit dit onderzoek blijkt dat de Vlaamse politici het
politieke bestuur soms vergelijken met spelregels uit de sportwereld. Voorbeelden hiervan
zijn Daar zijn we de kampioen in het niet-belasten in Europa, net zoals we de kampioen zijn
in het belasten van arbeid in Europa (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:35:53) en
De ultieme scheidsrechter in dit alles is de kiezer, het is de kiezer die moet beoordelen of dit
kan of niet kan (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 17/05/1995). Ook andere spelvormen worden
soms ingezet als metaforische vergelijkingen: Laten we nu eerst de kiezer spreken, dan zijn
de kaarten verdeeld en kan het spel beginnen (Bijlage 2, Terzake 20/05/2014, 20:42:19) en
Verbranding is hoe dan ook geen hocuspocusspel (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995,
11:58:32).
5.3.6.2 Interpretatie
De functie van de sport- en spelmetaforen is in de eerste plaats simplificerend. De
beeldspraak speelt namelijk in op een ervaringsdomein waarmee de gemiddelde burger erg
goed vertrouwd is. Iedereen begrijpt wat het betekent om kampioen te zijn of wat de taak van
een scheidsrechter is. Dat maakt de beelden zowel voor de spreker als het publiek erg
toegankelijk. Net zoals elk goed frame, steunen de metaforen dus op een element waarover
het publiek al kennis heeft vergaard.
De sport- en spelmetafoor vormt binnen dit onderzoek echter slechts een klein onderdeel
van de politieke beeldentaal. In totaal werden in het corpus van 2014 slechts 14 tokens
geteld. De categorie vormt zo nog geen 5 procent van het totale metafoorcorpus. Ook in het
corpus van 1995 werden slechts 8 sport- en spelmetaforen geïdentificeerd. Een verdere
analyse van die categorie valt bijgevolg buiten het bestek van deze paper. Ook de
categorieën natuurmetaforiek, onheilsbeeldspraak of culinaire metaforen zullen - gezien hun
erg kleine vertegenwoordiging in het corpus - niet verder worden besproken.
61
Het volgende onderdeel van dit hoofdstuk is een korte uitbreiding op de oorspronkelijke
onderzoeksmethode. In eerste instantie was het de bedoeling de analyse te beperken tot
één categorie uit de metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980), namelijk de
structuurmetaforen. Die metafoorsoort is immers taalkundig erg interessant binnen
communicatieve strategieën zoals framing. Door het ene concept te structureren aan de
hand van het andere, creëert de spreker namelijk een bril waarmee het publiek naar de
werkelijkheid kijkt. Uit de empirische analyse van het corpus blijkt echter dat ook de
categorie ‘containermetaforen’ in het Vlaamse politieke taalgebruik terug te vinden is. Gezien
de opzet van deze masterproef om een zo ruim mogelijk beeld te schetsen van de politieke
beeldentaal, wordt dus ook die categorie aan de analyse toegevoegd.
5.3.7 Containermetaforen
5.3.7.1 Analyse
Lakoff & Johnson (1980) definiëren een containermetafoor als een vorm van beeldspraak
waarbij menselijke binnen-buitenrelaties op de wereld worden geprojecteerd. Elementen uit
de werkelijkheid krijgen daarbij een duidelijke binnen- en buitenrand toebedeeld, gebaseerd
op de ruimtelijke ervaringen van de spreker (zie Hoofdstuk 2). De containermetaforen uit het
corpus worden voor de analyse opgedeeld in drie subdomeinen, namelijk MAATSCHAPPIJ IS
EEN CONTAINER, BEGROTING IS EEN CONTAINER en POLITIEK BELEID IS EEN CONTAINER.
De eerste containermetafoor, MAATSCHAPPIJ IS EEN CONTAINER, conceptualiseert de
samenleving als een afgebakende arena met duidelijke buitengrenzen. Mensen bevinden
zich bijgevolg in het centrum van de maatschappij of in de marges: Daar blijft u liever af en u
probeert onderaan in de marge wat geld te gaan afpakken van de mensen die het nodig
hebben […] (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:33:36). Sommige burgers – die niet
aan de normen voldoen - vallen echter volledig buiten het kader van de samenleving: […]
Dat sociale bescherming moet dienen om mensen in de samenleving te houden (Bijlage 2,
De Zevende Dag 04/05/2014, 12:29:18). Ook de afstanden tussen de mensen worden
bijgevolg spatiaal gedefinieerd: Geen sprake is in die gemeenten van een kloof tussen de
burger en de politiek (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 17/05/1995, 12:22:15).
Ook de tweede containermetafoor, BEGROTING IS EEN CONTAINER, geeft het ingewikkelde
begrotingsbeleid een begrensde vorm. Inhoudelijk gaat het immers om een erg complexe
materie die enkel specialisten en kenners tot in de puntjes begrijpen. De politieke spelers
zijn daarom genoodzaakt het financiële jargon tot een minimum te beperken en te kiezen
voor een duidelijke beeldentaal die de begrotingsproblemen concreet en visueel beschrijft.
De
boodschap
krijgt
zo
een
hogere
stickiness-factor.
Voorbeelden
van
zulke
62
containermetaforen zijn Dat je binnen de begroting kunt schuiven (Bijlage 2, De Zevende
Dag 04/05/2014, 12:10:29) of In het pakket sociale zekerheid, zijn twee grote pakketten,
gezondheidszorg en pensioenen (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:26:12). Erg
typerend zijn bovendien de verwijzingen naar de putten of gaten die in de begroting zitten.
De politieke spelers willen zo de tegenstander in het nauw drijven door op hun fouten te
wijzen: Het gat in de VLD-begroting, als ik dat zo mag zeggen, is groter dan het onze (Bijlage
2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:37:77) of Bij andere partijen zie ik die sluitende begroting
niet (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 12:30:39).
De derde en laatste containermetafoor uit het corpus - POLITIEK BELEID IS EEN CONTAINER
– beschrijft beslissingen en hervormingen als iets tastbaars. Het politiek beleid wordt namelijk
voorgesteld als een ruimte die op verschillende manieren kan worden ingevuld. De politieke
mandatarissen willen steeds zoveel mogelijk beleidsruimte creëren om de verschillende
‘onderdelen’ van het politieke bestuur uiteindelijk - net zoals een blokkendoos - in elkaar te
laten passen. Voorbeelden hiervan zijn […] Wij maken zeer veel ruimte om bijvoorbeeld de
wachtlijsten voor personen met een handicap aan te pakken (Bijlage 2, De Zevende Dag
11/05/2014, 11:41:30) en Ik dit niet wil doen ten koste van het slaan van een groot gat in de
sociale zekerheid (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 18/05/1995, 00:34:38)
5.3.7.2 Interpretatie
Kort samengevat is de belangrijkste functie van elk van de drie bovenstaande
containermetaforen opnieuw de simplificerende functie. De begroting en het beleid krijgen
namelijk een duidelijke ruimtelijke structuur. Dat maakt het voor het publiek gemakkelijker om
abstracte problemen te vatten en visualiseren. De containermetaforen zijn een informationprocessing tool waarbij het publiek zijn kennis van het ene domein kan gebruiken om het
andere beter te begrijpen. In het corpus van 2014 werden in totaal 21 containermetaforen
geteld. Dat is bij benadering 7 procent van het totaal aantal metaforen uit die periode.
POLITIEK IS EEN CONTAINER is bijgevolg een relatief kleine categorie, maar heeft wel een
erg interessante functie. In het corpus van 1995 ligt de frequentie echter lager. Met een
totaal van 8 tokens, vormen de containermetaforen maar 4 procent van het metafoorcorpus.
63
5.4 Conclusie
Uit de analyse van het bovenstaande cijfermateriaal, kunnen we besluiten dat de hypothesen
van dit onderzoek slechts in zekere mate aansluiten bij de realiteit. In de eerste plaats stelde
deze masterproef zich de vraag hoe de Vlaamse politieke beeldentaal kan worden
gekarakteriseerd. Aan de hand van de metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) werden
enkele onderliggende conceptuele metaforen aangeduid die het politieke metafoorgebruik
moesten beschrijven. De vier belangrijkste frames die uit die analyse van het corpus naar
voren kwamen, zijn POLITIEK IS EEN GEVECHT, POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS, POLITIEK
BESTUUR IS EEN BOUWWERK en POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM.
Daarnaast merkte dit onderzoek ook twee kleinere categorieën op, namelijk BESTUUR IS
EEN SPORT/SPEL en POLITIEK IS EEN CONTAINER.
Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de frequentie van de conceptuele frames op het
eerste gezicht relatief laag blijft. Geen enkel frame omsluit meer dan 20 procent van het
totale metafoorcorpus. Toch zijn de percentages erg significant1 voor dit onderzoek,
aangezien deze masterproef zich toespitst op spontaan, gesproken taalgebruik. Anders dan
in politieke toespraken, spelen de sprekers tijdens debatten kort op de bal en zijn ze slechts
in beperkte mate voorbereid. Dat heeft een sterke invloed op het element framing.
De tweede hypothese van dit onderzoek stelde dat het metafoorgebruik tijdens de
verkiezingen van 2014 anders zou zijn dan twintig jaar geleden. Er werd namelijk verwacht
dat het aantal metaforen opvallend hoger zou liggen tijdens de recentste verkiezingen,
aangezien bestaande literatuur van onder andere Strömback (2008) en Van Aelst (2014)
wees op een sterke mediatisering van het (Vlaamse) politieke discours. De verschillen blijken
in de realiteit echter relatief klein. Het aantal metaforen ligt effectief lager in het corpus van
1995, maar toch blijft de impact van de gemediatiseerde samenleving op het
metafoorgebruik onder de verwachtingen. Met een gemiddelde van 1,5 metaforen per minuut
ligt het resultaat voor 1995 namelijk erg dicht bij de 1,8 metaforen per minuut voor 2014.
Wat wel opvalt, is dat de verschillen tussen de politieke partijen in twintig jaar tijd opvallend
verkleind zijn. Ook de traditionele partijen gebruiken nu, net zoals de kleinere
oppositiepartijen, op regelmatige basis metaforen om hun boodschap kracht bij te zetten.
Vooral CD&V en sp.a vertonen een opvallend hogere frequentie dan in 1995. De sterke
verankering van de media logic lijkt er bijgevolg voor te hebben gezorgd dat het
metafoorgebruik volledig in de politieke taal is ingeburgerd.
1
Een belangrijke opmerking bij de bovenstaande uitspraken is dat de term ‘significant’ in deze
masterproef niet in een statistische context wordt gebruikt, maar wel in zijn algemene betekenis.
64
Ten derde verwachtte deze masterproef opvallend meer conceptuele frames terug te vinden
in het corpus van 2014 dan in 1995. Die hypothese lijkt in zeker mate aan te sluiten bij de
realiteit, al is het aantal niet explosief toegenomen in twintig jaar tijd. De onderstaande tabel
geeft een overzicht van de frequentiegraden:
POLITIEK IS GEVECHT
POLITIEK BESTUUR IS REIS
POLITIEK BESTUUR IS EEN LICHAAM
POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK
POLITIEK IS EEN CONTAINER
POLITIEK BESTUUR IS SPORT/SPEL
Totaal
Volkse beeldspraak
1995 (procent) 2014 (procent)
12
17
6
12
19
16
11
10
4
7
2,5
5
54,5
67
25
18,5
Tabel 20: Analyse metafoorcorpus: overzicht
Kort samengevat kunnen we de verschillen tussen de politieke beeldentaal van twintig jaar
geleden en nu als volgt karakteriseren. Enerzijds ligt de frequentie van de geanalyseerde
politieke frames hoger tijdens de verkiezingscampagne van 2014 dan in 1995. Bij de
recentste verkiezingen wordt immers bij benadering 67 procent van de metaforen
ondergebracht onder de noemer van een conceptuele metafoor, terwijl het bij de
verkiezingen van 1995 om slechts ongeveer 54,5 procent gaat. Het gebruik van
communicatieve strategieën zoals framing , lijkt bijgevolg toegenomen.
Anderzijds lijkt ook het karakter van de Vlaamse politieke beeldentaal op twintig jaar tijd
veranderd te zijn. Een eerste belangrijke opmerking hierbij is de opvallende daling van het
aantal volkse metaforen in het corpus van 2014. De sprekers vallen bijgevolg minder sterk
terug op traditionele zegswijzen, maar komen eerder creatief uit de hoek. Ten tweede is in
2014 ook het aantal oorlogs- en gevechtsmetaforen sterk toegenomen. POLITIEK IS EEN
GEVECHT is een erg uitgesproken frame met een sterk manipulatieve en emotieve functie.
Het is dan ook erg interessant dat precies die conceptuele metafoor tijdens de verkiezingen
van 1995 minder sterk aan bod kwam. Ook dat wijst op het retorisch zwakkere karakter van
de beeldentaal twintig jaar geleden. Tot slot zijn ook de conceptuele reismetafoor, de
containermetaforen en de sport- en spelcategorie frequenter tijdens de recentste
verkiezingen.
Enkel
POLITIEK
BESTUUR
IS
EEN
LICHAAM
is
opvallend
meer
vertegenwoordigd in het corpus van 1995. Die beelden roepen echter geen sterke emoties
op, maar zorgen ervoor dat abstracte problemen erg concreet kunnen worden voorgesteld.
65
Kortom, een analyse van het metafoorcorpus van 1995 en 2014 wijst erop dat de verpakking
van een politieke boodschap nog meer primeert dan vroeger. Het cijfermateriaal geeft aan
dat communicatieve strategieën zoals framing twintig jaar geleden al deel uitmaakten van het
politieke discours, maar dat de frequentie ervan alleen maar is toegenomen. De politieke
beeldentaal anno 2014 is bovendien opvallend creatiever en origineler dan in 1995. Toen
bleef het metafoorgebruik namelijk relatief conventioneel en traditioneel.
66
Hoofdstuk 6: Algemeen besluit
Deze masterproef onderzocht het metafoorgebruik van Vlaamse politici. Specifiek spitste het
onderzoek zich toe op de debatten die in de aanloop naar de federale verkiezingen van 1995
en 2014 werden gevoerd op de Vlaamse openbare omroep. Twee onderzoeksvragen
stonden daarbij centraal. Enerzijds werd de Vlaamse politieke beeldentaal gekarakteriseerd
en geanalyseerd aan de hand van de conceptuele metafoortheorie van Lakoff & Johnson
(1980). Dat leverde enkele interessante frames op die het metafoorgebruik tijdens de
verkiezingen beschreven. Een belangrijke opmerking hierbij is dat de frequentie van die
conceptuele metaforen in de praktijk wel relatief beperkt bleef, gezien de context van
spontaan en gesproken taalgebruik.
Anderzijds vergeleek het onderzoek de beeldentaal tijdens de verkiezingen van 1995 met dat
van 2014. De kwantitatieve verschillen bleken in de praktijk echter kleiner dan verwacht. De
mediatisering van het politieke discours leek dus op het eerste gezicht minder impact te
hebben op het metafoorgebruik dan aanvankelijk gedacht. Wel waren de verschillen tussen
de partijen in twintig jaar tijd opvallend kleiner geworden. Bovendien merkte dit onderzoek op
dat het gebruik van frames als retorische strategie was toegenomen in vergelijking met 1995.
De toename bleek niet explosief, maar wel opvallend. Tot slot lijkt de beeldentaal van 2014
ook creatiever dan twintig jaar geleden. De sprekers gebruikten namelijk sterkere emotieve
en manipulatieve beelden. Dat zou erop zou kunnen wijzen dat de Vlaamse politieke partijen
hun taalgebruik effectief hebben aangepast aan de normen van de massamedia en dus
daarom meer aandacht besteden aan de verpakking van hun boodschap.
Het bestek van deze masterproef bleef echter beperkt. Het materiaal voor het onderzoek
bestond immers uit maximum een half uur aan beelden per politieke partij. Verder onderzoek
dat gebaseerd is op meer corpusmateriaal zou bijgevolg andere resultaten kunnen
opleveren. Het cijfermateriaal van deze paper moet dus vanuit het juiste perspectief worden
geïnterpreteerd. Uitgebreider onderzoek zou een gedetailleerder beeld kunnen schetsen van
de Vlaamse politieke beeldentaal. Daarnaast lijkt het interessant om in de toekomst ook de
effectieve impact van de politieke metaforen op het doelpubliek na te gaan. Op die manier
zou De Bruijn (2014)’s concept framing aan de realiteit kunnen worden getoetst.
67
Bibliografie
3D-plan (2014). [06.05.2015, CD&V: http://www.cdenv.be/3dplan].
Algemene verkiezingsuitslagen (totalen op niveau van het Rijk) voor de Kamer van
Volksvertegenwoordigers en voor de Senaat in 1995 en 1999 (02.12.2008). [06.04.2015,
IBZ: http://www.elections.fgov.be/index.php?id=425&L=1].
Alle staatshervormingen op een rijtje (19.07.2012). [06.04.2015, Knack.be:
http://www.knack.be/nieuws/belgie/alle-staatshervormingen-op-een-rijtje/article-normal61593.html].
Aristoteles (1999). Poëtica. Vertaald uit het Grieks door Van der Ben, N., & Bremer, J. M.
Amsterdam: Athenaeum - Polak & Van Gennep.
Barrez, D. (02.08.2012). Agusta. [06.04.2015, dewereldmorgen.be:
http://www.dewereldmorgen.be/artikels/1997/08/01/agusta].
Beginselverklaring 1992 (15.11.1992). [06.05.2015, Open Vld:
http://www.openvld.be/?type=content&id=17&pageid=21767#burgerdemocratie].
Bilsky, M. (1952). I.A. Richards’ Theory of Metaphor. Modern Philology, 50(2), pp. 130-137.
Black, M.(1955).Metaphor. Proceedings of the Aristotelian Society, 55, pp. 273-294.
Blommaert, J. (2001). Ik stel vast. Politiek taalgebruik, politieke vernieuwing en
verrechtsing. Berchem: EPO Uitgeverij.
Blumler, J.G. (2001). The Third Age of Political Communication. Journal of Public Affairs,
1(3), pp. 201-209.
Bolkestein, F. (1998).Wie de vorm beheerst, is de inhoud meester. Onze Taal, nr.2-3, pp. 56‐
58.
Bosman, J.A.M. (1990) Betekenis en overtuigingskracht van politieke metaforen. Nijmegen:
Insitituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen.
Bouteca, N. (2014). Ze zeggen allemaal hetzelfde. Perceptie of feit?. In Devos, C. (red.),
België#14: Een politieke geschiedenis van morgen. Gent: Borgerhoff & Lamberigts.
68
Bruggeman, F. & Saerens, Z. (08.10.2014). Wat mag u verwachten van regering-Michel I.
[06.04.2014, VRT: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.2113023].
Burgermanifesten (sine dato). [06.04.2015, Open Vld:
http://www.openvld.be/?type=content&id=17&pageid=21771].
Cammaerts, B. (2011). Ceci n'est pas un pays?: het strategisch gebruik van Vlaamse
politieke metaforen. Samenleving en politiek, 18(4), pp. 15-24.
Charteris-Black, J. (2011). Politicians and rhetoric. The persuasive power of metaphor.
Londen: Palgrave Macmillan.
De Bruijn, H. (2011). Framing: over de macht van taal in de politiek. Amsterdam: Atlas.
Du Gernier, S. (2011). Divertissementmetaforen in de geschreven berichtgeving over de
regeringsvorming en staatshervorming: een methodologisch onderzoek [Licentiaatsthesis].
Gent: Universiteit Gent.
Dehaene, J.L. (2012). Memoires. Kessel-Lo: Uitgeverij Van Halewyck.
De Landtsheer, C. (1987). De politieke taal in de Vlaamse media. Antwerpen: Kluwer.
De Landtsheer, C. (1998), Introduction to the Study of Political Discourse. In Feldman, O. en
De Landtsheer, C (red.). Politically Speaking: A Worldwide Examination of Language used in
the Public Sphere (pp.1-16). Westport: Praeger Publishers.
De Ridder, H. (1996). Jean-Luc Dehaene: mét commentaar. Tielt: Uitgeverij Lannoo.
Fetzer, A. en Lauerbacher, G.E. (2007). Political discourse in the media: cross-cultural
perspectives. In Fetzer, A. en Lauerbacher, G.E. Political Discourse in the media: crosscultural perspectives (pp. 3-28). Amsterdam/Philapdelphia: John Benjamins Publishing
Company.
Grootendorst, R. (sine dato). Oude en nieuwe retorica. [16.02.2015, Onze Taal,
https://onzetaal.nl/oude-en-nieuwe-retorica/].
69
Het Televisiehuis (prod.) (12.12.2012). Man Over Woord: De Taal van politici [video].
Brussel: Canvas.
Kamer: lijst resultaten (06.06.2014). [06.04.2015, IBZ:
http://verkiezingen2014.belgium.be/nl/cha/results/results_graph_CKR00000.html].
Kay, P. & Kempton, W. (1984). What is the Sapir-Whorf Hypothesis?. American
Anthropologist, 86, pp.65-79.
Kirby, J. T. (1997). Aristotle on Metaphor. The American Journal of Philology, 118(4), pp.
517-554.
Knowles, M. & Moon, R. (2006). Introducing Metaphor. Oxon: Routledge
Korsten, A.F.A. (2013). Framing in de politiek: over politiek als taalstrijd. (20:05:2015,
Korsten: http://www.arnokorsten.nl/PDF/Democratie/Framing%20in%20de%20politiek.pdf).
Lakoff, G., & Johnson, M. (1980). Metaphors We Live By. Chicago: University of Chicago
Press.
Landau, M.J., & Keefer, L.A. (2014). The Persuasive power of Political Metaphors. Hoofdstuk
gepresenteerd op Sydney Symposium of Social Psychology van 17.03-20.03.2014 in
Sydney, [28.03.2015,
http://www.sydneysymposium.unsw.edu.au/2014/chapters/LandauSSSP2014.pdf].
Mazzoleni, G. & Schulz, W. (1999). Mediatization of Politics: A Challenge for Democracy?.
Political Communication, 16(3). pp.247-261.
Mio, J.S. (1997). Metaphor and Politics. Metaphor and Symbol, 12(2), pp.113-133.
Mortier, K. (03.04.2007). SP.a: “Uw Sociale Zekerheid”?. [06.04.205, Linkse Socialistische
Partij: http://www.socialisme.be/nl/3013/spa].
Mulsoff, A. (2004). Metaphor and Political Discourse: Analogical reasoning in Debates about
Europe. New York: Palgrave Macmillan.
N-VA: Verkiezingen 2014 (2014). [06.04.2014, N-VA: http://www.n-va.be/verkiezingen].
N-VA (2014). Plan V. Brussel: Nieuw- Vlaamse Alliantie.
70
Perloff, R.M. (2014). The Dynamics of Political Communication: Media and Politics in a
Digital Age. New York: Routledge
Programma sp.a Verkiezingen 2014 (22.02.2014). [06.04.2014, sp.a: http://www.s-pa.be/media/uploads/files/programma14.pdf].
Programmacongres Open Vld (13.04.2014). [06.04.2014, Open Vld:
http://www.openvld.be/library/1/files/4505_definitief_programma___vlaanderen_vleugels_gev
en.pdf].
Regeringsonderhandelingen: een cavaleria van 545 dagen (10.12.2011). [06.04.2015, De
Morgen: http://www.demorgen.be/binnenland/regeringsonderhandelingen-een-calvarie-van545-dagen-a1361080/http://www.demorgen.be/binnenland/regeringsonderhandelingen-eencalvarie-van-545-dagen-a1361080/].
Richards, I.A. (1950). The Philosophy of Rhetoric. New York: Oxford University Press.
Schellens, S. (1992). De politieke metafoor: beeldspraak in de Vlaamse politiek
[licentiaatsthesis]. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.
Strömbäck, J. (2008). Four Phases of Mediatization: An Analysis of the Mediatization of
Politics. The International Journal of Press/Politics, 13 (3), pp.228-246.
Van Aelst, P. (2014). De Mediatisering van de Vlaamse politiek. Leuven: Acco.
Van Eemeren, F.H., en Grootendorst, R. (1993). Klassieke invloeden in de moderne
argumantatietheorie. Lampas, 26 (2), pp. 167-179.
Van Gorp, H., Delabastita, D. & Ghesquiere, R. (2007). Lexicon van literaire termen.
Mechelen: Wolters Plantyn.
Van Laere, A. (2003). Tussentaalelementen in de taal van Vlaamse Politici
[Licentiaatsthesis]. Gent: Universiteit Gent.
71
Verkiezingen Brussel 2014: Over de verkiezingen 2014 (sine dato). [06.04.2015, Raad
Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://www.raadvgc.be/verkiezingen_2014/].
Widdowson, H.G. (2007). Discourse Analysis. Oxford: Oxford University Press.
72
Bijlage 1: Corpus 1995
De Zevende Dag – 30 april 1995
Debat tussen Herman Van Rompuy (CVP) en Rik Daems (VLD)
[Daems 3 minuten]
Daems 11:06:27 Denk maar een de operatie bij de Nationale Loterij waar men toekomstige
winsten nu maar snel pakt.
[Medische metafoor]
Daems 11:07:58 […] dat het verhogen van belastingen uiteindelijk de economie een stuk
doodt.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Daems 11:08:24 Ze heeft de richting van de opbrengsten genomen, ze heeft dus de
belastingen verhoogd met 150, 170 miljard.
[Reismetafoor]
Daems 11:08:32 […] dat bovendien de economie heeft kapot gemaakt.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Van Rompuy 3 minuten]
Van Rompuy 11:08:40 De rol van de oppositie is natuurlijk van tegen te zijn, dat spreekt
vanzelf.
[Andere]
Van Rompuy 11:10:24 We moeten het gewicht van de schuld in de nationale economie in
94 en 95 verminderen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
73
[Daems 1 minuut 15 seconden]
Daems 11:12:30 Je zit als het ware met de neus tegen het water.
[Volkse beeldspraak]
Daems 11:12:39 Een aantal uitgavenmechanismen gaan veranderen.
[Technische metafoor]
[Van Rompuy 30 seconden]
Van Rompuy 11:13:15 Wij hebben de crisis overwonnen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Daems 2 minuten 30 seconden]
Daems 11:16:20 Maar dat er veel mensen zijn vandaag die een soort van sociaal toerist
zijn, in die zin dat ze vandaag gelden van de gemeenschap krijgen daar waar ze naar mijn
gevoel eigenlijk geen recht op hebben
[Reismetafoor]
[Van Rompuy 2 minuten]
Van Rompuy 11:17:06 Maar wij moeten dat doen ook zonder dat we de begroting verder
bezwaren. Dat is de kunst eigenlijk.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Van Rompuy 11:18:00 Bezwaar de begroting niet.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Van Rompuy 11:18:15 Dat is allemaal goed om te zeggen, we gaan dat doen in de sociale
zekerheid, we gaan de parasieten eruit halen.
[Natuurmetafoor]
Van Rompuy 11:18:21 Maar ik vrees dat als ge zo’n grote operatie doet, en ge moet
bovendien nog het tekort op de sociale zekerheid wegwerken, dat dan de gepensioneerden,
de zieken en al diegenen die leven van een sociale uitkering, wel eens de dupe van het
verhaal zouden kunnen zijn.
[Medische metafoor]
74
[Daems 1 minuut]
Daems 11:18:44 Dat daar dus niet aan geraakt wordt, laat dat voor eens en voor altijd
duidelijk wezen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Daems 11:19:05 […] dit het enige uitgavenpakket is waar nooit een nieuw systeem is
uitgebouwd.
[Technische metafoor (x2)]
Daems 11:19:11 […] om bepaalde oneigenlijke gebruiken eruit te snijden.
[Medische metafoor]
De Zevende Dag – 7 mei 1995
Debat Frank Vandenbroucke (SP) / Miet Smet (CVP) / Dirk Van Mechelen (VLD)
[Van Mechelen 1 minuut 30 seconden]
Van Mechelen 11:07:28 Wij hebben in augustus vorig jaar een piek bereikt van 520.000
volledig uitkeringsgerechtigde werklozen.
[Natuurmetafoor]
Van Mechelen 11:07:50 […] Dat drastische maatregelen zich opdringen
[Personificatie]
Van Mechelen 11:08:46 Zodanig dat uiteindelijk die operatie kan doorgevoerd worden om
juist nieuwe jobs te creëren.
[Medische metafoor]
[Smet 1 minuut 30 seconden]
[Vandenbroucke 2 minuten 30 seconden]
Vandenbroucke 11:11:07 Dat is een buitengewoon dure operatie.
[Medische metafoor]
75
Vandenbroucke 11:11:10 Dat alle bedrijven, voor alle soorten van werk deze cadeau
krijgen, deze lastenvermindering krijgen, ongeacht de vraag of ze dat voordeel bij hun winst
voegen dan wel of ze er werk mee scheppen.
[Volkse beeldspraak]
Vandenbroucke 11:11:25 Ik beschouw dat eerlijk gezegd als een latere cadeaupolitiek.
[Andere]
Vandenbroucke 11:11:47 […] niet als een loutere cadeaupolitiek.
[Andere]
Vandenbroucke 11:11:49 Dat men de mensen wil doen geloven dat het geld uit de hemel
valt, dat ge dat dus kunt geven aan de bedrijven, dat ge tientallen miljarden zult besparen
zonder de mensen pijn te doen. Dat is natuurlijk onzinnig.
[Volkse beeldspraak]
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
Vandenbroucke 11:12:11 Dat diegene die ernstig bezig zijn met dat vraagstuk, altijd op dat
gevaar gewezen hebben.
[Andere]
Vandenbroucke 11:12:30 […] legt een enorme factuur bij de sociale zekerheid
[Andere]
[Van Mechelen 1 minuut]
Van Mechelen 11:13:11 Ik denk op het vlak van sociale zekerheid of het beheer van onze
sociale middelen hebben wij echt geen lessen te ontvangen van de SP. Laat ons daar zeer
duidelijk in zijn.
[Andere]
Van Mechelen 11:13:55 Dan moet je nog daarenboven mikken op die sectoren die
arbeidsintensief zijn.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
[Smet 1 minuut 15 seconden]
76
[Vandenbroucke 1 minuut 30 seconden]
Vandenbroucke 11:16:29 Wat blijkbaar doorweegt bij de Vlaamse Liberalen is de wens om
met een fantastisch plan te komen dat de mensen geen enkel probleem voorspiegelt.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[Van Mechelen 45 seconden]
Van Mechelen 11:17:22 Op dit moment heeft België een loonkostenhandicap van meer
dan 7 procent ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners.
[Medische metafoor]
Van Mechelen 11:17:36 Die handicap moeten we op een zeer snelle wijze corrigeren willen
we competitief blijven.
[Medische metafoor]
[Smet 1 minuut 30 seconden]
Smet 11:19:35 Soepelheid in de arbeidsorganisatie op de maat van de werknemer zelf.
[Technische metafoor]
[Vandenbroucke 2 minuten]
[Van Mechelen 1 minuut 15 seconden]
Van Mechelen 11:22:05 Ik heb daar akte van genomen.
[Volkse beeldspraak]
Van Mechelen 11:22:55 […] dat de SP op dat vlak een bocht neemt.
[Reismetafoor]
Debat Norbert De Batselier (SP)/ Paul Staes (CVP) / Vera Dua (Agalev)
[De Batselier 1 minuut 30 seconden]
De Batselier 11:53:58 Vooral huishoudafval die toch grotendeels verantwoordelijk is voor
deze crisis.
[Personificatie]
77
De Batselier 11:54:33 Maar dat betekent nog niet dat je bij uw lauweren moet gaan rusten.
[Volkse beeldspraak]
[Staes 2 minuten]
[Dua 1 minuut 30 seconden]
Dua 11:58:32 Verbranding is hoe dan ook geen hocuspocusspel.
[Sport- en spelmetafoor]
Dua 11:58:52 Wij hebben een instrument naar voor geschoven om de afvalberg beduidend
te doen verminderen. Dat is de ecotaks, dat is werkelijk een instrument waardoor ge aan
de consument de mogelijkheid geeft om minder afval te produceren.
[Technische metafoor]
Dua 11:59:20 Als het erop aankomt om echt de trendbreuken te realiseren als het aankomt
op afval, staan wij met de groenen blijkbaar alleen.
[Technische metafoor]
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[De Batselier 1 minuut 30 seconden]
De Batselier 11:59:43 Als we daar blijven over praten in het ijle […]
[Volkse beeldspraak]
De Batselier 12:00:56 […] zijn het de ondernemingen zelf die daar moeten op inhaken.
[Personificatie]
[Dua 30 seconden]
[De Batselier 30 seconden]
De Batselier 12:01:39 Ik denk wel dat we over de ecotaksen te licht zijn overgegaan.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[Staes 1 minuut]
Staes 12:02:12 Dat tijdens de komende maanden er nog een aantal bepaalde besluiten gaan
vallen. Het wordt allemaal op de lange baan geschoven want het was opportunisme.
[Reismetafoor]
78
Staes 12:02:52 Ik denk dat het vooral de beleidslijn zal moeten zijn voor de komende jaren
om zoveel mogelijk de transport daarvan te verminderen.
[Andere]
[De Batselier 1 minuut]
[Dua 1 minuut 30 seconden]
Dua 12:05:20 Nu worden de heffingen alleen gebruikt om een miljardenstroom te
organiseren naar Aquafin om Vlaanderen vol te leggen.
[Natuurmetafoor]
[De Batselier 1 minuut 30 seconden]
De Batselier 12:05:33 Agalev zegt, we moeten het aan de bron aanpakken, wij ook. Alleen
bij Agalev zegt men, kijk, als je het bij de bron aanpakt en voldoende intens dan heb je die
eindinvesteringen niet meer nodig.
[Natuurmetafoor]
De Batselier 12:06:12 Een gevecht is met Aquafin om hen te overtuigen om dit te doen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
De Batselier 12:06:37 Huishoudens hebben weinig uitwijkmogelijkheden.
[Transportmetafoor]
De Batselier 12:06:50 Dan kunnen we in feite die heffingen ontwijken.
[Transportmetafoor]
[Staes 2 minuten]
Staes 12:06:57 Ik denk dat het nog tonnen geld zal vergen om de dwaasheden uit het
verleden een stuk te gaan rechttrekken.
[Volkse beeldspraak]
De Zevende dag – 14 mei 1995
Debat Luc Van den Brande (CVP) / André Denys (VLD)/ Johan Sauwens (VU) / Filip De
Winter (Vlaams Blok) / Jos Geysels (Agalev)/ Eddy Baldewijns (SP)
[Van den Brande 30 seconden]
Van den Brande 11:10:53 Het zal een betere koppeling geven naar de controle op de
democratische Vlaamse volksvertegenwoordiging.
[Technische metafoor]
79
[Denys 45 seconden]
Denys 11:11:31 Dat de Vlaamse kiezer het eerste, maar ook het laatste woord krijgt.
[Volkse beeldspraak]
[Sauwens 30 seconden]
[De Winter 1 minuut 30 seconden]
De Winter 11:12:14 Dat een eigen Vlaams Parlement een motor kan zijn naar Vlaamse
zelfstandigheid en onafhankelijkheid
[Technische metafoor]
De Winter 11:12:18 Een breekijzer in het unitaire Belgische bestaan.
[Technische metafoor]
De Winter 11:12:25 Omdat het bevoegdhedenpakket waar wij over beschikken zeer klein is
en wij dreigen een marionettenparlement te zijn, een kopie te zijn van datgene wat op het
Belgische niveau gebeurt.
[Containermetafoor]
[Sport- en spelmetafoor]
De Winter 11:12:39 Wij zullen er alles aan doen de Vlaming – wat nu niet het geval is – een
volwaardige stem in dat parlement te geven.
[Personificatie]
[Jos Geysels 30 seconden]
Geysels 11:12:53 De behoeder dat Vlaanderen een open en verdraagzaam huis wordt in
plaats van een gesloten burcht.
[Technische metafoor]
[Baldewijns 1 minuut 30 seconden]
Baldewijns 11:13:11 De totstandkoming van de Vlaamse Raad is een bekroning van 25 jaar
staatshervormingswerk.
[Volkse beeldspraak]
Baldewijns 11:13:20 Het is eerder een middel, een instrument om meer democratie te
creëren.
[Technische metafoor]
80
[Van den Brande 1 minuut]
Van den Brande 11:15:41 Als oud-fractieleider kan ik enkel toejuichen dat het parlement ten
volle zijn rol kan spelen.
[Volkse beeldspraak]
Van den Brande 11:15:50 We moeten tegelijk van die rechtstreekse verkiezing gebruik
maken om een nieuwe politieke cultuur door te zetten in de volgende periode.
[Andere]
Van den Brande 11:16:25 Wij vragen niet beter, niet enkel een goed samenspel tussen
parlement en Vlaamse regering.
[Sport- en spelmetafoor]
Van den Brande 11:16:41 Er is dus een Vlaamse volksvertegenwoordiging, laat die ten volle
haar rol spelen.
[Volkse beeldspraak]
[Geysels 1 minuut 30 seconden]
Geysels 11:17:25 Ik wil één ding vermijden, namelijk dat de Vlaamse Raad een springplank
wordt voor een volgend communautaire opbod.
[Sport- en spelmetafoor]
Geysels 11:17:28 En aan de andere kant een luidspreker, een soort megafoon van
dienstbetoon.
[Andere]
Geysels 11:17:34 En dan kom ik op de nieuwe politieke cultuur.
[Andere]
Geysels 11:17:45 De Vlaamse Raad is nog teveel een achtervolgingsmachine van wat
elders is beslist.
[Technische metafoor]
Geysels 11:17:49 De dragers in de democratie, dat zijn die parlementairen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
81
Geysels 11:18:05 […] verdere stappen zetten naar ontzuiling
[Reismetafoor]
[Sauwens 1 minuut 30 seconden]
Sauwens 11:18:31 Ik denk dat het Vlaams Parlement in elk geval meer persoonlijkheid zal
moeten krijgen.
[Personificatie]
Sauwens 11:18:41 Een parlement dat de tijd zal krijgen om rustig een aantal zaken te
ontwikkelen.
[Technische metafoor]
Sauwens 11:18:52 Men is wat verkiezingsziek.
[Medische metafoor]
Sauwens 11:19:00 Het parlement gaat de tijd krijgen om ook een strategie te ontwikkelen.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
Sauwens 11:19:12 Ik denk dat wij juist een gezamenlijke strategie moeten ontwikkelen.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
Sauwens 11:19:24 Het is tussen de plooien van het andere werk gevallen.
[Andere]
Sauwens 11:19:52 Waardoor de eigenlijke beslissing valt in het parlement en niet zoals het
al veel te vaak is geweest dat het parlement als een soort van stemmingsmachine acteert
van hetgeen dat op andere plaatsen is beslist.
[Technische metaforen]
[Denys 1 minuut 30 seconden]
Denys 11:21:06 We spraken alleen maar over het uitgeven van subsidies. Een
uitgavepolitiek. Een soort veredelde vorm van consumptie. We hebben nooit het
spanningsveld gehad tussen inkomsten en uitgaven.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
82
[De Winter 1 minuut 30 seconden]
De Winter 11:21:45 Dat de Raad waarin we zullen zetelen een heel beperkt
bevoegdhedenpakket heeft.
[Containermetafoor]
[Baldewijns 1 minuut]
[Van den Brande 1 minuut]
Van den Brande 11:24:14 Het zal juist de ruimte geven om afwijkende meningen meer aan
bod te laten komen.
[Containermetafoor]
[Sauwens 30 seconden]
Sauwens 11:25:12 De federale regering gaf enkele jaren geleden groen licht voor de TGV.
Dan kwam het debat in de Vlaamse Raad, als een afgeleide van diezelfde mensen van CVP
en SP die vertrouwen hadden gegeven aan de federale regering.
[Volkse beeldspraak]
[Andere]
[De Winter 30 seconden]
De Winter 11:25:40 […] omdat de ultieme sanctie wegvalt
[Andere]
De Winter 11:26:07 De ultieme sanctie, de verkiezing is de wil van het volk.
[Andere]
Verkiezingsdebat 12 mei 1995
Jos Geysels (Agalev) beantwoordt vragen van het publiek en panelleden Siegfried Bracke
en Guys Janssens
[Geysels 3 minuten]
Geysels 00:05:26 Dit is een soort handelsmerk van ons
[Volkse beeldspraak]
83
Geysels 00:07:51 Een groot pakket zit inderdaad op het Vlaams, maar ook een belangrijk
pakket, ook de prijzen zitten nog op het federaal.
[Containermetafoor]
Geysels 00:08:47 Dat je je goed moet voorbereiden als je met anderen aan tafel zit. En
vooral als je aan tafel zit met traditionele partijen.
[Volkse beeldspraak]
[Geysels 2 minuten]
Geysels 00:09:25 Omdat ecotaks een instrument is, in handen van de consument om
minder afval te produceren. En afval te voorkomen.
[Technische metafoor]
Geysels 00:09:55 In zaken politieke cultuur wilt dat zeggen, wij houden ons aan ons woord.
Anderen hebben dat niet gedaan, die hebben woordbreuk gepleegd.
[Volkse beeldspraak]
Geysels 00:11:13 Staatshervorming moet verfijning van democratie geven
[Andere]
[Geyssels 1 minuut 30 seconden]
Geyssels 00:11:58 Ik ben geschokt door de woordbreuk van de traditionele partijen.
[Volkse beeldspraak]
Geyssels 00:12:15 Ik ben niet tevreden over het gedrag van enkele traditionele partijen.
[Personificatie]
Geyssels 00:12:41 Als de andere hun woord breken, dat is hun verantwoordelijkheid. Wij
hebben ons aan ons woord gehouden.
[Volkse beeldspraak]
Geyssels 00:13:10 Wij zijn nog zeer groen, maar niet meer achter de oren.
[Volkse beeldspraak]
[Geyssels 1 minuut 30 seconden]
[Geyssels 1 minuut]
Geyssels 00:16:18 Die volgens ons een aantal trendbreuken moeten inzetten in bepaalde
domeinen.
[Technische metaforen]
84
Geysels 00:16:34 Voelen wij ons gesterkt om die eis met nog meer enthousiasme op tafel te
zetten.
[Lichaamsmetafoor]
Geysels 00:16:38 Wij werken niet met breekpunten, we werken met totaalpakketten.
[Technische metaforen]
[Containermetafoor]
[Geysels 2 minuten]
Geysels 00:19:37 Dat is het verschil tussen een ecologische partij en een traditionele partij
die het milieu beschouwt als een aanhangsel.
[Andere]
Geysels 00:19:42 Zij zitten nog in de denkrichting, we gaan eerst hout hakken, met de
opbrengst van het houthakken gaan we het amazonewoud redden.
[Reismetafoor]
[Natuurmetafoor]
Verkiezingsdebat 15 mei 1995
Filip De Winter (Vlaams Blok) beantwoordt vragen van het publiek en van panelleden
Siegfried Bracke en Guy Janssens
[De Winter 3 minuten 30 seconden]
De Winter 00:09:15 Die we niet alleen voor onszelf willen beschermd zien, maar ook voor
deze mensen die hier tijdelijk te gast zijn.
[Andere]
[De Winter 3 minuten]
De Winter 00:11:32 Het is een pakket aan gegevenheden gaande van kunst, over allerlei
andere cultuuruitingen, tot het zich verbonden voelen met een gemeenschap waartoe men
behoort.
[Containermetafoor]
[De Winter 1 minuut 30 seconden]
85
[De Winter 2 minuten 30 seconden]
De Winter 00:17:28 We zijn een relatief klein volk, van 6,5 miljoen mensen, dat
bondgenoten moet zoeken in Europa en zelfs in de wereld.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
De Winter 00:18:42 Laat ons zeggen dat dat een spielerei was
[Volkse beeldspraak]
Verkiezingsdebat 16 mei 1995
Debat tussen Louis Tobback (SP) en Guy Verhofstadt (VLD)
[Verhofstadt 2 minuten 30 seconden]
Verhofstadt 00:05:16 Is uiteraard geen afbraak, maar een modernisering van de sociale
zekerheid
[Technische metaforen]
Verhofstadt 00:05:25 Een zeer goede sociale protectie, sociale bescherming voor de
mensen worden voorzien.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
[Tobback 2 minuten]
Tobback 00:08:01 Dat klinkt allemaal zeer mooi, maar er zitten wel een paar addertjes
onder het gras die je onmiddellijk hoort ten andere als je scherp toehoort.
[Volkse beeldspraak]
Tobback 00:09:08 Dat is de kwadratuur van de cirkel die ik niet betrouw.
[Andere ]
[Verhofstadt 1 minuut]
Verhofstadt 00:10:19 Wat verandert is de opbouw.
[Technische metafoor]
Verhofstadt 00:10:26 Meneer Tobback, u zegt trouwens in dezelfde richting als […]
[Reismetafoor]
86
[Tobback 2 minuten]
Tobback 00:12:20 Het probleem is dat er vanaf den beginne voor zelfstandigen veel later is
aangesloten, veel later is begonnen met het bijdragen tot pensioensystemen.
[Reismetafoor]
Tobback 00:13:15 Ik ben ervoor dat iedereen aanspraak kan maken op een waardige oude
dag.
[Volkse beeldspraak]
Tobback 00:13:26 […] en dus niet aan de kant wordt gezet.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Tobback 00:13:35 En we moeten nu dus zeker en vast een stuk tegemoet komen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Tobback 00:13:38 Daarvoor hoort de nodige solidariteit te worden opgebracht en die is al
een soep in de sector van de zelfstandigen.
[Culinaire metafoor]
[Verhofstadt 1 minuut]
Verhofstadt 00:13:50 We leven in een samenleving die zichzelf wel sociaal noemt.
[Personificatie]
[Tobback 1 minuut 15 seconden]
Tobback 00:14:48 Het dupespel in het voorstel van de VLD.
[Sport- en spelmetafoor]
Tobback 00:15:30 Als we nu in België een kapitalisatiesysteem willen opbouwen, dan
betekent dat dat je daar twee keer voor moet betalen.
[Technische metafoor]
[Verhofstadt 30 seconden]
Verhofstadt 00:16:40 Dan gaan we binnen 5, binnen 10, binnen 15 jaar enorme financiële
problemen tegemoet.
[Reismetafoor]
87
[Tobback 30 seconden]
Tobback 00:16:58 Dat is wat ik u kwalijk neem, dat is dat je het dus voorstelt alsof je dus een
toverformule hebt gevonden waarbij er niemand wat zal inleveren en waarbij er niemand
meer zal betalen […]
[Andere]
[Verhofstadt 1 minuut]
Verhofstadt 00:19:10 Die belastinginspectie moet niet worden gekortwiekt.
[Natuurmetafoor]
Verkiezingsdebat 17 mei 1995
Debat Louis Tobback (SP) en Johan Van Hecke (CVP)
[Tobback 1 minuut 30 seconden]
[Van Hecke 1 minuut]
Van Hecke 12:17:25 Over alles wat vandaag aan het licht komt, de golf van scandalitis.
[Volkse beeldspraak]
[Natuurmetafoor]
Van Hecke 12:17:43 Ik hoop en ik denk ook dat de mensen zelf in staat zijn het kaf van het
koren te scheiden, en om het kind met het badwater niet wegdoen.
[Volkse beeldspraak (x2)]
[Tobback 1 minuut]
Tobback 12:28:24 Wie dan de de “goeien” en de “slechten” zijn.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Tobback 12:18:34 Wat mij wel meer en meer begint op de heupen te werken, dat is dat in
deze campagne ongetwijfeld het gerecht […] tegen zijn wil deelneemt aan deze campagne.
[Volkse beeldspraak]
88
Tobback 12:18:53 […] en er dus een rol in speelt.
[Volkse beeldspraak]
Tobback 12:19:18 Dat dit onderzoek op de straatkeien wordt gevoerd, dat is tegen ieder
recht van de mens.
[ Volkse beeldspraak]
[Van Hecke 1 minuut 30 seconden]
[Tobback 15 seconden]
[Van Hecke 1 minuut]
Van Hecke 12:22:10 Dat die leden van de regering die lokale voeling hebben, die
dagdagelijks via een lokaal mandaat contacten hebben met de mensen dat die meestal niet
vervreemden van de bevolking.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Van Hecke 12:22:15 […] Geen sprake is in die gemeenten van een kloof tussen de burger
en de politiek.
[Containermetafoor]
Van Hecke 12:22:25 Dat ge daar ook de kritische stem van de mensen hoort.
[Volkse beeldspraak]
[Tobback 2 minuten]
Tobback 12:23:23 De ultieme arbiter van dit alles is de kiezer.
[Sport- en spelmetafoor]
Tobback 12:23:42 De ultieme scheidsrechter in dit alles is de kiezer, het is de kiezer die
moet beoordelen of dit kan of niet kan.
[Sport- en spelmetafoor]
[Van Hecke 30 seconden]
[Tobback 1 minuut 30 seconden]
[Van Hecke 1 minuut]
89
Verkiezingsdebat 18 mei 1995
Debat Jean-Luc Dehaene (CVP) en Guy Verhofstadt (VLD)
[Dehaene 3 minuten]
Dehaene 00:23:13 Daarvoor moet je de controles versterken en de druk verhogen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Dehaene 00:23:42 Je moet de medewerking hebben, maar je moet ook de druk hebben,
en die druk is inderdaad in de eerste plaats een repressieve druk.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Dehaene 00:23:45 De onbemande camera’s zijn daar een efficiënt instrument voor.
[Technische metafoor]
Dehaene 00:24:15 […] en moeten we de druk dus effectief verhogen
[Lichaams- en handelingsmetaforen]
[Verhofstadt 1 minuut]
Verhofstadt 00:25:10 Het controleren, het bestrijden van het wilde – wat soms gebeurt in de
weekends.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Verhofstadt 1 minuut]
Verhofstadt 00:26:07 De VLD heeft van in den beginnen duidelijk gezegd met betrekking tot
deze pijnlijke materie, want een slachtoffer in u gezin hebben […]
[Medische metafoor]
Verhofstadt 00:26:30 De enige opmerking die daarover gemaakt is, vanwege onze zijde,
vanwege VLD […] dat is een namelijk een zekerheid in verband met privacy
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Dehaene 30 seconden]
[Verhofstadt 1 minuut 30 seconden]
Verhofstadt 00:27:50 Ik heb ook vastgesteld dat vanaf nul komma vijf van in den beginne
heel zware straffen worden opgelegd.
[Reismetafoor]
90
Verhofstadt 00:27:51 […] voor bepaalde categorieën van de bevolking financiële gevolgen
heeft die niet te dragen zijn.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Verhofstadt 00:28:43 Ik denk dat daarover binnen de schoot van een komende coalitie
moet onderzocht worden, moet gekeken worden.
[Personificatie]
[Dehaene 2 minuten]
Dehaene 00:29:38 Maar dat we daarvoor onze sociale bescherming, onze sociale
zekerheid niet hoeven op te geven.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Verhofstadt 1 minuut 30 seconden]
Verhofstadt 00:32:53 Ik wil geen mensen met lage lonen in de kou laten staan.
[Volkse beeldspraak]
Verhofstadt 00:33:04 Het probleem van de Belgische economie is de spanning tussen de
nettolonen en de te zware belastingen en bijdragen die bovenop die nettolonen moeten
betaald worden.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Verhofstadt 00:33:13 Ik heb tot in den treure al dat voorbeeld gegeven.
[Volkse beeldspraak]
Verhofstadt 00:34:03 Vandaag ligt de economie plat door dergelijke politiek van
belastingverhogingen.
[Personificatie]
[Dehaene 30 seconden]
Dehaene 00:34:38 Ik dit niet wil doen ten koste van het slaan van een groot gat in de
sociale zekerheid.
[Containermetafoor]
91
Verkiezingsdebat 19 mei 1995
Vera Dua (Agalev), Bert Anciaux (Volksunie), Guy Verhofstadt (VLD) en Joris Van Hauthem
(Vlaams Blok)
[Dua 1 minuut]
Dua 14:53:25 Daarmee heeft men een aantal andere zeer belangrijke problemen onder de
mat geveegd en houdt men daar geen rekening mee.
[Volkse beeldspraak]
Dua 14:53:36 De milieuproblematiek leeft ook onder de mensen.
[Volkse beeldspraak]
Dua 14:53:54 Het is nog niet zo lang geleden dat dat gezegd werd, dat België de koploper
is wat betreft de dioxine-uitstoot.
[Sport- en spelmetafoor]
Dua 14:54:05 Dat andere partijen dat echt bewust onder de mat schuiven.
[Volkse beeldspraak]
[Anciaux 30 seconden]
[Anciaux 20 seconden]
[Van Hauthem 45 seconden]
Van Hauthem 14:59:39 Ik wou net even verder gaan over die HST-historie.
[Volkse beeldspraak]
Van Hauthem 15:00:07 […] en ziet de kleine Vlaamse man dat zijn treinstation in de buurt
dichtgaat.
[Volkse beeldspraak]
[Anciaux 30 seconden]
[Dua 1 minuut]
Dua 15:04:43 Dat de SP dat een beetje gebruikt om haar blazoen op te poetsen.
[Volkse beeldspraak]
[Van Hauthem 30 seconden]
Van Hauthem 15:07:38 Diegene die dus eigenlijk verantwoordelijk zijn voor het ontsporen
van het systeem.
[Transportmetafoor]
92
Van Hauthem 15:07:40 Die nu plots alle hens aan dek gaan roepen.
[Volkse beeldspraak]
[Anciaux 1 minuut 30 seconden]
Anciaux 15:11:21 Heeft de SP de pretentie om te zeggen dat zij de enige partij zijn die de
sociale zekerheid gaan beschermen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Anciaux 15:11:36 Dat de VLD van een zeer revolutionaire verandering nu komt tot vis noch
vlees.
[Culinaire metafoor]
Anciaux 15:11:44 Ik heb de indruk, meneer Verhofstadt, dat als ik het debat gisteren zag, dat
u een bocht maakt, onvoorstelbaar, en dat u als een schoothondje achter Jean-Luc
Dehaene aanholt.
[Reismetafoor]
[Volkse beeldspraak]
Anciaux 15:12:08 Er zijn toch nog altijd heel wat mensen die door de mazen van het net
vallen.
[Volkse beeldspraak]
[Dua 1 minuut 30 seconden]
Dua 15:12:42 Misschien tot ergernis van meneer Van Hecke, zijn wij grote beschermers
van de sociale zekerheid.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Dua 15:12:45 Willen wij ook een sterke sociale zekerheid waarbij je maximale bescherming
geeft aan iedereen die op een bepaald moment in een zwakke situatie zit.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Dua 15:13:21 Maatregelen die eigenlijk asociaal kunnen bestempeld worden.
[Volkse beeldspraak]
Dua 15:13:29 […] waarbij honderd miljard op de rug van de werknemers bespaard werd.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Dua 15:13:43 Dat daar eigenlijk een verborgen agenda inzit.
[Volkse beeldspraak]
93
[Verhofstadt 1 minuut 30 seconden]
Verhofstadt 15:14:55 Ge hebt de remgelden verhoogd op de rug van zieken en
gehandicapten. De solidariteitsbelastingen ingevoerd op de rug van de gepensioneerden.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Verhofstadt 15:15:15 De publieke vijand nummer één zit hier. Er wordt direct geschoten
van alle mogelijke kanten
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor (x2)]
Verhofstadt 15:15:38 Die remgelden te verhogen op de rug van de gehandicapten.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[Van Hauthem 2 minuten]
Van Hauthem 15:18:07 Dan heeft de kiezer gesproken.
[Volkse beeldspraak]
Van Hauthem 15:18:17 Omdat er effectief eens hard op tafel moet geslagen worden.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[Anciaux 1 minuut 30 seconden]
Anciaux 15:24:22 Ik denk dat de partijen een beetje minder een dikke nek moeten opzetten
en meer de problemen concreet moeten aanpakken.
[Volkse beeldspraak]
[Dua 1 minuut]
Dua 15:24:37 Ik krijg koude rillingen als ik bepaalde programmapunten van het Vlaams
Blok lees, omdat het inderdaad een racistische partij is.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Dua 15:24:45 Ik denk dat de boodschap naar de politieke wereld dan ook moet zijn, dat men
iets moet doen aan de voedingsbodem van het Vlaams Blok
[Natuurmetafoor]
Dua 15:25:07 […] en daarbij aansluitend ook de politieke cultuur.
[Andere]
94
[Van Hauthem 1 minuut 30 seconden]
Van Hauthem 15:28:42 Ge moogt op uwe kop staan, ge moogt daar 15 procent, 20 procent
op stemmen, wij doen daarmee geen zaken. En dus is die stem onnuttig.
[Volkse beeldspraak (x2)]
Van Hauthem 15:28:50 Dat is, meneer Verhofstadt, de zaken op zijn kop zetten.
[Volkse beeldspraak]
Van Hauthem 15:29:52 De tijd dat de pastoor op de kansel stond, en dat die aan de kiezer
ging zeggen voor wie je al dan niet kon stemmen, dat die tijd gedaan is.
[Andere]
Van Hauthem 15:30:01 U moet de kiezers niet nemen voor een kudde vee, de kiezer heeft
meer gezond verstand.
[Andere]
[Anciaux 1 minuut 30 seconden]
Anciaux 15:31:18 […] om dat Vlaams Parlement tot instrument te brengen om meer
solidariteit en verantwoordelijkheid in die gemeenschap aan bod te laten komen
[Technische metafoor]
Anciaux 15:31:35 […] dat men dat van tafel veegt.
[Volkse beeldspraak]
95
Bijlage 2 : Corpus 2014
De Zevende Dag – 27 april 2014
Actuadebat Asiel en Migratie: Theo Francken (N-VA)
(samen met Maggie De Block/ niet-geanalyseerd)
[Francken 1 minuut 30 seconden]
Francken 12:14:19 Daar hebben we cellenhuur in Tilburg, dat is eigenlijk een goed verhaal.
[Andere]
Francken 12:14:45 We moeten stoppen met draaideurillegaliteit. De draaideurillegalen, die
moeten we nu aanpakken.
[Technische metafoor]
[Francken 1 minuut 30 seconden]
Francken 12:19:21 Het principe zelf is een gezond principe.
[Medische metafoor]
[Francken 1 minuut 30]
Francken 12:22:29 Ik blijf bij het punt dat het terugkeerbeleid de achillespees is. Er is te
weinig verwijdering gebeurd.
[Medische metafoor]
Francken 12:22:35 We kunnen met veel cijfers goochelen, die cijfers komen niet van mij.
[Andere]
Francken 12:24:09 Je moet altijd voorzichtig zijn met daar grote uitspraken over te doen, het
asielverhaal.
[Andere]
96
Actuadebat Het betaalbaar houden van onze pensioenen:
Wouter Beke (CD&V) en Peter Vanvelthoven (sp.a)
[Vanvelthoven 1 minuut]
[Beke 2 minuten]
Beke 12:27:21 Wij zouden die pensioensleeftijd van 65 jaar niet willen loslaten.
[ Lichaams- en handelingsmetafoor]
Beke 12:28:25 Die omslag die gemaakt is, dat we die in de volgende periode moeten
verderzetten.
[Reismetafoor]
[Vanvelthoven 1 minuut]
Vanvelthoven 12:30:20 Dat betekent inderdaad dat er een bepaald groeipad moet voorzien
worden de komende vijf jaar.
[Reismetafoor]
Vanvelthoven 12:30:39 Bij andere partijen zie ik die sluitende begroting niet.
[Containermetafoor]
[Beke 30 seconden]
Beke 12:31:01 Maar ook hier zal het een en-en verhaal zijn. Dat betekent dat we én extra
middelen moeten voorzien én verdere structurele maatregelen moeten nemen.
[Andere]
[Vanvelthoven 1 minuut]
Vanvelthoven 12:32:20 Index dat is voor ons een principe dat we niet gaan loslaten.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Vanvelthoven 12:32:24 Ik heb heel erg het gevoel dat ook wat dat betreft we daar heel
alleen in staan.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
97
[Beke 1 minuut 30 seconden]
Beke 12:33:39 Ik denk dat daar een heel belangrijke rol weggelegd is de komende vijf jaar
voor het sociaal overleg.
[Andere]
Beke 12:333:53 Dat mensen die hun hele leven gewerkt hebben, een gepaste job kunnen
krijgen en niet zomaar uitgestoten worden op die arbeidsmarkt.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Vanvelthoven 1 minuut]
Vanvelthoven 12:34:53 Mensen die het goed hebben, mensen die de financiële ruimte
hebben, die hoeven niet zolang te werken als andere mensen.
[Containermetafoor]
[Beke 1 minuut 30 seconden]
Beke 12:35:20 Ik denk dat we moeten gaan voor slimme hervormingen, als het gaat over
het dichtrijden van de kloof.
[Personificatie]
[Reismetafoor]
Beke 12:35:49 Door slimme hervormingen te doen, kan je die kloof weten te dichten.
[Personificatie]
[Containermetafoor]
Beke 12:35:53 Maar wij zijn geen voorstander van brutale ingrepen die mensen van de ene
dag op de andere in een zeer zenuwachtige en onduidelijke situatie brengen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Beke 12:36:30 Dat hebben we niet gedaan en dat sociaal bloedbad willen we ook in de
volgende vijf jaar niet.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Vanvelthoven 30 seconden]
98
Actualiteitsdebat Oosterweel-tracé:
Wouter Van Besien (Groen)
(in debat met Koen Van den Heuvel/ niet geanalyseerd)
[Van Besien 1 minuut]
Van Besien 11:23:35 Wij vinden dat er gisteren al beslissingen hadden kunnen genomen
worden.
[Reismetafoor]
Van Besien 11:23:50 Het gaat over de schop in de grond voor nieuwe tramprojecten.
[Volkse beeldspraak]
[Van Besien 30 seconden]
[Van Besien 1 minuut]
Van Besien 11:26:30 Wij in ons zuurstofplan gaan heel weinig daar een accent leggen.
[Medische metafoor]
Van Besien 11:27 Dat is een project van deze eeuw, en niet van vorige eeuw zoals het
BAMtracé.
[Volkse beeldspraak]
[Van Besien 1 minuut]
Van Besien 11:29:12 U neemt hier de toekomst van Antwerpen weg.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Van Besien 11:29:14 Dat een project is van vorige eeuw.
[Volkse beeldspraak]
[Van Besien 1 minuut]
Van Besien 11:32:00 Dat gaat over slimme theorieën.
[Personificatie]
99
De Zevende Dag – 4 mei 2014
Verkiezingsdebat Strafuitvoering:
Annemie Turtelboom (Open Vld) en Filip De Winter (Vlaams Belang)
[De Winter: 1 minuut]
De Winter 11:21:45 Gebuisd, misschien van één op tien naar twee op tien, maar niet veel
meer dan dat. Wij zijn en blijven het meest lakse land in Europa en misschien ter wereld voor
wat de strafuitvoering betreft .
[Andere]
De Winter 11:22:05 De enkelband is de toverformule van mevrouw Turtelboom.
[Volkse beeldspraak]
De Winter 11:22:06 Zo’n enkelband dat is onbetaald verlof in eigen huis, want dat is het
uiteindelijk, dat is geen straf, dat is kwijtschelding van straf.
[Andere]
[Turtelboom 1minuut 30 seconden]
Turtelboom 11:22:16 We leven niet in Noord-Korea. Ik wil in een land wonen waar niet
politici de straffen uitspreken. Wij moeten er als politiek voor zorgen dat justitie voldoende
mensen en middelen heeft om snel straffen uit te spreken.
[Onheilsmetafoor]
[ De Winter 1 minuut]
De Winter 11:23:30 Die zachte aanpak leidt tot harde criminaliteit.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[ De Winter 1 minuut 30seconden]
[Turtelboom: 1 minuut]
Turtelboom 11:27:26 Meneer De Winter heeft natuurlijk een maatschappijvisie waarbij hij
altijd zegt ik brul luid en ik klop erop. Alleen moet ik hem met de realiteit confronteren.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
100
Turtelboom 11:27:32 […] dat je niet met een knop illegalen zomaar kan wegwijzen.
[Technische metafoor]
Turtelboom 11:28:08 Het complete Kafka-idee van een gevangenis te bouwen in het
buitenland. Italië heeft dat gedaan en heeft een gevangenis in Albanië gebouwd. Het heeft
negen miljoen euro gekost, er hebben ooit dertig Albanezen erin gezeten.
[Onheilsmetafoor]
Turtelboom 11:28:24 Het is een gigantische aderlating geweest voor Italië.
[Medische metafoor]
[Turtelboom 2 minuten]
[De Winter 1minuut 30seconden]
De Winter 11:29:16 Ik denk dat wij koploper moeten zijn. We moeten niet enkel een
koploper zijn in het voeren van een laks beleid. We moeten vooral de koploper zijn in een
innoverend beleid dat durft nieuwe dingen doen.
[Sport- en spelmetafoor]
[Turtelboom 1 minuut]
[De Winter 1 minuut]
De Winter 11:31:00 En dat voor een stad waar de criminaliteit de pan uit zwiert.
[Culinaire metafoor]
De Winter 11:31:35 De beste remedie om er inderdaad voor te zorgen dat we minder
capaciteit nodig hebben, is hard straffen.
[Medische metafoor]
[Turtelboom 30 seconden]
Turtelboom 11:32:11 Als je kordaat straft, dan straf je ook op maat.
[Technische metafoor]
101
Turtelboom 11:32:25 Alleen op die manier zorg je ervoor dat mensen niet als tijdbommen
terug in de samenleving komen maar dat ze een opleiding hebben, dat ze taal leren en dat
ze op die manier beter uit de gevangenis komen dan dat ze erin gaan.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Verkiezingsdebat besparingen:
Pieter De Crem (CD&V) en Siegfried Bracke (N-VA)
[Bracke 1 minuut 30 seconden]
Bracke 12:10:29 Dat je binnen die begroting kunt schuiven.
[Containermetafoor]
Bracke 12:10:39 We kunnen in het vel van de politiek zelf snijden.
[Personificatie]
[De Crem 1minuut 30 seconden]
De Crem 12:12:03 Dat we het Europese objectief moeten bereiken.
[Reismetafoor]
De Crem 12:12:10 We hebben de begroting op koers gehouden.
[Transportmetafoor]
De Crem 12:12:43 Wij hebben gedurende twee jaar met de CD&V en met de regering de
Moesen-norm toegepast. Dus, eigenlijk geen lessen te ontvangen.
[Andere]
[Bracke 1 minuut 30 seconden]
Bracke 12:13:13 Ik kan de bal terugkaatsen, had de regering-Di Rupo gedaan wat verwacht
werd, dan konden we 2016 halen.
[Sport- en spelmetafoor]
102
Bracke 12:14:09 Spreid de inspanning over zoveel mogelijk schouders om nadien de
vruchten daarvan te kunnen plukken.
[Natuurmetafoor]
[De Crem 30 seconden]
De Crem 12:14:16 De N-VA heeft de vest gekeerd. Tot drie weken geleden was het
allemaal 2016.
[Andere]
De Crem 12:14:58 En dat is inderdaad de pijnlijke vaststelling.
[Medische metafoor]
[Bracke 2 minuten]
Bracke 12:15:51 Wat je binnen de politie wel moet doen, is dat budget heroriënteren.
[Reismetafoor]
Bracke 12:17:01 Die Vlaamse bevoegdheden isoleren we uit die besparingsoefening, de
andere steken we erin.
[Andere]
[De Crem 1 minuut 30 seconden]
De Crem 12:17:34 Professor Peersman wordt hier aangehaald omdat het op dat moment in
het kraam past van meneer Bracke.
[Volkse beeldspraak]
De Crem 12:17:39 Maar professor Peersman is ook heel kritisch voor het economische luik
van het programma van de N-VA.
[Volkse beeldspraak]
De Crem 12:17:47 Wij zijn heel duidelijk voor een koopkracht-behoudend-mechanisme
dat de index is.
[Technische metafoor]
103
De Crem 12:18:07 Er is toch wel iets in het economische plan van de N-VA dat een rilling
over het bedrijfsleven in Vlaanderen heeft laten gaan, namelijk het afschaffen van die
notariële interest.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
De Crem 12: Dat is een deur openen of een deur dichtslaan voor alle buitenlandse
investeringen.
[Volkse beeldspraak]
[Bracke 1 minuut]
Bracke 12:18:39 Ik val wat betreft die index echt van mijn stoel.
[Volkse beeldspraak]
Bracke 12:19:22 Terwijl ze twee jaar geleden met kracht dat idee hebben verdedigd.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[De Crem 1 minuut]
De Crem 12:19:42 De zuurstofkuur is gegeven met de competitiviteitswetgeving.
[Medische metafoor]
De Crem 12:19:52 Er is geen enkele kat, ook geen zwart-gele kat, meneer Bracke, die dat
gelooft.
[Volkse beeldspraak]
Verkiezingsdebat:
Ben Weyts (N-VA) & Bruno Tobback (sp.a)
[Tobback 1 minuut]
Tobback 12:26:12 In het grote pakket van de sociale zekerheid, zijn de twee grote
pakketten, gezondheidzorg en pensioenen.
[Containermetafoor]
104
[Weyts 1 minuut 30 seconden]
Weyts 12:27:42 Sociale zekerheid is voor ons een trampoline die ervoor zorgt dat je zacht
wordt opgevangen, maar die je terug katapulteert naar die arbeidsmarkt, zo doende dat je
terug op eigen benen kan staan.
[Sport- en spelmetafoor]
Weyts 12:28:18 Namelijk die trampoline, zacht vallen als je tegenslag hebt, tot maximaal
twee jaar tijd. En vervolgens is de fase waarbij je gaat naar activeringsuitkeringen.
[Sport- en spelmetafoor]
Weyts 12:28 Het is niet louter een beeld van de stok, het is ook van de wortel. Van
stimuleren en activeren. Van mensen terug naar die arbeidsmarkt te brengen.
[Natuurmetafoor]
[Tobback 1 minuut 30 seconden]
Tobback 12:29:18 Dat sociale bescherming moet dienen om mensen in de samenleving
te houden.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Containermetafoor]
Tobback 12:29: 20 Wat u doet is een trampoline met gaten maken. Een trampoline met
een gat waar ge door valt, daarmee lanceer je niemand.
[Sport- en spelmetafoor]
Tobback 12:29:39 Integendeel, je parkeert ze vaak voor eeuwig in een bijbaan
[Transportmetafoor]
[ Weyts, 1 minuut 30 seconden]
Weyts 12:30:23 Integendeel, we gaan de gaten kleiner maken.
[Verwijzend naar de trampoline uit de voorgaande repliek]
[Sport- en spelmetafoor]
Weyts 12:30:42 De gaten die gaan wij net verkleinen. Wij gaan net het leefloon optrekken.
[idem]
[Sport- en spelmetafoor]
105
[Tobback 1 minuut 30 seconden]
Tobback 12:33:10 Dan moet u wel bereid zijn te morrelen in de andere marge, dan waar u
nu gaat kijken.
[Containermetafoor]
Tobback 12:33:36 Daar blijft u liever af en u probeert onderaan in de marge wat geld te
gaan afpakken van de mensen die het nodig hebben en er bovendien jarenlang voor
bijgedragen hebben.
[Containermetafoor]
Tobback 12:33:44 Ik vind dat uw prioriteiten aan de verkeerde kant liggen.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
[Weyts, 1 minuut 30 seconden]
Weyts 12:34:25 Die varen het beste erbij, bij wat wij voorstellen.
[Transportmetafoor]
Weyts 12:35:35 Men mikt op de reiken, wie treft men, de middenklasse.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Tobback 1 minuut 30 seconden]
Tobback 12:35:58 U geeft een klein beetje terug met de ene hand, van wat u met de
andere hand afpakt. Uw V-Plan, meneer Weyts, is een verliesplan.
[Lichaamsmetafoor]
Tobback 12:36:17 Het ambeteert u blijkbaar dat iemand de rekening heeft gemaakt.
[Volkse beeldspraak]
Tobback 12:36:24 Wat zij verliezen in sociale bescherming, dat compenseert u maar zeer
gedeeltelijk met een aantal leuk klinkende fiscale voorstellen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
106
Tobback 12:35:53 Daar zijn we de kampioen in het niet-belasten in Europa, net zoals we de
kampioen zijn in het belasten van arbeid in Europa.
[Sport- en spelmetafoor]
Tobback 12:37:13 En jullie willen dat compenseren door diegene die vandaag aan het werk
zijn, die risico’s lopen […] om die te blijven pesten.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
De Zevende Dag – 11 mei 2014
Verkiezingsdebat migratie/woonbonus:
Kris Peeters (CD&V) en Bart De Wever (N-VA)
[Peeters 30 seconden]
[De Wever 30 seconden]
De Wever 10:27:49 Heel Europa is asociaal, is een groot sociaal kerkhof. Dit is het enige
land waar je van school kan komen en oneindig werkloos kan blijven tot je pensioen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
De Wever 10:28:28 Daarvoor moet je een beleid voeren die private jobcreatie mogelijk
maakt. Die is volledig stilgevallen in dit land.
[Transportmetafoor]
[Peeters 30 seconden]
Peeters 10:28:33 Ik geef u als raad mee, als iedereen in de Schelde springt, moet u er niet
meteen achter springen.
[Volkse beeldspraak]
[De Wever 1 minuut 30 seconden]
De Wever 10:29:46 Heb je dan nog niets, dan val je uit het stelsel van de werkloosheid.
107
[Containermetaforen]
De Wever 10:30:45 De loonlasten zijn torenhoog. Die willen wij drastisch verlagen.
[Technische metafoor]
De Wever 10:30:48 Wij hebben een voorstel om dat vanaf de eerste dag te doen.
[Reismetafoor]
De Wever 10:31:23 Dat u mij nu beschuldigt, en mijn partij, op deze villaine manier als u
gisteren gedaan hebt, dat wij de welvaartsstaat willen afbreken.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Technische metafoor]
[Peeters 1 minuut]
[ De Wever 15 seconden]
[Peeters 30 seconden]
Peeters 10:33:00 Daar zit al een stok achter de deur.
[Volkse beeldspraak]
[De Wever 10 seconden]
[ Peeters 1 minuut 30 seconden]
[De Wever 2 minuten]
De Wever 10:29:12 In de volgende periode 5,5 miljard vrije beleidsruimte zou hebben, naar
overschotten zou gaan.
[Containermetafoor]
De Wever 10:35:33 Sta me nu toe dat ik niet recht spring van vreugde over die
staatshervorming.
[Volkse beeldspraak]
108
De Wever 10.36:00 Al onze beleidsruimte is weg. We hebben noden in welzijn, we hebben
noden in onderwijs.
[Containermetafoor]
De Wever 10:36:03 We zitten met een put en dan krijgen we nieuwe bevoegdheden met
een put er nog bij. We hebben de afgelopen heel hard gewerkt om ook op Vlaams niveau
om aan een nieuw saneringsprogramma te werken, om die put dan te vullen.
[Containermetafoor]
Verkiezingsdebat openbaar vervoer :
Chris Janssens (Vlaams Belang)
(in debat met Jan Peumans/ niet geanalyseerd)
[Janssens 1 minuut]
Janssens 11:18:02 Dat de N-VA telkens bakzeil heeft gehaald wat de sp.a betreft.
[Volkse beeldspraak]
[Janssens 1 minuut 30 seconden]
Janssens 11:19:44 Dat we de omslag moeten maken van een aangestuurd beleid naar een
vraag gestuurd beleid. Niemand heeft er baat bij, bij een zogenaamde “Busje komt zo”-beleid
waarbij de bussen alleen maar lucht verplaatsen.
[Reismetafoor]
Janssens 11:21:13 De Vlaamse regering heeft helaas vijf jaar geslapen en wordt nu plots
wakker omdat het verkiezingen zijn.
[Personificatie]
[Janssens 1 minuut 30 seconden]
Janssens 11:24:05 Die gratis mythe van de socialisten die is natuurlijk heel gratuite, want
gratis bestaat niet. De belastingbetaler betaalt uiteindelijk altijd de rekening.
[Andere]
[Volkse beeldspraak]
109
Janssens 11:24:41 De blinde gratis-politiek.
[Personificatie]
[Janssens 30 seconden]
Verkiezingsdebat belasting op arbeid verlagen:
Koen Geens (CD&V) en Gwendoline Rutten (Open Vld)
[Rutten 1 minuut 30 seconden]
Rutten 11:31:26 Je fiscaliteit gebruikt als een echt instrument om maatwerk te leveren.
[Technische metafoor]
Rutten 11:31:57 Wij gebruiken fiscaliteit echt als instrument voor maatwerk.
[Technische metafoor]
[Geens, 1 minuut 30 seconden]
Geens 11:33:23 Omwille van het samenspel tussen het belastingsysteem en het
werkloosheidssysteem.
[Sport- en spelmetafoor]
[Rutten 1 minuut]
Rutten 11:34:34 Groei is de beste sociale bescherming.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Rutten 11:35:00 Dan gebruik je fiscaliteit niet als één medicijn voor alle kwalen. Iedereen
hetzelfde. Neen, dan gebruik je fiscaliteit echt als instrument om de economie te doen
draaien.
[Medische metafoor]
[Technische metafoor]
[Geens 1 minuut]
110
[Rutten 30 seconden]
Rutten 11:36:21 Maar het is een keuze om ook de koopkracht van mensen die met pensioen
zijn te beschermen Koen, want dat creëert economie, dat creëert economische groei.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Geens 1 minuut 30 seconden]
Geens 11:37:11 Het gat in de VLD begroting, als ik het zo mag zeggen, is groter dan het
onze.
[Containermetafoor]
[Rutten 1 minuut 30 seconden]
Rutten 11:38:40 Dan geef je met de ene hand, en neem je het met de andere hand terug
af. Dat is het plan van de CD&V.
[Lichaams- en verhandelingsmetafoor]
Rutten 11:39:03 Ons plan klopt perfect, daar zit helemaal geen gat in.
[Containermetafoor]
[Geens 1 minuut]
Geens 11:40:50 Ik begrijp niet hoe u het gat gaat dichtrijden.
[Transportmetafoor]
[Rutten: 1 minuut]
Rutten 11:40:58 We bleven hoffelijk, maar ik heb van de CD&V geen lessen te leren als het
over wachtlijsten aankomt. Die zijn de voorbije vijf jaar in Vlaanderen alleen maar
toegenomen.
[Andere]
Rutten 11:41:14 Dat is een unieke oefening.
[Andere]
Rutten 11:41:30 En wij maken, daar hoeft niemand zich zorgen om te maken, wij maken zeer
veel ruimte om bijvoorbeeld de wachtlijsten voor personen met een handicap aan te pakken.
[Containermetafoor]
111
De Zevende Dag – 18 mei 2015
Verkiezingsdebat Migratie en Europees asielbeleid:
Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Staes (Groen)
[Staes 1 minuut 30 seconden]
Staes 12:26:30 Een asielbeleid moet ervoor zorgen dat mensen op een correcte wijze
worden opgevangen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[Annemans 2 minuten]
Annemans 12:30:12 Wij moeten dus de kranen terug dichtdraaien, proberen greep te
krijgen op ons eigen migratiebeleid.
[Volkse beeldspraak]
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Annemans 12:30:31 We moeten als lidstaten zelf terug greep krijgen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Annemans 12:30:38 Zodat we de Europese Unie terug een toontje lager doen zingen en
minder bevoegd maken.
[Volkse beeldspraak]
[Staes 1 minuut 30 seconden]
Staes 12:32:25 Dus u gaat uw ogen dichtdoen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Staes 12:33:34 Zo komen ze in bootjes en zo verdrinken ze.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
112
[Annemans 1 minuut]
Annemans 12:33:45 Dat Frontex de buitengrenzen zou bewaken, omdat wij de
binnengrenzen moesten loslaten. Maar dat doen ze niet.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Annemans 12:34:30 Het is vijf voor twaalf, het water staat ons letterlijk aan de lippen en
wij doen niets.
[Onheilsbeeldspraak (x2)]
[Staes 1 minuut]
Staes 12:35:50 Schaar u inderdaad in de internationalen van de haat, schaar u aan de
kanten van meneer Wilders, aan de kanten van meneer Farage.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Annemans 1 minuut 30 seconden]
Annemans 12:36:31 U mag van mij gerust weten dat ik vind dat het migratieverhaal stevig
uit de hand gelopen is. We zijn er ook niet meer bevoegd voor.
[Andere]
Terzake – 12 mei 2014
Studiogasten:
Johan Vande Lanotte (sp.a)
Alexander De Croo (Open Vld)
Pieter De Crem (CD&V)
[Vande Lanotte 30 seconden]
Vande Lanotte 20:02:36 Absoluut, er valt zeer veel te verdedigen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Vande Lanotte 20:02:47 Toen buitenlandse en binnenlandse kranten het hadden over een
land in verval met een torenhoge rente met geen oplossingen.
[Technische metafoor (x2)]
113
[De Croo 30 seconden]
De Croo 20:03:13 Een anticrisisregering die orde op zake gesteld heeft in een aantal
domeinen waar de crisissen toch zeer acuut waren. Budgettair stonden we op de rand van
de afgrond.
[Medische metafoor]
[Volkse beeldspraak]
De Croo 20:03:30 We hebben de tanker gekeerd.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[De Croo 1 minuut 30 seconden]
De Croo 20:19:11 Misschien is Monica De Coninck wel een beetje de onderbelichte
minister geweest in deze regering.
[Volkse beeldspraak]
De Croo 20:19:40 We stonden niet met de rug tegen de muur.
[Volkse beeldspraak]
De Croo 20:19:48 Deze regering is zichzelf soms een beetje voorbij gelopen, in de zin dat
we zoveel dossiers opgelost hebben en dat in onze drang om zaken op te lossen, we vaak
de dag erna al dachten, wat is het volgende dossier dat we op tafel kunnen leggen.
[Personificatie]
[Volkse beeldspraak]
[De Crem 1 minuut]
De Crem 20:20:12 […] Europees op sporen blijven, wat toch een zeer zware inspanning
was.
[Transportmetafoor]
De Crem 20:20:25 En dan heb je een beetje die wonderperiode gehad wat in de eerste helft
waarbij we de staatshervorming hebben gestemd.
[Andere]
De Crem 20:20:40 Waarbij we uiteindelijk heel wat hervormingen niet alleen in de stelling
gezet, maar ook hebben afgerond.
[Technische metafoor]
114
De Crem 20:20:58 Deze regering heeft haar contract met de mensen, is haar contract
nagekomen.
[Andere]
[Vande Lanotte 1 minuut]
Vande Lanotte 20:21:31 Nadat je heel die rit gereden hebt, […]
[Transportmetafoor]
[De Crem 30 seconden]
De Crem 20:23:39 Dat was een echte zuurstofkamer die we aan het ondernemen hebben
geboden.
[Medische metafoor]
De Crem 20:23:50 Heel wat besparingen die in een klimaat van relatief grote sociale vrede
tot stand zijn genomen.
[Natuurmetafoor]
De Crem 20:24:01 We hebben heel vaak ver gesprongen en we zijn ook nog goed
aangekomen.
[Reismetafoor]
[De Croo 1 minuut]
De Croo 20:24:34 Kijk naar het ondernemingsklimaat twee jaar geleden.
[Natuurmetafoor]
De Croo 20:24:44 Dat het hier toch geen bananenrepubliek geworden was.
[Technische metafoor ]
De Croo 20:24:49 Het algemeen economisch klimaat toch een stuk gezonder is dan ze op
dat moment geweest is.
[Natuurmetafoor]
[Medische metafoor]
[Vande Lanotte 1 minuut]
115
[Vande Lanotte 1 minuut 30 seconden]
Vande Lanotte 20:42:00 Dat wat coherent te maken en de achterpoortjes sluiten.
[Containermetafoor]
Vande Lanotte: 20:42:55 Dat we die oefening toch eerst proberen te maken.
[Andere]
[De Croo 1 minuut]
De Croo 20:43:53 De federale overheid die draagt ongeveer alles van de vergrijzing en
andere kosten.
[Personificatie]
Terzake – 13 mei 2014
Studiogasten:
Freya Vandenbossche (sp.a) (en Siegfried Bracke/ niet geanalyseerd)
[Vandenbossche 1 minuut]
Vandenbossche 20:48:34 Alle andere landen met een stevige sociale zekerheid zijn landen
waar, als de lasten op arbeid laag zijn, en de belasting op vermogens hoger zijn.
[Technische metafoor]
Vandenbossche 20:49:01 Wij niet met de ene hand willen geven, wat we met de andere
terugnemen en dan nog dubbel terugnemen.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Vandenbossche 20:49:12 Weet je wie daar beter van wordt, meneer Bracke? De
ondernemer, maar vooral diegene met het hoge inkomen.
[Medische metafoor]
[Vandenbossche 1 minuut]
Vandenbossche 20:50:15 Wij willen de mensen niet persé pijn doen, meneer Bracke.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Vandenbossche 20:50:27 Wij bestrijden dat.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
116
[Vandenbossche 30 seconden]
Vandenbossche 50:52:25 […] omdat wij denken dat die mensen met de lage en gewone
lonen meer zuurstof nodig hebben dan de tien procent rijksten. Die hebben onze steun niet
nodig. Die kunnen de andere mensen helpen.
[Medische metafoor]
[Vandenbossche 30 seconden]
Vandenbossche 20:53:52 Wij gaan nooit mensen pijn doen, dat kunnen wij niet.
[Gevechts- en oorlogsmetafoor]
Studiogasten:
Bruno Tobback (sp.a) (en Siegfried Bracke/ niet geanalyseerd)
[Tobback 1 minuut 30 seconden]
Tobback 20:24:16 Ik wil gerust de geschiedenis schrijven, maar de toekomst die bent u
niet met wat u hier voorstelt. Want al wat u aanklaagt dat maakt u erger.
[Andere]
Tobback 20:24:39 Het is perfect mogelijk een pensioenvoorstel te doen in een sluitende
begroting die garandeert dat we de negen miljard die we daarvoor nodig hebben, zullen
hebben.
[Containermetafoor]
Tobback 20:25:33 Dat is omdat meneer Bracke met de andere hand fiscale cadeaus aan
het geven is aan de top 20 rijken in dit land die hij moet gaan halen bij die gepensioneerden.
[Volkse beeldspraak]
[Tobback 1 minuut]
Tobback 20:27:12 De enige manier om het sneller en fundamenteler te doen is door mensen
in de armoede storten.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Tobback 20:27:51 U moet dat doen om uw rekening te laten kloppen omdat u met de
andere hand cadeaus geeft aan diegene die het niet verdienen.
[Volkse beeldspraak (x2)]
117
Terzake 14 mei 2015
Studiogasten:
Kristof Calvo (Groen) en Gerolf Annemans (Vlaams Belang)
[Calvo 1 minuut]
Calvo 20:17:14 Dat het heel duidelijk is, welke richting wil welke partij uit.
[Reismetafoor]
Calvo 20:17:15 Wij hebben een zuurstofplan gemaakt.
[Medische metafoor]
Calvo 20:17:50 Drie op vier Vlamingen is daar voorstander van, leren we uit de stemtest […]
[Andere]
[Annemeans 1 minuut]
Annemans 20:18:21 En zonder dat we een soort van fiscale politiestaat gaan krijgen.
[Andere]
Annemans 20:18:43 Daar moeten een aantal taboes sneuvelen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Calvo 1 minuut 30 seconden]
Calvo 20:20:14 Om het met een slogan te zeggen, die worden slapend rijk.
[Volkse beeldspraak]
[Annemans 1 minuut 10 seconden]
Annemans 20:20:49 […] dat Groen de hoogste belastingverhoging in het vooruitzicht stelt.
[Reismetafoor]
Annemans 20:21:04 Daarvoor moeten natuurlijk een aantal heilige huisjes sneuvelen.
[Volkse beeldspraak]
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
118
Annemans 20:21:09 Dan zeggen we nog niet het heilige huisje der heilige huisjes, de
transfers naar Wallonië.
[Volkse beeldspraak]
[Calvo 1 minuut]
Calvo 20:22:19 Vermogensfiscaliteit, vandaag op de kap van de middenklasse
[Volkse beeldspraak]
[Annemans 30 seconden]
Studiogasten:
Barbara Pas (Vlaams Belang) en Kristof Calvo (Groen)
[Calvo 1 minuut]
Calvo 20:40:03 Die haatzaai, waarom blijft u onze samenleving vergiftigen? Waarom blijft u
mensen tegen elkaar opzetten?
[Natuurmetafoor]
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
[Pas 1 minuut]
Pas 20:40:41 Zijn vraag was of we daaruit lessen hebben getrokken.
[Andere]
Pas 20:40:53 Amnesty International zou moord en brand schreeuwen, en u waarschijnlijk
nog veel luider.
[Volkse beeldspraak]
[Calvo 40 seconden]
Calvo 20:41:06 Racisme is geen kinderspelletje, het is een misdrijf
[Sport- en spelmetafoor]
Calvo 20:41:42 Want die strijd is ook een deel van mijn politiek project
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
119
[Pas 30 seconden]
Pas 20:41:15 U moet mijn woorden niet verdraaien
[Volkse beeldspraak]
[Calvo 30 seconden]
Calvo 20:42:56 Dat is een schandvlek, die moeten we ook aanpakken.
[Volkse beeldspraak]
[Pas 1 minuut]
Pas 20:43:11 Dankzij interventies, zoals de heer Calvo, die iedereen als racist en fascist
bestempelt.
[Volkse beeldspraak]
Pas 20:44:05 Als u die vraagt stelt in de foto van Vlaanderen, zegt zeventig procent ja.
[Andere]
[Calvo 30 seconden]
[Pas 10 seconden]
Pas 20:45:17 Dat ik altijd met vuur verdedig, dat op racisme zou wijzen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Terzake 16 mei 2014
Studiogasten:
Caroline Genez (sp.a) en Wouter van Besien (Groen)
[Genez 1 minuut]
Genez 20:24:02 En anderzijds leefbaarheid en stadsvernieuwing hand in hand gaan.
[Personificatie]
Genez 20:24:13 We zouden samen met Groen en andere partners, eigenlijk een front
willen maken. Een front dat zegt, kijk, laten we van deze regeringsvorming een opportuniteit
maken
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
120
[Van Besien 1 minuut]
Van Besien 20:25:23 Dan moet je dat grote dogma van de Vlaamse regering die die al vijf
jaar aanhoudt, namelijk het tracé moet zeker het Bamtracé zijn, dan moet je dat loslaten.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Van Besien 20:25:31 Het is alsof je in Brussel zou zeggen toen het Atomium werd gebouwd.
Je mag bouwen wat je wilt, maar het moeten wel negen bollen zijn. Dat is natuurlijk een
schijnopenheid.
[Andere]
[Genez 20 seconden]
Genez 20:26:04 Geen Oosterweel zonder overkapping. Ik denk dat we daar elkaar de hand
kunnen reiken.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Van Besien 1 minuut 30 seconden]
Van Besien 20:27:01 Want er hangt een ongelofelijke bal aan de voet die men meesleurt.
Dat hangt in de weg.
[Volkse beeldspraak]
Van Besien 20:27:12 Daarom hebben wij in ons zuurstofplan voor de komende legislatuur
1 miljard voor NMBS extra, jaarlijks.
[Medische metafoor]
Van Besien 20:27:34 Dat sp.a in dat programma helemaal geen investeringsruimte
voorziet voor dat openbaar vervoer.
[Containermetafoor]
[Genez 1 minuut 30 seconden]
Genez 20:27:47 Toen sp.a de minister leverde voor mobiliteit, was die
investeringsportefeuille veel groter. U weet best dat we daarop verder willen gaan.
[Andere]
121
Genez 20:27:56 Wat we nu moeten doen, is inderdaad niet met een bal of een bam aan de
voet naar het dossier kijken.
[Volkse beeldspraak]
Genez 20:28:15 De volgende halte is effectief de volledige overkapping van die ring.
[Reismetafoor]
[Van Besien 30 seconden]
Van Besien Als er een architect is die aan uw huis aan het bouwen is, maar niet weet
hoeveel verdiepingen erop staan, dan zou ik die architect niet vertrouwen.
[Andere]
[Genez 20 seconden]
Genez 20:29:32 Ik denk dat dit illustreert dat we die uitgestoken hand samen met die
handschoen opnemen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Van Besien 15 seconden]
Studiogasten:
Caroline Genez (sp.a) en Meyrem Almaci (Groen)
[Genez 30 seconden]
Genez 20:43:42 Daarom pleiten wij voor maatwerk in het onderwijs, voor een andere
schooldag.
[Technische metaforen]
Genez 20:44:00 Zodat wij alle stakeholders van het onderwijs daarvan kunnen overtuigen.
[Andere]
[Almaci 45 seconden]
Almaci 20:44:06 Wij hebben de hand al de voorbije vijf jaar uitgestoken om één derde
voor het hoofd, één derde voor het hart en één derde voor de handen, zoals meneer Van
Belle, jeugdauteur, dat ooit heeft voorgesteld.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
122
Almaci 20:44:31 Dat dat de afgelopen legislatuur in de meerderheid verzand is geweest en
een potje geruzie, waardoor we vijf jaar hebben verloren.
[Natuurmetafoor]
[Volkse beeldspraak]
[Genez 1 minuut]
Genez 20:44:57 Omdat je inderdaad in ons onderwijs de lat moet hoger leggen voor sterke
talenten, maar ook de kloof die gigantisch is, moet verkleinen tussen zwakste leerlingen en
de sterkste leerlingen.
[Sport- en spelmetafoor]
[Containermetafoor]
Genez 20:45:10 Daarom vind ik dat wij onder progressieven, want wij zijn de enige dat dat
maatwerk willen bieden, moeten op het hoofd en het hart, maar ook op die hervormingen
en het maatwerk dat ons onderwijs nodig heeft.
[Technische metafoor]
[Volkse beeldspraak]
Genez 20:45:31 Is het dan niet beter dat sp.a en Groen samen met andere partners die dam
opwerpen tegen die conservatieven die niets willen hervormen.
[Oorlogs- en gevechtsmetaforen]
[Almaci 1 minuut 30 seconden]
Almaci 20:45:49 In de zomer dat we moeten vechten voor elke plaats op een school
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Almaci 20:45:57 En daarnaast nog een debat over kwaliteit van onderwijs zien verzanden.
[Natuurmetafoor]
Almaci 20:46:28 Dan bloedt mijn hart als ik zie hoe in de voorbije vijf jaar de
begeleidingsuren voor startende leerkrachten hebben afgeschaft.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Genez 45 seconden]
Genez 20:47:20 In plaats van in het Vlaams parlement altijd mekaar vliegen af te vangen
over kwaliteit, over investeringen.
[Oorlogs- en Gevechtsmetafoor]
123
Genez 20:47:33 […] ook de hand reiken in het vertellen van dat progressief verhaal, naar
al die stakeholders: de leraars, de netten, de vakbonden.
[Andere]
Genez 20:47:45 Laten we dat samen doen in plaats van elkaar vliegen af te vangen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Almaci 30 seconden]
Almaci 20:48:23 We zullen vooral een versterking aan linkerzijde in het Vlaams Parlement,
want zonder ons lukt het duidelijk niet.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Genez 30 seconden]
Genez 20:49:00 De uitdaging zal zijn, kunnen we links wegen op het beleid of krijgen we
een nationalistische regering die alleen maar verder opschuift naar rechts. En daarom reiken
we elkaar best de hand.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
[Almaci 20 seconden]
Almaci 20:49:09 Dat wil zeggen dat de sp.a niet voldoende heeft kunnen wegen op het
beleid, en dat echt Groen nodig is om wel te wegen op het beleid.
[Personificatie]
Terzake - 19 mei 2014
Studiogasten:
Ingrid Lieten (sp.a) en Bart Somers (Vld)
[Somers 1 minuut]
Somers 1:33:44 […] Opwaartse sociale mobiliteit
[Andere]
Somers 20:34:00 Die leraren beter te omkaderen.
[Technische metafoor]
[Lieten 30 seconden]
[Somers 30 seconden]
[Lieten 30 seconden]
124
[Somers 1 minuut]
Somers 20:36:37 Het zijn zij die moeten vechten tegen die schoolmoeheid.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Somers 20:36:45 Op dat moment is het kwaad al vaak geschied.
[Volkse beeldspraak]
[Lieten 30 seconden]
Lieten 20:37:28 Daar vindt u in mij een bondgenoot.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Somers 30 seconden]
Somers 20:37:57 We hebben de voorbije jaren heel veel gepraat over de hardware en te
weinig aan de software gedaan.
[Technische metafoor]
[Lieten 30 seconden]
[Somers 30 seconden]
Somers 20:38:37 Er moeten meer bruggen gebouwd worden.
[Technische metafoor]
Studiogasten:
Kris Peeters (CD&V) en Bart Somers (Open Vld)
[Somers 1 minuut]
Somers 20:49:05 Waarom omarmt u niet de oplossing die in een gepolariseerde stad, waar
we al heel lang discussiëren over mobiliteit, een consensus kan teweegbrengen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Peeters 1 minuut 30 seconden]
Peeters 20:49:55 Daar hebben wij een parcours afgelegd, waar – met alle respect meneer
Somers - jullie een bochtenparcours hebben gedaan dat denk ik de Alpen D’huez na-aapt
[Reismetafoor]
125
Peeters 20:50:59 om de mensen van Ringland en anderen, om die tegemoet te komen
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Somers 1 minuut]
[Peeters 1 minuut]
Peeters 20:52:23 Positief hebben meegewerkt om hier stappen vooruit te zetten.
[Reismetafoor]
[Somers 1 minuut]
Somers 20:53:17 Voor ons is dat inderdaad een breekpunt. Ge bouwt in de 21e eeuw geen
autostrades meer door wijken waar 10.000 mensen wonen […]
[Technische metaforen]
Somers 20:53:38 In de 21e eeuw is het gelukkig zo dat we niet meer alleen in de ivoren
toren van de Wetstraat zitten.
[Technische metaforen]
[Peeters 30 seconden]
Studiogasten:
Ingrid Lieten (sp.a)
(samen met Geert Bourgeois en Kris Peeters/ niet-geanalyseerd)
[Lieten 1 minuut 30 seconden]
Lieten 20:25:24 Waar we heel hard onder elkaar hebben moeten puzzelen, want de
rekening moet kloppen.
[Sport- en spelmetafoor]
[Volkse beeldspraak]
Lieten 20:25:29 Die wel structureel Vlaanderen gezonder gaan maken. Die de hele
economie gezonder gaan maken.
[Medische metafoor]
126
Terzake 20 mei 2014
Studiogasten:
Hilde Crevits (CD&V) en Jan Jambon (N-VA)
[Jambon 1 minuut 30 seconden]
Jambon 20:42:19 Laten we nu eerst die kiezer spreken, dan zijn de kaarten verdeeld en
kan het spel beginnen.
[Sport- en spelmetafoor]
Jambon 20:42:28 Als we allebei op dezelfde moment naar elkaar bellen, gaan we allebei
een bezettoon krijgen. Dat is niet goed.
[Andere]
[Crevits 1 minuut 30 seconden]
Crevits 20:44:25 Wij zijn niet voor hakbijlen.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
Crevits 20:44:36 Wij zijn akkoord dat we daar wat moeten aftoppen.
[Natuurmetafoor]
Crevits 20:44:54 Mensen die tussen zestig en vijfenzestig jaar met pensioen gaan, die
worden door uw partij gestraft.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Jambon 30 seconden]
Jambon 20:45:15 Dat is een aanvalslijn ten opzichte van mijn partij.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Crevits 2 minuten]
Crevits 20:45:46 We zijn akkoord dat er een groeipad is.
[Reismetafoor]
Crevits 20:45:53 Wij houden die lijn aan, ook de komende jaren.
[Reismetafoor]
127
Crevits 20:46:13 Daar denk ik dat wij samen op dezelfde lijn zitten.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Jambon 30 seconden]
[Jambon 1 minuut]
Jambon 20:49:06 Die uitspraak dat dat vijf procent per jaar is, is compleet van de pot gerukt
[Volkse beeldspraak]
Studiogasten:
Jan Jambon (N-VA)
(samen met Wouter Beke/ niet geanalyseerd)
[Jambon 30 seconden]
Jambon 20:21:04 Volgens die professoren klopt de rekening niet
[Volkse beeldspraak]
[Jambon 1 minuut]
Jambon 20:23:06 Wij beginnen met de voordelen voor de kleine inkomens, voor de
middelgrote inkomens en voor de grote inkomens op dag één. Niet vanaf 2017, op dag één.
[Reismetafoor]
Jambon 20:23:44 En niet zoals in jullie plan aan het einde van de rit, want dan komen we
te laat.
[Transportmetafoor]
[Jambon 30 seconden]
Jambon 20:24:30 Vandaag gaan de bedrijven hier lopen. Vandaag investeren onze
bedrijven in het buitenland.
[Personificatie]
Jambon 20:25:03 Wij moeten nu handelen. Niet in 17, niet in 19, maar vandaag.
[Reismetafoor]
128
Terzake – 21 mei 2015
Studiogasten:
Liesbet Homans (N-VA)
(samen met John Crombez / niet geanalyseerd)
[Homans 1 minuut]
[Homans 1 minuut 30 seconden]
Homans 20:26:57 Dat hangt er ook vanaf hoe dat ge de index gaat uitzuiveren.
[Medische metafoor]
[Homans, 1 minuut]
Homans 20:28:35 Wat u deur aan deur gaat vertellen is een leugen, u gaat kloppen en
bellen bij de mensen, en vertellen N-VA gaat uw pensioen verlagen. Ik kan u met het hand
op het hart zeggen, er is niks van aan.
[Volkse beeldspraak]
Studiogasten:
Bart De Wever (N-VA) en John Crombez (sp.a)
[Crombez 1 minuut]
Crombez 20:48:16 De echte vraag is wie de rekening betaalt.
[Volkse beeldspraak]
[De Wever 30 seconden]
De Wever 20:49:22 Of is het een groeipad naar 3 miljard?
[Reismetafoor]
[Crombez 30 seconden]
[De Wever 30 seconden]
De Wever 20:49:55 Dan zeg ik u wel dat er een enorm gat in die cijfers van de sp.a is
geslagen.
[Containermetafoor]
129
De Wever 20:50:03 Men zegt altijd halve waarheden en hele leugens, want wij voeren vanaf
dag één als enige een hervorming door van de personenbelasting […].
[Reismetafoor]
[Crombez 30 seconden]
Crombez 20:50:30 Als ge u de vraagt stelt, ‘wie gaat de rekening betalen?’ […]
[Volkse beeldspraak]
Crombez 20:50:47 Daarnaast staat er ook, dat is dan dag twee […]
[Reismetafoor]
[De Wever 1 minuut]
De Wever 20:51:07 Dan klopt uw rekening weer niet.
[Volkse beeldspraak]
De Wever 20:51:27 Daar is nog ruimte.
[Containermetafoor]
De Wever 20:51:38 U bent toch de partij van de kleine man.
[Volkse beeldspraak]
De Wever 20:51:50 Wij zijn wel zo eerlijk te zeggen dat je hier en daar maatregelen zal
moeten nemen die de mensen voelen. Andere partijen die toveren met cijfers, en die
goochelen met cijfers fraudebestrijding.
[Andere]
[Crombez 30 seconden]
Crombez 20:52:03 Ik ga eventjes niet mee toveren met de cijfers
[Andere]
Crombez 20:52:50 En die komt dan uit de lucht vallen, meneer De Wever, die BTW.
[Volkse beeldspraak]
[De Wever 1 minuut]
De Wever 20:53:01 U kan hier mij komen aanvallen, maar u moet het palmares van u
regering-Di Rupo maar eens zien.
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
De Wever 20:53:24 […] dat die in dezelfde richting gaan
[over de programma’s van CD&V, Open Vld en N-VA].
[Reismetafoor]
130
De Wever 20:53:57 Proximus zal niet rijker worden als het niet moet van mijn telefoon.
[Andere]
De Wever 20:54:03 Ik hoop vooral dat ze opnemen als ik bel, maar dat zal van de kiezer
afhangen die moet nog eerst voor verandering durven kiezen.
[Andere]
Terzake 22 mei 2014
Studiogasten:
Gwendoline Rutten (Open Vld) en Filip De Winter (Vlaams Belang)
[De Winter 1 minuut]
De Winter 20:20:21 Als die automatisch worden omgezet in een enkelbandregime
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
De Winter 20:20:41 Hebt u niet de indruk dat de overheid eerder het kamp kiest van de
criminelen in plaats van het uiteindelijk op te nemen voor de slachtoffers?
[Oorlogs- en gevechtsmetafoor]
[Rutten 2 minuten]
Rutten 20:20:50 Strafuitvoering een essentieel onderdeel in gans de keten.
[Technische metaforen]
Rutten 20:21:25 Dat is stap voor stap en we moeten natuurlijk nog een stapje verder
gaan. Ze is natuurlijk ook nog maar twee jaar bezig.
[Reismetafoor]
Rutten 20:21:30 Waar moet je op inzetten, dat is een stapje eerder. Dat is ervoor zorgen
dat mensen snel berecht worden en dus maken we werk van snelrechtbanken.
[Reismetafoor]
Rutten 20:21:43 We willen dat opdrijven, dat is de prioriteit voor de volgende legislatuur.
[Transportmetafoor]
131
Rutten 20:21:53 Dan kan je die hele keten van die strafuitvoering verder uitvoeren.
[Technische metafoor]
Rutten 20:22:03 Waar wij van mening zullen verschillen, is dat wij vinden dat er een ganse
waaier mag worden aangeboden van straffen.
[Volkse beeldspraak]
Rutten 20:22:10 Wij reiken aan de rechterlijke macht instrumenten aan om hun taak naar
behoren te kunnen doen. Het is niet onze taak om te straffen.
[Technische metafoor]
Rutten 20:22:30 Die gevangenissen dateren nog uit de tijd van Napoleon.
[Volkse beeldspraak]
Rutten 20:22:32 Je biedt die waaier aan en gaat er op die manier van uit dat je het sluitstuk
van een goed justitiebeleid kan voeren.
[Technische metafoor]
[De Winter 30 seconden]
De Winter 20:22:47 Dat men een aantal straffen omzet in een enkelbandregime.
[Oorlogs-en gevechtsmetafoor]
De Winter 20:23:01 Een enkelband, laat ons eerlijk zijn, dat is een beetje onbetaald verlof
in eigen huis. Dat is niet echt een straf.
[Andere]
[Rutten 1 minuut 30 seconden]
Rutten 20:23:26 In alle moderne democratieën biedt je dus een waaier van mogelijkheden
aan.
[Volkse beeldspraak]
Rutten 20:24:16 Als je tegelijkertijd dan pleit voor het bevriezen van de uitgaven en het
snijden in de overheidsuitgaven.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Rutten 20:24:30 Waarom vervangen wij die gevangenissen? Omdat ze uit de tijd van
Napoleon komen, dat kan echt niet meer.
[Volkse beeldspraak]
Rutten 20:24:40 Omdat we weten, dat is een pijnpunt bij ons.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
132
[Rutten 1 minuut]
Rutten 20:26:11 Ik heb gisteren op Het Beloofdez Land ook gezien dat de feiten van meneer
De Winter altijd met een korrel zout moeten worden genomen.
[Volkse beeldspraak]
Rutten 20:26:31 We hebben geen knop hé, meneer De winter, waar we op kunnen duwen
en de mensen zijn weg. Het gaat om mensen en andere landen waar je mee moet
samenwerken.
[Technische metafoor]
Studiogasten:
Maggie De Block (Open Vld) en Filip De Winter (Vlaams Belang)
[De Winter 1 minuut]
De Winter 20:42:23 Maar u bent wat het asiel- en migratiebeleid betreft met handen en
voeten gebonden aan de PS en aan de sp.a.
[Volkse beeldspraak]
De Winter 20:43:26 Bent u geen voorstander, net zoals wij, van een volledige en
waterdichte immigratiestop?
[Andere]
[De Block 1 minuut 30 seconden]
De Block 20:43:50 Ik heb mijn valiesje gepakt en ik ben naar vele landen gegaan.
[Reismetafoor]
De Block 20:44:15 We zijn van de eerste plaats naar de zesde, zevende plaats gezakt. Het
zijn geen Olympische spelen, dus ik vind dat eigenlijk beter dat we van dat podium
geraakt zijn.
[Sport- en spelmetafoor]
De Block 20:45:08 De terugkeer is het sluitstuk van het migratiebeleid.
[Technische metafoor]
133
[De Winter 1minuut]
De Winter 20:45:37 Het is niet omdat een leerling die één op tien haalde, op het einde van
de rit, drie jaar later, drie op tien haalt dat we daarom geslaagd zijn. Neen, u bent nog
altijd gebuisd.
[Andere]
[Reismetafoor]
De Winter 20:46:03 Dat toont aan dat dat sluitstuk er inderdaad niet is. Dat is het grote
probleem.
[Technische metafoor]
[De Block 1 minuut 30 seconden]
De Block 20:46:03 Dat is helemaal appelen met peren vergelijken.
[Volkse beeldspraak]
De Block 20:46:18 Daar hebben we ook aan geremedieerd, maar je moet geen appelen met
peren vergelijken.
[Volkse beeldspraak]
[De Winter 30 seconden]
De Winter 20:48:11 Hebben we geen beleid nodig zoals u dat doet, met zandzakjes om de
dijk van de immigratie te dichten. We hebben bulldozers nodig.
[Volkse beeldspraak]
[Technische metaforen]
Terzake 23 mei 2014
Studiogasten:
Marianne Theysen (CD&V) en Bart Staes (Groen)
[Thyssen 1 minuut 30 seconden]
Thyssen 20:15:56 Nu hebben we de kans daar een verder houdbaar economisch beleid op
te bouwen dat jobs kan creëren
[Technische metafoor]
134
Thyssen 20:16:00 Alle instrumenten die we in Europa hebben om daartoe bij te dragen
moeten we inzetten.
[Technische metafoor]
Thyssen 20:16:07 De interne markt verder uitbouwen want die gaat onze welvaart
verhogen. […] Dat onze energie in die interne markt opgebouwd wordt.
[Technische metafoor]
[Staes 1 minuut]
Staes 20:18:52 Dan zou er een Green New Deal tot stand moeten gebracht worden.
[Andere]
Staes 20:19:06 Zodanig dat er groene jobs gecreëerd worden, duurzame jobs.
[Volkse beeldspraak]
[Thyssen 1 minuut 30 seconden]
Thyssen 20:20:13 Je kan natuurlijk zeggen als een glas voor drie vierde vol is, het is nog
niet helemaal gevuld.
[Volkse beeldspraak]
Thyssen 20:20:30 Dat er kan opgetreden worden op een manier dat niet de hele economie
meegesleurd wordt.
[Lichaams- en handelingsmetafoor]
Thyssen 20:20:38 Door nog meer schulden te maken, door die door te schuiven naar de
volgende generaties, daardoor gaan we de problemen niet oplossen.
[Lichaams- en handelingsmetaforen]
Thyssen 20:20:55 Grijp dat vertrouwen, laat ons dat aangrijpen om nu verder in Europa die
afspraken te maken die de ondernemingen aan te moedigen.
[Lichaams- en handelingsmetaforen]
[Staes 1 minuut]
Staes 20:21:10 Ik ben het eens met mevrouw Thyssen dat we voor de bankensector
belangrijke stappen hebben gezet. Maar ik ben er ook van overtuigd dat we verdere
stappen moeten vooruitzetten.
[Reismetaforen]
135
Staes 20:21:45 Voor onze afvalstoffen, die terug te zien als het nieuwe goud, als iets dat
echt jobs creëert ook.
[Volkse beeldspraak]
Staes 20:22:10 Dat is toch een prachtig, positief verhaal waarmee je mensen kan winnen.
[Andere]
136
Abstract
Political power is (at least to some extent) based on language, claims Charteris-Black (2011).
Therefore, political language is closely related to persuasion and rhetoric. The most
successful politicians tell the most clear-cut and credible stories. De Bruijn (2014) defines
this as framing: a communicative strategy which creates intelligible messages that influence
the perception of the audience. Especially since the so-called mediatization of political
communication, speakers tend to be more focused on how to form their messages and how
to persuade the audience. According to Strömback (2008), media logic has therefore
replaced political logic.
This master’s thesis investigated those changes, but focused on the role of metaphorical
language within mediatized political communication. As Charteris-Black (2011) pointed out,
metaphors have a specific rhetorical value. The main goal of this research was therefore to
describe the discourse functions of metaphors and characterize the metaphorical language in
the Flemish political domain. The corpus material consisted of television debates during the
Belgian federal elections of 1995 and 2014. This research then applied Lakoff & Johnson
(1980)’s paradigm of conceptual metaphors to the material and defined four frames which
described the political images used, namely POLITICS IS WAR, POLITICS IS A JOURNEY,
POLITICS IS A CONSTRUCTION, POLITICS IS A HUMAN BODY.
Secondly, this research compared the metaphorical language of 1995 and 2014 on a
qualitative and quantitative level. On the one hand, the quantitative differences between both
political periods turned out to be smaller than expected. In 2014, the participants used on
average 1,8 metaphors a minute. In 1995, the mean result was 1,5 metaphors a minute.
Therefore the impact of the mediatization seemed to be less fundamental than the theoretical
study of this master’s thesis suggested. Yet, the differences between the Flemish political
parties have shrunk in twenty years’ time. This could mean that the impact of media logic has
forced all parties – even the parties in office – to adapt their language to media standards.
On the other hand, this master’s thesis researched the qualitative differences between 2014
and 1995. More specifically, this paper investigated the element of framing in both corpuses.
The results showed that Flemish politicians use more frames now than twenty years ago.
Yet, already in 1995, the speakers’ metaphorical language could be captured in underlying
conceptual frames. The mediatization of politics has only reinforced this tendency. Last but
not least, the frames used tended to be more creative and original in the corpus of 2014.
Twenty years ago, the Flemish politicians seemed to be using more conventional metaphors.