In the Netherlands, large databases of cone penetration tests (CPTs) have been developed by municipalities, knowledge institutes and geotechnical engineering consultants. They contain hundreds of thousands of digital CPT traces and are... more
In the Netherlands, large databases of cone penetration tests (CPTs) have been developed by municipalities, knowledge institutes and geotechnical engineering consultants. They contain hundreds of thousands of digital CPT traces and are worth exploring during the early planning of any civil and environmental engineering projects. However, time and geotechnical expertise to process the mass of information available, manually, in a sufficiently objective way is lacking. Grouping in the depth-cone parameters space, the CPT traces which look alike by fuzzy-c means clustering, permits rapid identification of the main features of the subsurface. CPT traces can also be trimmed before clustering to reveal more subtle features of the subsurface. The clustering tool has been developed using the geotechnical data gathered for the construction of a new neighbourhood in Rotterdam, The Netherlands. The use of the tool has helped to reveal a buried Holocene channel and its associated crevasse splay...
ABSTRACT In 2002-2003 is in een Delft Cluster project een (score)methodiek ontwikkeld waarmee het proces van het opstellen van een zettingsprognose kan worden gedocumenteerd en de nauwkeurigheid ervan worden gekwantificeerd. De... more
ABSTRACT In 2002-2003 is in een Delft Cluster project een (score)methodiek ontwikkeld waarmee het proces van het opstellen van een zettingsprognose kan worden gedocumenteerd en de nauwkeurigheid ervan worden gekwantificeerd. De oorspronkelijke systematiek is gerapporteerd in Delft Cluster rapport DC1-412-10. De systematiek is opgesteld voor toepassing bij opnieuw ophogen van bestaande voorzieningen op slappe bodem. In de studie in 2003 is deze systematiek toegepast op slechts één gedocumenteerd project. Er was daarom behoefte aan een verdere validatie van de methodiek. Deze validatie is uitgevoerd en gerapporteerd in het voorliggende rapport. Op basis van de validatie is de methodiek aangepast. De aangepaste methodiek is gerapporteerd in rapport ”Geotechnsiche Meetlat”. Aan de hand van vier concrete cases is de bruikbaarheid van de methodiek getoetst en is deze waar nodig aangepast. De puntentelling van de scoremethodiek is (waar nodig) aan de hand van de cases aangepast. Naast een validatie van de methode zelf dient de evaluatie van de projecten ook om vast te stellen welke score nodig is voor het maken van een goede afweging tussen traditioneel ophogen en ophogen met (duurder) licht gewicht materiaal. In het huidige project is een naam gevonden voor de systematiek: de Geotechnische Meetlat.
ABSTRACT Bij de keuze voor de methode van onderhoud van wegen op slappe bodem speelt de zettingsprognose een belangrijke rol. Tegelijkertijd is het opstellen van een nauwkeurige zettingsprognose niet eenvoudig: kleine afwijkingen in... more
ABSTRACT Bij de keuze voor de methode van onderhoud van wegen op slappe bodem speelt de zettingsprognose een belangrijke rol. Tegelijkertijd is het opstellen van een nauwkeurige zettingsprognose niet eenvoudig: kleine afwijkingen in invoerparameters of modellering kunnen voor een grote afwijking in de voorspelde zetting zorgen. De Geotechnische Meetlat geeft beheerders van voorzieningen op slappe bodem een instrument om te kunnen bepalen welke inspanningen nodig zijn om een bepaalde nauwkeurigheid van de zettingsprognose te behalen. Tevens is het instrument een hulpmiddel voor geotechnisch adviseurs en kan het gebruikt worden ter verantwoording van de opgestelde zettingsprognose. De Geotechnische Meetlat is specifiek bedoeld voor het maken van een goed onderbouwde keuze tussen ophogen met zand (“traditionele ophoging”) en ophogen met lichte materialen. In hoofdstuk 3.3 is beschreven hoe de methode gebruikt kan worden om de nauwkeurigheid van zettingsprognoses te bepalen als niet afgewogen hoeft te worden.