Bloemkoolwijk
Een bloemkoolwijk of woonerfwijk is een type woonwijk dat sinds 1970 in Nederland werd gebouwd. Zij kenmerkt zich door een bloemkoolstructuur of "boomstructuur" met sterk hiërarchisch geordende verkeersstromen, waarbij het doorgaande verkeer over een ringweg (of een beperkt aantal hoofdwegen) wordt geleid. De woonerven zijn als bloemkoolroosjes op de hoofdwegen "geplant" en hebben maar één (rondlopende of doodlopende) toegang, waardoor ze autoluw zijn. De eerste woonerven ontstonden eind jaren zestig in de woonwijk Emmerhout in Emmen.
De opvolger van de bloemkoolwijk is de Vinex-wijk, gebouwd vanaf 1995.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Bas van der Laan[1] noemt als enkele kenmerken voor deze wijken: groene, diffuse opzet van de wijk; duidelijke hoofdstructuur (ringweg), waar diverse buurten met een lus of doodlopende straat op zijn aangesloten; autoluw, geen fysiek onderscheid tussen weg en trottoir; grondgebonden woningen met een voor- en achtertuin; veel openbaar groen rondom de woningen; stevige groenstructuur in en om de wijk, vaak gecombineerd met water.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]Planologen en stedenbouwkundigen gebruikten de term 'bloemkoolwijk' in de ruimtelijke ordening en planologie voor een specifiek stedelijk woonmilieu uit de periode 1970 – 1985. Stedenbouwkundig en planologisch gezien markeren de woonmilieus uit die periode een keerpunt binnen de Nederlandse stadsontwikkeling van na 1945. Het ontwerp van de bloemkoolwijk was een reactie op de planningsdoctrine en ontwerpgedachte van de nieuwe zakelijkheid en de daarmee gepaard gaande strokenbouw en stempelstructuur. De bloemkoolwijk vormt een intermezzo tussen de functionalistische en monolithische wijken van na de Tweede Wereldoorlog en de eclectische en retrospectieve stijlen van de jaren negentig. Een illustratie van een woonwijk met een bloemkoolontwerp verscheen voor het eerst in Nederland in 1972 in het magazine Baksteen. Hoewel de planoloog Niek de Boer vaak wordt opgevoerd als de geestelijk vader van de bloemkoolwijk, is dit type wijk waarschijnlijk in 1957 bedacht door de Duitse architect Walter Schwagenscheidt.[2]
Voorbeelden
[bewerken | brontekst bewerken]Enkele typerende voorbeelden van bloemkoolwijken zijn De Laar in Arnhem, Peelo in Assen, Merenwijk en Stevenshof in Leiden, Weezenhof in Nijmegen, Holy-Noord in Vlaardingen[3] en het stadsdeel Almere Haven in Almere, maar er zijn nog vele andere, zoals meervoudig toegepast in de regio Gooi en Vechtstreek, waarvan Huizermaat (Huizen) en Hilversumse Meent,[4] maar ook Aetsveld (Weesp)[5] en de Bijvanck (Huizen/Blaricum)[6] genoemd kunnen worden.
Kritiek
[bewerken | brontekst bewerken]Bloemkoolwijken zijn veelvuldig bekritiseerd. Veel stedenbouwkundigen en architecten noemen de wijken lelijk, niet-bewoners klagen over het doolhof aan vertakkingen, waardoor verdwalen gemakkelijk is. Bewoners wonen er echter graag. Ze waarderen de ruimtelijke structuur, het groen en de hofjes, bleek in 2013 uit een enquête[7] onder 1400 bewoners van bloemkoolwijken.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]Martijn Ubink, Thijs van der Steeg (2011): Bloemkoolwijken. Analyse en Perspectief, Uitgever: SUN, ISBN 978-94-6105-169-1
Noten
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Bas van der Laan (2018), Openbare Ruimte Bijvanck Projectplan definitiefase, [1]
- ↑ In de bloemkoolwijk met z’n allen knus onder één dak. NRC, 17 april 2024
- ↑ Bloemkoolwijken: Ontwerpende verkenningen voor doorontwikkeling van wijken uit de jaren '70-'80, M3H Architecten, 2012.
- ↑ Als voorbeelden genoemd in: Jaap Evert Abrahamse (2019), Opkomst en ontwikkeling van de bloemkoolwijk. Het ontwerp van woonwijken in Nederland en de zoektocht naar identiteit, Amersfoort: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
- ↑ Arjan Gerritsen, Bloemkoolwijken, afstudeerscriptie NHTV Breda.
- ↑ Van der Laan, a.w. (2018).
- ↑ Onderzoek: Een Bloemkoolwijk is zo gek nog niet!. Gebiedsontwikkeling.nu. Gearchiveerd op 12 mei 2023. Geraadpleegd op 12 mei 2023.