Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

August von Mackensen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
August von Mackensen
August von Mackensen circa 1914-1915
August von Mackensen circa 1914-1915
Geboren 6 december 1849
Haus Leipnitz, bij Trossin
Overleden 8 november 1945
Habighorst gem. Eschede, (Hannover)
Rustplaats Städtischer Friedhof, Celle, Nedersaksen, Duitsland[1]
Land/zijde Pruisen
Duitse Rijk
Onderdeel Pruisische Leger
Deutsches Heer
Dienstjaren 18691919
Rang Generalfeldmarschall
Eenheid Leib-Husaren-Rgt. Nr. 2
Bevel XVII Legerkorps (Duitse Keizerrijk) (27 januari 1908 –
1 november 1914)
9e Leger (Duitse Keizerrijk) (2 november 1914 – 17 april 1915)
11e Leger (Duitse Keizerrijk) (16 april 1915 – 8 september 1915)
Legergroep Mackensen (Polen) (22 april 1915 -
8 september 1915)
Legergroep Mackensen (Servië) (9 september 1915 -
30 juli 1916)
Legergroep Mackensen (Roemenië) (28 augustus 1916 - 7 mei 1918)
Slagen/oorlogen Frans-Duitse Oorlog

Eerste Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie onderscheidingen

August von Mackensen (6 december 1849 - 8 november 1945) was een vooraanstaand Duits militair bevelhebber ten tijde van het Duitse Keizerrijk en de Eerste Wereldoorlog.

August Mackensen werd geboren in een burgerlijk gezin zonder connecties met de Pruisische adel. Zijn vader Louis Mackensen was een administrator in diverse agrarische ondernemingen. In de hoop dat zijn oudste zoon in zijn voetsporen zou treden werd hij naar het gymnasium van Halle gestuurd en vervolgens naar de plaatselijke Maarten Luther-Universiteit. Desondanks begon hij in 1869 toch een carrière in het leger; aanvankelijk als vrijwilliger bij de Leibhusaren in het Pruisische leger. In 1870-1871 nam hij deel aan de Frans-Duitse Oorlog. Na deze oorlog studeerde hij nog even verder aan de universiteit maar was door zijn ervaringen in de voorgaande oorlog steeds meer geïnteresseerd geraakt in krijgskunde. Hij brak zijn studie in 1873 af en werd beroepssoldaat. Mackensen maakte indruk op zijn superieuren en gestaag werd hij benoemd in steeds hogere functies. In 1891 werd hij in de Generale Staf van het leger geplaatst, ondanks dat hij niet de militaire academie had doorlopen, aanvankelijk als adjudant van Helmut von Moltke de oude en na het aantreden van Alfred von Schlieffen als diens assistent. Ten slotte maakte hij zoveel indruk op keizer Wilhelm II dat deze hem tot zijn persoonlijke adjudant benoemde, de eerste burger die deze post kreeg toebedeeld. In 1899 werd Mackensen door keizer Wilhelm II, ter gelegenheid van diens 40ste verjaardag, in de erfelijke adelstand verheven en kon zich voortaan von Mackensen noemen. In 1901 werd hij als generaal-majoor bevelhebber van de Leibhusaren, beter bekend als de Totenkopfhusaren. Het opvallende doodshoofd op de bijbehorende berenmuts moest uitstralen dat er in principe 'geen genade' betoond werd aan de tegenstanders. Na Von Schlieffens aftreden in 1906 werd Mackensen gezien als een mogelijke opvolger als hoofd van de generale staf maar dit werd uiteindelijk Helmuth von Moltke de jonge. In 1911 droeg Von Mackensen het commando van de 'Totenkopfhusaren' over aan kroonprins Wilhelm van Pruisen, maar hem werd toestemming verleend levenslang het uniform te mogen blijven dragen van deze huzaren.

Eerste Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verwierf Von Mackensen naam en faam na de slagen bij Tannenberg en de Mazurische meren. Nadien werd hij ingezet als er een forse doorbraak verwezenlijkt moest worden, zoals in Łódź (1914) en Gorlice-Tarnów (1915). Zijn tactiek berustte op een aanval over breed front met inzet van een maximum aan middelen. Deze tactiek werd bekend als Mackensen-falanx. In 1915 werd hij tot maarschalk bevorderd. Hij stond aan het hoofd van een interventiemacht bestaande uit Duitsers, Oostenrijkers en Bulgaren bij het tweede offensief tegen Servië en de inval in Roemenië. Na de val van Boekarest (1916) bleef hij in Roemenië als opperbevelhebber van het bezettingsleger. Op het einde van de oorlog werd hij door de Fransen geïnterneerd te Saloniki. Pas in 1919 zou hij naar Duitsland terugkeren.

Hij was er, net als veel Duitse officieren, van overtuigd dat de oorlog niet op het slagveld maar door de interne politiek was verloren; de zogenaamde Dolkstootlegende. Over de moord op Matthias Erzberger, die verantwoordelijk was voor de naleving van het Verdrag van Versailles, zei hij: "van die plaag zijn we verlost". Aanvankelijk bemoeide Von Mackensen zich niet meer met de politiek maar in de jaren 20-30 begon hij toch weer publiekelijk op te treden. Hij leende zich geregeld voor politieke manifestaties waarbij hij steevast zijn zwarte Totenkopf-huzarenuniform droeg. Dit uniform werd later ook de inspiratie voor het uniform van Heinrich Himmlers SS die eveneens geen genade betoonden aan hun gevangenen. Op 22 oktober 1935 ontving hij van Adolf Hitler het landgoed Brüssow en 35.000 Reichsmark als dotatie.

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij overwegend positief over het heersende regime dat onder andere veel 'Pruisische waarden' had overgenomen. Hij sprak echter ook zijn afkeuring uit over de gruweldaden van de SS in Polen waarover Von Mackensen veel berichten kreeg. Hij bleef een overtuigd monarchist en was na diens overlijden aanwezig bij de bijzetting van ex-keizer Wilhelm II in Doorn, waar deze sinds 1920 in ballingschap verbleef. Uiteindelijk werd Von Mackensen door Hitler en Joseph Goebbels verdacht van onloyaliteit maar hij werd verder niet aangepakt door het regime; waarschijnlijk omdat August von Mackensen nog steeds heel populair was onder de Duitsers. Begin 1945 vluchtte hij voor het Rode leger naar Nedersaksen, waar hij een maand voor zijn 96ste verjaardag overleed. Hij werd bijgezet op de stadsbegraafplaats van Celle.

In 1879 huwde hij Dorothea von Horn (1854–1905), met wie hij 5 kinderen kreeg:

Na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1905 huwde hij in 1908 op 58-jarige leeftijd Leonie von der Osten (1878–1963). Dit huwelijk bleef kinderloos en hield stand tot aan zijn overlijden in 1945.

Militaire loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]

August von Mackensen droeg veel onderscheidingen waaronder het exclusieve Oostenrijkse Kruis voor Militaire Verdienste Ie Klasse met diamanten. Bij officiële gelegenheden was hij gekleed in het opvallende uniform van de Totenkopfhusaren (1. Leib-Husaren-Regiment Nr. 1).

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie August von Mackensen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.