Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
1 De Vlaamse politieke beeldenstrijd Een vergelijking tussen de politieke metaforen van twintig jaar geleden en nu Heidi Van Rompuy Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de Taal- en Letterkunde Promotor prof. dr. Lieve De Wachter Academiejaar 2014-2015 147.983 tekens 2 Voorwoord “Ik heb al een bachelorpaper geschreven, dus die masterproef zal ook wel lukken”, denkt menig student aan het begin van het academiejaar. Niets is minder waar. Het is weldegelijk een stevige en uitdagende opgave, die masterproef. Ik wil dan ook graag enkele mensen bedanken die me geholpen hebben dit onderzoek tot een goed einde te brengen. Eerst en vooral wil ik mijn promotor, professor Lieve De Wachter, bedanken voor alle steun en feedback tijdens de afgelopen maanden. Na mijn bachelorpaper vorig jaar, was deze masterproef opnieuw een geslaagde samenwerking. Daarnaast wil ik ook de medewerkers van het VRT Beeldarchief bedanken voor hun hulp. Tim en Linda maakten me wegwijs in het digitale archief van de openbare omroep en hielpen me een gevarieerd corpus samen te stellen. Tot slot wil ik ook graag mijn ouders en iedereen in mijn nabije omgeving bedanken voor de aanmoedigingen en de mentale steun. Een masterproef schrijven is soms erg frustrerend, maar de voldoening achteraf is dan ook des te groter. 3 Inhoudsopgave 0. Inleiding 6 1. Politiek taalgebruik 7 1.1 Definitie en afbakening 7 1.2 Politiek en media 8 1.2.1 Een proces van mediatisering 8 1.2.2 Gevolgen van mediatisering 10 2. De metafoor: algemeen 12 2.1 Definitie en afbakening 12 2.2 Vroege metafoortheorieën 13 2.3 Conceptuele metafoortheorie 15 2.3.1 Theorie 15 2.3.2 Soorten metaforen 17 3. Overtuigingskracht van metaforen 19 3.1 Retorische technieken 19 3.1.1 De kracht van taal 19 3.1.2 Klassieke retorica 20 3.1.3 Moderne retorica 21 3.2 Metaforen als retorische strategie 22 3.2.1 Simplificerende functie 22 3.2.2 Emotieve functie 23 3.2.3 Manipulatieve functie 24 3.3 Framing en politieke metaforen 25 3.3.1 Framing: definitie 25 3.3.2 Wat is een goed frame? 26 3.3.3 Toepassing op de metafoor 27 4 4. Operationalisering 29 4.1 Stand van zaken 29 4.2 Onderzoeksvraag 31 4.3 Materiaal 32 4.3.1 Verantwoording 32 4.3.2 Federale verkiezingen 1995 33 4.3.3 Federale verkiezingen 2014 34 4.4 Methode 36 4.4.1 Conceptuele metafooranalyse 36 4.4.2 Diachroon onderzoek 38 5. Analyse en resultaten 39 5.1 Verkiezingen 1995 39 5.1.1 Analyse 39 5.1.2 Resultaten 40 5.1.3 Interpretatie 42 5.2 Verkiezingen 2014 43 5.2.1 Analyse 43 5.2.2 Resultaten 44 5.2.3 Interpretatie 46 5.3 Metafooranalyse 48 5.3.1 Volkse beeldspraak 48 5.3.2 Politiek is een gevecht 50 5.3.2.1 Analyse 50 5.3.2.2 Interpretatie 52 5.3.3 Politiek bestuur is een reis 54 5.3.3.1 Analyse 54 5.3.3.2 Interpretatie 55 5.3.4 Politiek bestuur is een bouwwerk 56 5.3.4.1 Analyse 56 5.3.4.2 Interpretatie 57 5.3.5 Politiek bestuur is een menselijk lichaam 58 5.3.5.1 Analyse 58 5.3.5.2 Interpretatie 59 5 5.3.6 Politiek bestuur is een sport/spel 60 5.3.6.1 Analyse 60 5.3.6.2 Interpretatie 60 5.3.7 Containermetaforen 61 5.3.7.1 Analyse 61 5.3.7.2 Interpretatie 62 5.4 Conclusie 63 6. Algemeen besluit 66 Bibliografie 67 Bijlage 1: Corpus 1995 72 Bijlage 2: Corpus 2014 95 Abstract 136 6 Inleiding “Het belangrijkste wapen om een boodschap over te brengen, is natuurlijk het woord (Het Televisiehuis, 12.12.2012)”. In een aflevering van het Canvas-programma Man over Woord wijst professor De Landtsheer op de vernieuwingen binnen de moderne politieke communicatie. Korte en krachtige boodschappen lijken schering en inslag, want stijl zou primeren op inhoud. Politici maken volgens De Landtsheer dan ook gretig gebruik van metaforen en andere vormen van beeldspraak om hun boodschap kracht bij te zetten (Het Televisiehuis, 12.12.2012)”. Deze masterproef toetst die stelling aan de realiteit en onderzoekt de Vlaamse politieke beeldentaal. Concreet wordt hiervoor het metafoorgebruik tijdens de verkiezingen van 1995 en 2014 vergeleken. Volgens Strömback (2008) heeft het politieke discours namelijk sterke ontwikkelingen doorgemaakt onder invloed van de gemediatiseerde samenleving. De media logic neemt nu de bovenhand op de political logic en dat heeft ook een impact op het taalgebruik van de politici (Strömbäck, 2008, p. 230-234). Daarom staat volgens De Bruijn (2014) de verpakking van een politieke boodschap steeds meer centraal. Hij noemt die verpakking framing (De Bruijn, 2014, p.18). Deze masterproef onderzoekt de positie van metaforen binnen die veranderingen en schetst een uitgebreid beeld van de Vlaamse politieke beeldentaal tijdens beide periodes. Zo wil dit onderzoek enerzijds nagaan hoe het politieke metafoorgebruik kan worden gekarakteriseerd en wat de retorische functie is van metaforen. Deze paper baseert zich daarbij op CharterisBlack (2011), die politieke speeches van wereldleiders analyseerde. Anderzijds wordt onderzocht in hoeverre de Vlaamse politieke beeldentaal op twintig jaar tijd is veranderd. Het materiaal voor dit onderzoek bestaat uit verkiezingsdebatten van beide periodes op de Vlaamse openbare omroep. Aan de hand van de conceptuele metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) wordt het taalgebruik van de politieke spelers vervolgens geanalyseerd. Een theoretisch kader op basis van reeds gepubliceerde literatuur vormt hiervoor de basis. Het eerste hoofdstuk van deze masterproef stelt een afgebakende definitie van politiek taalgebruik op en bespreekt de relatie tot de media. In het tweede hoofdstuk wordt de geschiedenis van de belangrijkste metafoortheorieën geschetst. In het derde hoofdstuk volgt dan een bespreking van de overtuigingskracht van metaforen en hun relatie tot andere retorische technieken. Het vierde en vijfde hoofdstuk, tot slot, bevatten respectievelijk de operationalisering en de uiteindelijke corpusanalyse van het onderzoek. Daarin worden de stellingen uit het theoretische kader aan de realiteit getoetst en de Vlaamse politieke beeldentaal geanalyseerd. 7 Hoofdstuk 1: Politiek taalgebruik 1.1 Definitie en afbakening “Politics is largely a matter of words (De Landtsheer, 1998, p.4).” Een politiek debat, een mondelinge tussenkomst in het parlement, een schriftelijke vraag of een opiniestuk: bijna alles waar een politicus zich mee bezighoudt, bereikt het grote publiek via “het gesproken of geschreven woord (Korsten, 2013, p.4).” Aan politiek doen betekent dan ook meestal teksten produceren, toespraken houden, debatteren of discussiëren. Blommaert (2001) noemt de politiek “een grote discoursmachine” en definieert politiek taalgebruik letterlijk als “het politieke gebruik van taal (Blommaert, 2001, p.12).” De term ‘taal’ staat daarbij voor meer dan enkel woorden en zinnen. Taalgebruik in een politieke context is namelijk een breed semiotisch proces waarbij ook gebaren, intonatie, lichaamstaal en contextualisering een belangrijke rol spelen (Blommaert, 2001, p.12). Politiek taalgebruik moet volgens Blommaert (2001) dan ook steeds worden gekaderd in de “communicatieve economie” waarin die is geproduceerd (Blommaert, 2001, p.13): “Een vol, correct en genuanceerd beeld van politieke communicatie is enkel mogelijk als men zich niet exclusief op de woorden en zinnen concentreert (Blommaert, 2001, p.17).” Politici zijn bovendien niet “de enige producenten van politieke uitspraken”. Ook journalisten die over politieke ontwikkelingen berichten of experten die deelnemen aan de besluitvorming, worden gerekend tot de groep van politieke “communicatoren”. Daarnaast nemen ook kunstenaars, schrijvers of artiesten steeds meer deel aan politieke debatten of aan campagnes rond politieke thema’s (Blommaert, 2001, p.16-17). De Landtsheer (1998) definieert politiek taalgebruik dan ook als een vorm van publieke communicatie over politieke onderwerpen, die in directe verbinding staat met ons alledaagse taalgebruik. Elke taaluiting kan immers deel uitmaken van een politiek discours, van zodra het onderwerp ervan een politiek thema aanbelangt. Politieke taal is volgens De Landtsheer (1998) bovendien een “power strategy (De Landtsheer, 1998, p.4-6).” Politici willen de burger namelijk niet enkel informeren, maar willen vooral ook zijn mening beïnvloeden. Een politicus richt zich dus steeds tot de kiezer, die hij uiteindelijk zal moeten overtuigen om in het kieshokje zijn naam aan te duiden: 8 “Both linguists and communication scientists consider language a system of signs or a medium to exchange symbols. When broad concepts of language and politics coincide, language is mainly considered a power strategy (De Landtsheer, 1998, p.4).” Ook Fetzer & Lauerbach (2007) zien het politieke discours als een “persuasive discourse” en niet als een neutraal medium (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.20). De politieke spelers proberen het erg verdeelde publiek te overtuigen van hun standpunten en sporen de mensen aan zich bij hun partij aan te sluiten. Sterke uitspraken, rijke metaforen, intonatie en syntaxis worden daarbij ingezet om het publiek te bewegen en voor zich te winnen (Perloff, 2014, p.30). Als politicus is het echter niet gemakkelijk met je boodschap het publiek te bereiken. Door de grote machtsverschillen tussen de politieke spelers krijgt immers niet iedereen evenveel kansen om zijn stem te laten horen. Zo is het voor de eerste minister een stuk eenvoudiger de publieke berichtgeving te domineren dan voor onbekende parlementsleden (Blommaert, 2001, p.13-14). Perloff (2014) wijst er bovendien op dat vooral de media een steeds grotere rol gaan spelen binnen het politieke discours (Perloff, 2014, p.31). Het grootste deel van het kiezerspubliek komt namelijk meestal via radio, televisie of kranten in contact met de politieke wereld. Daarnaast zijn het ook diezelfde nieuwsmedia die bepalen welke items de voorpagina halen en welke niet (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.3). Het tweede onderdeeldeel van dit hoofdstuk gaat dieper in op die complexe relatie tussen politiek en media. 1.2 Politiek en media 1.2.1 Een proces van mediatisering “The drama of political communication involves a trifecta: leaders, media, and citizens symbolically jousting among themselves and framing problems in different ways (Perloff, 2014, p.35).” Perloff (2014) definieert politieke communicatie aan de hand van drie cruciale spelers: de politici, de nieuwsmedia en het publiek. Een politicus voert dan wel het beleid, toch heeft hij steeds de media nodig om zijn boodschap tot bij het publiek over te brengen. Enkel zo kan hij zijn macht bestendigen of vergroten. Het zijn namelijk de burgers die uiteindelijk bepalen wie verkozen wordt en wie niet. Een politicus moet bijgevolg steeds zijn doelpubliek in het achterhoofd houden (Perloff, 2014, p.34-35). 9 De media interpreteren en bekritiseren die politieke uitspraken waardoor ze een reële invloed kunnen uitoefenen op het imago van de politici (Perloff, 2014, p.34-35). Bijgevolg zijn de nieuwsmedia geen passieve kanalen meer, maar wel actieve spelers in het politieke domein. Volgens Strömback (2008) ruimt de zogenaamde “political logic” hierdoor plaats voor een “media logic”. De regels van de massacommunicatie primeren nu op de politieke spelregels. Dat proces van mediatisering beschrijft Strömback (2008) aan de hand van vier fasen (Strömbäck, 2008, p. 230-234). In een eerste fase worden de nieuwsmedia het belangrijkste informatiekanaal binnen het politieke domein. Tijdens de tweede en derde fase groeit vervolgens de onafhankelijkheid van de media. Die steunen nu steeds meer op hun eigen strategieën en ideeën, terwijl de invloed van de overheidsinstellingen en andere politieke instituties langzaam aan slinkt. In de vierde en laatste fase neemt de media logic uiteindelijk de bovenhand en passen de politieke spelers zich nu aan de media aan, in plaats van omgekeerd (Strömback, 2008, p.235-240): “If political actors in the third phase adapt to the media logic, they adopt the same media logic in the fourth phase (Strömback, 2008, p.240).” Volgens Van Aelst (2014) stemmen de politieke spelers hierdoor ook hun communicatiestijl op de commerciële normen van de massamedia af: “Politieke communicatie hoort [nu] beknopt, bevattelijk en snel te zijn (Van Aelst, 2014, p.77)”. De sprekers incorporeren de media in hun denken en houden rekening met hoe de journalisten op hun boodschap zullen reageren. Dat is het “anticipatory media effect (Van Aelst, 2014, p.77-81)”: “Politieke actoren hanteren steeds minder een reactieve, maar eerder een proactieve mediastrategie. De politicus gaat vooraf al nadenken over hoe iets zal spelen in de media en desgevallend de vorm of inhoud van de boodschap bijstellen (Van Aelst, 2014, p.81)”. Ook de Vlaamse politieke spelers maken volgens Van Aelst (2014) “strategisch gebruik” van taal en media, aangezien hun spreektijd op radio en televisie erg is verkort. Gemiddeld krijgen de politici per nieuwsitem namelijk slechts 22 seconden aan spreektijd. Dat is niet voldoende om een uitgebreide redenering uit te werken, dus moeten de sprekers hun boodschap bondiger formuleren (Van Aelst, 2014, p.63-64, 88). Daarom kiezen de Vlaamse politici steeds vaker voor korte quotes en laten ze het uitbouwen van lange statements achterwege (Van Aelst, 2014, p.62-67): 10 “Politici hebben zich aan de korte spreektijd leren aanpassen. Meer nog, een ervaren politicus weet dat een langer statement maken in bepaalde gevallen onverstandig is omdat het de kans verhoogt dat de quote zal worden ingekort of erger, als onbruikbaar wordt geklasseerd (Van Aelst, 2014, p.65)”. Het nieuwsaanbod is volgens Van Aelst (2014) bovendien sterk gegroeid, waardoor het voor de politieke sprekers steeds moeilijker is om met hun boodschap het publiek te bereiken (Van Aelst, 2014, p.30). Ook Blumler (2001) merkte al eerder de groeiende “communication abundance” op, waarmee de burger dagelijks wordt overstelpt. Het aanbod aan mediakanalen is opvallend groter geworden, waardoor de mensen zelf kunnen filteren wat ze wel en niet willen horen (Blumler, 2001, p.202-203). De opkomst van online berichtgeving en sociale media heeft die waaier aan informatiebronnen bovendien alleen maar verbreed. Die veranderingen hebben volgens Blumler (2001) twee belangrijke gevolgen voor de moderne politieke communicatie. 1.2.2 Gevolgen van mediatisering Een eerste gevolg is de sterke stijging van het tempo van de politieke berichtgeving. De nieuwsmedia willen het publiek namelijk zo snel mogelijk bereiken en proberen elkaar met primeurs af te troeven. Politici moeten daarom steeds sneller reageren, zonder zich eerst goed te kunnen informeren over het onderwerp (Blumler, 2001, p.202-203). De nieuwsmedia krijgen dan ook sterke kritiek te verwerken, omdat ze de politieke boodschappen - onder invloed van die onderlinge concurrentie - steeds meer zouden trivialiseren en dramatiseren. Politieke argumenten worden onder druk van tijdsbeperking gereduceerd tot slogans, waardoor maatschappelijke problemen volgens critici te eenvoudig worden voorgesteld (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.6). Ten tweede merkt Blumler (2001) op dat de professionalisering van het politieke discours alsmaar toeneemt. Naast de mediakanalen gaan ook de politieke spelers zelf dagelijks de strijd om de aandacht van de kiezer met elkaar aan. Steeds meer partijen laten zich daarom bijstaan door communicatiespecialisten, die hen moeten helpen de politieke berichtgeving te domineren. Hierdoor verschuift volgens Blumler (2001) de aandacht van de inhoud naar de verpakking (Blumler, 2001, p. 203-204). Volgens Fetzer & Lauerbach (2007) zijn de politieke spelers immers erg goed op de hoogte van de spelregels die de media hen opleggen en gebruiken ze de nieuwskanalen bewust om de publieke opinie te beïnvloeden. De media hebben het politieke veld dan ook niet zomaar overgenomen. De politieke spelers zelf spelen nog steeds een belangrijke rol in het discours (Fetzer & Lauerbach, 2007, p.6). 11 Een talig hulpmiddel dat volgens Charteris-Black (2011) en Van Aelst (2014) bijgevolg erg frequent is binnen de politieke communicatie is de metafoor (Charteros-Black, 2011, p.28) (Van Aelst, 2014, p.28). Beeldspraak kan namelijk als retorische techniek worden gebruikt om het denken van de mensen te beïnvloeden: “It activates unconscious emotional associations and thereby contributes to myth creation: politicians use metaphor to tell the right story (Charteris-Black, 2011, p.28).” Deze masterproef pikt die hypothese op en onderzoekt het retorische karakter van politieke metaforen. De bovenstaande beschrijving van het politieke taalgebruik vormde daar een eerste aanzet toe. Het volgende hoofdstuk werkt dat theoretische kader verder uit en stelt een uitgebreide definiëring van het begrip ‘metafoor’ op. Daarbij worden enkele fundamentele begrippen aangehaald die de basis zullen vormen voor het latere praktijkonderzoek. 12 Hoofdstuk 2: De metafoor: algemeen 2.1 Definitie en afbakening “De metafoor is een stijlfiguur […] die berust op betekenisoverdracht tussen twee termen (Van Gorp, H., Delabastita, D. & Ghesquiere, R., 2007, p.289).” Volgens het Lexicon van literaire termen van Van Gorp, Delabastita & Ghesquiere (2007) is een metafoor een vorm van beeldspraak waarbij het ene woord in de plaats van het andere woord wordt gebruikt. Dat gebeurt op basis van een betekenisovereenkomst of semantisch contrast. Een metafoor lijkt dus op een vergelijking waarbij het vergelijkende partikel en de “grond” van overeenkomst zijn weggelaten. Bijvoorbeeld, het kind is zo lief als een engel wordt het kind is een engel (Van Gorp, e.a., 2007, p.289). Ook Knowles & Moon (2006) definiëren een metafoor als een talige uiting waarbij een woord niet in zijn letterlijke betekenis wordt gebruikt. De metaforische uitdrukking verwijst namelijk steeds naar iets anders op basis van een semantische gelijkenis met het woord waar het bijstaat. Een voorbeeld hiervan is volgens Knowles & Moon (2006) de metafoor ‘de koloniale parel’ in India was de koloniale parel van het Britse rijk. ‘Parel’ verwijst hier immers niet letterlijk naar een juweel, maar staat eerder voor iets kostbaars en waardevols. Net zoals de Indische kolonie voor de Britten erg waardevol was (Knowles & Moon, 2006, p.3-4). De metafoor overstijgt zo haar letterlijke betekenis en drukt nieuwe betekenissen uit. Hierdoor hebben metaforen vaak niet alleen een descriptieve, maar ook een evaluatieve of emotionele functie (Knowles & Moon, 2006, p.11-12). Soms kan het gebeuren dat een taalgebruiker een metafoor niet altijd meteen als metafoor herkent. Sommige beelden zijn immers zo ingeburgerd in het dagelijkse taalgebruik dat het gebruik ervan niet als afwijkend wordt beschouwd (Charteris-Black, 2011, p.32). Zo zijn de voorbeelden Ze vocht tegen een ziekte of het veld van betekenisveranderingen - waarbij respectievelijk ‘vocht’ en ‘veld’ metaforisch worden gebruikt - zo frequent in onze taal dat ze vaak niet bewust als metaforen worden ingezet. Knowles & Moon (2006) maken daarom een onderscheid tussen zogenaamde “conventionele metaforen” en “creatieve metaforen”, die wel nog als metafoor worden herkend. Creatieve metaforen ontstaan namelijk in een erg specifieke context en hebben een unieke betekenis die door de lezer moet worden ontrafeld. Conventionele metaforen daarentegen - die ook wel versteende metaforen worden genoemd - voelen niet meer als anders of vreemd aan (Knowles & Moon, 2006, p.5-6). 13 Een erg frequente subcategorie van de metafoor is de personificatie. Daarbij krijgt een nietmenselijk object menselijke kwaliteiten toebedeeld. Een voorbeeld hiervan is de uitdrukking De stilte spreekt. Net zoals bij andere metaforen, is er bij personificaties sprake van een betekenisoverdracht tussen twee termen. Het gaat meer bepaald om een onrealistische vergelijking tussen menselijke en niet-menselijke spelers (Van Gorp, e.a. 2007, p.290). Categorieën die volgens Knowles & Moon (2006) eerder ten onrechte met de metafoor worden verward zijn de vergelijking en de metonymie. De metonymie is namelijk – in tegenstelling tot de metafoor – gebaseerd op een echte, fysieke contiguïteitsrelatie (Knowles & Moon, 2006, p.9). Een vergelijking is dan weer explicieter dan een metafoor door het gebruik van analogiserende woorden zoals als of gelijk, die de overeenkomsten tussen de elementen uitdrukken (Van Gorp, e.a., 2007, p.494). Toch blijft er heel wat discussie over de relatie tussen vergelijkingen, metonymieën en metaforen. Een verdere bespreking van die afbakening valt echter buiten het bestek van deze masterproef (Knowles & Moon, 2006, p.9). Het theoretische domein rond metaforen heeft doorheen de eeuwen een sterke evolutie ondergaan. De pionier binnen dat onderzoeksveld was de Griekse filosoof Aristoteles. Hij legde niet alleen de eerste basisbegrippen van de metafoortheorie vast, maar zijn visie vormt ook nog steeds de basis voor de huidige definiëring van het begrip (Kirby, 1997, p.518). Het volgende onderdeel schetst een kort overzicht van die metafoorgeschiedenis om zo de conceptuele metafoortheorie – die de basis zal vormen voor het latere praktijkonderzoek – duidelijk te kaderen ten opzichte van haar voorgangers. 2.2 Vroege metafoortheorieën Al in de vierde eeuw voor onze jaartelling, definieert Aristoteles in zijn Poëtica de metafoor als “de toepassing van een oneigenlijk woord” op een ander woord. Hij bedoelt daarmee dat een woord wordt gebruikt om een zaak te benoemen waarvan het eigenlijk niet de normale naam is (Aristoteles, 1999, p.148). Volgens de Griekse filosoof is een metafoor in de eerste plaats een retorisch middel. Het is een vorm van poëtische taal waarmee de spreker zich duidelijk onderscheidt van het alledaagse taalgebruik (Aristoteles, 1999, p.72). Het gebruik van metaforen verhoogt bijgevolg niet alleen het stijlniveau van de tekst, maar zorgt bovendien ook voor plezier bij de lezer (Kirby, 1997, p.543). Aristoteles waarschuwt echter dat het metafoorgebruik steeds gepast moet blijven en de spreker niet mag overdrijven. Dat laatste resulteert namelijk in een te zwaar beladen tekst die bij het publiek geen ingang vindt. Een goede afwisseling tussen “eigenlijke en oneigenlijke woorden” is waar elke spreker volgens Aristoteles naar moet streven (Aristoteles, 1999, p.72). 14 Enkele eeuwen later ontwikkelen zich uit het werk van Aristoteles twee nieuwe metafoorstromingen, namelijk de substitutietheorie en de vergelijkende theorie (Knowles & Moon, 2006, p.65). De substitutietheorie, ten eerste, stelt dat een metaforisch gebruikt woord steeds letterlijk wordt ingezet “ter vervanging van” een ander woord (Black, 1955, p.278279). De vergelijkende metafoortheorie daarentegen benadrukt het gelijkenisaspect tussen de twee termen. De lezer moet dan steeds op zoek naar de vergelijking die de auteur oorspronkelijk heeft bedoeld (Black, 1955, p.282). In de jaren vijftig, zorgt I.A Richards’ interactietheorie voor een eerste grote vernieuwing binnen het metafoordomein sinds Aristoteles. In tegenstelling tot de Griekse filosoof, stelt Richards (1950) namelijk dat metaforen geen “bijzondere” vormen van taal zijn - die enkel door schrijvers of dichters worden gehanteerd - maar wel alomtegenwoordige talige fenomenen: “[…] we all live, and speak, only through our eye for resemblances (Richards, 1950, p.89).” Een metafoor is bijgevolg meer dan enkel versiering. Het is volgens Richards (1950) één van de basiselementen van de taal (Richards, 1950, p.89-90). Basisbegrippen in zijn metafoortheorie zijn tenor en vehicle. Tenor staat voor het letterlijke gedeelte van de metafoor en is dus het subject van de zin waaraan metaforische kwaliteiten worden toegeschreven. Vehicle daarentegen is de term waarmee de tenor wordt vergeleken en die fungeert als figuurlijk element (Richards, 1950, p.96-97). In de metafoor The Oxford Movement is a spent wave, bijvoorbeeld, is ‘the Oxford movement’ de tenor en ‘spent wave’ de vehicle (Bilsky, 1952, p.132-133). De lezer moet vervolgens tenor en vehicle aan elkaar linken door op zoek te gaan naar de gemeenschappelijke ground die de concepten met elkaar verbindt. Uit die interactie ontstaat vervolgens de unieke betekenis van de metaforen (Richards, 1950, p.93-94): “[…] two thoughts of different things active together and supported by a single word, or phrase, whose meaning is resultant of their interaction (Richards, 1950, p.93).” Max Black (1955) werkt de interactietheorie van Richards (1950) enkele jaren later verder uit. Richards’ ideeën zouden volgens de theoreticus echter nog te conservatief zijn en te sterk aanleunen bij de traditionele vergelijkende visie (Black, 1955, p.286). Hij introduceert dan ook een vernieuwde interactietheorie die de metafoor ziet als een “filter” op de werkelijkheid. Een metafoor roept namelijk steeds een set aan clichékenmerken op die hij de “system of associated commonplaces” noemt. Dat is geen vaste ground maar wel een set aan unieke associaties die ieder individu zelf bedenkt (Black, 1955, p.287-288). In de zin De mens is een wolf bijvoorbeeld, is de figuurlijk gebruikte term ‘wolf’ de bril waarmee de spreker naar het onderwerp ‘mens’ kijkt (Black, 1955, p.276). 15 Aan het begin van de jaren tachtig pikken Lakoff & Johnson (1980) de theorieën van Richards (1950) en Black (1955) op en gebruiken die als inspiratiebron voor hun eigen conceptuele metafoortheorie. Het volgende onderdeel bespreekt die theorie uitvoerig aangezien het werk van Lakoff & Johnson (1980) de basis zal vormen voor het latere praktijkonderzoek van deze masterproef. De voorgaande bespreking van vroegere metafoortheorieën plaatste die methodologie alvast in een ruimere context. 2.3 Conceptuele metafoortheorie 2.3.1 Theorie “[…] that metaphor is pervasive in everyday life, not just in language but in thought and action (Lakoff & Johnson, 1980, p.3).” Volgens de cognitieve linguïsten Lakoff & Johnson (1980) is het menselijk denken gebaseerd op een conceptueel systeem dat metaforisch is van aard. Een metafoor is bijgevolg geen individueel talig element, maar wel één van de basisbegrippen, die het dagelijkse leven bepaalt: “[…] what we do every day is very much a matter of metaphor (Lakoff & Johnson, 1980, p.3-4).” De term staat namelijk voor de dieperliggende conceptuele systemen aan de hand waarvan de werkelijkheid in het hoofd van de mensen wordt gestructureerd. Wij begrijpen het ene ervaringsdomein steeds in termen van het andere (Lakoff & Johnson, 1980, p.117-118). De basis voor het metaforisch denken ligt volgens Lakoff & Johnson (1980) dan ook in natuurlijke, fysieke en culturele ervaringen. Zelf noemen ze dat de experimentele basis van metaforen: “In actuality we feel that no metaphor can ever be comprehended or even adequately represented independent of its experiential basis (Lakoff & Johnson, 1980, p.19).” Kort samengevat steunt de conceptuele metafoortheorie op twee basisbegrippen, namelijk target en source. De target is een abstract of complex idee dat niet met behulp van onze zintuigen kan worden gevat. De source daarentegen is een concreet concept dat verwijst naar vertrouwde elementen en zintuigelijke ervaringen. De metafoor zorgt vervolgens voor een “conceptual mapping” waarbij een systeem van associaties wordt opgeroepen tussen het target en de source. Hierdoor kan de mens zijn kennis van het source-domein gebruiken om het abstracte target te begrijpen en te interpreteren (Landau & Keefer, 2014, p.5). Metaforen bepalen bijgevolg niet enkel hoe we over een concept “spreken”, maar ook hoe we erover “nadenken” en ons erbij “gedragen” (Bosman, 1990, p.19-20). 16 Bosman (1990) omschrijft de opzet van Lakoff & Johnson (1980) dan ook als volgt: “Dergelijke abstracte zaken ‘begrijpen’ of ‘bevatten’ we in termen van concrete zaken waar de zintuigen en (ergo) het conceptuele systeem wel ‘vat’ op hebben (Bosman, 19990, p.19).” Lakoff & Johnson (1980) leggen hun theorie vervolgens verder uit aan de hand van een voorbeeld, namelijk ARGUMENT IS WAR of DISCUSSIE IS OORLOG. In het dagelijkse leven omschrijven en vatten we het concept ‘discussiëren’ immers vaak in termen van oorlog. Je wint een discussie, je valt je tegenstander aan en je kiest daarbij de juiste strategie. Soms is een standpunt echter onverdedigbaar. Discussiëren is bijgevolg een verbaal gevecht (Lakoff & Johnson, 1980, p.4-5): “[…] ARGUMENT is partially structured, understood, performed, and talked about in terms of war (Lakoff & Johnson, 1980, p.5).” Metaforen benadrukken zo steeds bepaalde elementen uit de werkelijkheid, terwijl ze andere elementen - die niet van toepassing zijn - op de achtergrond stellen. Bij de conceptuele metafoor DISCUSSIE IS OORLOG, bijvoorbeeld, verliezen de taalgebruikers immers het overleggende aspect van het discussiëren uit het oog. Het is daarentegen de polemische houding van beide spelers die wordt benadrukt. Conceptuele metaforen creëren zo een systematische manier van communiceren over bepaalde concepten, ook al zijn we ons daar vaak niet van bewust (Lakoff & Johnson, 1980, p.5-7). Een tweede voorbeeld uit de theorie van Lakoff & Johnson (1980) is de conceptuele metafoor TIME IS MONEY of TIJD IS GELD. Tijd wordt dan begrepen als iets dat we, net zoals geld, fysiek kunnen bevatten of bezitten. Je wint immers soms tijd door iets efficiënt aan te pakken, je probeert geen tijd te spenderen aan nutteloze taken en je vraagt je dan ook vaak af of iets jouw tijd wel waard is. Tijd is volgens Lakoff & Johnson (1980) in de huidige samenleving namelijk iets erg kostbaars. Werk wordt daarom steeds meer geassocieerd met hoeveel tijd iets vraagt en arbeiders worden betaald per uur. Het is dan ook niet verrassend dat taalgebruikers hun dagelijkse ervaringen met geld gebruiken om het begrip tijd te conceptualiseren (Lakoff & Johnson, 1980, p.8-9). 17 2.3.2 Soorten metaforen Lakoff & Johnson (1980) onderscheiden vervolgens drie soorten conventionele metaforen, namelijk structuurmetaforen, oriëntatiemetaforen en ontologische metaforen. Binnen het latere onderzoek van deze masterproef zullen slechts enkele van die categorieën aan de praktijk worden getoetst. Door de beperkingen van het onderzoek is het immers niet mogelijk de volledige conceptuele metafoortheorie toe te passen op het corpus. De onderstaande definities van elk van de metafoorsoorten vormen de basis voor die latere selectie. De eerste categorie, namelijk de structuurmetafoor structureert het ene concept steeds letterlijk in termen van het andere. Voorbeelden hiervan zijn DISCUSSIE IS OORLOG en TIJD IS GELD, uit het voorgaande onderdeel. Oriëntatiemetaforen daarentegen plaatsen een volledig conceptueel systeem in relatie tot een ander systeem. Daarbij koppelt de conceptuele metafoor er meestal een bepaalde richting of ruimte aan. Een voorbeeld hiervan is de oriëntatiemetafoor HAPPY IS UP/ GELUKKIG IS BOVEN of SAD IS DOWN/VERDRIET IS BENEDEN. Zo kan je soms in opperbeste stemming zijn of is je humeur net beneden alle peil. De ruimtelijke associaties die bij een oriëntatiemetafoor horen, ontstaan echter nooit arbitrair. Ze zijn het gevolg van dagelijkse ervaringen met ons eigen lichaam en met onze omgeving. Wanneer iemand bijvoorbeeld voorovergebogen loopt en zijn hoofd laat hangen, wijst dat vaak op verdriet of zorgen (Lakoff & Johnson, 1980, p.14-15). De derde en laatste categorie zijn de ontologische metaforen. Die worden door Lakoff & Johnson (1980) vervolgens opgedeeld in substantiemetaforen en containermetaforen. Substantiemetaforen, ten eerste, helpen om abstracte ervaringen zoals emoties of ideeën te definiëren als substanties of entiteiten. Zo kan bijvoorbeeld de inflatie als een entiteit worden voorgesteld, zoals in Inflatie stelt ons voor zware uitdagingen. Substantiemetaforen bieden bovendien de mogelijkheid om abstracte ideeën te beschrijven en te kwantificeren, zoals in Het zal veel geduld vragen, waarbij de term ‘geduld’ gradueel wordt aangeduid (Lakoff & Johnson, 1980, p.25-27). Containermetaforen daarentegen zijn projecties van menselijke binnen-buiten oriëntaties op de wereld rondom ons. Een taalgebruiker vormt zo “containers” met een binnen- en buitenkant aan de hand van zijn eigen territorialiteit. Lakoff & Johnson (1980) halen de Amerikaanse staat Kansas aan als een voorbeeld van zo’n container. We kunnen immers naar Kansas gaan of Kansas binnenrijden. Ook onze visuele ervaringen worden als containermetaforen geconcipieerd aangezien ons gezichtsveld duidelijke grenzen stelt aan de werkelijkheid. Iets val soms buiten je gezichtsveld of staat net in het middelpunt ervan (Lakoff & Johnson, 1980, p.29-31). 18 Naast die drie verschillende conventionele metaforen, definiëren Lakoff & Johnson (1980) nog een laatste categorie die volledig losstaat van de anderen, namelijk de nieuwe metaforen. Die zijn creatief van aard en leveren nieuwe betekeniservaringen op. Ze veranderen en beïnvloeden bovendien onze realiteit. Een nieuwe metafoor kan volgens de conceptuele linguïsten immers een status van waarheid bereiken. Een voorbeeld hiervan is LIEFDE IS EEN COLLECTIEF KUNSTWERK. Die conceptuele metafoor verwijst namelijk naar het belang van inspanning en compromis bij liefde. Wanneer mensen dat vervolgens als een vorm van waarheid gaan beschouwen, kan dat de dagelijkse realiteit veranderen. Taalgebruikers gaan dan hun verleden interpreteren in het teken van de metafoor en proberen hun toekomstige acties eraan te spiegelen (Lakoff & Johnson, 1980, p.139-143). Conceptuele metaforen bieden dus een kader aan de hand waarvan een vraagstuk of probleem kan worden geïnterpreteerd en geëvalueerd. Een metafoor kan zo volgens Lakoff & Johnson (1980) de perceptie van het doelpubliek beïnvloeden en sturen. Vandaar dat ook politici beroep doen op metaforisch taalgebruik om het publiek te overtuigen. De beeldspraak helpt de politici zo hun boodschap te framen en te verpakken: “This mapping highlights which features of the problem are most important, which actions to take toward the abstract problem […] a metaphoric framing of a target problem will incline observers to prefer solutions that are consistent with their knowledge of the metaphor’s source (Landau & Keefer, 2014, p.8).” Het derde hoofdstuk van deze masterproef gaat hier dieper op in en beschrijft het retorische karakter van metaforen. Eerst wordt een algemeen kader geschetst over de moderne retorica, waarna het onderdeel zich toespitst op de functies van metaforisch taalgebruik. Tot slot wordt ook de relatie met andere retorische technieken zoals framing besproken. . 19 Hoofdstuk 3: Overtuigingskracht van metaforen 3.1 Retorische technieken 3.1.1 De kracht van taal “De politicus die erin slaagt om zijn taal te laten domineren, kan ons door zijn bril naar de werkelijkheid laten kijken – zonder dat we dat in de gaten hebben (De Bruijn, 2014, p.8-9).” Volgens de Amerikaanse taalkundigen Edward Sapir en Benjamin Whorf beïnvloedt de gehanteerde linguïstische code het denken van een maatschappij. Het is namelijk pas wanneer een element uit de werkelijkheid van een talig label is voorzien, dat het deel uitmaakt van de realiteit (Kay & Kempton, 1984, p.66). Ook De Bruijn (2014) merkt op dat de taal de werkelijkheid verwoordt. Eenzelfde concept kan immers aan de hand van verschillende bewoordingen worden uitgedrukt. Die bewoordingen zijn vervolgens steeds gelinkt aan specifieke associaties en waardeoordelen. Zo verwijzen de adjectieven ‘klassiek’ en ‘ouderwets’ in essentie naar hetzelfde idee, maar toch drukken beide termen een verschillende gevoelswaarde uit. ‘Klassiek’ is een positieve term, die een vorm van betrouwbaarheid impliceert. ‘Ouderwets’ daarentegen heeft een eerder negatieve bijklank (De Bruijn, 2014, p.10-15). Sprekers proberen zo aan de hand van specifieke lexicale en grammaticale keuzes de oordeelsvorming van het publiek te sturen en zich duidelijk te positioneren binnen bepaalde thema’s (Widdowson, 2007, p.70). Politici wikken en wegen hun woorden daarom steeds uitvoerig voor ze die op het publiek loslaten. Ze hopen immers - door de juiste talige keuzes te maken - een effect teweeg te brengen bij de mensen. Charteris-Black (2011) noemt dat “persuasion”: een vorm van taalgebruik waarbij de ene speler de andere aanspoort om zijn stelling te aanvaarden. De term “rhetoric” daarentegen verwijst naar de concrete talige middelen en de methodes die worden gebruikt om dat effect te bereiken. Toch zijn beide elementen steeds sterk met elkaar verbonden. Elke definitie van rhetoric omsluit immers een intentie tot overtuigen (Charteris-Black, 2011, p.13). Niet enkel wat je zegt, maar vooral ook hoe je iets formuleert, is bijgevolg van uitermate groot belang in de politieke wereld: “Wie de vorm beheerst, is de inhoud meester (Bolkenstein, 1998, p.56).” 20 Het verstandig verpakken van een boodschap, is dan ook al eeuwenlang een veelbesproken onderwerp. De eerste retorische theorieën dateren namelijk van in de klassieke oudheid. Die oorspronkelijk Griekse inzichten vormen bovendien vandaag de dag nog steeds de basis voor de moderne retorica (Van Eemeren & Grootendorst, 1993, p.167). 3.1.2 Klassieke retorica Al in de vierde eeuw voor Christus schreef Aristoteles de kenmerken van een goede redevoering neer in zijn Retorica. De Griekse filosoof vatte alles samen in drie kernwoorden: “ethos”, “pathos” en “logos”. Niet alleen sterke argumenten (logos), maar ook de kwaliteiten van de spreker zelf (ethos) zijn immers cruciaal bij een goede redevoering. Ethos staat bovendien niet alleen voor de retorische kwaliteiten van een redenaar, maar ook voor diens karakter en betrouwbaarheid. Tot slot moet de spreker ook inspelen op het gevoel (pathos) om het publiek zo emotioneel te raken. Het gebruik van pathos en logos is volgens Aristoteles echter niet per definitie irrationeel. Die twee elementen zorgen er namelijk voor dat het verstand en het hart samengaan (Grootendorst, sine dato). De retorica kreeg echter al van in de oudheid sterke kritiek te verwerken. Zo stelde Plato dat de redenaars door middel van “onwaarheden” de mensen probeerden te overtuigen. Hij vond dat de dialectiek, die steeds twee standpunten incorporeert, veel beter was dan de retorica, die volgens Plato slechts één standpunt aan het publiek opdringt (Charteris-Black, 2011, p.16). Ook vandaag is de retorica nog steeds een gevoelig thema. Critici beweren immers dat door communicatieve strategieën zoals framing of spinning, de stijl op de inhoud gaat primeren en de kwaliteit van de boodschap verloren gaat: “[…] the emergence of a negative sense of rhetoric as over-decorative use of language; this sense assumes rhetoric is style alone […] (Charteris-Black, p.16, 2011).” Charteris-Black (2011) benadrukt echter het verschil tussen retorica en manipulatie. Zolang het publiek zich bewust is van de overtuigingstechnieken van de spreker en van zijn intenties, is er immers geen sprake van onrechtmatige beïnvloeding. Het is pas wanneer de ontvanger de bedoelingen van de spreker niet kent, dat die effectief in een passieve rol wordt geduwd (Charteris-Black, 2011, p.43). Charteris-Black (2011) werkte daarom zelf een vierdelig model uit - op basis van Aristoteles’ retorische theorie - die de achterliggende methodes van de moderne retorica blootlegt (Charteris-Black, 2011, p.14). 21 3.1.3 Moderne retorica “[…] only once the speaker has convinced the audience that he is right, can the audience be said to have been persuaded (Charteris-Black, 2011, p.14).” Als je het publiek echt wilt overtuigen, dan moet je in de eerste plaats je gelijk zien te behalen, zegt Charteris-Black (2011). Pas wanneer het publiek echt gelooft dat het voorgestelde idee de enige juiste visie is, is de spreker erin geslaagd de mensen aan zijn kant te scharen. Om dat resultaat te bereiken, stelt Charteris-Black (2011) echter drie centrale voorwaarden op. Eerst en vooral moet een spreker het vertrouwen van de burgers winnen en hen ervan overtuigen dat hij het goed met hen voorheeft. In zijn moderne retorica heet dat “being right” (Charteris-Black, 2011, p.14). De redenaar bouwt zo een “ethical integrity” op, een term die aansluit bij wat Aristoteles ethos noemde (Charteris-Black, 2011, p.14-15). Ten tweede moet een spreker bewijzen dat zijn ideeën gebaseerd zijn op rationele elementen of op een correcte denkwijze. “Thinking right” is daarom minstens even belangrijk als being right. Dat sluit aan bij het logos-begrip van Aristoteles. Ten derde is ook de emotionele impact van een boodschap of pathos erg belangrijk. Door middel van bijvoorbeeld empathie of humor, speelt de spreker in op het gevoel van het publiek. Charteris-Black (2011) noemt dat “sounding right” (Charteris-Black, 2011, p.15). Tot slot voegt het model van Charteris-Black (2011) ook nog een vierde element toe aan de klassieke driedeling van Aristoteles, namelijk het gebruik van “frames” of “schemata”. Daarmee verwijst hij naar het gebruik van beelden die nauw aansluiten bij de levenswereld van de toeschouwers. Door in te spelen op vertrouwde ideeën en ervaringen, zal een spreker het publiek namelijk gemakkelijker kunnen overtuigen. De redenaar vertelt zo een verhaal dat past binnen het wereldbeeld van de burger. Charteris-Black (2011) noemt dat “telling the right story (Charteris-Black, 2011, p.15)”: “In all cases a persuasive message needs to comply with the audience’s wants and needs, since arousing desires and imagination involves exploiting existing beliefs, attitudes and values rather than introducing completely new ones (Charteris-Black, 2011, p.17).” 22 Het onderstaande schema vat het volledige model van Charteris-Black (2011) kort samen: (Bron: Charteris-Black, 2011, p.14) Het volgende onderdeel van deze masterproef past het model van Charteris-Black (2011) toe op metaforisch taalgebruik en onderzoekt de rol van beeldspraak in de moderne retorica. Inspiratie hiervoor haalt deze paper uit het werk van De Landtsheer (1987), die drie centrale functies van politieke metaforen beschrijft: de simplificerende functie, de manipulatieve functie en de emotieve functie. Wat ze daarmee precies bedoelt, wordt in het volgende onderdeel verder toegelicht. 3.2 Metaforen als retorische strategie 3.2.1 Simplificerende functie “Door het opnemen van metaforen in taal voelt de mens zich zelfzekerder. Want metaforen vereenvoudigen de wereld (De Landtsheer, 1987, p.3).” Een eerste belangrijke functie van metaforisch taalgebruik is volgens De Landtsheer (1987) de simplificerende functie. Door middel van beeldspraak kunnen complexe ideeën immers eenvoudiger worden voorgesteld en abstracte problemen worden gevisualiseerd. Hierdoor is de informatie gemakkelijker te vatten en zal het publiek bereidwilliger zijn aandacht aan het probleem te schenken (De Landtsheer, 1987, p.3). Een metafoor is volgens Mio (1997) dus een “information-processing tool” die een complex probleem voor het publiek duidelijker en verstaanbaarder maakt. De mensen kunnen namelijk hun kennis van het source-domein gebruiken om het target-domein beter te begrijpen (Mio, 1997, p.122-123). 23 Volgens Charteris-Black (2011) combineert een metafoor zo twee cruciale onderdelen van de moderne retorica, namelijk being right en thinking right. Enerzijds zorgt het gebruik van concrete beelden ervoor dat de spreker een breder publiek kan bereiken. Wie te moeilijke en te abstracte verhalen vertelt, zal immers op weinig steun van de toeschouwer kunnen rekenen. Diegene die daarentegen met een coherent en duidelijk verhaal op de proppen komt, kan dat wel. Een metafoor zorgt er dus voor dat een redenaar ‘goed klinkt’ en betrouwbaar overkomt (being right) (Charteris-Black, 2011, p.33-34). Anderzijds helpt een metafoor de redenaar te bewijzen dat hij rationeel nadenkt over politieke problemen (thinking right). Door in te spelen op datgene waarmee de toeschouwer reeds vertrouwd is, zorgt de spreker ervoor dat zijn publiek de redenering beter kan volgen. Als voorbeeld haalt CharterisBlack (2011) hierbij een uitspraak van Margaret Thatcher aan, die het beheren van het federale budget vergelijkt met een huishouden: “We all have our favourite causes – I know I do. But someone has to add up the figures. Every business has to do it, every housewife has to do it, every Government should do it, and this one will (Charteris-Black, 2011, p.36).” Iedereen weet dat je niet meer moet uitgeven dan wat je bezit, en dat is precies de boodschap die Thatcher bij het publiek wil overbrengen. Door de begroting van de federale overheid te vergelijken met het budgetbeheer in een huishouden – en dus met de persoonlijke ervaringen van de toehoorder – maakt Thatcher die complexe materie voor hem begrijpelijker. Hierdoor zal het publiek meer geneigd zijn haar redenering te volgen en te aanvaarden (Charteris-Black, 2011 p.35-36). Dankzij de metaforische vergelijking wint het politieke discours dus aan overtuigingskracht. 3.2.2 Emotieve functie Ten tweede vormt een metafoor volgens De Landtsheer (1987) ook een brug tussen het rationele en het emotionele. Het vage en creatieve aspect van beeldspraak linkt namelijk steeds het logische aan het gevoel, waardoor de boodschap beter zal blijven hangen. Een metafoor speelt namelijk in op de verbeelding en doet zo beroep op meer dan enkel de rationele capaciteiten van de ontvanger. Zo kan de boodschap een emotionele impact teweegbrengen bij het publiek (De Landtsheer, 1987, p.4-5). Mio (1997) omschrijft metaforisch taalgebruik dan ook als “the intertwining of the logical with the emotional works by a ‘pseudo-deductive’ reasoning process (Mio, 1997, p.123).” 24 Dat sluit aan bij wat Charteris-Black (2011) sounding right noemt: “[…] a command of traditional rhetoric therefore contributes to creating the right emotional climate for the persuasion to occur (Charteris-Black, 2011, p.15).” Bovendien heeft de beeldentaal volgens De Landtsheer (1987) ook een ontspannende functie. Een metafoor biedt de toehoorder immers de kans even te ontsnappen aan de werkelijkheid en te vluchten naar de verbeeldingswereld (De Landtsheer, 1987, p.5-6). Zoals Aristoteles al zei in zijn klassieke metafoortheorie, mag een spreker hier echter niet in overdrijven. Een te grote beklemtoning van het emotionele zal de boodschap namelijk nooit ten goede komen. Een spreker moet steeds een zekere schijn van rationaliteit hoog houden die zijn geloofwaardigheid of ethical integrity garandeert (De Landtsheer, 1987, p.4). 3.2.3 Manipulatieve functie “In political rhetoric the primary purpose of metaphors is to frame how we view or understand political issues by eliminating alternative points of view (Charteris-Black, 2011, p.32).” Een derde en laatste functie die De Landstheer (1987) aanhaalt, is het manipulatieve effect van beeldspraak. Beeldspraak kan namelijk de visie van het publiek op de werkelijkheid beïnvloeden. Ook volgens Lakoff & Johnson (1980) kunnen metaforen een werkelijkheid creëren waaraan de toehoorder zijn toekomstige acties spiegelt (Zie Hoofdstuk 2). De vergelijking tussen de source en de target zorgt er namelijk voor dat bepaalde aspecten van de werkelijkheid op de voorgrond worden geplaatst. Mulsoff (2004) noemt dat een “metaphoric scenario”: een communicatieve strategie waarbij het individuele en conceptuele niveau met elkaar worden verweven in een structurerend kader. Als voorbeeld haalt hij het FAMILIE SCENARIO aan, een conceptuele metafoor die de werking van de Europese Unie beschrijft. De invoering van de euro en de daaruit volgende samenwerking tussen de verschillende lidstaten worden in dat scenario voorgesteld als een ‘huwelijk’ waarbinnen de nieuwe munt wordt ‘geboren’. Duitsland en Frankrijk ziet hij als het ‘ouderlijk koppel’. Mulsoff (2004) beschrijft hoe de politici zo de ingewikkelde Europese verhoudingen aan het publiek uitleggen en bepaalde aspecten ervan in de verf zetten. De huwelijksmetafoor impliceert dan wel een nauwe band tussen de lidstaten, toch blijft ook een eventuele scheiding een realistische optie. De metafoor ziet de Europese Unie dus niet als een eeuwige samenwerking, maar eerder als een proces van hard werken, dat geen garantie biedt op succes (Mulsoff, 2004, p.13-18). 25 Metaforisch taalgebruik biedt de toehoorder zo een bril waarmee die naar de werkelijkheid kan kijken. Op die manier sluit de manipulatieve functie van metaforen erg nauw aan bij wat De Bruijn (2014) framing noemt: het verstandig verpakken van een politieke boodschap om een effect teweeg te brengen bij het publiek. Het laatste onderdeel van dit hoofdstuk definieert dat concept en diept de link met politieke metaforen verder uit. 3.3 Framing en politieke metaforen 3.3.1 Framing: definitie Korsten (2013) definieert framing als een communicatieve strategie die een bondig en duidelijk geformuleerd verhaal oplevert dat bij het publiek blijft hangen. Het volstaat immers niet meer om voldoende kennis te hebben over een bepaald onderwerp. Je moet ook weten hoe je die kennis moet verpakken. Enkel zo kan een politicus iets teweegbrengen bij het publiek. Burgers zijn volgens Korsten (2013) namelijk “mensen van hoofd en hart”, die zich door hun emoties laten leiden (Korsten, 2013, p.4-6). De Bruijn (2014) definieert een frame dan ook als een “inhoudelijke politieke boodschap die in het politieke debat wordt gebruikt en tot een specifieke interpretatie van de werkelijkheid leidt (De Bruijn, 2014, p.18)”. Framing levert zo een “bril” op waarmee het publiek naar de werkelijkheid kijkt en boodschappen interpreteert (De Bruijn, 2014, p.18). Ook Perloff (2014) ziet hoe een frame bepaalde facetten van een gebeurtenis benadrukt om zo de ontvanger te sturen in zijn interpretatie. Andere facetten van het probleem worden echter naar de achtergrond verdrongen omdat ze voor de intentie van de spreker niet relevant zijn: “Framing suggests the applicability of certain ways of thinking about the problem, calling attention to certain values and not others (Perloff, 2014, p.161).” Perloff (2014) haalt hierbij als voorbeeld het oorlogsframe aan dat George W. Bush hanteerde om de aanvallen in Irak na 9/11 te verantwoorden. Hij wilde het publiek ervan overtuigen dat de verantwoordelijken voor die vreselijke daden fysiek gestraft moesten worden. De Verenigde Staten zouden daarom in de tegenaanval gaan; dat was net zoals in oorlogstijden volgens hem de enige oplossing (Perloff, 2014, p.164). Wanneer dat frame slaagt, interpreteert het publiek ook nieuwe informatie als een bevestiging van die ideeën. Het concept framing klinkt dan wel erg Amerikaans, toch proberen volgens Van Aelst (2014) ook Vlaamse politici aan de hand van beelden en metaforen het denken van de toeschouwers te beïnvloeden. Als voorbeeld haalt hij de communautaire onderhandelingen van 2007 aan, toen Joëlle Milquet steevast werd voorgesteld als Madam Non. Dat frame 26 bleef niet alleen bij de media, maar ook bij de Vlaamse kiezer hangen, waardoor de uitspraken van de Waalse politica vaak erg negatief werden onthaald (Van Aelst, 2014, p.28). Toch slaat niet elk frame zomaar aan bij het publiek. Volgens De Bruijn (2014) voldoet een sterke boodschap namelijk steeds aan enkele voorwaarden. 3.3.2 Wat is een goed frame? Een eerste kenmerk van een goed frame is volgens De Bruijn (2014) een hoge “stickiness”factor. Hoe duidelijker en krachtiger het beeld, hoe sneller het steeds weer in de herinnering van het publiek zal opduiken (De Bruijn, 2014, p.21-22). Enkel zo kan een frame het politieke debat beheersen. Ten tweede moet de toeschouwer het intuïtief met het frame eens zijn. De VVD-verkiezingsslogan Vandalen gaan betalen is daar een goed voorbeeld van. Wie kan er namelijk tegen zijn dat, wanneer je iets vernielt, je er ook voor moet betalen, vraagt De Bruijn (2014) zich af (De Bruijn, 2014, p.22). Een sterk frame speelt bijgevolg in op een breed gedragen “maatschappelijke onderstroom” van positieve of negatieve gevoelens, zoals bijvoorbeeld een onbegrip voor vandalisme (De Bruijn, 2014, p.26). Ten derde plaatst een frame de tegenstander steeds in het gedrang. De kernwaarden van de opponent worden rechtstreeks aangevallen waardoor die meteen in het defensief wordt geplaatst. De tegenstander zal zijn standpunt moeten verdedigen, maar kan daarbij niet anders dan meestappen in het frame van de aanvaller ( De Bruijn, 2014, p.23). Het is volgens De Bruijn (2014) bijgevolg de kunst om als tegenstander het debat te “reframen” door te kiezen voor een andere taal. Enkel zo kan je het debat immers weer naar jouw hand zetten (De Bruijn, 2014, p.39). Een voorbeeld hiervan is de Amerikaanse president Bill Clinton, die in New York werd aangesproken door een aidspatiënt over het slechte aidsbeleid van zijn regering. De president antwoordde: “I feel your pain”. In plaats van de beschuldiging te ontkennen en mee te gaan in het frame van de aidspatiënt, koos hij voor een andere aanpak en reageerde hij heel persoonlijk. Hij reframede zo het debat (De Bruijn, 2014, p.63). Tot slot, heeft elk goed frame steeds een slachtoffer, een held en een schurk. De Bruijn (2014) noemt dat het “dramaframe” en benadrukt dat personificatie hierbij centraal staat. De verantwoordelijke voor het probleem, diegene die het oplost en het slachtoffer krijgen immers elk een eigen gezicht toegewezen. Het frame speelt bovendien rechtstreeks in op de emoties van het publiek en ontvlamt zo het debat (De Bruijn, 2014, p.23, p.79-83). Perloff (2014) noemt framing dan ook een vorm van “political storytelling” waarbij dramatische technieken worden gebruikt om problemen te agenderen. Zoals elk goed verhaal, heeft een politieke 27 boodschap dan ook morele implicaties en speelt het protagonisten en antagonisten tegen elkaar uit (Perloff, 2014, p.321-322). Naast andere talige hulpmiddelen, zoals een herhaling of een analogie, is ook de metafoor volgens De Bruijn (2014) een populaire framing techniek (De Bruijn, 2014, p.21). Wanneer deze masterproef de bovenstaande definities toepast op de metafoortheorieën uit het tweede hoofdstuk, valt het op dat vooral de structuurmetafoor van Lakoff & Johnson (1980) erg nauw aansluit bij het concept framing. De conceptuele metafoorsoort structureert namelijk steeds het ene begrip in termen van het andere waardoor de source een bril vormt waarmee de spreker naar de werkelijkheid kijkt. Zo ook in het voorbeeld DISCUSSIE IS OORLOG, waar de polemische houding van de deelnemers wordt benadrukt, terwijl het overleggende aspect van een discussie op de achtergrond wordt geschoven. Politieke spelers lijken dus – al dan niet bewust – terug te grijpen naar conceptuele metafoorbeelden om het denken van het publiek te beïnvloeden. Charteris-Black (2011) past dat idee in de praktijk toe. 3.3.3 Toepassing op de metafoor In zijn werk Politicians and rhetoric: the persuasive power of metaphor gaat Charteris-Black (2011) op zoek naar de onderliggende conceptuele metaforen in het taalgebruik van politieke wereldleiders zoals Winston Churchill, Margaret Thatcher en Barack Obama. In zijn analyses brengt hij de gevonden metaforen onder in verschillende brondomeinen om zo de beeldentaal van de redenaars in kaart te brengen. Volgens Charteris-Black (2011) helpt het gebruik van metaforen een politicus namelijk bij het uitbouwen van wat hij een “political myth” noemt. Door het vage karakter van een metafoor staan de beelden open voor verschillende interpretaties en kan het publiek zo zijn eigen betekenis aan het verhaal toevoegen (Charteris-Black, 2011, p.38): “One of the major advantages of metaphor is that, because it is not too specific or precise, it is open to multiple interpretations and like many persuasive mental representations, allows hearers to bring their own meanings to a text (Charteris-Black, 2011, p.38).” De onderstaande toepassing laat zien hoe Charteris-Black (2011) precies te werk gaat. In de speeches van Martin Luther King, bijvoorbeeld, vindt hij de conceptuele metafoor CIVIL RIGHTS IS A JOURNEY terug. King stelt de strijd van de zwarte Amerikaanse bevolking immers voor als een reis met een duidelijk beginpunt en eindpunt, waarbij de reizigers onderweg moeilijke obstakels moeten overwinnen. Het eerder abstracte idee van gelijkheid 28 krijgt in King’s speeches zo de concrete vorm van een fysieke gebeurtenis waaraan de mensen hun eigen ervaringen kunnen koppelen. Dat sluit aan bij wat De Landtsheer (1987) de simplificerende functie van metaforen noemde. Op die manier benadrukt Martin Luther King bovendien dat die strijd niet op één dag zal worden gevoerd. Het zal – net zoals bij een reis- een inspanning vragen om het einddoel te bereiken. Hij stelt de eventuele problemen en vertragingen onderweg dan ook op de achtergrond en focust op het uiteindelijke resultaat. Zo ‘manipuleert’ hij de kijk van het publiek en dringt hij hen een bepaalde interpretatie van de werkelijkheid op. De opofferingen en problemen waarmee ze onderweg zullen worden geconfronteerd, zijn in zijn visie slechts bijzaak (Charteris-Black, 2011, p.86-89). Erg karakteristiek voor de speeches van Martin Luther King is bovendien het religieuze aspect van zijn beeldentaal. Het reisverhaal krijgt immers een spiritueel karakter, waarbij hij als Messias het uitverkoren volk naar zijn uiteindelijke bestemming zal leiden. King gebruikt zo het Exodus-verhaal om de strijd van de zwarte Amerikaanse bevolking te framen en vorm te geven (Charteris-Black, 2011, p.89-90). Zo beschrijft Charteris-Black (2011) hoe metaforen actief worden ingezet als frames in het politieke discours. De sprekers gebruiken de beeldentaal om het denken van de mensen te beïnvloeden en hen een bepaalde visie op de werkelijkheid op te dringen. Deze masterproef kiest voor dezelfde opzet als Charteris-Black (2011), maar past de conceptuele metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) toe op het Vlaamse politieke taalgebruik. Het volgende hoofdstuk geeft een eerste aanzet voor het latere praktijkonderzoek en beschrijft de concrete operationalisering, te beginnen bij een stand van zake van het onderzoeksveld. 29 Hoofdstuk 4: Operationalisering 4.1 Een stand van zaken In 2011 publiceerde Cammaerts een artikel over het strategische gebruik van metaforen tijdens de Vlaamse regeringsonderhandelingen van 2007. De focus van zijn analyse ligt op het nationalistische/separatistische thema dat het Belgische politieke discours blijft domineren (Cammaerts, 2011, p.15-16). Hij focust daarbij niet enkel op het taalgebruik van politici zelf, maar ook op de uitspraken van journalisten en experten in de politieke berichtgeving. Door middel van zijn analyse wil hij aantonen dat metaforen nooit zomaar worden gebruikt maar dat er achter de beeldentaal steeds een politieke intentie en een verborgen agenda schuilgaat: “De metaforen zijn containers vol met evidente en meer verborgen betekenissen en worden gebruikt met zeer precieze strategische politieke doeleinden (Cammaerts, 2011, p. 22).” Cammaerts (2011) werkt in het artikel vijf soorten metaforen uit, die hij linkt aan vijf dominante frames, die door de politieke spelers worden gebruikt om de communautaire thema’s aan te kaarten. Die vijf categorieën zijn sportmetaforen, de zwartepietmetafoor, oorlogsmetaforen, culinaire metaforen en transportmetaforen. De eerste categorie, sportmetaforen, linkt Cammaerts (2011) aan het frame “politiek immobilisme” waarbij de onderhandelaars ervan worden beschuldigd te surplacen of verlengingen te spelen. De sporttermen verduidelijken zo de situatie aan de onderhandelingstafel. De zwartepietmetafoor, ten tweede, wordt gebruikt om de schuld van de mislukte onderhandelingen steeds naar de anderen door te schuiven, net zoals in het kaartspel. De oorlogsmetafoor of frontmetafoor, ten derde, hoort bij het frame “eenheid aan Vlaamse zijde”. Al diegenen die vechten voor de Vlaamse zaak verenigen zich namelijk in één front tegen de vijand (Cammaerts, 2011, p.18-22). Een voorbeeld van de culinaire metafoor, de vierde categorie, is de mayonaisemetafoor, zoals in de mayonaise die niet pakt. De politieke spelers willen zo de complexiteit van het onderhandelingsproces benadrukken en verantwoorden waarom er nog geen regering is gevormd. Binnen de transportmetaforen, tot slot, is vooral de landingsbeeldspraak erg populair. Die wijst erop dat het einde van de onderhandelingen in zicht is (Cammaerts, 2011, p.21-22). 30 Veel eerder al, in 1987, schreef ook De Landtsheer een uitvoerige analyse van de politieke beeldentaal in de Vlaamse media. Haar centrale stelling is dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen de gehanteerde metaforen en de maatschappelijke omstandigheden waarin die zijn ingebed. De Landtsheer (1987)’s onderzoek toont namelijk aan dat in tijden van crisis vooral “onheilsbeeldspraak” en “medische beeldspraak” erg populair zijn. Die spelen immers nauw in op enerzijds de angstgevoelens die een crisis met zich meebrengt, en anderzijds de nood aan een herstelbeleid (De Landtsheer, 1987, p.34-35). De term ‘onheilsbeeldspraak’ verwijst immers naar metaforen die aansluiten bij thema’s zoals de dood, ziekte en verval, terwijl de medische beeldspraak doelt op alle beelden rond ziekte en genezing (De Landtsheer, 1987, p.34). Daarnaast wijst De Landtsheer (1987) nog vier andere soorten metaforen aan, die binnen het Vlaamse politieke discours erg frequent zijn, namelijk volkse beeldspraak, natuurmetaforiek, politieke metaforen en beeldspraak van sport en spel (De Landtsheer, 1987, p.36-39). Volkse beeldspraak zijn volgens De Landtsheer (1987) de metaforen uit het dagelijkse leven. Het gaat daarbij om beelden die op regelmatige basis in de omgangstaal voorkomen, zoals spreekwoorden of Bijbelse uitdrukkingen (De Landtsheer, 1987, p.36). Natuurmetaforiek daarentegen steunt op beelden uit de natuurlijke wereld rondom ons. Die kan dan soms als een heilige wereld worden voorgesteld, als tegenhanger voor de verdorde maatschappij. Politieke metaforen, ten derde, zijn een erg verfijnde en creatieve vorm van beeldspraak waarbij “politiek en techniek op ingenieuze wijze” worden verweven met elkaar. Voorbeelden hiervan zijn een monument van politiek bedrog of de spil van het muntsysteem (De Landtsheer, 1987, p.37-38). Beeldspraak van sport en spel, tot slot, is een beeldentaal die bij alle sociale lagen van de bevolking gemakkelijk zijn ingang vindt. Het thema is immers erg populair bij een breed publiek. Dat maakt de sport- en spelmetaforen bijzonder interessant voor de politieke sprekers (De Landtsheer, 1987, p.39). In 1992 paste Sabine Schellens (KU Leuven) de analyse van De Landtsheer (1987) toe op een speech van SP-voorzitter Louis Tobback. Schellens (1992) koos zeer bewust voor een toespraak uit een crisiscontext om zo de frequentie van onheilsbeeldspraak en medische beeldspraak te kunnen nagaan. Haar onderzoek bevestigde de hypothesen van De Landtsheer (1987) en toonde een duidelijke correlatie tussen de tijdsgeest en het politieke metafoorgebruik (Schellens, 1992, p.96). Het praktijkonderzoek van Schellens (1992) blijft echter beperkt aangezien het corpus slechts één politieke toespraak bevat. 31 Heel anders is de masterproef van Sanne Du Grenier (2011) die voor haar onderzoek - net zoals Cammaerts (2011) - het metafoorgebruik rond de Belgische politieke impasse verder uitdiept. Daarbij spitst ze zich toe op het conceptuele metafoordomein POLITIEK IS DIVERTISSEMENT. Du Gernier (2011) gaat zo na hoe de politieke berichtgeving wordt gespiegeld aan verschillende vormen van entertainment. De centrale onderzoeksvraag van die masterproef is echter grotendeels methodologisch van aard. Du Gernier (2011) focust namelijk op de werkbaarheid van identificatiemethodes aan de hand van Van Dalewoordenboeken. De retorische bespreking van de politieke metaforen blijft echter eerder beperkt (Du Grenier, 2011, p.1-2). Deze masterproef kiest daarentegen wel voor een retorische analyse van de Vlaamse politieke metaforen en gaat - net zoals Cammaerts (2011) en De Landtsheer (1987) - op zoek naar de metaforische brondomeinen van de Vlaamse politieke beeldentaal. Bovendien wordt het corpus - in vergelijking met het onderzoek van Schellens (1992) – sterk uitgebreid en toegespitst op spontaan, gesproken taalgebruik. Zo kiest deze masterproef voor een nieuwe invalshoek binnen het onderzoeksveld. Een verdere uitdieping van de onderzoeksvragen, het materiaal en de methode volgt in de rest van dit hoofdstuk. 4.2 Onderzoeksvraag en hypothesen Eerst en vooral onderzoekt deze masterproef welke beelden de Vlaamse politici gebruiken om hun boodschappen te framen. Lakoff & Johnson (1980) merken immers op hoe mensen de dagelijkse werkelijkheid systematisch structureren aan de hand van conceptuele metaforen. Daarbij wordt het ene ervaringsdomein steeds begrepen in het licht van het andere. Dit onderzoek wil de Vlaamse politieke beeldentaal karakteriseren en gaat daarom op zoek naar de onderliggende brondomeinen achter de politieke metaforen. Net zoals in het onderzoek van Charteris-Black (2011) koppelt deze masterproef daar ook een retorische analyse aan, die de functies van de gebruikte metaforen moet blootleggen. De eerste hypothese van deze paper stelt dan ook dat uit de corpusanalyse enkele centrale beelden naar voren zullen komen die de Vlaamse politieke taal beschrijven. Toch zal de relatieve frequentie van die verschillende structuurmetaforen waarschijnlijk beperkt blijven aangezien dit onderzoek – in tegenstelling tot Charteris-Black (2011) – focust op spontaan, gesproken taalgebruik. Dat is een heel andere context dan politieke toespraken, die wel tot in de puntjes worden voorbereid en waarbij vaak zeer bewust over de gebruikte metaforen wordt nagedacht. 32 Ten tweede vergelijkt dit onderzoek het metafoorgebruik van de Vlaamse politici tijdens de verkiezingen van 1995 en 2014. Dat gebeurt zowel op kwantitatief en als op kwalitatief niveau. Enerzijds gaat deze masterproef na of de politieke sprekers nu meer metaforen gebruiken dan vroeger. Anderzijds wordt ook het karakter en de aard van de gebruikte metaforen onderzocht en vergeleken. Volgens onder andere Strömback (2008) en Van Aelst (2014) is het (Vlaamse) politieke domein namelijk sterk gemediatiseerd en heeft de media logic ondertussen de bovenhand genomen. Een boodschap moet daarom steeds aantrekkelijker zijn en daar zijn metaforen een belangrijk hulpmiddel voor. De tweede hypothese van deze masterproef stelt dan ook dat de politici tijdens de verkiezingen van 2014 niet alleen meer metaforen zullen gebruiken, maar ook meer zullen terugvallen op communicatieve strategieën zoals framing, aangezien die volgens De Bruijn (2014) in de huidige politieke communicatie erg frequent worden gebruikt. Bovendien verwacht dit onderzoek dat ook de aard van de gebruikte metaforen op twintig jaar tijd sterk is veranderd onder invloed van de gemediatiseerde context. De beeldspraak zal waarschijnlijk creatiever zijn in 2014 dan in 1995, aangezien het voor de sprekers steeds moeilijker is de aandacht van het publiek te trekken (zie Hoofdstuk 1). 4.3 Materiaal 4.3.1 Verantwoording De focus van deze masterproef ligt op de Belgische federale verkiezingen van 1995 en 2014. Die afbakening levert een vastomlijnd corpus op en zorgt ervoor dat er in de beeldarchieven gericht kan worden gezocht naar gepast materiaal. Bovendien zijn de verkiezingsperiodes politiek bijzonder interessant aangezien de partijen net dan hun standpunten zo duidelijk mogelijk proberen te formuleren. Concreet bestaat het corpus uit beeldfragmenten van verkiezingsdebatten op de Vlaamse openbare omroep (VRT). Het beeldmateriaal beperkt zich tot programma’s van de openbare omroep, om de praktische reden dat die haar volledige beeldarchief ter beschikking stelt van onderzoekstudenten. Geschreven materiaal en audiomateriaal vallen buiten het bestek van deze masterproef. Het corpus voor de verkiezingen van 2014 bestaat uit verkiezingsdebatten van De Zevende Dag en Terzake14. Ook voor de verkiezingen van 1995 werden uitzendingen van De Zevende Dag geanalyseerd, aangevuld met enkele grote debatten die naar aanleiding van de verkiezingen werden uitgezonden. Het corpus van 1995 is echter iets kleiner dan dat van 2014 aangezien het aanbod aan verkiezingsprogramma’s op twintig jaar tijd sterk is gestegen. De bekeken fragmenten zijn bijgevolg slechts een steekproef uit de volledige verkiezingsprogrammatie van 2014. Door de beperkingen van het onderzoek is het namelijk 33 niet mogelijk al het beschikbare materiaal te analyseren. Voor 2014 beperkt deze paper zich daarom tot 10 minuten aan beeldmateriaal per debat. Voor 1995 ligt die grens op 15 minuten per debat, om het veel lagere aantal aan debatten in die periode te compenseren. Het is bovendien niet gemakkelijk om bij het samenstellen van het corpus een goede verdeling te vinden tussen de verschillende politieke spelers en partijen. Sommige partijen, zoals Open Vld, sturen immers vaak dezelfde boegbeelden naar de televisiedebatten. Daarnaast zijn kleinere partijen, zoals Vlaams Belang en Groen, ook vaak minder vertegenwoordigd dan CD&V, Open Vld, sp.a en N-VA. Dat is dan ook te zien in de verdeling van het uiteindelijke corpus. PVDA en LDD vallen volledig buiten het bestek van deze masterproef aangezien die partijen slechts sporadisch aan de televisiedebatten kunnen deelnemen. Diezelfde opmerking geldt ook voor de verkiezingen van 1995. Deze masterproef wil een zo actueel mogelijk beeld schetsen van het Vlaamse politieke metafoorgebruik en daarom zijn de meest recente Belgische federale verkiezingen van 2014 een erg voor de hand liggende keuze. De keuze voor de verkiezingen van 1995 ligt echter iets anders. Aangezien deze masterproef twee uiteenlopende politieke periodes wilde vergelijken, was het in de eerste plaats noodzakelijk voldoende terug te keren in de tijd. De keuze viel daarbij op de jaren negentig omdat in die periode een heel andere generatie politici aan het werk was dan nu, namelijk de generatie Dehaene-Verhofstadt-Tobback. Daarnaast was het praktisch gezien ook erg moeilijk nog verder terug te gaan aangezien er van die oudere periodes slechts weinig beeldmateriaal beschikbaar is. Bijgevolg bleven uiteindelijk enkel de federale verkiezingen van 1995 en 1999 over. De verkiezingen van 1999 geven mogelijk een vertekend beeld van de Vlaamse politieke beeldentaal omdat die periode werd overschaduwd door de dioxinecrisis. Uiteindelijk viel de keuze op de verkiezingen van 1995, die wel een representatief beeld schetsen van het politieke discours uit de jaren negentig. Het volgende onderdeel geeft een korte contextualisering van beide verkiezingen. 4.3.2 Federale verkiezingen 1995 De federale verkiezingen van 1995 vonden plaats op zondag 21 mei. De kiezers trokken toen niet alleen naar de stembus voor Kamer en Senaat, maar voor het eerst was er ook een rechtstreekse verkiezing van de deelparlementen. Sinds de vierde staatshervorming van 1993 was België namelijk officieel een federale staat (Alle staatshervormingen op een rijtje, 19.07.2012). Oorspronkelijk zouden de verkiezingen van 1995 pas in november plaatsvinden, maar door het befaamde Agusta-schandaal besliste toenmalig premier JeanLuc Dehaene (CVP) de verkiezingen te vervroegen. Hij hoopte zo dat het schandaal de campagne niet zou overschaduwen (Dehaene, 2012, p.596). Speurders waren namelijk op verdachte financieringen gebotst die PS en SP hadden ontvangen. Het gerecht vermoedde 34 dat de Italiaanse helikopterbouwer Agusta smeergeld aan de socialistische partijen had betaald om zo een contract binnen te rijven (Barrez, 02.08.2012). Grote uitdager van de twee Vlaamse regeringspartijen was VLD onder leiding van Guy Verhofstadt. De vernieuwde liberale partij wilde de kloof met de burger dichten door te streven naar een “burgerdemocratie” waarin de “bemoeizucht” van de staat zo klein mogelijk bleef. VLD wilde zo opnieuw meer inspraak en zeggenschap bieden aan de kiezer (Beginselverklaring 1992, 15.11.1992). Om die nieuwe boodschap kracht bij te zetten, publiceerde Verhofstadt drie Burgermanifesten (Burgermanifesten, sine dato). Die boekjes waren een aanklacht tegen de huidige regering en een oproep voor een nieuw politiek bewind. De socialistische modellen hadden volgens Verhofstadt gefaald (Blommaert, 2001, p.27). Als reactie op de aanklacht van Verhofstadt, trok SP naar de kiezer met de slogan “SP: Uw sociale zekerheid”. Volgens voorzitter Louis Tobback was de SP nodig in de federale regering om de sociale zekerheid en de gewone man te beschermen (Mortier, 03.04.2007). Tegen alle verwachtingen in slaagde Tobback erin om het Agusta-schandaal buiten de campagnemuren te houden. Ook CVP trok in haar verkiezingscampagne expliciet ten strijde tegen het nieuwe liberale bewind van Verhofstadt: “Liever tweemaal Dehaene, dan eenmaal Verhofdstadt” luidde de verkiezingsslogan van de partij (De Ridder, 1996, p.187). Premier Dehaene profileerde zich tijdens de campagne als de drijvende kracht achter de Belgische regering: “De tocht is moeilijk, de gids ervaren (Dehaene, 2012, p.602).” De uiteindelijke verkiezingsuitslag van 1995 was weinig verrassend. De twee Vlaamse regeringspartijen hielden stand en VLD slaagde er niet in de coalitie op te breken. De partij van Verhofstadt was eigenlijk de grote winnaar van de verkiezingen, maar toch stelde de liberalen zich op als het verliezende kamp, aangezien de partij opnieuw in de oppositie belandde (De Ridder, 1996, p.190-191). Het extreemrechtse Vlaams Blok - dat tijdens de verkiezingen van 1991 een monsterscore had behaald - ging ook in 1995 opnieuw gestaag vooruit. Toch was de uitslag in vergelijking met de “zwarte zondag” van 1991 niet verbluffend (De Ridder, 1996, p.190). Op 23 juni 1995 legde de regering-Dehaene II haar eed af met opnieuw CVP en SP als Vlaamse tandem (Dehaene, 2012, p.606-607). 4.3.3 Federale verkiezingen 2014 De federale verkiezingen van 25 mei 2014 werden ook wel de ‘moeder aller verkiezingen’ genoemd. Het was namelijk de eerste keer in de Belgische geschiedenis dat zowel de federale, regionale als de Europese verkiezingen samenvielen (Verkiezingen 2014 Brussel, sine dato). De aftredende regering-Di Rupo I – met coalitiepartners CD&V, Open Vld en sp.a 35 aan Vlaamse kant – had er een erg hobbelig parcours opzitten. Pas na 545 dagen onderhandelen, wisten de partijen een regeringsakkoord te bereiken, weliswaar zonder verkiezingsoverwinnaar N-VA. De partij van Bart De Wever stapte uit de federale onderhandelingen en zetelde de afgelopen vier jaar enkel op Vlaams niveau in de regering (Regeringsonderhandelingen: een cavalerie van 545 dagen, 10.12.2011). Onder leiding van verkiezingsboegbeeld De Wever trok N-VA op 25 mei 2014 naar de kiezer met de slogan “Verandering voor vooruitgang”. Het zogenaamde ‘Plan V’ was een regelrechte aanklacht tegen het socialistische PS-model: N-VA bood de kiezer naar eigen zeggen een alternatief voor het wanbeleid van de traditionele partijen (N-VA, 2014). Daarnaast hechtte de partij ook veel belang aan communautaire thema’s. In haar verkiezingsprogramma streefde N-VA immers expliciet naar een doorgedreven confederalistische hervorming van het politieke stelsel (N-VA, 2014). Als antwoord op dat wij/zij-denken, lanceerde CD&V het 3D-plan dat focuste op Duidelijkheid, Doelgerichtheid en Duurzaamheid (CD&V, 2014, p.11). In tegenstelling tot de polemische houding van N-VA, zocht CD&V op die manier naar evenwicht en standvastigheid (3D-plan, 2014, p.11). Geen doorgedreven confederalisme, maar wel het uitwerken van een gematigdere zesde staatshervorming was voor de partij een prioriteit (3Dplan, 2014, p.15). Het programma van CD&V bleek echter niet opgewassen tegen dat van de Vlaams-nationalistische partij en de christendemocraten moest uiteindelijk de duimen leggen voor de ploeg van Bart De Wever (Kamer: lijst resultaten, 06.06.2014). Open Vld was in tegenstelling tot de verkiezingen van 1995 deze keer geen oppositiepartij maar zetelde de afgelopen legislatuur in de regering. De liberalen positioneerden zich tijdens de verkiezingen van 2014 bovendien als enige échte liberale partij in Vlaanderen. In haar boek De geëngageerde burger nam partijvoorzitster Gwendoline Rutten namelijk expliciet afstand van het nationalistische programma van N-VA (Bouteca, 2014, p.162). Tevergeefs, zo bleek, want de verkiezingsuitslag van Open Vld was teleurstellend. Op federaal niveau bleef de partij steken op minder dan 10 procent (Kamer: lijst resultaten, 06.06.2014). Ook voor sp.a. bleven de verkiezingsuitslagen beneden de verwachtingen. De partij behaalde een score van slechts 8,9 procent. Dat is een historisch laag percentage (IBZ, 06.06.2014). De Vlaamse socialisten hadden zich tijdens de campagne nochtans uitgesproken links gepositioneerd met het verkiezingsprogramma “Sociale Welvaart” (Programma sp.a Verkiezingen, 22.02.2014, p.9-10). Dat bleek echter niet voldoende want voor het eerst in twintig jaar belandde sp.a in de oppositie. De nieuwe regering-Michel I onder leiding van premier Charles Michel – bestaat nu aan Vlaamse kant uit N-VA, CD&V en Open Vld (Bruggeman, F. & Saerens, Z., 08.10.2014). 36 4.4 Methode 4.4.1 Conceptuele metafooranalyse Het onderzoek van deze masterproef kiest voor dezelfde opzet als Charteris-Black (2011) en past de conceptuele metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) toe op het Vlaamse politieke taalgebruik. Kort samengevat stellen de taalkundigen dat een metafoor geen individuele term is, maar wel een onderliggend conceptueel systeem aan de hand waarvan de mensen de werkelijkheid structureren (zie Hoofdstuk 2). Zoals eerder aangegeven, is het door de beperkingen van het onderzoek echter niet mogelijk de volledige metafoortheorie op het corpus toe te passen. Daarom spitst deze masterproef zich toe op het beschrijven van structuurmetaforen die de Vlaamse politieke beeldentaal karakteriseren. Lakoff & Johnson (1980) definiëren een structuurmetafoor namelijk als een vorm van beeldspraak waarbij het ene concept wordt gestructureerd in termen van het andere (zie Hoofdstuk 2). Een politicus kan zo aan de hand van de metaforen het politieke beleid vergelijken met een ander ervaringsdomein. Dat maakt de abstracte begrippen niet alleen aantrekkelijker, maar geeft het publiek ook de kans zijn kennis over andere maatschappelijke domeinen te gebruiken bij het begrijpen van de boodschap. Zo wil deze paper onderzoeken hoe structuurmetaforen kunnen worden gebruikt om een boodschap te framen. Concreet verloopt die analyse aan de hand van enkele stappen. Eerst en vooral worden de aanwezige metaforen in het beeldmateriaal geïdentificeerd. Basiscriterium hiervoor is de definitie van Van Gorp, Delabastita & Ghesquiere (2007). Die definiëren een metafoor als een vorm van beeldspraak waarbij het ene woord in de plaats van het andere wordt gebruikt, op basis van een betekenisovereenkomst of semantisch contrast (zie Hoofdstuk 2). Bij het identificeren van de metaforen in het corpus, vraagt deze masterproef zich dus steeds af of een woord gebruikt wordt in zijn letterlijke of figuurlijke betekenis. Versteende metaforen die volledig in het politieke jargon zijn ingedaald, vallen echter buiten het bestek van dit onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn indexsprong, welvaartsenveloppe, vergrijzing, economische groei en arbeidsmarkt. Die zijn namelijk zo ingeburgerd in het politieke taalgebruik dat ze nog moeilijk als metaforen kunnen worden geïnterpreteerd. Deze masterproef focust dan ook op het gebruik van metaforen als retorische strategie. 37 Als tweede stap in het onderzoek worden de geïdentificeerde metaforen aan verschillende brondomeinen of source domains gelinkt. Inspiratie hiervoor haalt deze masterproef uit de metafooropdelingen van De Landtsheer (1987) en Cammaerts (2011) (zie Hoofdstuk 4). Dat levert de onderstaande lijst aan categorieën op: onheilsbeeldspraak, medische beeldspraak, natuurmetaforiek, politieke metaforen, volkse beeldspraak, beeldspraak van sport en spel, oorlogs- en gevechtsmetaforen, culinaire metaforen, zwartepietmetafoor en transportmetaforen. Deze masterproef baseert zich echter niet blindelings op de bestaande literatuur, maar brengt zelf enkele aanpassingen binnen die lijst aan. Eerst en vooral valt de categorie ‘zwartepietmetafoor’ buiten het bestek van dit onderzoek. De categorie is namelijk erg specifiek gelinkt aan de politieke impasse die Cammaerts (2011) onderzoekt. Ten tweede breidt deze paper de categorie ‘politieke metaforen’ van De Landtsheer (1987) verder uit tot de categorie ‘technische metaforen’. Deze masterproef kiest er namelijk voor om de oorspronkelijke definitie te veralgemenen tot alle metaforische uitdrukkingen die betrekking hebben op de relatie tussen politiek en techniek (de Landtsheer, 1987, p.38). Het uitermate creatieve en ingenieuze karakter van metafoorcategorie is slechts van secundair belang (zie Hoofdstuk 4). Tot slot wordt de bovenstaande lijst ook aangevuld met drie extra categorieën, waarvan twee uit andere theoretische bronnen en één eigen categorie. Ten eerste voegt deze paper de categorie ‘reismetaforen’ aan de brondomeinenlijst toe. Dat brondomein is gebaseerd op de categorie journey metaphors uit het werk van Charteris-Black (2011), die de reismetaforen namelijk in ieder van de geanalyseerde speeches aanhaalt als een centrale categorie. Daarom verwacht dit onderzoek de reismetafoor ook in het Vlaamse politieke taalgebruik terug te vinden. Ten tweede wordt ook de categorie ‘personificaties’ toegevoegd. Het tweede hoofdstuk van deze masterproef definieerde die vorm van beeldspraak immers als een subcategorie van metaforen. Ten derde stelt deze masterproef zelf ook één nieuwe categorie op, namelijk ‘lichaams- en handelingsmetaforen’. Uit een eerste analyse van het corpusmateriaal bleek namelijk dat de Vlaamse politici het bestuur soms voorstellen als een opeenvolging van fysieke bewegingen die ze met hun eigen lichaam uitvoeren. Ze proberen bijvoorbeeld greep te krijgen op de dingen of ze proberen bepaalde ideeën los te laten. Een verdere bespreking van die categorie volgt later. De tabel op de volgende pagina biedt een korte samenvatting van de geselecteerde brondomeinen. 38 Onheilsmetaforen Medische metaforen Natuurmetaforiek Technische metaforen Volkse beeldspraak Sport- en spelmetaforen Oorlogs- en gevechtsmetaforen Transportmetaforen Culinaire metaforen Reismetaforen Personificatie Lichaams- en handelingsmetaforen Andere Tabel 1: Brondomeinen In de laatste stap van het onderzoek probeert deze masterproef binnen het geanalyseerde corpus enkele onderliggende structuurmetaforen te beschrijven. Dat gebeurt door verschillende brondomeinen aan elkaar te linken tot grotere gehelen. Zo wil dit onderzoek de beeldentaal van de Vlaamse politiek karakteriseren. Een belangrijke opmerking hierbij is dat het om een creatieve analyse van het corpus gaat. Ander beeldmateriaal of een andere invalshoek zullen de resultaten ongetwijfeld beïnvloeden. 4.4.2 Diachroon onderzoek De tweede onderzoeksvraag van deze masterproef – namelijk de vergelijking tussen de verkiezingen van 1995 en 2014 – is gebaseerd op zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve analyse van het corpus. Enerzijds wordt het cijfermateriaal uit beide corpussen aan elkaar getoetst om zo de frequentie van de metaforen met elkaar te vergelijken. Anderzijds maakt het onderzoek ook een kwalitatieve vergelijking tussen de verkiezingsperiodes. Een gedetailleerde analyse van de geïdentificeerde metaforen moet de verschillen en gelijkenissen tussen 1995 en 2014 blootleggen. Concreet onderzoekt deze masterproef of dezelfde structuurmetaforen in beide corpussen terug te vinden zijn en of het concept framing dus ook twintig jaar geleden al in de praktijk terug te vinden was. De conceptuele metafooranalyse die in het vorige onderdeel al uitvoerig werd beschreven, zit bijgevolg ook sterk verweven in de methode van het diachroon onderzoek. 39 Hoofdstuk 5: Analyse en resultaten 5.1 Verkiezingen 1995 5.1.1 Analyse Het corpus voor de verkiezingen van 1995 bestaat uit uitzendingen van de VRTprogramma’s De Zevende Dag en Verkiezingsdebatten. Concreet worden van De Zevende Dag de afleveringen van 30 april, 7 mei en 14 mei 1995 geanalyseerd. Voor de Verkiezingsdebatten gaat het om de uitzendingen van 12, 15, 16, 17, 18 en 19 mei 1995. In dat programma ontvangt presentator Dirk Sterckx telkens twee politici van verschillende partijen. Die beantwoorden vragen van het publiek en het panel, dat bestaat uit Guy Janssens en Siegfried Bracke. De kleinere partijen, Agalev, Volksunie en Vlaams Belang, gaan niet in debat met elkaar, maar krijgen een eigen uitzending toebedeeld. Het corpus bestaat bij benadering uit 129 minuten aan beeldmateriaal en in totaal wordt het taalgebruik van twintig politici geanalyseerd. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de grootte van het corpus en het aantal informanten per partij: Spreektijd (min.) Aantal informanten CVP 28 6 SP 26,5 4 VLD 27 4 Vlaams Blok 18 2 Volksunie 21 2 Agalev 8,5 2 Totaal 129 20 Tabel 2: Corpus 1995 Het was echter niet eenvoudig een evenwichtig corpus samen te stellen. De verschillende politieke partijen zijn namelijk niet allemaal even sterk vertegenwoordigd tijdens de verkiezingsdebatten. CVP, VLD en SP krijgen opvallend meer spreektijd dan Agalev, Volksunie en Vlaams Blok. Vooral de Volksunie is in het onderzochte corpus erg beperkt aanwezig. Dat komt omdat het Verkiezingsdebat met Bert Anciaux blijkbaar verloren is gegaan tijdens de digitalisering van het VRT Beeldarchief. Er is dan ook minder beeldmateriaal voor die partij beschikbaar. 40 Een tweede belangrijke opmerking is dat het cijfermateriaal slechts bij benadering is vastgesteld. De resultaten die in het volgende onderdeel zullen worden besproken, moeten dan ook vanuit het juiste perspectief worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Tot slot is het ook belangrijk op te merken dat het cijfermateriaal steeds met getallen, en niet in woorden, zal worden weergegeven om het geheel overzichtelijker te maken. 5.1.2 Resultaten Het totaal aantal geïdentificeerde metaforen in het geanalyseerde corpus is 193. Meer specifiek zijn dat er 30 bij CVP-politici, 36 bij SP, 43 bij VLD, 24 bij Vlaams Blok, 17 bij de Volksunie en 43 bij Agalev. Rekening houdend met de omvang van het corpus, levert dat een gemiddelde op van bij benadering 1,5 metaforen per minuut. Kleine partijen Agalev en Volksunie scoren het hoogst met een resultaat van 2 metaforen per minuut. Van alle traditionele partijen, gebruikt VLD de meeste metaforen met een gemiddelde van 1,6 metaforen per minuut. SP en CVP behalen een resultaat van respectievelijk 1,4 metaforen en 1,1 metafoor per minuut. Het Vlaams Blok, tot slot, bengelt ook onderaan de lijst met een gemiddelde van 1,3 metaforen per minuut. Wanneer diezelfde analyse individueel per politicus wordt uitgevoerd, blijkt dat binnen de CVP-informanten Luc Van den Brande het hoogste gemiddelde behaalt met een score van 2,4 metaforen per minuut. Bij VLD is dat Dirk van Mechelen met 2 metaforen per minuut. Voor de SP staan Frank Vandenbroucke en Norbert De Batselier op gelijke hoogte met een resultaat van 1,5 metaforen per minuut. Joris Van Hauthem scoort het best bij Vlaams Blok met 2,7 metaforen per minuut. Johan Sauwens voert de lijst aan bij de Volksunie met een gemiddelde van 3,6 metaforen. Hij behaalt bovendien het hoogste resultaat van alle Vlaamse politici binnen dit onderzoek. Van de Agalev-politici, tot slot, scoort Vera Dua het hoogst met 2,3 metaforen per minuut. De onderstaande tabellen geven een overzicht per informant: CVP Miet Smet Luc Van den Brande Herman Van Rompuy Johan Van Hecke Paul Staes Jean-Luc Dehaene Totaal Spreektijd (min.) 4 2,5 5,5 5 5 6 28 Tabel 3: Resultaten CVP 1995 Metaforen 1 6 7 7 3 6 30 Gemiddelde (per minuut) 0,25 2,4 1,3 1,4 0,6 1 1,1 41 SP Frank Vandenbroucke Eddy Baldewijns Louis Tobback Norbert De Batselier Totaal Spreektijd (min.) 6 2,5 12 6 26,5 Metaforen 9 2 16 9 36 Gemiddelde (per minuut) 1,5 0,8 1,3 1,5 1,4 Metaforen 9 2 11 21 43 Gemiddelde (per minuut) 2 0,8 1,5 1,7 1,6 Metaforen 12 12 24 Gemiddelde (per minuut) 0,9 2,7 1,3 Metaforen 9 8 17 Gemiddelde (per minuut) 3,6 1,3 2 Metaforen 25 18 43 Gemiddelde (per minuut) 1,9 2,3 2,04 Tabel 4: Resultaten SP 1995 VLD Dirk Van Mechelen André Denys Rik Daems Guy Verhofstadt Totaal Spreektijd (min.) 4,5 2,5 7,5 12,5 27 Tabel 5: Resultaten VLD 1995 Vlaams Blok Filip De Winter Joris Van Hauthem Totaal Spreektijd (min.) 13,5 4,5 18 Tabel 6: Resultaten Vlaams Blok 1995 Volksunie Johan Sauwens Bert Anciaux Totaal Spreektijd (min.) 2,5 6 8,5 Tabel 7: Resultaten Volksunie 1995 Agalev Jos Geysels Vera Dua Totaal Spreektijd (min.) 13 8 21 Tabel 8: Resultaten Agalev 1995 42 Vervolgens worden de geïdentificeerde metaforen opgedeeld aan de hand van de in het voorgaande hoofdstuk opgesomde brondomeinen. De onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht. Pas in het volgende onderdeel worden de resultaten besproken en geanalyseerd. Onheilsmetaforen Medische metaforen Natuurmetaforiek Technische metaforen Volkse beeldspraak Sport- en spelmetaforen Oorlogs- en gevechtsmetaforen Transportmetaforen Culinaire metaforen Reismetaforen Personificatie Lichaams- en handelingsmetaforen Andere Containermetaforen Totaal 0 9 8 22 47 8 23 3 3 11 9 19 23 8 193 Tabel 9: Resultaten brondomeinen 1995 5.1.3 Interpretatie Een eerste opmerking bij de resultaten van het praktijkonderzoek is de opvallend hoge score van Volksunie en Agalev. Met een score van 2 metaforen per minuut zitten beide partijen ruim boven het gemiddelde van 1,5 metaforen per minuut. Dat relatief hoge resultaat kan echter te wijten zijn aan het beperkte corpus en het kleine aantal informanten voor beide partijen. De individuele impact van sommige politici is bijgevolg erg groot. Een tweede opmerking is de sterke score van VLD. Met een resultaat van 1,6 metaforen per minuut scoort de partij hoger dan CVP en SP, die blijven steken op respectievelijk 1,1 en 1,4 metaforen per minuut. Het lijkt in eerste instantie verrassend dat net de liberale partij, die tijdens de verkiezingen van 1995 de kloof met de kiezer wilde dichten, kiest voor een beeldrijke taal. Die staat namelijk ver af van het dagelijkse taalgebruik. Volgens De Landtsheer (1987) hebben metaforen echter ook een simplificerende functie. Aan de hand van beeldspraak kunnen complexe en abstracte ideeën namelijk erg concreet worden voorgesteld (zie Hoofdstuk 3). Dat zou eventueel een verklaring kunnen zijn voor het frequente metafoorgebruik van VLD, die een zo eenvoudig mogelijke boodschap wilde brengen om de burger dichter bij de politiek te betrekken. Die redenering valt echter verder niet theoretisch te staven. 43 Een derde opmerking bij het cijfermateriaal is de erg lage score van Vlaams Blok. De partij behaalt een resultaat van slechts 1,3 metaforen per minuut. Dat is de op één na laagste in het onderzoek. De extreemrechtse partij lijkt dus voor een klare taal te kiezen, zonder een opvallende stilistische verpakking. Dat zou aansluiten bij de rechtuit radicale boodschap van Vlaams Blok, die zonder omwegen op het publiek wordt afgevuurd. Opnieuw is dat echter slechts één mogelijke redenering en niet de enige sluitende verklaring. Een vierde opmerking is de hoge score van het brondomein ‘volkse beeldspraak’. Met een totaal van 47 tokens vormt die categorie bij benadering 25 procent (of één vierde) van het totale metaforencorpus. Volgens De Landtsheer (1987) zijn die metaforen sterk ingeburgerd in ons dagelijkse taalgebruik. Dat blijkt ook in de praktijk te kloppen. Zeker in spontaan, gesproken taalgebruik doen sprekers op regelmatige basis beroep op conventionele beelden en zegswijzen die in ons hoofd verankerd zitten. Voorbeelden hiervan uit het corpus zijn Dat de Vlaamse kiezer het eerste, maar ook het laatste woord krijgt (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:11:31) en Wij zijn nog zeer groen, maar niet meer achter de oren (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 12/05/1995, 00:13:10). Na de bovenstaande analyse van het corpus van 1995, focust het volgende onderdeel op het beeldmateriaal uit 2014. Dat cijfermateriaal wordt meteen vergeleken met dat van twintig jaar geleden om zo een duidelijke karakterisering van beide verkiezingsperiodes op te stellen. 5.2 Verkiezingen 2014 5.2.1 Analyse Het corpus van 2014 bestaat uit verkiezingsdebatten van de VRT-programma’s De Zevende Dag en Terzake14. Meer specifiek worden in deze masterproef de uitzendingen van De Zevende Dag van 27 april, 4 mei, 11 mei en 18 mei 2014 geanalyseerd. Voor Terzake14 gaat het om de uitzendingen van 12, 13, 14, 16, 19, 20, 21, 22 en 23 mei 2014. Het corpus levert bij benadering 171 minuten aan beeldmateriaal op en in totaal komen 32 Vlaamse politici in de fragmenten aan bod. De onderstaande tabel geeft een overzicht: CD&V sp.a Open Vld N-VA Groen Vlaams Belang Totaal Spreektijd (min.) Aantal informanten 31 6 32,5 7 29,5 5 Tabel 10: Corpus 2014 31,5 6 23 4 23,5 4 171 32 44 Net zoals bij de verkiezingen van 1995, is het ook hier niet gemakkelijk een goed evenwicht te vinden tussen de verschillende partijen en politici. De kleinere partijen, zoals Groen en Vlaams Belang, zijn namelijk minder vertegenwoordigd in de debatten. Opvallend is wel dat de vroegere Volksunie is opgedoekt en herrezen onder de naam N-VA. Onder leiding van boegbeeld Bart De Wever is de partij uitgegroeid tot de grootste in Vlaanderen. Dat heeft de posities rond de debattafel sterk gewijzigd. 5.2.2 Resultaten In totaal werden in het corpus van 2014 312 metaforen geteld. Meer specifiek gaat het om 51 metaforen in taaluitingen van CD&V-politici, 62 bij sp.a-sprekers, 60 bij Open Vld, 54 bij NVA, 44 bij Vlaams Belang en 41 bij partijleden van Groen. Dat levert bij benadering een gemiddelde van 1,8 metaforen per minuut op. Naar boven afgerond gebruiken de Vlaamse politici dus elke dertig seconden een metafoor. Het hoogst scoren sp.a en Open Vld met een resultaat van 2 metaforen per minuut. Die worden op de voet gevolgd door Vlaams Belang en Groen met een gemiddelde van respectievelijk 1,9 en 1,8 metaforen per minuut. CD&V en N-VA behalen het laagste resultaat met 1,6 en 1,7 metaforen per minuut. Van alle individuele informanten scoort CD&V-politicus Pieter De Crem het hoogst met 3,2 metaforen per minuut. Dat is beduidend meer dan het gemiddelde tijdens de verkiezingsdebatten van 2014. Tweede in het rijtje is N-VA voorzitter Bart De Wever met 2,9 metaforen per minuut. Voor Groen scoort Meyrem Almaci het best met 2,7 metaforen per minuut. Bij Open Vld is dat Gwendoline Rutten met 2,6 metaforen. Voorzitter Bruno Tobback scoort binnen de socialistische informanten het hoogst met een gemiddelde van 2,4 metaforen. Filip De Winter, tot slot, voert de lijst bij Vlaams Belang aan met een gemiddelde van 2 metaforen per minuut. De onderstaande tabellen geven een kort overzicht: CD&V Pieter De Crem Kris Peeters Koen Geens Wouter Beke Hilde Crevits Marianne Thyssen Totaal Spreektijd (min.) 6 7,5 5 5,5 4 3 31 Tabel 11: Resultaten CD&V 2014 Metaforen 19 5 3 11 6 7 51 Gemiddelde (per minuut) 3,2 0,7 0,6 2 1,5 2,3 1,7 45 N-VA Siegfried Bracke Ben Weyts Bart De Wever Theo Francken Jan Jambon Liesbet Homans Totaal Spreektijd (min.) 6 4,5 7,5 4,5 5,5 3,5 31,5 Metaforen 8 7 22 6 9 2 54 Gemiddelde (per minuut) 1,3 1,6 2,9 1,3 1,6 0,6 1,7 Tabel 12: Resultaten N-VA 2014 sp.a Bruno Tobback Peter Vanvelthoven Johan Vande Lanotte Freya Vandenbossche Ingrid Lieten John Crombez Caroline Genez Totaal Spreektijd (min.) 8 4,5 4 3 3,5 3 6,5 32,5 Metaforen 19 5 6 7 4 5 18 64 Gemiddelde (per minuut) 2,4 1,1 1,5 2,3 1,2 1,7 2,8 2 Tabel 13: Resultaten sp.a 2014 Open Vld Annemie Turtelboom Gwendoline Rutten Alexander De Croo Maggie De Block Bart Somers Totaal Spreektijd (min.) 6 10 4 3 6,5 29,5 Metaforen 7 26 12 5 10 60 Gemiddelde (per minuut) 1,2 2,6 3 1,7 1,5 2 Metaforen 18 6 14 6 44 Gemiddelde (per minuut) 2 1,5 1,9 2 1,9 Tabel 14: Resultaten Open Vld 2014 Vlaams Belang Filip De Winter Chris Janssens Gerolf Annemans Barbara Pas Totaal Spreektijd (min.) 9 4 7,5 3 23,5 Tabel 15: Resultaten Vlaams Belang 2014 46 Groen Wouter Van Besien Meyrem Almaci Kristof Calvo Bart Staes Totaal Spreektijd (min.) 8 3 6 6 23 Metaforen 13 8 11 9 41 Gemiddelde (per minuut) 1,6 2,7 1,8 1,5 1,8 Tabel 16: Resultaten Groen 2014 Vervolgens worden de geïdentificeerde metaforen opgedeeld volgens de brondomeinenlijst uit Hoofdstuk 4. De onderstaande tabel laat die resultaten zien. De bespreking en interpretatie van dat cijfermateriaal volgt later in dit hoofdstuk. Onheilsmetaforen Medische metaforen Natuurmetaforiek Technische metaforen Volkse beeldspraak Sport- en spelmetaforen Oorlogs- en gevechtsmetaforen Transportmetaforen Culinaire metaforen Reismetafoor Personificatie Lichaamsmetaforen Containermetaforen Andere Totaal 4 17 9 31 58 14 52 9 0 29 11 21 21 36 312 Tabel 17: Resultaten brondomeinen 2014 5.2.3 Interpretatie Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van metaforen tijdens beide verkiezingsperiodes erg frequent is. De Vlaamse politieke spelers lijken op regelmatige basis gebruik te maken van beeldspraak om hun boodschap kracht bij te zetten. Het aantal metaforen ligt echter hoger tijdens de verkiezingsdebatten van 2014. Toch is het verschil met 1995 kleiner dan op basis van het theoretisch kader uit het eerste hoofdstuk werd verwacht. Volgens Strömback (2008) zou de media logic namelijk steeds meer de bovenhand nemen op de political logic en dat heeft volgens Van Aelst (2014) opvallende gevolgen voor de Vlaamse politieke communicatie. De professionalisering van het discours neemt hierdoor toe en dat resulteert 47 in een steeds grotere aandacht voor de verpakking van de boodschap, merkt ook De Bruijn (2014) op. De impact van die veranderingen op het Vlaamse politieke metafoorgebruik blijft volgens deze masterproef echter relatief beperkt. Tijdens de recentste verkiezingen gaat het immers om een gemiddelde van 1,8 metaforen per minuut, terwijl het oudere corpus een resultaat van 1,5 metaforen per minuut oplevert. Toch is het belangrijk op te merken dat door de beperkingen van het onderzoek slechts een relatief klein corpus kon worden geanalyseerd. Een verdere analyse op basis van meer beeldmateriaal zou dan ook andere resultaten kunnen opleveren. Dit onderzoek voert namelijk slechts een steekproef uit. Een tweede opmerking bij de resultaten uit het corpus van 2014 is dat de verschillen tussen de politieke partijen wel opvallend kleiner zijn dan twintig jaar geleden. Dat zou er eventueel op kunnen wijzen dat het gebruik van metaforen ondertussen in het politieke discours van elke Vlaamse politieke partij – ook de traditionele regeringspartijen - is doorgedrongen. De media zijn bovendien opvallend meer aanwezig tijdens de verkiezingen van 2014. Het aanbod aan verkiezingsdebatten is veel ruimer dan vroeger en dat uit zich dan ook in de verdeling van het beeldmateriaal voor dit onderzoek. Een derde opmerking is dat CD&V/CVP beduidend laag scoort in beide verkiezingsperiodes. Tot twee keer toe staan ze helemaal onderaan de rangschikking. Een verklaring hiervoor ligt in het erg gematigde karakter van de partij. Als centrumpartij willen de christendemocraten immers een zo breed mogelijk publiek bereiken. Ze nemen geen extreme standpunten in, wat ervoor zorgt dat ook het taalgebruik van CD&V gematigder is. Toch gebruiken de partijleden opvallend meer metaforen dan twintig jaar geleden. De centrumpartij lijkt dus, net zoals de andere partijen, haar taalgebruik aan de media aan te passen. De onderstaande tabellen bieden ter verduidelijking per Vlaamse politieke partij een overzicht van het gemiddelde aantal metaforen per minuut: CD&V N-VA sp.a Open Vld Vlaams Belang Groen 1,6 1,7 2 2 1,9 1,8 Tabel 18: Partijresultaten 2014 CVP Volksunie SP VLD Vlaams Blok Agalev 1,1 2 1,3 1,5 1,3 1,8 Tabel 19: Partijresultaten 1995 48 Ook Vlaams Belang, sp.a en Open Vld gebruiken meer metaforen dan in 1995. Voor de liberale partij is dat best opvallend aangezien die zich als regeringspartij nu gematigder opstelt dan twintig jaar geleden. Groen/Agalev blijft relatief stabiel. N-VA, tot slot, gebruikt in 2014 iets minder metaforen dan Volksunie in 1995, al zijn beide partijen moeilijker te vergelijken gezien de complexe partijgeschiedenis. Een vierde algemene opmerking bij de resultaten uit 2014 is de hoge score van CD&Vpoliticus Pieter De Crem. Met een resultaat van 3,2 metaforen per minuut, stijgt hij ruim boven de andere sprekers uit. Daarnaast is het ook opvallend dat de partijvoorzitters in vier van de zes gevallen de hoogste individuele score behalen binnen hun partij. Niet alleen Bart De Wever, maar ook Gwendoline Rutten, Bruno Tobback en Filip De Winter scoren het sterkst. Tijdens de verkiezingen van 1995 was dat echter niet het geval en behaalden de voorzitters slechts een gematigde score. Een vijfde opmerking is opnieuw het hoge percentage van de categorie ‘volkse beeldspraak’. Met een totaal van 58 tokens vormen de volkse zegswijzen bij benadering 18,5 procent van het totale metafoorcorpus. Naar boven afgerond is dat ongeveer een op vijf metaforen. Dat aantal ligt echter lager dan tijdens de verkiezingen van 1995, waar 25 procent van het totaal aantal metaforen tot de volkse beeldspraak behoorden. Dat zou erop kunnen wijzen dat de politieke beeldentaal vandaag de dag creatiever is dan twintig jaar geleden. Een verdere bespreking hiervan volgt later in het hoofdstuk. Na de bovenstaande analyse van het cijfermateriaal, gaat het volgende onderdeel inhoudelijk dieper in op de geïdentificeerde metaforen. Het metafoorcorpus wordt aan de hand van Bijlage 1 en Bijlage 2 geanalyseerd en geïnterpreteerd. Eerst volgt een korte bespreking van de categorie ‘volkse beeldspraak’. Vervolgens worden de overige geïdentificeerde metaforen opgedeeld volgens de theorie van Lakoff & Johnson (1980). 5.3 Metafooranalyse 5.3.1 Volkse beeldspraak De volkse beeldspraak is opvallend sterker vertegenwoordigd tijdens de verkiezingen van 1995. Dat zou erop kunnen wijzen dat Vlaamse politici vandaag de dag minder conventionele beelden gebruiken dan vroeger en eerder actief op zoek gaan naar nieuwe metaforen. De volkse beelden en zegswijzen zijn namelijk sterk ingeburgerd in de taal waardoor de metaforische impact op het publiek kleiner is. Voorbeelden van zulke 49 traditionele zegswijzen zijn Dat men de mensen wil doen geloven dat het geld uit de hemel valt, dat ge dat dus kunt geven aan de bedrijven (Bijlage 1, 07/05/1995, 11:11:49) of Maar dat betekent nog niet dat je bij uw lauweren moet gaan rusten (Bijlage 1, 07/05/1995, 11:54:33). Het metafoorcorpus van 2014 daarentegen bevat opvallend meer creatieve metaforen, zoals Zo’n enkelband dat is onbetaald verlof in eigen huis, want dat is het uiteindelijk, […] (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 11:22:06) of Er is geen enkele kat, ook geen zwart-gele kat, meneer Bracke, die dat gelooft (Bijlage 2, 04/05/1995, 12:19:52). De metaforen zijn bovendien vaak beter uitgewerkt dan twintig jaar geleden. De sprekers gebruiken minder ‘losse’ zegswijzen, maar bouwen de gebruikte beelden verder uit. Een goed voorbeeld hiervan is de uitspraak van Ben Weyts, die de sociale zekerheid vergelijkt met een trampoline: Sociale zekerheid is voor ons een trampoline die ervoor zorgt dat je zacht wordt opgevangen, maar die je terug katapulteert naar die arbeidsmarkt, zo doende dat je terug op eigen benen kan staan (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:27:42). Even later in het debat werkt Weyts die vergelijking verder uit en legt hij uit wat hij precies met die beeldspraak bedoelt: […] namelijk die trampoline, zacht vallen als je tegenslag hebt, tot maximaal twee jaar tijd (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:28:18). Door de vergelijking tussen target en source verder door te trekken, zorgt Weyts ervoor dat ook het publiek zijn redenering gemakkelijker kan volgen. Bovendien neemt ook tegenstander Tobback even later het frame van Weyts over: Wat u doet is een trampoline met gaten maken. Een trampoline met een gat waar ge door valt, daarmee lanceer je niemand (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:29:20) Een ander voorbeeld van zo’n uitgewerkte metafoor is Het is alsof je in Brussel zou zeggen toen het Atomium werd gebouwd: Je mag bouwen wat je wilt, maar het moeten wel negen bollen zijn. Dat is natuurlijk een schijnopenheid (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:25:31). Met die uitspraak geeft Wouter Van Besien (Groen) scherpe commentaar op de plannen voor het BAM-tracé. Door het gebruikte beeld goed uit te werken, speelt Van Besien in op wat Charteris-Black (2011) thinking right noemde. Hij bewijst namelijk dat hij goed heeft nagedacht over het probleem en verduidelijkt zijn redenering met een beeld. In het corpus van 1995 is het echter veel moeilijker zulke uitgewerkte metaforen te vinden. Het metafoorgebruik van twintig jaar geleden lijkt dan ook sporadischer en conventioneler van aard. Het vervolg van deze metafooranalyse probeert die hypothese te staven door de Vlaamse politieke beeldentaal uitgebreid te analyseren en op zoek te gaan naar de onderliggende conceptuele metaforen die het politieke discours beschrijven. 50 Bovendien wordt meteen een vergelijking gemaakt tussen het corpus van 2014 en 1995. Zo gaat dit onderzoek na of de politieke spelers ook twintig jaar geleden hun boodschappen al actief frameden. Concreet worden de geïdentificeerde brondomeinen hiervoor eerst samengebracht onder de noemer van verschillende structuurmetaforen. Zo gaat deze masterproef op zoek naar de frames die de Vlaamse politieke spelers gebruiken om hun boodschap aantrekkelijker te formuleren. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat die conceptuele structuurmetaforen niet vóór het onderzoek werden vastgelegd, maar wel uit het empirisch onderzoek naar voren kwamen. Daardoor vallen enkele brondomeinen waaronder natuurmetaforiek, culinaire metaforen en onheilsmetaforiek - uit de boot. De andere brondomeinen worden onder gemeenschappelijke noemers samengebracht. Die analyse levert uiteindelijk vijf conceptuele metaforen op die de Vlaamse politieke beeldentaal uit dit corpus beschrijven, namelijk POLITIEK IS EEN GEVECHT, POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS, POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK, POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM en POLITIEK BESTUUR IS EEN SPORT/SPEL. Het vervolg van dit onderdeel werkt die beelden verder uit en bespreekt hun retorische functie. 5.3.2 Politiek is een gevecht 5.3.2.1 Analyse De eerste conceptuele metafoor die het Vlaamse politieke taalgebruik kenmerkt, is POLITIEK IS EEN GEVECHT. Die vindt haar oorsprong in het brondomein oorlogs- en gevechtsmetaforen en stelt de politieke wereld voor als een gevecht waarbij de spelers elkaar de loef proberen af te steken en de confrontatie met elkaar aangaan. Voorbeelden hiervan zijn Want die strijd is ook een deel van mijn politiek project (Bijlage 2, Terzake 14/05/2014, 20:41:42) en Wij hebben de crisis overwonnen (Bijlage 1, De Zevende Dag 30/04/1995, 11:13:15). De politici proberen namelijk steeds hun standpunten te verdedigen en de strijd met de politieke tegenstanders aan te gaan. De sprekers ontwikkelen bovendien strategieën waarmee ze de tegenstander kunnen uitschakelen, zoals in Het parlement gaat de tijd krijgen om ook een strategie te ontwikkelen (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:19:00). Een politieke beleidsvisie wordt daarbij voorgesteld als een front dat door de politici zelf wordt bewaakt: “We zouden samen met Groen en andere partners eigenlijk een front willen maken. Een front dat zegt, kijk, laten we van deze regeringsvorming een opportuniteit maken (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:24:13). Zo proberen ze elkaar te overtuigen om aan hetzelfde zeel te trekken en de tegenstander in het gedrang te plaatsen: “Is het dan niet beter dat sp.a en Groen samen met andere partners een dam opwerpen tegen die 51 conservatieven die niets willen hervormen (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:45:31) of We zijn een relatief klein volk, van 6,5 miljoen mensen, dat bondgenoten moet zoeken in Europa en zelfs in de wereld (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 15/05/1995, 00:17:28). De sprekers verdelen zichzelf in politieke kampen waarbij ze afstand nemen van de tegenstanders. Zo willen ze duidelijk maken dat de andere ideologieën te ver van hun visie verwijderd liggen. Een goed voorbeeld hiervan uit het corpus van 2014 is de aanval van Bart Staes (Groen) op Gerolf Annemans (Vlaams Belang): […] schaar u aan de kanten van meneer Wilders, aan de kant van meneer Farage (Bijlage 2, De Zevende Dag 18/05/2014,12:35:50). Het Groen-parlementslid vergelijkt de standpunten van de tegenstander met die van andere extreemrechtse partijen uit het buitenland om aan te geven dat zijn partij zich daar op alle vlak van distantieert. De politieke concurrenten verwijten elkaar dat ze tijdens de oorlog het verkeerde kamp hebben gekozen en dat hun strategie het land niet vooruit zal helpen: Hebt u niet de indruk dat de overheid eerder het kamp kiest van de criminelen in plaats van het duidelijk op te nemen voor de slachtoffers? (Bijlage 2, Terzake 22/05/2014, 20:20:41). Zo proberen de sprekers zich duidelijk te positioneren ten opzichte van de anderen en krijgt de kiezer een goed overzicht van het politieke veld: Als het erop aankomt om echt de trendbreuken te realiseren als het aankomt op afval, staan wij met de groenen blijkbaar alleen (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 11:59:20). Een erg frequente subcategorie van de conceptuele gevechtsmetafoor is DE POLITIEKE TEGENSTANDER IS DE VIJAND. Daarbij wordt de politieke opponent als de vijand in de oorlog voorgesteld; een metafoor die ook Charteris-Black (2011) op regelmatige basis in de speeches van Margaret Thatcher terugvindt. In haar toespraken stelt ze de tegenstanders voor als een gevaar voor de maatschappij (Charteris-Black, 2011, p.173-174). Ook de Vlaamse politici proberen aan de kijkers duidelijk te maken dat de opponent het slecht met hen voorheeft, terwijl de spreker zelf die misleiding doorziet. Die waarschuwt het publiek dan ook om niet mee te stappen in het verhaal van de andere: Die haatzaai, waarom blijft u onze samenleving vergiftigen? (Bijlage 2, Terzake 14/05/2014, 20:40:03) of Wie dan de “goeien” en de “slechten” zijn (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 17/05/1995). Een ander voorbeeld hiervan is de beeldspraak die Annemie Turtelboom (Open Vld) gebruikt in een debat over strafuitvoeringen en justitie. Ze verwijt Filip De Winter (Vlaams Belang) dat hij de criminelen als tijdbommen terug in de maatschappij wil plaatsen, in plaats van hen te begeleiden tijdens hun straf: Alleen op die manier zorg je ervoor dat mensen niet als tijdbommen terug in de samenleving komen maar dat ze een opleiding hebben, […] dat ze op die manier beter uit de gevangenis komen dan dat ze erin gaan (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 11:32:25) 52 De politieke sprekers laten dan ook graag uitschijnen dat de bevolking uiteindelijk het slachtoffer zal worden van de maatregelen van de tegenstander, net zoals dat in de oorlog het geval is: De enige manier om het sneller en fundamenteler te doen is door mensen in de armoede te storten (Bijlage 2, Terzake 13/05/2014, 20:27:12) of Wij zijn niet voor hakbijlen (Bijlage 2, Terzake 20/05/2014, 20:44:25). Zij zelf zijn de “redders” die de mensen zullen beschermen van het kwaad: Wij bestrijden dat (Bijlage 2, Terzake 13/05/2014, 20:50:27) of Misschien tot grote ergernis van meneer Van Hecke, zijn wij de grote beschermers van de sociale zekerheid (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 19/05/1995, 15:12:42). De tegenstander wil de mensen immers alleen maar pijn doen (Bijlage 2, Terzake 13/05/2014, 20:53:52). Een tweede subcategorie binnen de conceptuele gevechtsmetafoor is POLITIEK IS VREDE SLUITEN. De politieke sprekers verwijzen – naast de strijdmetaforen – ook steeds naar het uiteindelijke oplossen van het conflict: Ik denk dat we elkaar de hand kunnen reiken (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:26:04) of En we moeten nu dus zeker en vast een stuk tegemoet komen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 16/05/1995, 00:13:53). De politici beseffen namelijk dat ze na de verkiezingen zullen moeten samenwerken met anderen. Het heeft dan ook geen zin je volledig af te zonderen van de rest. 5.3.2.2 Interpretatie Uit het cijfermateriaal van dit onderzoek blijkt dat de oorlogscategorie erg frequent is tijdens de verkiezingen van 2014. Met een resultaat van 52 tokens, neemt de groep bij benadering 17 procent van het totale metafoorcorpus in beslag. Ruim genomen is dus één op vijf metaforen een oorlogsmetafoor. Ook tijdens de verkiezingen van 1995 is het oorlogsframe relatief sterk vertegenwoordigd met een score van 23 tokens. Dat is bij benadering 12 procent van het totale metafoorcorpus. De populariteit van de oorlogs- en gevechtsmetaforen valt in de eerste plaats te verklaren door het sterke karakter van de beelden en de hoge stickiness-factor, zoals De Bruijn (2014) dat noemt. Dat zorgt ervoor dat ze gemakkelijk in het hoofd van de mensen blijven hangen en het denken van het publiek kunnen beïnvloeden. Volgens De Bruijn (2014) heeft een goed frame namelijk een slachtoffer, een held en een schurk (zie Hoofdstuk 3). Het publiek kan zich zo identificeren met de goede spelers in het verhaal en zich behoeden voor de uitspraken van de slechterik. Door de tegenstander als onbetrouwbaar af te stempelen, kan de spreker zijn debatpartner bovendien meteen in het gedrang brengen. Zo krijgt de zogenaamde ethical integrity van de andere namelijk een zware deuk (zie Hoofdstuk 3). 53 POLITIEK IS EEN GEVECHT speelt bovendien ook goed in op wat De Landtsheer (1987) de manipulatieve functie van metaforen noemt. De vergelijking met gevechtssituaties plaatst namelijk één bepaald aspect van de politieke wereld op de voorgrond: de contrasten tussen de partijen. Zo kunnen de politieke spelers zich sterk tegen elkaar afzetten en het publiek overtuigen van de slechte eigenschappen van de tegenstander. Ook Perloff (2014) benadrukt het manipulatieve karakter van het oorlogsframe (zie Hoofdstuk 3). Als voorbeeld haalt hij George W. Bush aan, die de aanvallen in Irak verantwoordde door de tegenstander voor te stellen als een oorlogsvijand. Zo dringt hij het publiek één interpretatie van de feiten op, en laat hij geen ruimte voor een andere aanpak. De conceptuele oorlogsmetafoor heeft tot slot ook een emotionele functie. Het oorlogsthema roept namelijk sterke reacties op en speelt in op de verbeelding van de mensen. Dat zou de betrokkenheid van het publiek kunnen verhogen, als die zich laat meeslepen door het oorlogsverhaal. Het is daarnaast ook opvallend dat het gebruik van oorlogsmetaforen hoger ligt tijdens de verkiezingen van 2014. Volgens deze masterproef zou de verklaring hiervoor kunnen liggen bij de groeiende invloed van de nieuwsmedia op het politieke taalgebruik. Om de aandacht van het publiek en de journalisten te trekken, moet een politieke speler namelijk steeds aantrekkelijker taalgebruik hanteren. Het gebruik van sterk manipulatieve en emotieve metaforen, zoals De Landtsheer (1987) dat noemt, is dan ook een erg belangrijke retorische techniek. Enkel zo blijft een boodschap bij het publiek hangen. De categorie oorlogs- en gevechtsmetaforen sluit daar sterk bij aan. Bovendien valt het ook op dat de gebruikte gevechtsbeelden minder uitgesproken zijn in 1995 dan in 2014. Voorbeelden uit het oudste corpus zijn Een gevecht is met Aquafin om hen te overtuigen dit te doen (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 12:06:12) en Het probleem van de Belgische economie is de spanning tussen de nettolonen en de te zware belastingen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 18/05/1995, 00:33:04). Die uitspraken zijn minder sterk dan de voorbeelden uit het corpus van 2014: Dat ik altijd met vuur verdedig (Bijlage 2, Terzake 14/05/2014, 20:45:17) en […] ik brul luid en ik klop erop (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 11:27:26). Een laatste opmerking bij de conceptuele oorlogsmetafoor is dat de categorie in 2014 opvallend meer voorkomt bij sp.a dan bij andere partijen. Met een totaal van 17 tokens, gebruikt de socialistische partij beduidend meer oorlogsmetaforen dan de anderen, die niet boven een maximum van acht oorlogsmetaforen uitstijgen. Opnieuw zou het emotieve en manipulatieve karakter van oorlogsmetaforen hiervoor een verklaring kunnen zijn. De partij stond er tijdens de verkiezingen van 2014 namelijk slecht voor in de peilingen, wat het strijdvaardige taalgebruik zou kunnen verklaren. Net zoals Margaret Thatcher, schilderen de 54 socialisten de tegenstander af als de ‘te bestrijden vijand’ in de oorlog, om zich zo duidelijk af te zetten tegen de centrumrechtse partijen (zie 5.3.2.1). Die contextuele verklaring blijft echter slechts één mogelijke redenering en valt verder niet theoretisch te staven. In het corpus van 1995 is het VLD die het hoogste aantal metaforen laat optekenen. Met een resultaat van 10 tokens omvat de liberale partij zo bijna de helft van de geïdentificeerde oorlogs- en gevechtsmetaforen. Dat is niet verrassend gezien het erg progressieve en uitdagende karakter van de partij in 1995. De liberalen positioneerden zich toen expliciet tegen de huidige regering en daar sluit het oorlogsframe erg goed bij aan. Zij zijn de ‘helden’ van het verhaal, die de burger van de ‘slechte’ huidige regering willen verlossen. De Bruijn (2014) noemde dat het dramaframe (zie Hoofdstuk 3). 5.3.3 Politiek bestuur is een reis 5.3.3.1 Analyse Een tweede structuurmetafoor die de Vlaamse politieke beeldentaal beschrijft, is POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS. Onder die noemer worden binnen dit onderzoek twee brondomeinen samengebracht, namelijk reismetaforen en transportmetaforen. De reismetafoor is volgens Charteris-Black (2011) erg populair in politieke speeches. Het besturen van een land wordt dan voorgesteld als een zware tocht met een duidelijk begin- en eindpunt. Die metaforische vergelijking zorgt ervoor dat het abstracte beleid de vorm krijgt van een fysieke gebeurtenis die voor het publiek gemakkelijker te vatten is. Stapsgewijs begeven de politieke spelers zich op de weg, in de hoop dat ze aan het einde van de legislatuur de juiste bestemming kunnen bereiken: Dat is stap voor stap en we moeten natuurlijk nog een stapje verder gaan (Bijlage 2, Terzake 22/05/2014, 20:21:25) of Verdere stappen zetten naar ontzuiling (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:18:05). Het politieke bestuur krijgt zo niet alleen een ruimtelijke oriëntatie toebedeeld, maar wordt ook temporeel gestructureerd: Wij vinden dat gisteren al beslissingen hadden kunnen genomen worden (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 11:23:35) of Wij hebben een voorstel om dat vanaf de eerste dag te doen (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 10:30:48). Charteris-Black (2011) wijst er bovendien op dat de politieke sprekers de reismetafoor soms gebruiken om bepaalde problemen binnen het beleid te verantwoorden. Een reis loopt immers nooit perfect. Onderweg moet je hindernissen overwinnen en problemen oplossen voor je uiteindelijk aankomt op je reisdoel: Dat betekent inderdaad dat er een bepaald groeipad moet voorzien worden voor de komende vijf jaar (Bijlage 2, De Zevende Dag 55 27/04/2014, 12:30:20) of Dan kunnen we in feite die heffingen ontwijken (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 12:06:50). De politieke sprekers willen daarnaast aantonen dat het soms noodzakelijk is risico’s te nemen als je voor onverwachte gebeurtenissen komt te staan: We hebben vaak ver gesprongen en zijn ook nog goed aangekomen (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 20:24:11). Bij problemen moeten de politici dan ook soms op hun beslissingen terugkomen voor ze uiteindelijk op de goede weg belanden: Wat je binnen de politie wel moet doen, is dat budget heroriënteren (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:15:51) of Die omslag die gemaakt is, dat we die in de volgende periode moeten verderzetten (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:19:44). Zo leggen ze uit waarom ze soms tegenstrijdige beslissingen moeten nemen. De politieke spelers gebruiken diezelfde argumenten echter ook om de onbekwaamheid van de tegenstander aan te duiden. Het is immers niet efficiënt om telkens opnieuw van gedachten te veranderen en zo vertraging op te lopen tijdens de reis: Daar hebben wij een parcours afgelegd waar – met alle respect meneer Somers – jullie een bochtenparcours hebben gedaan dat denk ik de Alpen D’huez na-aapt (Bijlage 2, Terzake 19/05/2014, 20:49:55) of Dat de SP op dat vlak een bocht neemt (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 11:22:55). Een opvallende subcategorie van de conceptuele reismetafoor is POLITIEK BESTUUR IS EEN VERVOERSMIDDEL BESTUREN. Zo houden de politieke spelers de begroting op koers (Bijlage 2, De Zevende Dag 04-05, 12:12:10) en proberen ze de kloof in de maatschappij dicht te rijden (Bijlage 2, De Zevende Dag 27-04, 12:35:20). Het bestuur van het land is bijgevolg net zoals het besturen van een auto, trein of ander vervoersmiddel: het vraagt de nodige kunde en concentratie. De politieke spelers wijzen dan ook maar al te graag op de fouten van de tegenstander: Integendeel, je parkeert ze vaak voor eeuwig in een bijbaan (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014 12:29:39) en Diegene die dus eigenlijk verantwoordelijk zijn voor het ontsporen van het systeem (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 19/05/1995, 15:07:38). 5.3.3.2 Interpretatie POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS is een erg frequent frame tijdens de verkiezingen van 2014. Met 29 reismetaforen en 9 transportmetaforen overkoepelt de conceptuele reismetafoor in totaal ongeveer 12 procent van het corpus. Dat lijkt op het eerste gezicht niet bijzonder veel, maar wanneer ook de context van gesproken en spontaan taalgebruik in acht wordt genomen, plaatst dat het cijfermateriaal in het juiste perspectief. Tijdens de verkiezingen van 1995, is de reismetafoor echter opvallend minder frequent. Met een totaal van 11 tokens omvat POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS nog geen zes procent van het totale metafoorcorpus. 56 Reismetaforiek heeft in de eerste plaats een simplificerende functie. De beeldspraak stelt het complexe bestuur van het land namelijk eenvoudig en visueel voor. De abstracte besluitvorming is zo voor de burger gemakkelijker te begrijpen. Charteris-Black (2011) benadrukt immers dat wie te ingewikkelde en abstracte verhalen vertelt vaak op slechts weinig steun zal kunnen rekenen (zie Hoofdstuk 3). De reismetaforiek lost dat probleem echter op aangezien het publiek uit haar eigen reiservaringen kan putten. De politici gaan net zoals de reizigers etappe per etappe te werk, waardoor het bestuur een fysieke vorm krijgt. Daarnaast kan de conceptuele reismetafoor ook een manipulatieve functie hebben. Het publiek krijgt één bepaalde visie op de werkelijkheid voorgeschoteld, namelijk politiek bestuur als een stapsgewijze aanpak. Dat maakt het voor het publiek aanvaardbaar dat de politieke partijen onderweg soms fouten maken, aangezien geen enkele reis perfect verloopt. Charteris-Black (2011) noemt dat thinking right: de spreker bewijst dat hij rationeel over de dingen nadenkt en niet overhaast te werk gaat. Bovendien ligt de focus van het frame steeds op de uiteindelijke eindbestemming. De fouten die tijdens de reis worden gemaakt en de vraag naar de schuldige van die fouten worden bewust op de achtergrond geschoven. Als het frame slaagt, zou dat ervoor moeten zorgen dat het publiek ook eventuele toekomstige problemen door de vingers zal zien, aangezien die slechts een hindernis zijn op de weg naar het einddoel van de reis. Met een resultaat van 9 tokens op 51 metaforen, ligt de frequentie van de conceptuele reismetafoor in 2014 het hoogst bij beleidspartij CD&V. Dat is niet verrassend aangezien die beeldentaal sterk aansluit bij het gematigde karakter van de christendemocraten. Met POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS kan de partij de evenwichtige aanpak benadrukken waar het naar streeft. Het programma van CD&V is namelijk niet voor radicale veranderingen, maar eerder voor een stabiele tocht waarbij stap voor stap belangrijke hindernissen worden genomen. Binnen het corpus van 1995 zijn er echter geen grote uitschieters, aangezien de conceptuele reismetafoor daar slechts beperkt aanwezig is. 5.3.4 Politiek bestuur is een bouwwerk 5.3.4.1 Analyse Een derde conceptuele structuurmetafoor die het Vlaamse politiek taalgebruik kenmerkt, is POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK. Die is gebaseerd op het brondomein ‘technische metaforen’. Zoals het vorige hoofdstuk al aanhaalde, interpreteert deze masterproef die categorie ruimer dan de definitie van De Landtsheer (1987). De conceptuele bouwmetafoor stelt het politieke bestuur van een land voor als een machine of een bouwwerk waaraan de Vlaamse politici meewerken: De interne markt verder uitbouwen want die gaat onze welvaart 57 verhogen (Bijlage 2, Terzake 23/05/2014, 20:16:07). De sprekers vergelijken zichzelf met bouwvakkers die elke dag opnieuw verder werken aan de uiteindelijke constructie: Waarbij we uiteindelijk heel wat hervormingen niet alleen in de stelling hebben gezet, maar ook hebben afgerond (Bijlage 2, Terzake 12/05/2014, 20:20:40). Een ander voorbeeld hiervan is Als we nu in België een kapitalisatiesysteem willen opbouwen, dan betekent dat dat je daar twee keer voor moet betalen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 16/05/1995, 00:15:30). De hervormingen en beslissingen die worden doorgevoerd zijn de fysieke instrumenten waarmee de bouwvakkers aan de slag gaan: Je gebruikt fiscaliteit als een echt instrument om maatwerk te leveren (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:31:26) of Het is eerder een middel, een instrument om meer democratie te creëren (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:13:20). Zo proberen de politieke spelers te bewijzen dat ze vakarbeiders zijn, die precies en goed werk leveren: Daarom pleiten wij voor maatwerk in het onderwijs, voor een andere schooldag (Bijlage 2, Terzake 16/05/1995, 20:43:42). Net zoals bij de reismetafoor, doelt ook de constructiemetafoor op de uiteindelijke afronding van de bouwwerken. De constructie zal uiteindelijk worden voltooid, maar dat vraagt veel tijd en geduld: Het terugkeerbeleid is uiteindelijk het sluitstuk van het migratiebeleid (Bijlage 2, Terzake 22/05/2014, 20:45:08). Zo wordt de staat een stevig en goed gefundeerd bouwwerk waarop de bevolking kan steunen: […] Die leraren beter omkaderen (Bijlage 2, Terzake 16/05/2014, 20:34:00) of De behoeder dat Vlaanderen een open en verdraagzaam huis wordt in plaats van een gesloten burcht (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:12:53). In sommige gevallen spreken de politieke spelers echter niet over een echte constructie, maar eerder over een machine die ze aan de praat moeten krijgen: Een aantal uitgavenmechanismen gaat veranderen (Bijlage 1, De Zevende Dag 30/04/2014, 11:12:39) of Wij zijn heel duidelijk voor een koopkracht-behoudend-mechanisme dat de index is (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:17:47). Pas wanneer de motor werkt, verloopt het hele systeem vlot: Dat een eigen Vlaams Parlement een motor kan zijn naar Vlaamse zelfstandigheid en onafhankelijkheid (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:12:14). 5.3.4.2 Interpretatie In het corpus van 2014 vormt de structuurmetafoor POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK met een resultaat van 33 tokens bij benadering 10 procent van het totaal aantal metaforen. Ook tijdens de verkiezingen van 1995 omvat die categorie ongeveer 11 procent van het metafoorcorpus. Opvallend is dat Open Vld in 2014 ongeveer de helft van de technische metaforen levert. Met een resultaat van 17 van de 31 tokens, stijgt de partij ruim boven de andere spelers uit. 58 In beide verkiezingsperiodes heeft het bouwwerkframe een duidelijk simplificerende functie. Het bestuur van het land krijgt namelijk een erg concrete en visuele vorm. Besturen staat gelijk aan het bouwen van een huis, waarbij de verschillende onderdelen stap voor stap in elkaar worden geplaatst. Dat sluit aan bij wat Charteris-Black thinking right noemde. De spreker probeert op die manier te bewijzen dat zijn redenering gebaseerd is op een rationele denkwijze. POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK speelt bovendien in op wat De Bruijn (2014) definieerde als een maatschappelijke onderstroom (zie Hoofdstuk 3). Elk goed frame steunt namelijk op een element waarmee het publiek al vertrouwd is, in dit geval de perikelen van verbouwingswerken. Mensen vinden het dan ook niet onlogisch dat de beleidsmakers, net zoals bouwvakkers, soms op onverwachte problemen botsen. 5.3.5 Politiek bestuur is een menselijk lichaam 5.3.5.1 Analyse Een vierde conceptuele metafoor die uit de analyse van het corpus naar voren komt, is de structuurmetafoor POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM. Onder die noemer vallen de brondomeinen ‘medische metaforen’, ‘lichaams- en handelingsmetaforen’ en ‘personificaties’. Erg opvallend is in de eerste plaats het gebruik van medische terminologie en beeldspraak zoals in Ik blijf bij het punt dat het terugkeerbeleid de achillespees is, er is te weinig verwijdering gebeurd (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 12:22:29) en Op dit moment heeft België een loonkostenhandicap van meer dan 7 procent ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 11:17:22). De regering is verantwoordelijk voor het verzorgen van het land, dat net zoals een menselijk lichaam gezond moet worden gehouden: : […] die wel structureel Vlaanderen gezonder gaan maken. Die de hele economie gezonder gaan maken (Bijlage 2, Terzake 19/05/2014, 20:25:29). De politieke spelers zijn de verantwoordelijke dokters: De zuurstofkuur is gegeven met de competitiviteitswetgeving (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:19:42) en Om bepaalde oneigenlijke gebruiken eruit te snijden (Bijlage 1, De Zevende Dag 30/04/1995, 11:19:11). Daarnaast gebruiken de Vlaamse politici ook regelmatig ‘lichaams- en handelingsmetaforen’, een categorie die door deze masterproef zelf aan de lijst met brondomeinen werd toegevoegd. Voorbeelden hiervan zijn We moeten als lidstaten zelf terug greep krijgen (Bijlage 2, De Zevende Dag 18/05/2014 23:30:31) en Wij zouden die pensioenleeftijd van 65 jaar niet willen loslaten (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 12:27:21). De lichaamsmetaforen verwijzen naar fysieke handelingen die de politieke spelers met hun eigen lichaam uitvoeren om het land te besturen. Hierdoor krijgen abstracte besluitvormingen 59 een erg concrete uitdrukking in bewegingen en gebaren. De politici gaan immers niet letterlijk iets vastnemen of loslaten, maar gebruiken de termen figuurlijk om de beslissingen vatbaarder te maken voor het publiek. Zo kan de kiezer zich visueel iets voorstellen bij de hervormingen: De dragers in de democratie, dat zijn die parlementairen (Bijlage 1, De Zevende Dag 14/05/1995, 11:17:49) en Omdat er effectief eens hard op tafel moet geslagen worden (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 19/05/1995, 15:18:17). Een derde en laatste brondomein die onder POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM valt is de personificatie. Voorbeelden hiervan zijn De Vlaamse regering heeft helaas vijf jaar geslapen en wordt nu plots wakker omdat het verkiezingen zijn (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:21:13) en Ik ben niet tevreden over het gedrag van enkele traditionele partijen (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 12/05/1995, 00:12:15). Hier worden respectievelijk de Vlaamse regering en de traditionele partijen als levende individuen voorgesteld, die menselijke kenmerken en gedragingen overnemen. De abstracte bestuursorganen krijgen zo als het ware een gezicht en een lichaam waarmee de mensen zich gemakkelijker kunnen identificeren: Ik denk dat daarover binnen de schoot van een komende coalitie moet onderzocht worden, moet gekeken worden (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 18/05/1995, 00:28:43) 5.3.5.2 Interpretatie In het corpus van 2014 behoren in totaal 49 tokens tot de conceptuele lichaamsmetafoor. Concreet gaat het om 17 medische metaforen, 11 personificaties en 21 lichaams- en handelingsmetaforen. POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM omvat zo bij benadering 16 procent van het metafoorcorpus. Daarmee staat de structuurmetafoor op de derde plaats in het corpus van 2014, na de volkse beeldspraak en de oorlogsmetaforen. Ook tijdens de verkiezingen van 1995 worden in totaal 37 tokens geteld, wat een resultaat van 19 procent oplevert. Dat is iets hoger dan in 2014. De belangrijkste functie van de conceptuele lichaamsmetafoor is in de eerste plaats de simplificerende functie. Het publiek kan namelijk zijn kennis van het source-domein gebruiken om de target beter te begrijpen. Mio (1997) noemt dat de information-processing function van metaforen. Bovendien is POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM een goed voorbeeld van wat Lakoff & Johnson (1980) de experimentele basis van metaforen noemden (zie Hoofdstuk 2). Het publiek gebruikt namelijk ervaringen met zijn eigen lichaam en uit zijn eigen leven om het politieke bestuur beter te begrijpen. Een goed voorbeeld hiervan is de categorie ‘medische beeldspraak’, die steunt op het idee dat ieder mens zijn eigen lichaam gezond probeert te houden. Ze begrijpen dan ook dat de politici hetzelfde met ons land proberen te doen. 60 5.3.6 Politiek bestuur is een sport/spel 5.3.6.1 Analyse De conceptuele metafoor POLITIEK BESTUUR IS EEN SPORT/SPEL is volgens De Landtsheer (1987) een erg populaire vorm van beeldspraak. Elke laag van de bevolking is namelijk met het source-domein vertrouwd aangezien het thema sport en spel sterk is ingeburgerd in onze dagelijkse cultuur (zie Hoofdstuk 4). Ook uit dit onderzoek blijkt dat de Vlaamse politici het politieke bestuur soms vergelijken met spelregels uit de sportwereld. Voorbeelden hiervan zijn Daar zijn we de kampioen in het niet-belasten in Europa, net zoals we de kampioen zijn in het belasten van arbeid in Europa (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:35:53) en De ultieme scheidsrechter in dit alles is de kiezer, het is de kiezer die moet beoordelen of dit kan of niet kan (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 17/05/1995). Ook andere spelvormen worden soms ingezet als metaforische vergelijkingen: Laten we nu eerst de kiezer spreken, dan zijn de kaarten verdeeld en kan het spel beginnen (Bijlage 2, Terzake 20/05/2014, 20:42:19) en Verbranding is hoe dan ook geen hocuspocusspel (Bijlage 1, De Zevende Dag 07/05/1995, 11:58:32). 5.3.6.2 Interpretatie De functie van de sport- en spelmetaforen is in de eerste plaats simplificerend. De beeldspraak speelt namelijk in op een ervaringsdomein waarmee de gemiddelde burger erg goed vertrouwd is. Iedereen begrijpt wat het betekent om kampioen te zijn of wat de taak van een scheidsrechter is. Dat maakt de beelden zowel voor de spreker als het publiek erg toegankelijk. Net zoals elk goed frame, steunen de metaforen dus op een element waarover het publiek al kennis heeft vergaard. De sport- en spelmetafoor vormt binnen dit onderzoek echter slechts een klein onderdeel van de politieke beeldentaal. In totaal werden in het corpus van 2014 slechts 14 tokens geteld. De categorie vormt zo nog geen 5 procent van het totale metafoorcorpus. Ook in het corpus van 1995 werden slechts 8 sport- en spelmetaforen geïdentificeerd. Een verdere analyse van die categorie valt bijgevolg buiten het bestek van deze paper. Ook de categorieën natuurmetaforiek, onheilsbeeldspraak of culinaire metaforen zullen - gezien hun erg kleine vertegenwoordiging in het corpus - niet verder worden besproken. 61 Het volgende onderdeel van dit hoofdstuk is een korte uitbreiding op de oorspronkelijke onderzoeksmethode. In eerste instantie was het de bedoeling de analyse te beperken tot één categorie uit de metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980), namelijk de structuurmetaforen. Die metafoorsoort is immers taalkundig erg interessant binnen communicatieve strategieën zoals framing. Door het ene concept te structureren aan de hand van het andere, creëert de spreker namelijk een bril waarmee het publiek naar de werkelijkheid kijkt. Uit de empirische analyse van het corpus blijkt echter dat ook de categorie ‘containermetaforen’ in het Vlaamse politieke taalgebruik terug te vinden is. Gezien de opzet van deze masterproef om een zo ruim mogelijk beeld te schetsen van de politieke beeldentaal, wordt dus ook die categorie aan de analyse toegevoegd. 5.3.7 Containermetaforen 5.3.7.1 Analyse Lakoff & Johnson (1980) definiëren een containermetafoor als een vorm van beeldspraak waarbij menselijke binnen-buitenrelaties op de wereld worden geprojecteerd. Elementen uit de werkelijkheid krijgen daarbij een duidelijke binnen- en buitenrand toebedeeld, gebaseerd op de ruimtelijke ervaringen van de spreker (zie Hoofdstuk 2). De containermetaforen uit het corpus worden voor de analyse opgedeeld in drie subdomeinen, namelijk MAATSCHAPPIJ IS EEN CONTAINER, BEGROTING IS EEN CONTAINER en POLITIEK BELEID IS EEN CONTAINER. De eerste containermetafoor, MAATSCHAPPIJ IS EEN CONTAINER, conceptualiseert de samenleving als een afgebakende arena met duidelijke buitengrenzen. Mensen bevinden zich bijgevolg in het centrum van de maatschappij of in de marges: Daar blijft u liever af en u probeert onderaan in de marge wat geld te gaan afpakken van de mensen die het nodig hebben […] (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:33:36). Sommige burgers – die niet aan de normen voldoen - vallen echter volledig buiten het kader van de samenleving: […] Dat sociale bescherming moet dienen om mensen in de samenleving te houden (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:29:18). Ook de afstanden tussen de mensen worden bijgevolg spatiaal gedefinieerd: Geen sprake is in die gemeenten van een kloof tussen de burger en de politiek (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 17/05/1995, 12:22:15). Ook de tweede containermetafoor, BEGROTING IS EEN CONTAINER, geeft het ingewikkelde begrotingsbeleid een begrensde vorm. Inhoudelijk gaat het immers om een erg complexe materie die enkel specialisten en kenners tot in de puntjes begrijpen. De politieke spelers zijn daarom genoodzaakt het financiële jargon tot een minimum te beperken en te kiezen voor een duidelijke beeldentaal die de begrotingsproblemen concreet en visueel beschrijft. De boodschap krijgt zo een hogere stickiness-factor. Voorbeelden van zulke 62 containermetaforen zijn Dat je binnen de begroting kunt schuiven (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:10:29) of In het pakket sociale zekerheid, zijn twee grote pakketten, gezondheidszorg en pensioenen (Bijlage 2, De Zevende Dag 04/05/2014, 12:26:12). Erg typerend zijn bovendien de verwijzingen naar de putten of gaten die in de begroting zitten. De politieke spelers willen zo de tegenstander in het nauw drijven door op hun fouten te wijzen: Het gat in de VLD-begroting, als ik dat zo mag zeggen, is groter dan het onze (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:37:77) of Bij andere partijen zie ik die sluitende begroting niet (Bijlage 2, De Zevende Dag 27/04/2014, 12:30:39). De derde en laatste containermetafoor uit het corpus - POLITIEK BELEID IS EEN CONTAINER – beschrijft beslissingen en hervormingen als iets tastbaars. Het politiek beleid wordt namelijk voorgesteld als een ruimte die op verschillende manieren kan worden ingevuld. De politieke mandatarissen willen steeds zoveel mogelijk beleidsruimte creëren om de verschillende ‘onderdelen’ van het politieke bestuur uiteindelijk - net zoals een blokkendoos - in elkaar te laten passen. Voorbeelden hiervan zijn […] Wij maken zeer veel ruimte om bijvoorbeeld de wachtlijsten voor personen met een handicap aan te pakken (Bijlage 2, De Zevende Dag 11/05/2014, 11:41:30) en Ik dit niet wil doen ten koste van het slaan van een groot gat in de sociale zekerheid (Bijlage 1, Verkiezingsdebat 18/05/1995, 00:34:38) 5.3.7.2 Interpretatie Kort samengevat is de belangrijkste functie van elk van de drie bovenstaande containermetaforen opnieuw de simplificerende functie. De begroting en het beleid krijgen namelijk een duidelijke ruimtelijke structuur. Dat maakt het voor het publiek gemakkelijker om abstracte problemen te vatten en visualiseren. De containermetaforen zijn een informationprocessing tool waarbij het publiek zijn kennis van het ene domein kan gebruiken om het andere beter te begrijpen. In het corpus van 2014 werden in totaal 21 containermetaforen geteld. Dat is bij benadering 7 procent van het totaal aantal metaforen uit die periode. POLITIEK IS EEN CONTAINER is bijgevolg een relatief kleine categorie, maar heeft wel een erg interessante functie. In het corpus van 1995 ligt de frequentie echter lager. Met een totaal van 8 tokens, vormen de containermetaforen maar 4 procent van het metafoorcorpus. 63 5.4 Conclusie Uit de analyse van het bovenstaande cijfermateriaal, kunnen we besluiten dat de hypothesen van dit onderzoek slechts in zekere mate aansluiten bij de realiteit. In de eerste plaats stelde deze masterproef zich de vraag hoe de Vlaamse politieke beeldentaal kan worden gekarakteriseerd. Aan de hand van de metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980) werden enkele onderliggende conceptuele metaforen aangeduid die het politieke metafoorgebruik moesten beschrijven. De vier belangrijkste frames die uit die analyse van het corpus naar voren kwamen, zijn POLITIEK IS EEN GEVECHT, POLITIEK BESTUUR IS EEN REIS, POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK en POLITIEK BESTUUR IS EEN MENSELIJK LICHAAM. Daarnaast merkte dit onderzoek ook twee kleinere categorieën op, namelijk BESTUUR IS EEN SPORT/SPEL en POLITIEK IS EEN CONTAINER. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de frequentie van de conceptuele frames op het eerste gezicht relatief laag blijft. Geen enkel frame omsluit meer dan 20 procent van het totale metafoorcorpus. Toch zijn de percentages erg significant1 voor dit onderzoek, aangezien deze masterproef zich toespitst op spontaan, gesproken taalgebruik. Anders dan in politieke toespraken, spelen de sprekers tijdens debatten kort op de bal en zijn ze slechts in beperkte mate voorbereid. Dat heeft een sterke invloed op het element framing. De tweede hypothese van dit onderzoek stelde dat het metafoorgebruik tijdens de verkiezingen van 2014 anders zou zijn dan twintig jaar geleden. Er werd namelijk verwacht dat het aantal metaforen opvallend hoger zou liggen tijdens de recentste verkiezingen, aangezien bestaande literatuur van onder andere Strömback (2008) en Van Aelst (2014) wees op een sterke mediatisering van het (Vlaamse) politieke discours. De verschillen blijken in de realiteit echter relatief klein. Het aantal metaforen ligt effectief lager in het corpus van 1995, maar toch blijft de impact van de gemediatiseerde samenleving op het metafoorgebruik onder de verwachtingen. Met een gemiddelde van 1,5 metaforen per minuut ligt het resultaat voor 1995 namelijk erg dicht bij de 1,8 metaforen per minuut voor 2014. Wat wel opvalt, is dat de verschillen tussen de politieke partijen in twintig jaar tijd opvallend verkleind zijn. Ook de traditionele partijen gebruiken nu, net zoals de kleinere oppositiepartijen, op regelmatige basis metaforen om hun boodschap kracht bij te zetten. Vooral CD&V en sp.a vertonen een opvallend hogere frequentie dan in 1995. De sterke verankering van de media logic lijkt er bijgevolg voor te hebben gezorgd dat het metafoorgebruik volledig in de politieke taal is ingeburgerd. 1 Een belangrijke opmerking bij de bovenstaande uitspraken is dat de term ‘significant’ in deze masterproef niet in een statistische context wordt gebruikt, maar wel in zijn algemene betekenis. 64 Ten derde verwachtte deze masterproef opvallend meer conceptuele frames terug te vinden in het corpus van 2014 dan in 1995. Die hypothese lijkt in zeker mate aan te sluiten bij de realiteit, al is het aantal niet explosief toegenomen in twintig jaar tijd. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de frequentiegraden: POLITIEK IS GEVECHT POLITIEK BESTUUR IS REIS POLITIEK BESTUUR IS EEN LICHAAM POLITIEK BESTUUR IS EEN BOUWWERK POLITIEK IS EEN CONTAINER POLITIEK BESTUUR IS SPORT/SPEL Totaal Volkse beeldspraak 1995 (procent) 2014 (procent) 12 17 6 12 19 16 11 10 4 7 2,5 5 54,5 67 25 18,5 Tabel 20: Analyse metafoorcorpus: overzicht Kort samengevat kunnen we de verschillen tussen de politieke beeldentaal van twintig jaar geleden en nu als volgt karakteriseren. Enerzijds ligt de frequentie van de geanalyseerde politieke frames hoger tijdens de verkiezingscampagne van 2014 dan in 1995. Bij de recentste verkiezingen wordt immers bij benadering 67 procent van de metaforen ondergebracht onder de noemer van een conceptuele metafoor, terwijl het bij de verkiezingen van 1995 om slechts ongeveer 54,5 procent gaat. Het gebruik van communicatieve strategieën zoals framing , lijkt bijgevolg toegenomen. Anderzijds lijkt ook het karakter van de Vlaamse politieke beeldentaal op twintig jaar tijd veranderd te zijn. Een eerste belangrijke opmerking hierbij is de opvallende daling van het aantal volkse metaforen in het corpus van 2014. De sprekers vallen bijgevolg minder sterk terug op traditionele zegswijzen, maar komen eerder creatief uit de hoek. Ten tweede is in 2014 ook het aantal oorlogs- en gevechtsmetaforen sterk toegenomen. POLITIEK IS EEN GEVECHT is een erg uitgesproken frame met een sterk manipulatieve en emotieve functie. Het is dan ook erg interessant dat precies die conceptuele metafoor tijdens de verkiezingen van 1995 minder sterk aan bod kwam. Ook dat wijst op het retorisch zwakkere karakter van de beeldentaal twintig jaar geleden. Tot slot zijn ook de conceptuele reismetafoor, de containermetaforen en de sport- en spelcategorie frequenter tijdens de recentste verkiezingen. Enkel POLITIEK BESTUUR IS EEN LICHAAM is opvallend meer vertegenwoordigd in het corpus van 1995. Die beelden roepen echter geen sterke emoties op, maar zorgen ervoor dat abstracte problemen erg concreet kunnen worden voorgesteld. 65 Kortom, een analyse van het metafoorcorpus van 1995 en 2014 wijst erop dat de verpakking van een politieke boodschap nog meer primeert dan vroeger. Het cijfermateriaal geeft aan dat communicatieve strategieën zoals framing twintig jaar geleden al deel uitmaakten van het politieke discours, maar dat de frequentie ervan alleen maar is toegenomen. De politieke beeldentaal anno 2014 is bovendien opvallend creatiever en origineler dan in 1995. Toen bleef het metafoorgebruik namelijk relatief conventioneel en traditioneel. 66 Hoofdstuk 6: Algemeen besluit Deze masterproef onderzocht het metafoorgebruik van Vlaamse politici. Specifiek spitste het onderzoek zich toe op de debatten die in de aanloop naar de federale verkiezingen van 1995 en 2014 werden gevoerd op de Vlaamse openbare omroep. Twee onderzoeksvragen stonden daarbij centraal. Enerzijds werd de Vlaamse politieke beeldentaal gekarakteriseerd en geanalyseerd aan de hand van de conceptuele metafoortheorie van Lakoff & Johnson (1980). Dat leverde enkele interessante frames op die het metafoorgebruik tijdens de verkiezingen beschreven. Een belangrijke opmerking hierbij is dat de frequentie van die conceptuele metaforen in de praktijk wel relatief beperkt bleef, gezien de context van spontaan en gesproken taalgebruik. Anderzijds vergeleek het onderzoek de beeldentaal tijdens de verkiezingen van 1995 met dat van 2014. De kwantitatieve verschillen bleken in de praktijk echter kleiner dan verwacht. De mediatisering van het politieke discours leek dus op het eerste gezicht minder impact te hebben op het metafoorgebruik dan aanvankelijk gedacht. Wel waren de verschillen tussen de partijen in twintig jaar tijd opvallend kleiner geworden. Bovendien merkte dit onderzoek op dat het gebruik van frames als retorische strategie was toegenomen in vergelijking met 1995. De toename bleek niet explosief, maar wel opvallend. Tot slot lijkt de beeldentaal van 2014 ook creatiever dan twintig jaar geleden. De sprekers gebruikten namelijk sterkere emotieve en manipulatieve beelden. Dat zou erop zou kunnen wijzen dat de Vlaamse politieke partijen hun taalgebruik effectief hebben aangepast aan de normen van de massamedia en dus daarom meer aandacht besteden aan de verpakking van hun boodschap. Het bestek van deze masterproef bleef echter beperkt. Het materiaal voor het onderzoek bestond immers uit maximum een half uur aan beelden per politieke partij. Verder onderzoek dat gebaseerd is op meer corpusmateriaal zou bijgevolg andere resultaten kunnen opleveren. Het cijfermateriaal van deze paper moet dus vanuit het juiste perspectief worden geïnterpreteerd. Uitgebreider onderzoek zou een gedetailleerder beeld kunnen schetsen van de Vlaamse politieke beeldentaal. Daarnaast lijkt het interessant om in de toekomst ook de effectieve impact van de politieke metaforen op het doelpubliek na te gaan. Op die manier zou De Bruijn (2014)’s concept framing aan de realiteit kunnen worden getoetst. 67 Bibliografie 3D-plan (2014). [06.05.2015, CD&V: http://www.cdenv.be/3dplan]. Algemene verkiezingsuitslagen (totalen op niveau van het Rijk) voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en voor de Senaat in 1995 en 1999 (02.12.2008). [06.04.2015, IBZ: http://www.elections.fgov.be/index.php?id=425&L=1]. Alle staatshervormingen op een rijtje (19.07.2012). [06.04.2015, Knack.be: http://www.knack.be/nieuws/belgie/alle-staatshervormingen-op-een-rijtje/article-normal61593.html]. Aristoteles (1999). Poëtica. Vertaald uit het Grieks door Van der Ben, N., & Bremer, J. M. Amsterdam: Athenaeum - Polak & Van Gennep. Barrez, D. (02.08.2012). Agusta. [06.04.2015, dewereldmorgen.be: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/1997/08/01/agusta]. Beginselverklaring 1992 (15.11.1992). [06.05.2015, Open Vld: http://www.openvld.be/?type=content&id=17&pageid=21767#burgerdemocratie]. Bilsky, M. (1952). I.A. Richards’ Theory of Metaphor. Modern Philology, 50(2), pp. 130-137. Black, M.(1955).Metaphor. Proceedings of the Aristotelian Society, 55, pp. 273-294. Blommaert, J. (2001). Ik stel vast. Politiek taalgebruik, politieke vernieuwing en verrechtsing. Berchem: EPO Uitgeverij. Blumler, J.G. (2001). The Third Age of Political Communication. Journal of Public Affairs, 1(3), pp. 201-209. Bolkestein, F. (1998).Wie de vorm beheerst, is de inhoud meester. Onze Taal, nr.2-3, pp. 56‐ 58. Bosman, J.A.M. (1990) Betekenis en overtuigingskracht van politieke metaforen. Nijmegen: Insitituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen. Bouteca, N. (2014). Ze zeggen allemaal hetzelfde. Perceptie of feit?. In Devos, C. (red.), België#14: Een politieke geschiedenis van morgen. Gent: Borgerhoff & Lamberigts. 68 Bruggeman, F. & Saerens, Z. (08.10.2014). Wat mag u verwachten van regering-Michel I. [06.04.2014, VRT: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.2113023]. Burgermanifesten (sine dato). [06.04.2015, Open Vld: http://www.openvld.be/?type=content&id=17&pageid=21771]. Cammaerts, B. (2011). Ceci n'est pas un pays?: het strategisch gebruik van Vlaamse politieke metaforen. Samenleving en politiek, 18(4), pp. 15-24. Charteris-Black, J. (2011). Politicians and rhetoric. The persuasive power of metaphor. Londen: Palgrave Macmillan. De Bruijn, H. (2011). Framing: over de macht van taal in de politiek. Amsterdam: Atlas. Du Gernier, S. (2011). Divertissementmetaforen in de geschreven berichtgeving over de regeringsvorming en staatshervorming: een methodologisch onderzoek [Licentiaatsthesis]. Gent: Universiteit Gent. Dehaene, J.L. (2012). Memoires. Kessel-Lo: Uitgeverij Van Halewyck. De Landtsheer, C. (1987). De politieke taal in de Vlaamse media. Antwerpen: Kluwer. De Landtsheer, C. (1998), Introduction to the Study of Political Discourse. In Feldman, O. en De Landtsheer, C (red.). Politically Speaking: A Worldwide Examination of Language used in the Public Sphere (pp.1-16). Westport: Praeger Publishers. De Ridder, H. (1996). Jean-Luc Dehaene: mét commentaar. Tielt: Uitgeverij Lannoo. Fetzer, A. en Lauerbacher, G.E. (2007). Political discourse in the media: cross-cultural perspectives. In Fetzer, A. en Lauerbacher, G.E. Political Discourse in the media: crosscultural perspectives (pp. 3-28). Amsterdam/Philapdelphia: John Benjamins Publishing Company. Grootendorst, R. (sine dato). Oude en nieuwe retorica. [16.02.2015, Onze Taal, https://onzetaal.nl/oude-en-nieuwe-retorica/]. 69 Het Televisiehuis (prod.) (12.12.2012). Man Over Woord: De Taal van politici [video]. Brussel: Canvas. Kamer: lijst resultaten (06.06.2014). [06.04.2015, IBZ: http://verkiezingen2014.belgium.be/nl/cha/results/results_graph_CKR00000.html]. Kay, P. & Kempton, W. (1984). What is the Sapir-Whorf Hypothesis?. American Anthropologist, 86, pp.65-79. Kirby, J. T. (1997). Aristotle on Metaphor. The American Journal of Philology, 118(4), pp. 517-554. Knowles, M. & Moon, R. (2006). Introducing Metaphor. Oxon: Routledge Korsten, A.F.A. (2013). Framing in de politiek: over politiek als taalstrijd. (20:05:2015, Korsten: http://www.arnokorsten.nl/PDF/Democratie/Framing%20in%20de%20politiek.pdf). Lakoff, G., & Johnson, M. (1980). Metaphors We Live By. Chicago: University of Chicago Press. Landau, M.J., & Keefer, L.A. (2014). The Persuasive power of Political Metaphors. Hoofdstuk gepresenteerd op Sydney Symposium of Social Psychology van 17.03-20.03.2014 in Sydney, [28.03.2015, http://www.sydneysymposium.unsw.edu.au/2014/chapters/LandauSSSP2014.pdf]. Mazzoleni, G. & Schulz, W. (1999). Mediatization of Politics: A Challenge for Democracy?. Political Communication, 16(3). pp.247-261. Mio, J.S. (1997). Metaphor and Politics. Metaphor and Symbol, 12(2), pp.113-133. Mortier, K. (03.04.2007). SP.a: “Uw Sociale Zekerheid”?. [06.04.205, Linkse Socialistische Partij: http://www.socialisme.be/nl/3013/spa]. Mulsoff, A. (2004). Metaphor and Political Discourse: Analogical reasoning in Debates about Europe. New York: Palgrave Macmillan. N-VA: Verkiezingen 2014 (2014). [06.04.2014, N-VA: http://www.n-va.be/verkiezingen]. N-VA (2014). Plan V. Brussel: Nieuw- Vlaamse Alliantie. 70 Perloff, R.M. (2014). The Dynamics of Political Communication: Media and Politics in a Digital Age. New York: Routledge Programma sp.a Verkiezingen 2014 (22.02.2014). [06.04.2014, sp.a: http://www.s-pa.be/media/uploads/files/programma14.pdf]. Programmacongres Open Vld (13.04.2014). [06.04.2014, Open Vld: http://www.openvld.be/library/1/files/4505_definitief_programma___vlaanderen_vleugels_gev en.pdf]. Regeringsonderhandelingen: een cavaleria van 545 dagen (10.12.2011). [06.04.2015, De Morgen: http://www.demorgen.be/binnenland/regeringsonderhandelingen-een-calvarie-van545-dagen-a1361080/http://www.demorgen.be/binnenland/regeringsonderhandelingen-eencalvarie-van-545-dagen-a1361080/]. Richards, I.A. (1950). The Philosophy of Rhetoric. New York: Oxford University Press. Schellens, S. (1992). De politieke metafoor: beeldspraak in de Vlaamse politiek [licentiaatsthesis]. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. Strömbäck, J. (2008). Four Phases of Mediatization: An Analysis of the Mediatization of Politics. The International Journal of Press/Politics, 13 (3), pp.228-246. Van Aelst, P. (2014). De Mediatisering van de Vlaamse politiek. Leuven: Acco. Van Eemeren, F.H., en Grootendorst, R. (1993). Klassieke invloeden in de moderne argumantatietheorie. Lampas, 26 (2), pp. 167-179. Van Gorp, H., Delabastita, D. & Ghesquiere, R. (2007). Lexicon van literaire termen. Mechelen: Wolters Plantyn. Van Laere, A. (2003). Tussentaalelementen in de taal van Vlaamse Politici [Licentiaatsthesis]. Gent: Universiteit Gent. 71 Verkiezingen Brussel 2014: Over de verkiezingen 2014 (sine dato). [06.04.2015, Raad Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://www.raadvgc.be/verkiezingen_2014/]. Widdowson, H.G. (2007). Discourse Analysis. Oxford: Oxford University Press. 72 Bijlage 1: Corpus 1995 De Zevende Dag – 30 april 1995 Debat tussen Herman Van Rompuy (CVP) en Rik Daems (VLD) [Daems 3 minuten] Daems 11:06:27 Denk maar een de operatie bij de Nationale Loterij waar men toekomstige winsten nu maar snel pakt. [Medische metafoor] Daems 11:07:58 […] dat het verhogen van belastingen uiteindelijk de economie een stuk doodt. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Daems 11:08:24 Ze heeft de richting van de opbrengsten genomen, ze heeft dus de belastingen verhoogd met 150, 170 miljard. [Reismetafoor] Daems 11:08:32 […] dat bovendien de economie heeft kapot gemaakt. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Van Rompuy 3 minuten] Van Rompuy 11:08:40 De rol van de oppositie is natuurlijk van tegen te zijn, dat spreekt vanzelf. [Andere] Van Rompuy 11:10:24 We moeten het gewicht van de schuld in de nationale economie in 94 en 95 verminderen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] 73 [Daems 1 minuut 15 seconden] Daems 11:12:30 Je zit als het ware met de neus tegen het water. [Volkse beeldspraak] Daems 11:12:39 Een aantal uitgavenmechanismen gaan veranderen. [Technische metafoor] [Van Rompuy 30 seconden] Van Rompuy 11:13:15 Wij hebben de crisis overwonnen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Daems 2 minuten 30 seconden] Daems 11:16:20 Maar dat er veel mensen zijn vandaag die een soort van sociaal toerist zijn, in die zin dat ze vandaag gelden van de gemeenschap krijgen daar waar ze naar mijn gevoel eigenlijk geen recht op hebben [Reismetafoor] [Van Rompuy 2 minuten] Van Rompuy 11:17:06 Maar wij moeten dat doen ook zonder dat we de begroting verder bezwaren. Dat is de kunst eigenlijk. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Van Rompuy 11:18:00 Bezwaar de begroting niet. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Van Rompuy 11:18:15 Dat is allemaal goed om te zeggen, we gaan dat doen in de sociale zekerheid, we gaan de parasieten eruit halen. [Natuurmetafoor] Van Rompuy 11:18:21 Maar ik vrees dat als ge zo’n grote operatie doet, en ge moet bovendien nog het tekort op de sociale zekerheid wegwerken, dat dan de gepensioneerden, de zieken en al diegenen die leven van een sociale uitkering, wel eens de dupe van het verhaal zouden kunnen zijn. [Medische metafoor] 74 [Daems 1 minuut] Daems 11:18:44 Dat daar dus niet aan geraakt wordt, laat dat voor eens en voor altijd duidelijk wezen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Daems 11:19:05 […] dit het enige uitgavenpakket is waar nooit een nieuw systeem is uitgebouwd. [Technische metafoor (x2)] Daems 11:19:11 […] om bepaalde oneigenlijke gebruiken eruit te snijden. [Medische metafoor] De Zevende Dag – 7 mei 1995 Debat Frank Vandenbroucke (SP) / Miet Smet (CVP) / Dirk Van Mechelen (VLD) [Van Mechelen 1 minuut 30 seconden] Van Mechelen 11:07:28 Wij hebben in augustus vorig jaar een piek bereikt van 520.000 volledig uitkeringsgerechtigde werklozen. [Natuurmetafoor] Van Mechelen 11:07:50 […] Dat drastische maatregelen zich opdringen [Personificatie] Van Mechelen 11:08:46 Zodanig dat uiteindelijk die operatie kan doorgevoerd worden om juist nieuwe jobs te creëren. [Medische metafoor] [Smet 1 minuut 30 seconden] [Vandenbroucke 2 minuten 30 seconden] Vandenbroucke 11:11:07 Dat is een buitengewoon dure operatie. [Medische metafoor] 75 Vandenbroucke 11:11:10 Dat alle bedrijven, voor alle soorten van werk deze cadeau krijgen, deze lastenvermindering krijgen, ongeacht de vraag of ze dat voordeel bij hun winst voegen dan wel of ze er werk mee scheppen. [Volkse beeldspraak] Vandenbroucke 11:11:25 Ik beschouw dat eerlijk gezegd als een latere cadeaupolitiek. [Andere] Vandenbroucke 11:11:47 […] niet als een loutere cadeaupolitiek. [Andere] Vandenbroucke 11:11:49 Dat men de mensen wil doen geloven dat het geld uit de hemel valt, dat ge dat dus kunt geven aan de bedrijven, dat ge tientallen miljarden zult besparen zonder de mensen pijn te doen. Dat is natuurlijk onzinnig. [Volkse beeldspraak] [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] Vandenbroucke 11:12:11 Dat diegene die ernstig bezig zijn met dat vraagstuk, altijd op dat gevaar gewezen hebben. [Andere] Vandenbroucke 11:12:30 […] legt een enorme factuur bij de sociale zekerheid [Andere] [Van Mechelen 1 minuut] Van Mechelen 11:13:11 Ik denk op het vlak van sociale zekerheid of het beheer van onze sociale middelen hebben wij echt geen lessen te ontvangen van de SP. Laat ons daar zeer duidelijk in zijn. [Andere] Van Mechelen 11:13:55 Dan moet je nog daarenboven mikken op die sectoren die arbeidsintensief zijn. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] [Smet 1 minuut 15 seconden] 76 [Vandenbroucke 1 minuut 30 seconden] Vandenbroucke 11:16:29 Wat blijkbaar doorweegt bij de Vlaamse Liberalen is de wens om met een fantastisch plan te komen dat de mensen geen enkel probleem voorspiegelt. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [Van Mechelen 45 seconden] Van Mechelen 11:17:22 Op dit moment heeft België een loonkostenhandicap van meer dan 7 procent ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners. [Medische metafoor] Van Mechelen 11:17:36 Die handicap moeten we op een zeer snelle wijze corrigeren willen we competitief blijven. [Medische metafoor] [Smet 1 minuut 30 seconden] Smet 11:19:35 Soepelheid in de arbeidsorganisatie op de maat van de werknemer zelf. [Technische metafoor] [Vandenbroucke 2 minuten] [Van Mechelen 1 minuut 15 seconden] Van Mechelen 11:22:05 Ik heb daar akte van genomen. [Volkse beeldspraak] Van Mechelen 11:22:55 […] dat de SP op dat vlak een bocht neemt. [Reismetafoor] Debat Norbert De Batselier (SP)/ Paul Staes (CVP) / Vera Dua (Agalev) [De Batselier 1 minuut 30 seconden] De Batselier 11:53:58 Vooral huishoudafval die toch grotendeels verantwoordelijk is voor deze crisis. [Personificatie] 77 De Batselier 11:54:33 Maar dat betekent nog niet dat je bij uw lauweren moet gaan rusten. [Volkse beeldspraak] [Staes 2 minuten] [Dua 1 minuut 30 seconden] Dua 11:58:32 Verbranding is hoe dan ook geen hocuspocusspel. [Sport- en spelmetafoor] Dua 11:58:52 Wij hebben een instrument naar voor geschoven om de afvalberg beduidend te doen verminderen. Dat is de ecotaks, dat is werkelijk een instrument waardoor ge aan de consument de mogelijkheid geeft om minder afval te produceren. [Technische metafoor] Dua 11:59:20 Als het erop aankomt om echt de trendbreuken te realiseren als het aankomt op afval, staan wij met de groenen blijkbaar alleen. [Technische metafoor] [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [De Batselier 1 minuut 30 seconden] De Batselier 11:59:43 Als we daar blijven over praten in het ijle […] [Volkse beeldspraak] De Batselier 12:00:56 […] zijn het de ondernemingen zelf die daar moeten op inhaken. [Personificatie] [Dua 30 seconden] [De Batselier 30 seconden] De Batselier 12:01:39 Ik denk wel dat we over de ecotaksen te licht zijn overgegaan. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [Staes 1 minuut] Staes 12:02:12 Dat tijdens de komende maanden er nog een aantal bepaalde besluiten gaan vallen. Het wordt allemaal op de lange baan geschoven want het was opportunisme. [Reismetafoor] 78 Staes 12:02:52 Ik denk dat het vooral de beleidslijn zal moeten zijn voor de komende jaren om zoveel mogelijk de transport daarvan te verminderen. [Andere] [De Batselier 1 minuut] [Dua 1 minuut 30 seconden] Dua 12:05:20 Nu worden de heffingen alleen gebruikt om een miljardenstroom te organiseren naar Aquafin om Vlaanderen vol te leggen. [Natuurmetafoor] [De Batselier 1 minuut 30 seconden] De Batselier 12:05:33 Agalev zegt, we moeten het aan de bron aanpakken, wij ook. Alleen bij Agalev zegt men, kijk, als je het bij de bron aanpakt en voldoende intens dan heb je die eindinvesteringen niet meer nodig. [Natuurmetafoor] De Batselier 12:06:12 Een gevecht is met Aquafin om hen te overtuigen om dit te doen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] De Batselier 12:06:37 Huishoudens hebben weinig uitwijkmogelijkheden. [Transportmetafoor] De Batselier 12:06:50 Dan kunnen we in feite die heffingen ontwijken. [Transportmetafoor] [Staes 2 minuten] Staes 12:06:57 Ik denk dat het nog tonnen geld zal vergen om de dwaasheden uit het verleden een stuk te gaan rechttrekken. [Volkse beeldspraak] De Zevende dag – 14 mei 1995 Debat Luc Van den Brande (CVP) / André Denys (VLD)/ Johan Sauwens (VU) / Filip De Winter (Vlaams Blok) / Jos Geysels (Agalev)/ Eddy Baldewijns (SP) [Van den Brande 30 seconden] Van den Brande 11:10:53 Het zal een betere koppeling geven naar de controle op de democratische Vlaamse volksvertegenwoordiging. [Technische metafoor] 79 [Denys 45 seconden] Denys 11:11:31 Dat de Vlaamse kiezer het eerste, maar ook het laatste woord krijgt. [Volkse beeldspraak] [Sauwens 30 seconden] [De Winter 1 minuut 30 seconden] De Winter 11:12:14 Dat een eigen Vlaams Parlement een motor kan zijn naar Vlaamse zelfstandigheid en onafhankelijkheid [Technische metafoor] De Winter 11:12:18 Een breekijzer in het unitaire Belgische bestaan. [Technische metafoor] De Winter 11:12:25 Omdat het bevoegdhedenpakket waar wij over beschikken zeer klein is en wij dreigen een marionettenparlement te zijn, een kopie te zijn van datgene wat op het Belgische niveau gebeurt. [Containermetafoor] [Sport- en spelmetafoor] De Winter 11:12:39 Wij zullen er alles aan doen de Vlaming – wat nu niet het geval is – een volwaardige stem in dat parlement te geven. [Personificatie] [Jos Geysels 30 seconden] Geysels 11:12:53 De behoeder dat Vlaanderen een open en verdraagzaam huis wordt in plaats van een gesloten burcht. [Technische metafoor] [Baldewijns 1 minuut 30 seconden] Baldewijns 11:13:11 De totstandkoming van de Vlaamse Raad is een bekroning van 25 jaar staatshervormingswerk. [Volkse beeldspraak] Baldewijns 11:13:20 Het is eerder een middel, een instrument om meer democratie te creëren. [Technische metafoor] 80 [Van den Brande 1 minuut] Van den Brande 11:15:41 Als oud-fractieleider kan ik enkel toejuichen dat het parlement ten volle zijn rol kan spelen. [Volkse beeldspraak] Van den Brande 11:15:50 We moeten tegelijk van die rechtstreekse verkiezing gebruik maken om een nieuwe politieke cultuur door te zetten in de volgende periode. [Andere] Van den Brande 11:16:25 Wij vragen niet beter, niet enkel een goed samenspel tussen parlement en Vlaamse regering. [Sport- en spelmetafoor] Van den Brande 11:16:41 Er is dus een Vlaamse volksvertegenwoordiging, laat die ten volle haar rol spelen. [Volkse beeldspraak] [Geysels 1 minuut 30 seconden] Geysels 11:17:25 Ik wil één ding vermijden, namelijk dat de Vlaamse Raad een springplank wordt voor een volgend communautaire opbod. [Sport- en spelmetafoor] Geysels 11:17:28 En aan de andere kant een luidspreker, een soort megafoon van dienstbetoon. [Andere] Geysels 11:17:34 En dan kom ik op de nieuwe politieke cultuur. [Andere] Geysels 11:17:45 De Vlaamse Raad is nog teveel een achtervolgingsmachine van wat elders is beslist. [Technische metafoor] Geysels 11:17:49 De dragers in de democratie, dat zijn die parlementairen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] 81 Geysels 11:18:05 […] verdere stappen zetten naar ontzuiling [Reismetafoor] [Sauwens 1 minuut 30 seconden] Sauwens 11:18:31 Ik denk dat het Vlaams Parlement in elk geval meer persoonlijkheid zal moeten krijgen. [Personificatie] Sauwens 11:18:41 Een parlement dat de tijd zal krijgen om rustig een aantal zaken te ontwikkelen. [Technische metafoor] Sauwens 11:18:52 Men is wat verkiezingsziek. [Medische metafoor] Sauwens 11:19:00 Het parlement gaat de tijd krijgen om ook een strategie te ontwikkelen. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] Sauwens 11:19:12 Ik denk dat wij juist een gezamenlijke strategie moeten ontwikkelen. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] Sauwens 11:19:24 Het is tussen de plooien van het andere werk gevallen. [Andere] Sauwens 11:19:52 Waardoor de eigenlijke beslissing valt in het parlement en niet zoals het al veel te vaak is geweest dat het parlement als een soort van stemmingsmachine acteert van hetgeen dat op andere plaatsen is beslist. [Technische metaforen] [Denys 1 minuut 30 seconden] Denys 11:21:06 We spraken alleen maar over het uitgeven van subsidies. Een uitgavepolitiek. Een soort veredelde vorm van consumptie. We hebben nooit het spanningsveld gehad tussen inkomsten en uitgaven. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 82 [De Winter 1 minuut 30 seconden] De Winter 11:21:45 Dat de Raad waarin we zullen zetelen een heel beperkt bevoegdhedenpakket heeft. [Containermetafoor] [Baldewijns 1 minuut] [Van den Brande 1 minuut] Van den Brande 11:24:14 Het zal juist de ruimte geven om afwijkende meningen meer aan bod te laten komen. [Containermetafoor] [Sauwens 30 seconden] Sauwens 11:25:12 De federale regering gaf enkele jaren geleden groen licht voor de TGV. Dan kwam het debat in de Vlaamse Raad, als een afgeleide van diezelfde mensen van CVP en SP die vertrouwen hadden gegeven aan de federale regering. [Volkse beeldspraak] [Andere] [De Winter 30 seconden] De Winter 11:25:40 […] omdat de ultieme sanctie wegvalt [Andere] De Winter 11:26:07 De ultieme sanctie, de verkiezing is de wil van het volk. [Andere] Verkiezingsdebat 12 mei 1995 Jos Geysels (Agalev) beantwoordt vragen van het publiek en panelleden Siegfried Bracke en Guys Janssens [Geysels 3 minuten] Geysels 00:05:26 Dit is een soort handelsmerk van ons [Volkse beeldspraak] 83 Geysels 00:07:51 Een groot pakket zit inderdaad op het Vlaams, maar ook een belangrijk pakket, ook de prijzen zitten nog op het federaal. [Containermetafoor] Geysels 00:08:47 Dat je je goed moet voorbereiden als je met anderen aan tafel zit. En vooral als je aan tafel zit met traditionele partijen. [Volkse beeldspraak] [Geysels 2 minuten] Geysels 00:09:25 Omdat ecotaks een instrument is, in handen van de consument om minder afval te produceren. En afval te voorkomen. [Technische metafoor] Geysels 00:09:55 In zaken politieke cultuur wilt dat zeggen, wij houden ons aan ons woord. Anderen hebben dat niet gedaan, die hebben woordbreuk gepleegd. [Volkse beeldspraak] Geysels 00:11:13 Staatshervorming moet verfijning van democratie geven [Andere] [Geyssels 1 minuut 30 seconden] Geyssels 00:11:58 Ik ben geschokt door de woordbreuk van de traditionele partijen. [Volkse beeldspraak] Geyssels 00:12:15 Ik ben niet tevreden over het gedrag van enkele traditionele partijen. [Personificatie] Geyssels 00:12:41 Als de andere hun woord breken, dat is hun verantwoordelijkheid. Wij hebben ons aan ons woord gehouden. [Volkse beeldspraak] Geyssels 00:13:10 Wij zijn nog zeer groen, maar niet meer achter de oren. [Volkse beeldspraak] [Geyssels 1 minuut 30 seconden] [Geyssels 1 minuut] Geyssels 00:16:18 Die volgens ons een aantal trendbreuken moeten inzetten in bepaalde domeinen. [Technische metaforen] 84 Geysels 00:16:34 Voelen wij ons gesterkt om die eis met nog meer enthousiasme op tafel te zetten. [Lichaamsmetafoor] Geysels 00:16:38 Wij werken niet met breekpunten, we werken met totaalpakketten. [Technische metaforen] [Containermetafoor] [Geysels 2 minuten] Geysels 00:19:37 Dat is het verschil tussen een ecologische partij en een traditionele partij die het milieu beschouwt als een aanhangsel. [Andere] Geysels 00:19:42 Zij zitten nog in de denkrichting, we gaan eerst hout hakken, met de opbrengst van het houthakken gaan we het amazonewoud redden. [Reismetafoor] [Natuurmetafoor] Verkiezingsdebat 15 mei 1995 Filip De Winter (Vlaams Blok) beantwoordt vragen van het publiek en van panelleden Siegfried Bracke en Guy Janssens [De Winter 3 minuten 30 seconden] De Winter 00:09:15 Die we niet alleen voor onszelf willen beschermd zien, maar ook voor deze mensen die hier tijdelijk te gast zijn. [Andere] [De Winter 3 minuten] De Winter 00:11:32 Het is een pakket aan gegevenheden gaande van kunst, over allerlei andere cultuuruitingen, tot het zich verbonden voelen met een gemeenschap waartoe men behoort. [Containermetafoor] [De Winter 1 minuut 30 seconden] 85 [De Winter 2 minuten 30 seconden] De Winter 00:17:28 We zijn een relatief klein volk, van 6,5 miljoen mensen, dat bondgenoten moet zoeken in Europa en zelfs in de wereld. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] De Winter 00:18:42 Laat ons zeggen dat dat een spielerei was [Volkse beeldspraak] Verkiezingsdebat 16 mei 1995 Debat tussen Louis Tobback (SP) en Guy Verhofstadt (VLD) [Verhofstadt 2 minuten 30 seconden] Verhofstadt 00:05:16 Is uiteraard geen afbraak, maar een modernisering van de sociale zekerheid [Technische metaforen] Verhofstadt 00:05:25 Een zeer goede sociale protectie, sociale bescherming voor de mensen worden voorzien. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] [Tobback 2 minuten] Tobback 00:08:01 Dat klinkt allemaal zeer mooi, maar er zitten wel een paar addertjes onder het gras die je onmiddellijk hoort ten andere als je scherp toehoort. [Volkse beeldspraak] Tobback 00:09:08 Dat is de kwadratuur van de cirkel die ik niet betrouw. [Andere ] [Verhofstadt 1 minuut] Verhofstadt 00:10:19 Wat verandert is de opbouw. [Technische metafoor] Verhofstadt 00:10:26 Meneer Tobback, u zegt trouwens in dezelfde richting als […] [Reismetafoor] 86 [Tobback 2 minuten] Tobback 00:12:20 Het probleem is dat er vanaf den beginne voor zelfstandigen veel later is aangesloten, veel later is begonnen met het bijdragen tot pensioensystemen. [Reismetafoor] Tobback 00:13:15 Ik ben ervoor dat iedereen aanspraak kan maken op een waardige oude dag. [Volkse beeldspraak] Tobback 00:13:26 […] en dus niet aan de kant wordt gezet. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Tobback 00:13:35 En we moeten nu dus zeker en vast een stuk tegemoet komen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Tobback 00:13:38 Daarvoor hoort de nodige solidariteit te worden opgebracht en die is al een soep in de sector van de zelfstandigen. [Culinaire metafoor] [Verhofstadt 1 minuut] Verhofstadt 00:13:50 We leven in een samenleving die zichzelf wel sociaal noemt. [Personificatie] [Tobback 1 minuut 15 seconden] Tobback 00:14:48 Het dupespel in het voorstel van de VLD. [Sport- en spelmetafoor] Tobback 00:15:30 Als we nu in België een kapitalisatiesysteem willen opbouwen, dan betekent dat dat je daar twee keer voor moet betalen. [Technische metafoor] [Verhofstadt 30 seconden] Verhofstadt 00:16:40 Dan gaan we binnen 5, binnen 10, binnen 15 jaar enorme financiële problemen tegemoet. [Reismetafoor] 87 [Tobback 30 seconden] Tobback 00:16:58 Dat is wat ik u kwalijk neem, dat is dat je het dus voorstelt alsof je dus een toverformule hebt gevonden waarbij er niemand wat zal inleveren en waarbij er niemand meer zal betalen […] [Andere] [Verhofstadt 1 minuut] Verhofstadt 00:19:10 Die belastinginspectie moet niet worden gekortwiekt. [Natuurmetafoor] Verkiezingsdebat 17 mei 1995 Debat Louis Tobback (SP) en Johan Van Hecke (CVP) [Tobback 1 minuut 30 seconden] [Van Hecke 1 minuut] Van Hecke 12:17:25 Over alles wat vandaag aan het licht komt, de golf van scandalitis. [Volkse beeldspraak] [Natuurmetafoor] Van Hecke 12:17:43 Ik hoop en ik denk ook dat de mensen zelf in staat zijn het kaf van het koren te scheiden, en om het kind met het badwater niet wegdoen. [Volkse beeldspraak (x2)] [Tobback 1 minuut] Tobback 12:28:24 Wie dan de de “goeien” en de “slechten” zijn. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Tobback 12:18:34 Wat mij wel meer en meer begint op de heupen te werken, dat is dat in deze campagne ongetwijfeld het gerecht […] tegen zijn wil deelneemt aan deze campagne. [Volkse beeldspraak] 88 Tobback 12:18:53 […] en er dus een rol in speelt. [Volkse beeldspraak] Tobback 12:19:18 Dat dit onderzoek op de straatkeien wordt gevoerd, dat is tegen ieder recht van de mens. [ Volkse beeldspraak] [Van Hecke 1 minuut 30 seconden] [Tobback 15 seconden] [Van Hecke 1 minuut] Van Hecke 12:22:10 Dat die leden van de regering die lokale voeling hebben, die dagdagelijks via een lokaal mandaat contacten hebben met de mensen dat die meestal niet vervreemden van de bevolking. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Van Hecke 12:22:15 […] Geen sprake is in die gemeenten van een kloof tussen de burger en de politiek. [Containermetafoor] Van Hecke 12:22:25 Dat ge daar ook de kritische stem van de mensen hoort. [Volkse beeldspraak] [Tobback 2 minuten] Tobback 12:23:23 De ultieme arbiter van dit alles is de kiezer. [Sport- en spelmetafoor] Tobback 12:23:42 De ultieme scheidsrechter in dit alles is de kiezer, het is de kiezer die moet beoordelen of dit kan of niet kan. [Sport- en spelmetafoor] [Van Hecke 30 seconden] [Tobback 1 minuut 30 seconden] [Van Hecke 1 minuut] 89 Verkiezingsdebat 18 mei 1995 Debat Jean-Luc Dehaene (CVP) en Guy Verhofstadt (VLD) [Dehaene 3 minuten] Dehaene 00:23:13 Daarvoor moet je de controles versterken en de druk verhogen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Dehaene 00:23:42 Je moet de medewerking hebben, maar je moet ook de druk hebben, en die druk is inderdaad in de eerste plaats een repressieve druk. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Dehaene 00:23:45 De onbemande camera’s zijn daar een efficiënt instrument voor. [Technische metafoor] Dehaene 00:24:15 […] en moeten we de druk dus effectief verhogen [Lichaams- en handelingsmetaforen] [Verhofstadt 1 minuut] Verhofstadt 00:25:10 Het controleren, het bestrijden van het wilde – wat soms gebeurt in de weekends. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Verhofstadt 1 minuut] Verhofstadt 00:26:07 De VLD heeft van in den beginnen duidelijk gezegd met betrekking tot deze pijnlijke materie, want een slachtoffer in u gezin hebben […] [Medische metafoor] Verhofstadt 00:26:30 De enige opmerking die daarover gemaakt is, vanwege onze zijde, vanwege VLD […] dat is een namelijk een zekerheid in verband met privacy [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Dehaene 30 seconden] [Verhofstadt 1 minuut 30 seconden] Verhofstadt 00:27:50 Ik heb ook vastgesteld dat vanaf nul komma vijf van in den beginne heel zware straffen worden opgelegd. [Reismetafoor] 90 Verhofstadt 00:27:51 […] voor bepaalde categorieën van de bevolking financiële gevolgen heeft die niet te dragen zijn. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Verhofstadt 00:28:43 Ik denk dat daarover binnen de schoot van een komende coalitie moet onderzocht worden, moet gekeken worden. [Personificatie] [Dehaene 2 minuten] Dehaene 00:29:38 Maar dat we daarvoor onze sociale bescherming, onze sociale zekerheid niet hoeven op te geven. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Verhofstadt 1 minuut 30 seconden] Verhofstadt 00:32:53 Ik wil geen mensen met lage lonen in de kou laten staan. [Volkse beeldspraak] Verhofstadt 00:33:04 Het probleem van de Belgische economie is de spanning tussen de nettolonen en de te zware belastingen en bijdragen die bovenop die nettolonen moeten betaald worden. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Verhofstadt 00:33:13 Ik heb tot in den treure al dat voorbeeld gegeven. [Volkse beeldspraak] Verhofstadt 00:34:03 Vandaag ligt de economie plat door dergelijke politiek van belastingverhogingen. [Personificatie] [Dehaene 30 seconden] Dehaene 00:34:38 Ik dit niet wil doen ten koste van het slaan van een groot gat in de sociale zekerheid. [Containermetafoor] 91 Verkiezingsdebat 19 mei 1995 Vera Dua (Agalev), Bert Anciaux (Volksunie), Guy Verhofstadt (VLD) en Joris Van Hauthem (Vlaams Blok) [Dua 1 minuut] Dua 14:53:25 Daarmee heeft men een aantal andere zeer belangrijke problemen onder de mat geveegd en houdt men daar geen rekening mee. [Volkse beeldspraak] Dua 14:53:36 De milieuproblematiek leeft ook onder de mensen. [Volkse beeldspraak] Dua 14:53:54 Het is nog niet zo lang geleden dat dat gezegd werd, dat België de koploper is wat betreft de dioxine-uitstoot. [Sport- en spelmetafoor] Dua 14:54:05 Dat andere partijen dat echt bewust onder de mat schuiven. [Volkse beeldspraak] [Anciaux 30 seconden] [Anciaux 20 seconden] [Van Hauthem 45 seconden] Van Hauthem 14:59:39 Ik wou net even verder gaan over die HST-historie. [Volkse beeldspraak] Van Hauthem 15:00:07 […] en ziet de kleine Vlaamse man dat zijn treinstation in de buurt dichtgaat. [Volkse beeldspraak] [Anciaux 30 seconden] [Dua 1 minuut] Dua 15:04:43 Dat de SP dat een beetje gebruikt om haar blazoen op te poetsen. [Volkse beeldspraak] [Van Hauthem 30 seconden] Van Hauthem 15:07:38 Diegene die dus eigenlijk verantwoordelijk zijn voor het ontsporen van het systeem. [Transportmetafoor] 92 Van Hauthem 15:07:40 Die nu plots alle hens aan dek gaan roepen. [Volkse beeldspraak] [Anciaux 1 minuut 30 seconden] Anciaux 15:11:21 Heeft de SP de pretentie om te zeggen dat zij de enige partij zijn die de sociale zekerheid gaan beschermen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Anciaux 15:11:36 Dat de VLD van een zeer revolutionaire verandering nu komt tot vis noch vlees. [Culinaire metafoor] Anciaux 15:11:44 Ik heb de indruk, meneer Verhofstadt, dat als ik het debat gisteren zag, dat u een bocht maakt, onvoorstelbaar, en dat u als een schoothondje achter Jean-Luc Dehaene aanholt. [Reismetafoor] [Volkse beeldspraak] Anciaux 15:12:08 Er zijn toch nog altijd heel wat mensen die door de mazen van het net vallen. [Volkse beeldspraak] [Dua 1 minuut 30 seconden] Dua 15:12:42 Misschien tot ergernis van meneer Van Hecke, zijn wij grote beschermers van de sociale zekerheid. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Dua 15:12:45 Willen wij ook een sterke sociale zekerheid waarbij je maximale bescherming geeft aan iedereen die op een bepaald moment in een zwakke situatie zit. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Dua 15:13:21 Maatregelen die eigenlijk asociaal kunnen bestempeld worden. [Volkse beeldspraak] Dua 15:13:29 […] waarbij honderd miljard op de rug van de werknemers bespaard werd. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Dua 15:13:43 Dat daar eigenlijk een verborgen agenda inzit. [Volkse beeldspraak] 93 [Verhofstadt 1 minuut 30 seconden] Verhofstadt 15:14:55 Ge hebt de remgelden verhoogd op de rug van zieken en gehandicapten. De solidariteitsbelastingen ingevoerd op de rug van de gepensioneerden. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Verhofstadt 15:15:15 De publieke vijand nummer één zit hier. Er wordt direct geschoten van alle mogelijke kanten [Oorlogs- en gevechtsmetafoor (x2)] Verhofstadt 15:15:38 Die remgelden te verhogen op de rug van de gehandicapten. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [Van Hauthem 2 minuten] Van Hauthem 15:18:07 Dan heeft de kiezer gesproken. [Volkse beeldspraak] Van Hauthem 15:18:17 Omdat er effectief eens hard op tafel moet geslagen worden. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [Anciaux 1 minuut 30 seconden] Anciaux 15:24:22 Ik denk dat de partijen een beetje minder een dikke nek moeten opzetten en meer de problemen concreet moeten aanpakken. [Volkse beeldspraak] [Dua 1 minuut] Dua 15:24:37 Ik krijg koude rillingen als ik bepaalde programmapunten van het Vlaams Blok lees, omdat het inderdaad een racistische partij is. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Dua 15:24:45 Ik denk dat de boodschap naar de politieke wereld dan ook moet zijn, dat men iets moet doen aan de voedingsbodem van het Vlaams Blok [Natuurmetafoor] Dua 15:25:07 […] en daarbij aansluitend ook de politieke cultuur. [Andere] 94 [Van Hauthem 1 minuut 30 seconden] Van Hauthem 15:28:42 Ge moogt op uwe kop staan, ge moogt daar 15 procent, 20 procent op stemmen, wij doen daarmee geen zaken. En dus is die stem onnuttig. [Volkse beeldspraak (x2)] Van Hauthem 15:28:50 Dat is, meneer Verhofstadt, de zaken op zijn kop zetten. [Volkse beeldspraak] Van Hauthem 15:29:52 De tijd dat de pastoor op de kansel stond, en dat die aan de kiezer ging zeggen voor wie je al dan niet kon stemmen, dat die tijd gedaan is. [Andere] Van Hauthem 15:30:01 U moet de kiezers niet nemen voor een kudde vee, de kiezer heeft meer gezond verstand. [Andere] [Anciaux 1 minuut 30 seconden] Anciaux 15:31:18 […] om dat Vlaams Parlement tot instrument te brengen om meer solidariteit en verantwoordelijkheid in die gemeenschap aan bod te laten komen [Technische metafoor] Anciaux 15:31:35 […] dat men dat van tafel veegt. [Volkse beeldspraak] 95 Bijlage 2 : Corpus 2014 De Zevende Dag – 27 april 2014 Actuadebat Asiel en Migratie: Theo Francken (N-VA) (samen met Maggie De Block/ niet-geanalyseerd) [Francken 1 minuut 30 seconden] Francken 12:14:19 Daar hebben we cellenhuur in Tilburg, dat is eigenlijk een goed verhaal. [Andere] Francken 12:14:45 We moeten stoppen met draaideurillegaliteit. De draaideurillegalen, die moeten we nu aanpakken. [Technische metafoor] [Francken 1 minuut 30 seconden] Francken 12:19:21 Het principe zelf is een gezond principe. [Medische metafoor] [Francken 1 minuut 30] Francken 12:22:29 Ik blijf bij het punt dat het terugkeerbeleid de achillespees is. Er is te weinig verwijdering gebeurd. [Medische metafoor] Francken 12:22:35 We kunnen met veel cijfers goochelen, die cijfers komen niet van mij. [Andere] Francken 12:24:09 Je moet altijd voorzichtig zijn met daar grote uitspraken over te doen, het asielverhaal. [Andere] 96 Actuadebat Het betaalbaar houden van onze pensioenen: Wouter Beke (CD&V) en Peter Vanvelthoven (sp.a) [Vanvelthoven 1 minuut] [Beke 2 minuten] Beke 12:27:21 Wij zouden die pensioensleeftijd van 65 jaar niet willen loslaten. [ Lichaams- en handelingsmetafoor] Beke 12:28:25 Die omslag die gemaakt is, dat we die in de volgende periode moeten verderzetten. [Reismetafoor] [Vanvelthoven 1 minuut] Vanvelthoven 12:30:20 Dat betekent inderdaad dat er een bepaald groeipad moet voorzien worden de komende vijf jaar. [Reismetafoor] Vanvelthoven 12:30:39 Bij andere partijen zie ik die sluitende begroting niet. [Containermetafoor] [Beke 30 seconden] Beke 12:31:01 Maar ook hier zal het een en-en verhaal zijn. Dat betekent dat we én extra middelen moeten voorzien én verdere structurele maatregelen moeten nemen. [Andere] [Vanvelthoven 1 minuut] Vanvelthoven 12:32:20 Index dat is voor ons een principe dat we niet gaan loslaten. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Vanvelthoven 12:32:24 Ik heb heel erg het gevoel dat ook wat dat betreft we daar heel alleen in staan. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 97 [Beke 1 minuut 30 seconden] Beke 12:33:39 Ik denk dat daar een heel belangrijke rol weggelegd is de komende vijf jaar voor het sociaal overleg. [Andere] Beke 12:333:53 Dat mensen die hun hele leven gewerkt hebben, een gepaste job kunnen krijgen en niet zomaar uitgestoten worden op die arbeidsmarkt. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Vanvelthoven 1 minuut] Vanvelthoven 12:34:53 Mensen die het goed hebben, mensen die de financiële ruimte hebben, die hoeven niet zolang te werken als andere mensen. [Containermetafoor] [Beke 1 minuut 30 seconden] Beke 12:35:20 Ik denk dat we moeten gaan voor slimme hervormingen, als het gaat over het dichtrijden van de kloof. [Personificatie] [Reismetafoor] Beke 12:35:49 Door slimme hervormingen te doen, kan je die kloof weten te dichten. [Personificatie] [Containermetafoor] Beke 12:35:53 Maar wij zijn geen voorstander van brutale ingrepen die mensen van de ene dag op de andere in een zeer zenuwachtige en onduidelijke situatie brengen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Beke 12:36:30 Dat hebben we niet gedaan en dat sociaal bloedbad willen we ook in de volgende vijf jaar niet. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Vanvelthoven 30 seconden] 98 Actualiteitsdebat Oosterweel-tracé: Wouter Van Besien (Groen) (in debat met Koen Van den Heuvel/ niet geanalyseerd) [Van Besien 1 minuut] Van Besien 11:23:35 Wij vinden dat er gisteren al beslissingen hadden kunnen genomen worden. [Reismetafoor] Van Besien 11:23:50 Het gaat over de schop in de grond voor nieuwe tramprojecten. [Volkse beeldspraak] [Van Besien 30 seconden] [Van Besien 1 minuut] Van Besien 11:26:30 Wij in ons zuurstofplan gaan heel weinig daar een accent leggen. [Medische metafoor] Van Besien 11:27 Dat is een project van deze eeuw, en niet van vorige eeuw zoals het BAMtracé. [Volkse beeldspraak] [Van Besien 1 minuut] Van Besien 11:29:12 U neemt hier de toekomst van Antwerpen weg. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Van Besien 11:29:14 Dat een project is van vorige eeuw. [Volkse beeldspraak] [Van Besien 1 minuut] Van Besien 11:32:00 Dat gaat over slimme theorieën. [Personificatie] 99 De Zevende Dag – 4 mei 2014 Verkiezingsdebat Strafuitvoering: Annemie Turtelboom (Open Vld) en Filip De Winter (Vlaams Belang) [De Winter: 1 minuut] De Winter 11:21:45 Gebuisd, misschien van één op tien naar twee op tien, maar niet veel meer dan dat. Wij zijn en blijven het meest lakse land in Europa en misschien ter wereld voor wat de strafuitvoering betreft . [Andere] De Winter 11:22:05 De enkelband is de toverformule van mevrouw Turtelboom. [Volkse beeldspraak] De Winter 11:22:06 Zo’n enkelband dat is onbetaald verlof in eigen huis, want dat is het uiteindelijk, dat is geen straf, dat is kwijtschelding van straf. [Andere] [Turtelboom 1minuut 30 seconden] Turtelboom 11:22:16 We leven niet in Noord-Korea. Ik wil in een land wonen waar niet politici de straffen uitspreken. Wij moeten er als politiek voor zorgen dat justitie voldoende mensen en middelen heeft om snel straffen uit te spreken. [Onheilsmetafoor] [ De Winter 1 minuut] De Winter 11:23:30 Die zachte aanpak leidt tot harde criminaliteit. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [ De Winter 1 minuut 30seconden] [Turtelboom: 1 minuut] Turtelboom 11:27:26 Meneer De Winter heeft natuurlijk een maatschappijvisie waarbij hij altijd zegt ik brul luid en ik klop erop. Alleen moet ik hem met de realiteit confronteren. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 100 Turtelboom 11:27:32 […] dat je niet met een knop illegalen zomaar kan wegwijzen. [Technische metafoor] Turtelboom 11:28:08 Het complete Kafka-idee van een gevangenis te bouwen in het buitenland. Italië heeft dat gedaan en heeft een gevangenis in Albanië gebouwd. Het heeft negen miljoen euro gekost, er hebben ooit dertig Albanezen erin gezeten. [Onheilsmetafoor] Turtelboom 11:28:24 Het is een gigantische aderlating geweest voor Italië. [Medische metafoor] [Turtelboom 2 minuten] [De Winter 1minuut 30seconden] De Winter 11:29:16 Ik denk dat wij koploper moeten zijn. We moeten niet enkel een koploper zijn in het voeren van een laks beleid. We moeten vooral de koploper zijn in een innoverend beleid dat durft nieuwe dingen doen. [Sport- en spelmetafoor] [Turtelboom 1 minuut] [De Winter 1 minuut] De Winter 11:31:00 En dat voor een stad waar de criminaliteit de pan uit zwiert. [Culinaire metafoor] De Winter 11:31:35 De beste remedie om er inderdaad voor te zorgen dat we minder capaciteit nodig hebben, is hard straffen. [Medische metafoor] [Turtelboom 30 seconden] Turtelboom 11:32:11 Als je kordaat straft, dan straf je ook op maat. [Technische metafoor] 101 Turtelboom 11:32:25 Alleen op die manier zorg je ervoor dat mensen niet als tijdbommen terug in de samenleving komen maar dat ze een opleiding hebben, dat ze taal leren en dat ze op die manier beter uit de gevangenis komen dan dat ze erin gaan. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Verkiezingsdebat besparingen: Pieter De Crem (CD&V) en Siegfried Bracke (N-VA) [Bracke 1 minuut 30 seconden] Bracke 12:10:29 Dat je binnen die begroting kunt schuiven. [Containermetafoor] Bracke 12:10:39 We kunnen in het vel van de politiek zelf snijden. [Personificatie] [De Crem 1minuut 30 seconden] De Crem 12:12:03 Dat we het Europese objectief moeten bereiken. [Reismetafoor] De Crem 12:12:10 We hebben de begroting op koers gehouden. [Transportmetafoor] De Crem 12:12:43 Wij hebben gedurende twee jaar met de CD&V en met de regering de Moesen-norm toegepast. Dus, eigenlijk geen lessen te ontvangen. [Andere] [Bracke 1 minuut 30 seconden] Bracke 12:13:13 Ik kan de bal terugkaatsen, had de regering-Di Rupo gedaan wat verwacht werd, dan konden we 2016 halen. [Sport- en spelmetafoor] 102 Bracke 12:14:09 Spreid de inspanning over zoveel mogelijk schouders om nadien de vruchten daarvan te kunnen plukken. [Natuurmetafoor] [De Crem 30 seconden] De Crem 12:14:16 De N-VA heeft de vest gekeerd. Tot drie weken geleden was het allemaal 2016. [Andere] De Crem 12:14:58 En dat is inderdaad de pijnlijke vaststelling. [Medische metafoor] [Bracke 2 minuten] Bracke 12:15:51 Wat je binnen de politie wel moet doen, is dat budget heroriënteren. [Reismetafoor] Bracke 12:17:01 Die Vlaamse bevoegdheden isoleren we uit die besparingsoefening, de andere steken we erin. [Andere] [De Crem 1 minuut 30 seconden] De Crem 12:17:34 Professor Peersman wordt hier aangehaald omdat het op dat moment in het kraam past van meneer Bracke. [Volkse beeldspraak] De Crem 12:17:39 Maar professor Peersman is ook heel kritisch voor het economische luik van het programma van de N-VA. [Volkse beeldspraak] De Crem 12:17:47 Wij zijn heel duidelijk voor een koopkracht-behoudend-mechanisme dat de index is. [Technische metafoor] 103 De Crem 12:18:07 Er is toch wel iets in het economische plan van de N-VA dat een rilling over het bedrijfsleven in Vlaanderen heeft laten gaan, namelijk het afschaffen van die notariële interest. [Lichaams- en handelingsmetafoor] De Crem 12: Dat is een deur openen of een deur dichtslaan voor alle buitenlandse investeringen. [Volkse beeldspraak] [Bracke 1 minuut] Bracke 12:18:39 Ik val wat betreft die index echt van mijn stoel. [Volkse beeldspraak] Bracke 12:19:22 Terwijl ze twee jaar geleden met kracht dat idee hebben verdedigd. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [De Crem 1 minuut] De Crem 12:19:42 De zuurstofkuur is gegeven met de competitiviteitswetgeving. [Medische metafoor] De Crem 12:19:52 Er is geen enkele kat, ook geen zwart-gele kat, meneer Bracke, die dat gelooft. [Volkse beeldspraak] Verkiezingsdebat: Ben Weyts (N-VA) & Bruno Tobback (sp.a) [Tobback 1 minuut] Tobback 12:26:12 In het grote pakket van de sociale zekerheid, zijn de twee grote pakketten, gezondheidzorg en pensioenen. [Containermetafoor] 104 [Weyts 1 minuut 30 seconden] Weyts 12:27:42 Sociale zekerheid is voor ons een trampoline die ervoor zorgt dat je zacht wordt opgevangen, maar die je terug katapulteert naar die arbeidsmarkt, zo doende dat je terug op eigen benen kan staan. [Sport- en spelmetafoor] Weyts 12:28:18 Namelijk die trampoline, zacht vallen als je tegenslag hebt, tot maximaal twee jaar tijd. En vervolgens is de fase waarbij je gaat naar activeringsuitkeringen. [Sport- en spelmetafoor] Weyts 12:28 Het is niet louter een beeld van de stok, het is ook van de wortel. Van stimuleren en activeren. Van mensen terug naar die arbeidsmarkt te brengen. [Natuurmetafoor] [Tobback 1 minuut 30 seconden] Tobback 12:29:18 Dat sociale bescherming moet dienen om mensen in de samenleving te houden. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Containermetafoor] Tobback 12:29: 20 Wat u doet is een trampoline met gaten maken. Een trampoline met een gat waar ge door valt, daarmee lanceer je niemand. [Sport- en spelmetafoor] Tobback 12:29:39 Integendeel, je parkeert ze vaak voor eeuwig in een bijbaan [Transportmetafoor] [ Weyts, 1 minuut 30 seconden] Weyts 12:30:23 Integendeel, we gaan de gaten kleiner maken. [Verwijzend naar de trampoline uit de voorgaande repliek] [Sport- en spelmetafoor] Weyts 12:30:42 De gaten die gaan wij net verkleinen. Wij gaan net het leefloon optrekken. [idem] [Sport- en spelmetafoor] 105 [Tobback 1 minuut 30 seconden] Tobback 12:33:10 Dan moet u wel bereid zijn te morrelen in de andere marge, dan waar u nu gaat kijken. [Containermetafoor] Tobback 12:33:36 Daar blijft u liever af en u probeert onderaan in de marge wat geld te gaan afpakken van de mensen die het nodig hebben en er bovendien jarenlang voor bijgedragen hebben. [Containermetafoor] Tobback 12:33:44 Ik vind dat uw prioriteiten aan de verkeerde kant liggen. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] [Weyts, 1 minuut 30 seconden] Weyts 12:34:25 Die varen het beste erbij, bij wat wij voorstellen. [Transportmetafoor] Weyts 12:35:35 Men mikt op de reiken, wie treft men, de middenklasse. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Tobback 1 minuut 30 seconden] Tobback 12:35:58 U geeft een klein beetje terug met de ene hand, van wat u met de andere hand afpakt. Uw V-Plan, meneer Weyts, is een verliesplan. [Lichaamsmetafoor] Tobback 12:36:17 Het ambeteert u blijkbaar dat iemand de rekening heeft gemaakt. [Volkse beeldspraak] Tobback 12:36:24 Wat zij verliezen in sociale bescherming, dat compenseert u maar zeer gedeeltelijk met een aantal leuk klinkende fiscale voorstellen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 106 Tobback 12:35:53 Daar zijn we de kampioen in het niet-belasten in Europa, net zoals we de kampioen zijn in het belasten van arbeid in Europa. [Sport- en spelmetafoor] Tobback 12:37:13 En jullie willen dat compenseren door diegene die vandaag aan het werk zijn, die risico’s lopen […] om die te blijven pesten. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] De Zevende Dag – 11 mei 2014 Verkiezingsdebat migratie/woonbonus: Kris Peeters (CD&V) en Bart De Wever (N-VA) [Peeters 30 seconden] [De Wever 30 seconden] De Wever 10:27:49 Heel Europa is asociaal, is een groot sociaal kerkhof. Dit is het enige land waar je van school kan komen en oneindig werkloos kan blijven tot je pensioen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] De Wever 10:28:28 Daarvoor moet je een beleid voeren die private jobcreatie mogelijk maakt. Die is volledig stilgevallen in dit land. [Transportmetafoor] [Peeters 30 seconden] Peeters 10:28:33 Ik geef u als raad mee, als iedereen in de Schelde springt, moet u er niet meteen achter springen. [Volkse beeldspraak] [De Wever 1 minuut 30 seconden] De Wever 10:29:46 Heb je dan nog niets, dan val je uit het stelsel van de werkloosheid. 107 [Containermetaforen] De Wever 10:30:45 De loonlasten zijn torenhoog. Die willen wij drastisch verlagen. [Technische metafoor] De Wever 10:30:48 Wij hebben een voorstel om dat vanaf de eerste dag te doen. [Reismetafoor] De Wever 10:31:23 Dat u mij nu beschuldigt, en mijn partij, op deze villaine manier als u gisteren gedaan hebt, dat wij de welvaartsstaat willen afbreken. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Technische metafoor] [Peeters 1 minuut] [ De Wever 15 seconden] [Peeters 30 seconden] Peeters 10:33:00 Daar zit al een stok achter de deur. [Volkse beeldspraak] [De Wever 10 seconden] [ Peeters 1 minuut 30 seconden] [De Wever 2 minuten] De Wever 10:29:12 In de volgende periode 5,5 miljard vrije beleidsruimte zou hebben, naar overschotten zou gaan. [Containermetafoor] De Wever 10:35:33 Sta me nu toe dat ik niet recht spring van vreugde over die staatshervorming. [Volkse beeldspraak] 108 De Wever 10.36:00 Al onze beleidsruimte is weg. We hebben noden in welzijn, we hebben noden in onderwijs. [Containermetafoor] De Wever 10:36:03 We zitten met een put en dan krijgen we nieuwe bevoegdheden met een put er nog bij. We hebben de afgelopen heel hard gewerkt om ook op Vlaams niveau om aan een nieuw saneringsprogramma te werken, om die put dan te vullen. [Containermetafoor] Verkiezingsdebat openbaar vervoer : Chris Janssens (Vlaams Belang) (in debat met Jan Peumans/ niet geanalyseerd) [Janssens 1 minuut] Janssens 11:18:02 Dat de N-VA telkens bakzeil heeft gehaald wat de sp.a betreft. [Volkse beeldspraak] [Janssens 1 minuut 30 seconden] Janssens 11:19:44 Dat we de omslag moeten maken van een aangestuurd beleid naar een vraag gestuurd beleid. Niemand heeft er baat bij, bij een zogenaamde “Busje komt zo”-beleid waarbij de bussen alleen maar lucht verplaatsen. [Reismetafoor] Janssens 11:21:13 De Vlaamse regering heeft helaas vijf jaar geslapen en wordt nu plots wakker omdat het verkiezingen zijn. [Personificatie] [Janssens 1 minuut 30 seconden] Janssens 11:24:05 Die gratis mythe van de socialisten die is natuurlijk heel gratuite, want gratis bestaat niet. De belastingbetaler betaalt uiteindelijk altijd de rekening. [Andere] [Volkse beeldspraak] 109 Janssens 11:24:41 De blinde gratis-politiek. [Personificatie] [Janssens 30 seconden] Verkiezingsdebat belasting op arbeid verlagen: Koen Geens (CD&V) en Gwendoline Rutten (Open Vld) [Rutten 1 minuut 30 seconden] Rutten 11:31:26 Je fiscaliteit gebruikt als een echt instrument om maatwerk te leveren. [Technische metafoor] Rutten 11:31:57 Wij gebruiken fiscaliteit echt als instrument voor maatwerk. [Technische metafoor] [Geens, 1 minuut 30 seconden] Geens 11:33:23 Omwille van het samenspel tussen het belastingsysteem en het werkloosheidssysteem. [Sport- en spelmetafoor] [Rutten 1 minuut] Rutten 11:34:34 Groei is de beste sociale bescherming. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Rutten 11:35:00 Dan gebruik je fiscaliteit niet als één medicijn voor alle kwalen. Iedereen hetzelfde. Neen, dan gebruik je fiscaliteit echt als instrument om de economie te doen draaien. [Medische metafoor] [Technische metafoor] [Geens 1 minuut] 110 [Rutten 30 seconden] Rutten 11:36:21 Maar het is een keuze om ook de koopkracht van mensen die met pensioen zijn te beschermen Koen, want dat creëert economie, dat creëert economische groei. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Geens 1 minuut 30 seconden] Geens 11:37:11 Het gat in de VLD begroting, als ik het zo mag zeggen, is groter dan het onze. [Containermetafoor] [Rutten 1 minuut 30 seconden] Rutten 11:38:40 Dan geef je met de ene hand, en neem je het met de andere hand terug af. Dat is het plan van de CD&V. [Lichaams- en verhandelingsmetafoor] Rutten 11:39:03 Ons plan klopt perfect, daar zit helemaal geen gat in. [Containermetafoor] [Geens 1 minuut] Geens 11:40:50 Ik begrijp niet hoe u het gat gaat dichtrijden. [Transportmetafoor] [Rutten: 1 minuut] Rutten 11:40:58 We bleven hoffelijk, maar ik heb van de CD&V geen lessen te leren als het over wachtlijsten aankomt. Die zijn de voorbije vijf jaar in Vlaanderen alleen maar toegenomen. [Andere] Rutten 11:41:14 Dat is een unieke oefening. [Andere] Rutten 11:41:30 En wij maken, daar hoeft niemand zich zorgen om te maken, wij maken zeer veel ruimte om bijvoorbeeld de wachtlijsten voor personen met een handicap aan te pakken. [Containermetafoor] 111 De Zevende Dag – 18 mei 2015 Verkiezingsdebat Migratie en Europees asielbeleid: Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Staes (Groen) [Staes 1 minuut 30 seconden] Staes 12:26:30 Een asielbeleid moet ervoor zorgen dat mensen op een correcte wijze worden opgevangen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [Annemans 2 minuten] Annemans 12:30:12 Wij moeten dus de kranen terug dichtdraaien, proberen greep te krijgen op ons eigen migratiebeleid. [Volkse beeldspraak] [Lichaams- en handelingsmetafoor] Annemans 12:30:31 We moeten als lidstaten zelf terug greep krijgen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Annemans 12:30:38 Zodat we de Europese Unie terug een toontje lager doen zingen en minder bevoegd maken. [Volkse beeldspraak] [Staes 1 minuut 30 seconden] Staes 12:32:25 Dus u gaat uw ogen dichtdoen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Staes 12:33:34 Zo komen ze in bootjes en zo verdrinken ze. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 112 [Annemans 1 minuut] Annemans 12:33:45 Dat Frontex de buitengrenzen zou bewaken, omdat wij de binnengrenzen moesten loslaten. Maar dat doen ze niet. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Annemans 12:34:30 Het is vijf voor twaalf, het water staat ons letterlijk aan de lippen en wij doen niets. [Onheilsbeeldspraak (x2)] [Staes 1 minuut] Staes 12:35:50 Schaar u inderdaad in de internationalen van de haat, schaar u aan de kanten van meneer Wilders, aan de kanten van meneer Farage. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Annemans 1 minuut 30 seconden] Annemans 12:36:31 U mag van mij gerust weten dat ik vind dat het migratieverhaal stevig uit de hand gelopen is. We zijn er ook niet meer bevoegd voor. [Andere] Terzake – 12 mei 2014 Studiogasten: Johan Vande Lanotte (sp.a) Alexander De Croo (Open Vld) Pieter De Crem (CD&V) [Vande Lanotte 30 seconden] Vande Lanotte 20:02:36 Absoluut, er valt zeer veel te verdedigen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Vande Lanotte 20:02:47 Toen buitenlandse en binnenlandse kranten het hadden over een land in verval met een torenhoge rente met geen oplossingen. [Technische metafoor (x2)] 113 [De Croo 30 seconden] De Croo 20:03:13 Een anticrisisregering die orde op zake gesteld heeft in een aantal domeinen waar de crisissen toch zeer acuut waren. Budgettair stonden we op de rand van de afgrond. [Medische metafoor] [Volkse beeldspraak] De Croo 20:03:30 We hebben de tanker gekeerd. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [De Croo 1 minuut 30 seconden] De Croo 20:19:11 Misschien is Monica De Coninck wel een beetje de onderbelichte minister geweest in deze regering. [Volkse beeldspraak] De Croo 20:19:40 We stonden niet met de rug tegen de muur. [Volkse beeldspraak] De Croo 20:19:48 Deze regering is zichzelf soms een beetje voorbij gelopen, in de zin dat we zoveel dossiers opgelost hebben en dat in onze drang om zaken op te lossen, we vaak de dag erna al dachten, wat is het volgende dossier dat we op tafel kunnen leggen. [Personificatie] [Volkse beeldspraak] [De Crem 1 minuut] De Crem 20:20:12 […] Europees op sporen blijven, wat toch een zeer zware inspanning was. [Transportmetafoor] De Crem 20:20:25 En dan heb je een beetje die wonderperiode gehad wat in de eerste helft waarbij we de staatshervorming hebben gestemd. [Andere] De Crem 20:20:40 Waarbij we uiteindelijk heel wat hervormingen niet alleen in de stelling gezet, maar ook hebben afgerond. [Technische metafoor] 114 De Crem 20:20:58 Deze regering heeft haar contract met de mensen, is haar contract nagekomen. [Andere] [Vande Lanotte 1 minuut] Vande Lanotte 20:21:31 Nadat je heel die rit gereden hebt, […] [Transportmetafoor] [De Crem 30 seconden] De Crem 20:23:39 Dat was een echte zuurstofkamer die we aan het ondernemen hebben geboden. [Medische metafoor] De Crem 20:23:50 Heel wat besparingen die in een klimaat van relatief grote sociale vrede tot stand zijn genomen. [Natuurmetafoor] De Crem 20:24:01 We hebben heel vaak ver gesprongen en we zijn ook nog goed aangekomen. [Reismetafoor] [De Croo 1 minuut] De Croo 20:24:34 Kijk naar het ondernemingsklimaat twee jaar geleden. [Natuurmetafoor] De Croo 20:24:44 Dat het hier toch geen bananenrepubliek geworden was. [Technische metafoor ] De Croo 20:24:49 Het algemeen economisch klimaat toch een stuk gezonder is dan ze op dat moment geweest is. [Natuurmetafoor] [Medische metafoor] [Vande Lanotte 1 minuut] 115 [Vande Lanotte 1 minuut 30 seconden] Vande Lanotte 20:42:00 Dat wat coherent te maken en de achterpoortjes sluiten. [Containermetafoor] Vande Lanotte: 20:42:55 Dat we die oefening toch eerst proberen te maken. [Andere] [De Croo 1 minuut] De Croo 20:43:53 De federale overheid die draagt ongeveer alles van de vergrijzing en andere kosten. [Personificatie] Terzake – 13 mei 2014 Studiogasten: Freya Vandenbossche (sp.a) (en Siegfried Bracke/ niet geanalyseerd) [Vandenbossche 1 minuut] Vandenbossche 20:48:34 Alle andere landen met een stevige sociale zekerheid zijn landen waar, als de lasten op arbeid laag zijn, en de belasting op vermogens hoger zijn. [Technische metafoor] Vandenbossche 20:49:01 Wij niet met de ene hand willen geven, wat we met de andere terugnemen en dan nog dubbel terugnemen. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Vandenbossche 20:49:12 Weet je wie daar beter van wordt, meneer Bracke? De ondernemer, maar vooral diegene met het hoge inkomen. [Medische metafoor] [Vandenbossche 1 minuut] Vandenbossche 20:50:15 Wij willen de mensen niet persé pijn doen, meneer Bracke. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Vandenbossche 20:50:27 Wij bestrijden dat. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 116 [Vandenbossche 30 seconden] Vandenbossche 50:52:25 […] omdat wij denken dat die mensen met de lage en gewone lonen meer zuurstof nodig hebben dan de tien procent rijksten. Die hebben onze steun niet nodig. Die kunnen de andere mensen helpen. [Medische metafoor] [Vandenbossche 30 seconden] Vandenbossche 20:53:52 Wij gaan nooit mensen pijn doen, dat kunnen wij niet. [Gevechts- en oorlogsmetafoor] Studiogasten: Bruno Tobback (sp.a) (en Siegfried Bracke/ niet geanalyseerd) [Tobback 1 minuut 30 seconden] Tobback 20:24:16 Ik wil gerust de geschiedenis schrijven, maar de toekomst die bent u niet met wat u hier voorstelt. Want al wat u aanklaagt dat maakt u erger. [Andere] Tobback 20:24:39 Het is perfect mogelijk een pensioenvoorstel te doen in een sluitende begroting die garandeert dat we de negen miljard die we daarvoor nodig hebben, zullen hebben. [Containermetafoor] Tobback 20:25:33 Dat is omdat meneer Bracke met de andere hand fiscale cadeaus aan het geven is aan de top 20 rijken in dit land die hij moet gaan halen bij die gepensioneerden. [Volkse beeldspraak] [Tobback 1 minuut] Tobback 20:27:12 De enige manier om het sneller en fundamenteler te doen is door mensen in de armoede storten. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Tobback 20:27:51 U moet dat doen om uw rekening te laten kloppen omdat u met de andere hand cadeaus geeft aan diegene die het niet verdienen. [Volkse beeldspraak (x2)] 117 Terzake 14 mei 2015 Studiogasten: Kristof Calvo (Groen) en Gerolf Annemans (Vlaams Belang) [Calvo 1 minuut] Calvo 20:17:14 Dat het heel duidelijk is, welke richting wil welke partij uit. [Reismetafoor] Calvo 20:17:15 Wij hebben een zuurstofplan gemaakt. [Medische metafoor] Calvo 20:17:50 Drie op vier Vlamingen is daar voorstander van, leren we uit de stemtest […] [Andere] [Annemeans 1 minuut] Annemans 20:18:21 En zonder dat we een soort van fiscale politiestaat gaan krijgen. [Andere] Annemans 20:18:43 Daar moeten een aantal taboes sneuvelen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Calvo 1 minuut 30 seconden] Calvo 20:20:14 Om het met een slogan te zeggen, die worden slapend rijk. [Volkse beeldspraak] [Annemans 1 minuut 10 seconden] Annemans 20:20:49 […] dat Groen de hoogste belastingverhoging in het vooruitzicht stelt. [Reismetafoor] Annemans 20:21:04 Daarvoor moeten natuurlijk een aantal heilige huisjes sneuvelen. [Volkse beeldspraak] [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 118 Annemans 20:21:09 Dan zeggen we nog niet het heilige huisje der heilige huisjes, de transfers naar Wallonië. [Volkse beeldspraak] [Calvo 1 minuut] Calvo 20:22:19 Vermogensfiscaliteit, vandaag op de kap van de middenklasse [Volkse beeldspraak] [Annemans 30 seconden] Studiogasten: Barbara Pas (Vlaams Belang) en Kristof Calvo (Groen) [Calvo 1 minuut] Calvo 20:40:03 Die haatzaai, waarom blijft u onze samenleving vergiftigen? Waarom blijft u mensen tegen elkaar opzetten? [Natuurmetafoor] [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] [Pas 1 minuut] Pas 20:40:41 Zijn vraag was of we daaruit lessen hebben getrokken. [Andere] Pas 20:40:53 Amnesty International zou moord en brand schreeuwen, en u waarschijnlijk nog veel luider. [Volkse beeldspraak] [Calvo 40 seconden] Calvo 20:41:06 Racisme is geen kinderspelletje, het is een misdrijf [Sport- en spelmetafoor] Calvo 20:41:42 Want die strijd is ook een deel van mijn politiek project [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] 119 [Pas 30 seconden] Pas 20:41:15 U moet mijn woorden niet verdraaien [Volkse beeldspraak] [Calvo 30 seconden] Calvo 20:42:56 Dat is een schandvlek, die moeten we ook aanpakken. [Volkse beeldspraak] [Pas 1 minuut] Pas 20:43:11 Dankzij interventies, zoals de heer Calvo, die iedereen als racist en fascist bestempelt. [Volkse beeldspraak] Pas 20:44:05 Als u die vraagt stelt in de foto van Vlaanderen, zegt zeventig procent ja. [Andere] [Calvo 30 seconden] [Pas 10 seconden] Pas 20:45:17 Dat ik altijd met vuur verdedig, dat op racisme zou wijzen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Terzake 16 mei 2014 Studiogasten: Caroline Genez (sp.a) en Wouter van Besien (Groen) [Genez 1 minuut] Genez 20:24:02 En anderzijds leefbaarheid en stadsvernieuwing hand in hand gaan. [Personificatie] Genez 20:24:13 We zouden samen met Groen en andere partners, eigenlijk een front willen maken. Een front dat zegt, kijk, laten we van deze regeringsvorming een opportuniteit maken [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 120 [Van Besien 1 minuut] Van Besien 20:25:23 Dan moet je dat grote dogma van de Vlaamse regering die die al vijf jaar aanhoudt, namelijk het tracé moet zeker het Bamtracé zijn, dan moet je dat loslaten. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Van Besien 20:25:31 Het is alsof je in Brussel zou zeggen toen het Atomium werd gebouwd. Je mag bouwen wat je wilt, maar het moeten wel negen bollen zijn. Dat is natuurlijk een schijnopenheid. [Andere] [Genez 20 seconden] Genez 20:26:04 Geen Oosterweel zonder overkapping. Ik denk dat we daar elkaar de hand kunnen reiken. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Van Besien 1 minuut 30 seconden] Van Besien 20:27:01 Want er hangt een ongelofelijke bal aan de voet die men meesleurt. Dat hangt in de weg. [Volkse beeldspraak] Van Besien 20:27:12 Daarom hebben wij in ons zuurstofplan voor de komende legislatuur 1 miljard voor NMBS extra, jaarlijks. [Medische metafoor] Van Besien 20:27:34 Dat sp.a in dat programma helemaal geen investeringsruimte voorziet voor dat openbaar vervoer. [Containermetafoor] [Genez 1 minuut 30 seconden] Genez 20:27:47 Toen sp.a de minister leverde voor mobiliteit, was die investeringsportefeuille veel groter. U weet best dat we daarop verder willen gaan. [Andere] 121 Genez 20:27:56 Wat we nu moeten doen, is inderdaad niet met een bal of een bam aan de voet naar het dossier kijken. [Volkse beeldspraak] Genez 20:28:15 De volgende halte is effectief de volledige overkapping van die ring. [Reismetafoor] [Van Besien 30 seconden] Van Besien Als er een architect is die aan uw huis aan het bouwen is, maar niet weet hoeveel verdiepingen erop staan, dan zou ik die architect niet vertrouwen. [Andere] [Genez 20 seconden] Genez 20:29:32 Ik denk dat dit illustreert dat we die uitgestoken hand samen met die handschoen opnemen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Van Besien 15 seconden] Studiogasten: Caroline Genez (sp.a) en Meyrem Almaci (Groen) [Genez 30 seconden] Genez 20:43:42 Daarom pleiten wij voor maatwerk in het onderwijs, voor een andere schooldag. [Technische metaforen] Genez 20:44:00 Zodat wij alle stakeholders van het onderwijs daarvan kunnen overtuigen. [Andere] [Almaci 45 seconden] Almaci 20:44:06 Wij hebben de hand al de voorbije vijf jaar uitgestoken om één derde voor het hoofd, één derde voor het hart en één derde voor de handen, zoals meneer Van Belle, jeugdauteur, dat ooit heeft voorgesteld. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] 122 Almaci 20:44:31 Dat dat de afgelopen legislatuur in de meerderheid verzand is geweest en een potje geruzie, waardoor we vijf jaar hebben verloren. [Natuurmetafoor] [Volkse beeldspraak] [Genez 1 minuut] Genez 20:44:57 Omdat je inderdaad in ons onderwijs de lat moet hoger leggen voor sterke talenten, maar ook de kloof die gigantisch is, moet verkleinen tussen zwakste leerlingen en de sterkste leerlingen. [Sport- en spelmetafoor] [Containermetafoor] Genez 20:45:10 Daarom vind ik dat wij onder progressieven, want wij zijn de enige dat dat maatwerk willen bieden, moeten op het hoofd en het hart, maar ook op die hervormingen en het maatwerk dat ons onderwijs nodig heeft. [Technische metafoor] [Volkse beeldspraak] Genez 20:45:31 Is het dan niet beter dat sp.a en Groen samen met andere partners die dam opwerpen tegen die conservatieven die niets willen hervormen. [Oorlogs- en gevechtsmetaforen] [Almaci 1 minuut 30 seconden] Almaci 20:45:49 In de zomer dat we moeten vechten voor elke plaats op een school [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Almaci 20:45:57 En daarnaast nog een debat over kwaliteit van onderwijs zien verzanden. [Natuurmetafoor] Almaci 20:46:28 Dan bloedt mijn hart als ik zie hoe in de voorbije vijf jaar de begeleidingsuren voor startende leerkrachten hebben afgeschaft. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Genez 45 seconden] Genez 20:47:20 In plaats van in het Vlaams parlement altijd mekaar vliegen af te vangen over kwaliteit, over investeringen. [Oorlogs- en Gevechtsmetafoor] 123 Genez 20:47:33 […] ook de hand reiken in het vertellen van dat progressief verhaal, naar al die stakeholders: de leraars, de netten, de vakbonden. [Andere] Genez 20:47:45 Laten we dat samen doen in plaats van elkaar vliegen af te vangen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Almaci 30 seconden] Almaci 20:48:23 We zullen vooral een versterking aan linkerzijde in het Vlaams Parlement, want zonder ons lukt het duidelijk niet. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Genez 30 seconden] Genez 20:49:00 De uitdaging zal zijn, kunnen we links wegen op het beleid of krijgen we een nationalistische regering die alleen maar verder opschuift naar rechts. En daarom reiken we elkaar best de hand. [Lichaams- en handelingsmetafoor] [Almaci 20 seconden] Almaci 20:49:09 Dat wil zeggen dat de sp.a niet voldoende heeft kunnen wegen op het beleid, en dat echt Groen nodig is om wel te wegen op het beleid. [Personificatie] Terzake - 19 mei 2014 Studiogasten: Ingrid Lieten (sp.a) en Bart Somers (Vld) [Somers 1 minuut] Somers 1:33:44 […] Opwaartse sociale mobiliteit [Andere] Somers 20:34:00 Die leraren beter te omkaderen. [Technische metafoor] [Lieten 30 seconden] [Somers 30 seconden] [Lieten 30 seconden] 124 [Somers 1 minuut] Somers 20:36:37 Het zijn zij die moeten vechten tegen die schoolmoeheid. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Somers 20:36:45 Op dat moment is het kwaad al vaak geschied. [Volkse beeldspraak] [Lieten 30 seconden] Lieten 20:37:28 Daar vindt u in mij een bondgenoot. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Somers 30 seconden] Somers 20:37:57 We hebben de voorbije jaren heel veel gepraat over de hardware en te weinig aan de software gedaan. [Technische metafoor] [Lieten 30 seconden] [Somers 30 seconden] Somers 20:38:37 Er moeten meer bruggen gebouwd worden. [Technische metafoor] Studiogasten: Kris Peeters (CD&V) en Bart Somers (Open Vld) [Somers 1 minuut] Somers 20:49:05 Waarom omarmt u niet de oplossing die in een gepolariseerde stad, waar we al heel lang discussiëren over mobiliteit, een consensus kan teweegbrengen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Peeters 1 minuut 30 seconden] Peeters 20:49:55 Daar hebben wij een parcours afgelegd, waar – met alle respect meneer Somers - jullie een bochtenparcours hebben gedaan dat denk ik de Alpen D’huez na-aapt [Reismetafoor] 125 Peeters 20:50:59 om de mensen van Ringland en anderen, om die tegemoet te komen [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Somers 1 minuut] [Peeters 1 minuut] Peeters 20:52:23 Positief hebben meegewerkt om hier stappen vooruit te zetten. [Reismetafoor] [Somers 1 minuut] Somers 20:53:17 Voor ons is dat inderdaad een breekpunt. Ge bouwt in de 21e eeuw geen autostrades meer door wijken waar 10.000 mensen wonen […] [Technische metaforen] Somers 20:53:38 In de 21e eeuw is het gelukkig zo dat we niet meer alleen in de ivoren toren van de Wetstraat zitten. [Technische metaforen] [Peeters 30 seconden] Studiogasten: Ingrid Lieten (sp.a) (samen met Geert Bourgeois en Kris Peeters/ niet-geanalyseerd) [Lieten 1 minuut 30 seconden] Lieten 20:25:24 Waar we heel hard onder elkaar hebben moeten puzzelen, want de rekening moet kloppen. [Sport- en spelmetafoor] [Volkse beeldspraak] Lieten 20:25:29 Die wel structureel Vlaanderen gezonder gaan maken. Die de hele economie gezonder gaan maken. [Medische metafoor] 126 Terzake 20 mei 2014 Studiogasten: Hilde Crevits (CD&V) en Jan Jambon (N-VA) [Jambon 1 minuut 30 seconden] Jambon 20:42:19 Laten we nu eerst die kiezer spreken, dan zijn de kaarten verdeeld en kan het spel beginnen. [Sport- en spelmetafoor] Jambon 20:42:28 Als we allebei op dezelfde moment naar elkaar bellen, gaan we allebei een bezettoon krijgen. Dat is niet goed. [Andere] [Crevits 1 minuut 30 seconden] Crevits 20:44:25 Wij zijn niet voor hakbijlen. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] Crevits 20:44:36 Wij zijn akkoord dat we daar wat moeten aftoppen. [Natuurmetafoor] Crevits 20:44:54 Mensen die tussen zestig en vijfenzestig jaar met pensioen gaan, die worden door uw partij gestraft. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Jambon 30 seconden] Jambon 20:45:15 Dat is een aanvalslijn ten opzichte van mijn partij. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Crevits 2 minuten] Crevits 20:45:46 We zijn akkoord dat er een groeipad is. [Reismetafoor] Crevits 20:45:53 Wij houden die lijn aan, ook de komende jaren. [Reismetafoor] 127 Crevits 20:46:13 Daar denk ik dat wij samen op dezelfde lijn zitten. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Jambon 30 seconden] [Jambon 1 minuut] Jambon 20:49:06 Die uitspraak dat dat vijf procent per jaar is, is compleet van de pot gerukt [Volkse beeldspraak] Studiogasten: Jan Jambon (N-VA) (samen met Wouter Beke/ niet geanalyseerd) [Jambon 30 seconden] Jambon 20:21:04 Volgens die professoren klopt de rekening niet [Volkse beeldspraak] [Jambon 1 minuut] Jambon 20:23:06 Wij beginnen met de voordelen voor de kleine inkomens, voor de middelgrote inkomens en voor de grote inkomens op dag één. Niet vanaf 2017, op dag één. [Reismetafoor] Jambon 20:23:44 En niet zoals in jullie plan aan het einde van de rit, want dan komen we te laat. [Transportmetafoor] [Jambon 30 seconden] Jambon 20:24:30 Vandaag gaan de bedrijven hier lopen. Vandaag investeren onze bedrijven in het buitenland. [Personificatie] Jambon 20:25:03 Wij moeten nu handelen. Niet in 17, niet in 19, maar vandaag. [Reismetafoor] 128 Terzake – 21 mei 2015 Studiogasten: Liesbet Homans (N-VA) (samen met John Crombez / niet geanalyseerd) [Homans 1 minuut] [Homans 1 minuut 30 seconden] Homans 20:26:57 Dat hangt er ook vanaf hoe dat ge de index gaat uitzuiveren. [Medische metafoor] [Homans, 1 minuut] Homans 20:28:35 Wat u deur aan deur gaat vertellen is een leugen, u gaat kloppen en bellen bij de mensen, en vertellen N-VA gaat uw pensioen verlagen. Ik kan u met het hand op het hart zeggen, er is niks van aan. [Volkse beeldspraak] Studiogasten: Bart De Wever (N-VA) en John Crombez (sp.a) [Crombez 1 minuut] Crombez 20:48:16 De echte vraag is wie de rekening betaalt. [Volkse beeldspraak] [De Wever 30 seconden] De Wever 20:49:22 Of is het een groeipad naar 3 miljard? [Reismetafoor] [Crombez 30 seconden] [De Wever 30 seconden] De Wever 20:49:55 Dan zeg ik u wel dat er een enorm gat in die cijfers van de sp.a is geslagen. [Containermetafoor] 129 De Wever 20:50:03 Men zegt altijd halve waarheden en hele leugens, want wij voeren vanaf dag één als enige een hervorming door van de personenbelasting […]. [Reismetafoor] [Crombez 30 seconden] Crombez 20:50:30 Als ge u de vraagt stelt, ‘wie gaat de rekening betalen?’ […] [Volkse beeldspraak] Crombez 20:50:47 Daarnaast staat er ook, dat is dan dag twee […] [Reismetafoor] [De Wever 1 minuut] De Wever 20:51:07 Dan klopt uw rekening weer niet. [Volkse beeldspraak] De Wever 20:51:27 Daar is nog ruimte. [Containermetafoor] De Wever 20:51:38 U bent toch de partij van de kleine man. [Volkse beeldspraak] De Wever 20:51:50 Wij zijn wel zo eerlijk te zeggen dat je hier en daar maatregelen zal moeten nemen die de mensen voelen. Andere partijen die toveren met cijfers, en die goochelen met cijfers fraudebestrijding. [Andere] [Crombez 30 seconden] Crombez 20:52:03 Ik ga eventjes niet mee toveren met de cijfers [Andere] Crombez 20:52:50 En die komt dan uit de lucht vallen, meneer De Wever, die BTW. [Volkse beeldspraak] [De Wever 1 minuut] De Wever 20:53:01 U kan hier mij komen aanvallen, maar u moet het palmares van u regering-Di Rupo maar eens zien. [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] De Wever 20:53:24 […] dat die in dezelfde richting gaan [over de programma’s van CD&V, Open Vld en N-VA]. [Reismetafoor] 130 De Wever 20:53:57 Proximus zal niet rijker worden als het niet moet van mijn telefoon. [Andere] De Wever 20:54:03 Ik hoop vooral dat ze opnemen als ik bel, maar dat zal van de kiezer afhangen die moet nog eerst voor verandering durven kiezen. [Andere] Terzake 22 mei 2014 Studiogasten: Gwendoline Rutten (Open Vld) en Filip De Winter (Vlaams Belang) [De Winter 1 minuut] De Winter 20:20:21 Als die automatisch worden omgezet in een enkelbandregime [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] De Winter 20:20:41 Hebt u niet de indruk dat de overheid eerder het kamp kiest van de criminelen in plaats van het uiteindelijk op te nemen voor de slachtoffers? [Oorlogs- en gevechtsmetafoor] [Rutten 2 minuten] Rutten 20:20:50 Strafuitvoering een essentieel onderdeel in gans de keten. [Technische metaforen] Rutten 20:21:25 Dat is stap voor stap en we moeten natuurlijk nog een stapje verder gaan. Ze is natuurlijk ook nog maar twee jaar bezig. [Reismetafoor] Rutten 20:21:30 Waar moet je op inzetten, dat is een stapje eerder. Dat is ervoor zorgen dat mensen snel berecht worden en dus maken we werk van snelrechtbanken. [Reismetafoor] Rutten 20:21:43 We willen dat opdrijven, dat is de prioriteit voor de volgende legislatuur. [Transportmetafoor] 131 Rutten 20:21:53 Dan kan je die hele keten van die strafuitvoering verder uitvoeren. [Technische metafoor] Rutten 20:22:03 Waar wij van mening zullen verschillen, is dat wij vinden dat er een ganse waaier mag worden aangeboden van straffen. [Volkse beeldspraak] Rutten 20:22:10 Wij reiken aan de rechterlijke macht instrumenten aan om hun taak naar behoren te kunnen doen. Het is niet onze taak om te straffen. [Technische metafoor] Rutten 20:22:30 Die gevangenissen dateren nog uit de tijd van Napoleon. [Volkse beeldspraak] Rutten 20:22:32 Je biedt die waaier aan en gaat er op die manier van uit dat je het sluitstuk van een goed justitiebeleid kan voeren. [Technische metafoor] [De Winter 30 seconden] De Winter 20:22:47 Dat men een aantal straffen omzet in een enkelbandregime. [Oorlogs-en gevechtsmetafoor] De Winter 20:23:01 Een enkelband, laat ons eerlijk zijn, dat is een beetje onbetaald verlof in eigen huis. Dat is niet echt een straf. [Andere] [Rutten 1 minuut 30 seconden] Rutten 20:23:26 In alle moderne democratieën biedt je dus een waaier van mogelijkheden aan. [Volkse beeldspraak] Rutten 20:24:16 Als je tegelijkertijd dan pleit voor het bevriezen van de uitgaven en het snijden in de overheidsuitgaven. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Rutten 20:24:30 Waarom vervangen wij die gevangenissen? Omdat ze uit de tijd van Napoleon komen, dat kan echt niet meer. [Volkse beeldspraak] Rutten 20:24:40 Omdat we weten, dat is een pijnpunt bij ons. [Lichaams- en handelingsmetafoor] 132 [Rutten 1 minuut] Rutten 20:26:11 Ik heb gisteren op Het Beloofdez Land ook gezien dat de feiten van meneer De Winter altijd met een korrel zout moeten worden genomen. [Volkse beeldspraak] Rutten 20:26:31 We hebben geen knop hé, meneer De winter, waar we op kunnen duwen en de mensen zijn weg. Het gaat om mensen en andere landen waar je mee moet samenwerken. [Technische metafoor] Studiogasten: Maggie De Block (Open Vld) en Filip De Winter (Vlaams Belang) [De Winter 1 minuut] De Winter 20:42:23 Maar u bent wat het asiel- en migratiebeleid betreft met handen en voeten gebonden aan de PS en aan de sp.a. [Volkse beeldspraak] De Winter 20:43:26 Bent u geen voorstander, net zoals wij, van een volledige en waterdichte immigratiestop? [Andere] [De Block 1 minuut 30 seconden] De Block 20:43:50 Ik heb mijn valiesje gepakt en ik ben naar vele landen gegaan. [Reismetafoor] De Block 20:44:15 We zijn van de eerste plaats naar de zesde, zevende plaats gezakt. Het zijn geen Olympische spelen, dus ik vind dat eigenlijk beter dat we van dat podium geraakt zijn. [Sport- en spelmetafoor] De Block 20:45:08 De terugkeer is het sluitstuk van het migratiebeleid. [Technische metafoor] 133 [De Winter 1minuut] De Winter 20:45:37 Het is niet omdat een leerling die één op tien haalde, op het einde van de rit, drie jaar later, drie op tien haalt dat we daarom geslaagd zijn. Neen, u bent nog altijd gebuisd. [Andere] [Reismetafoor] De Winter 20:46:03 Dat toont aan dat dat sluitstuk er inderdaad niet is. Dat is het grote probleem. [Technische metafoor] [De Block 1 minuut 30 seconden] De Block 20:46:03 Dat is helemaal appelen met peren vergelijken. [Volkse beeldspraak] De Block 20:46:18 Daar hebben we ook aan geremedieerd, maar je moet geen appelen met peren vergelijken. [Volkse beeldspraak] [De Winter 30 seconden] De Winter 20:48:11 Hebben we geen beleid nodig zoals u dat doet, met zandzakjes om de dijk van de immigratie te dichten. We hebben bulldozers nodig. [Volkse beeldspraak] [Technische metaforen] Terzake 23 mei 2014 Studiogasten: Marianne Theysen (CD&V) en Bart Staes (Groen) [Thyssen 1 minuut 30 seconden] Thyssen 20:15:56 Nu hebben we de kans daar een verder houdbaar economisch beleid op te bouwen dat jobs kan creëren [Technische metafoor] 134 Thyssen 20:16:00 Alle instrumenten die we in Europa hebben om daartoe bij te dragen moeten we inzetten. [Technische metafoor] Thyssen 20:16:07 De interne markt verder uitbouwen want die gaat onze welvaart verhogen. […] Dat onze energie in die interne markt opgebouwd wordt. [Technische metafoor] [Staes 1 minuut] Staes 20:18:52 Dan zou er een Green New Deal tot stand moeten gebracht worden. [Andere] Staes 20:19:06 Zodanig dat er groene jobs gecreëerd worden, duurzame jobs. [Volkse beeldspraak] [Thyssen 1 minuut 30 seconden] Thyssen 20:20:13 Je kan natuurlijk zeggen als een glas voor drie vierde vol is, het is nog niet helemaal gevuld. [Volkse beeldspraak] Thyssen 20:20:30 Dat er kan opgetreden worden op een manier dat niet de hele economie meegesleurd wordt. [Lichaams- en handelingsmetafoor] Thyssen 20:20:38 Door nog meer schulden te maken, door die door te schuiven naar de volgende generaties, daardoor gaan we de problemen niet oplossen. [Lichaams- en handelingsmetaforen] Thyssen 20:20:55 Grijp dat vertrouwen, laat ons dat aangrijpen om nu verder in Europa die afspraken te maken die de ondernemingen aan te moedigen. [Lichaams- en handelingsmetaforen] [Staes 1 minuut] Staes 20:21:10 Ik ben het eens met mevrouw Thyssen dat we voor de bankensector belangrijke stappen hebben gezet. Maar ik ben er ook van overtuigd dat we verdere stappen moeten vooruitzetten. [Reismetaforen] 135 Staes 20:21:45 Voor onze afvalstoffen, die terug te zien als het nieuwe goud, als iets dat echt jobs creëert ook. [Volkse beeldspraak] Staes 20:22:10 Dat is toch een prachtig, positief verhaal waarmee je mensen kan winnen. [Andere] 136 Abstract Political power is (at least to some extent) based on language, claims Charteris-Black (2011). Therefore, political language is closely related to persuasion and rhetoric. The most successful politicians tell the most clear-cut and credible stories. De Bruijn (2014) defines this as framing: a communicative strategy which creates intelligible messages that influence the perception of the audience. Especially since the so-called mediatization of political communication, speakers tend to be more focused on how to form their messages and how to persuade the audience. According to Strömback (2008), media logic has therefore replaced political logic. This master’s thesis investigated those changes, but focused on the role of metaphorical language within mediatized political communication. As Charteris-Black (2011) pointed out, metaphors have a specific rhetorical value. The main goal of this research was therefore to describe the discourse functions of metaphors and characterize the metaphorical language in the Flemish political domain. The corpus material consisted of television debates during the Belgian federal elections of 1995 and 2014. This research then applied Lakoff & Johnson (1980)’s paradigm of conceptual metaphors to the material and defined four frames which described the political images used, namely POLITICS IS WAR, POLITICS IS A JOURNEY, POLITICS IS A CONSTRUCTION, POLITICS IS A HUMAN BODY. Secondly, this research compared the metaphorical language of 1995 and 2014 on a qualitative and quantitative level. On the one hand, the quantitative differences between both political periods turned out to be smaller than expected. In 2014, the participants used on average 1,8 metaphors a minute. In 1995, the mean result was 1,5 metaphors a minute. Therefore the impact of the mediatization seemed to be less fundamental than the theoretical study of this master’s thesis suggested. Yet, the differences between the Flemish political parties have shrunk in twenty years’ time. This could mean that the impact of media logic has forced all parties – even the parties in office – to adapt their language to media standards. On the other hand, this master’s thesis researched the qualitative differences between 2014 and 1995. More specifically, this paper investigated the element of framing in both corpuses. The results showed that Flemish politicians use more frames now than twenty years ago. Yet, already in 1995, the speakers’ metaphorical language could be captured in underlying conceptual frames. The mediatization of politics has only reinforced this tendency. Last but not least, the frames used tended to be more creative and original in the corpus of 2014. Twenty years ago, the Flemish politicians seemed to be using more conventional metaphors.