Ernst Toller
Ernst Toller (Samotschin, 1 december 1893 — New York, 22 mei 1939) was een Duits schrijver uit het expressionisme, later neigend naar de nieuwe zakelijkheid.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Toller was de zoon van een welgesteld joods koopliedengezin. Zijn leven en carrière worden gekenmerkt door een duidelijke evolutie in maatschappelijke en artistieke opvattingen. Aanvankelijk studeerde hij rechten te Grenoble, maar met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij vrijwilliger. Daar hij echter zwaargewond en ziek werd, ontsloeg men hem in 1916, waarop hij literatuur en politicologie in München, en later Heidelberg, aanvatte. Tijdens deze jaren veranderde hij het geweer van schouder en werd een overtuigd pacifist, met sterk socialistische voorkeuren. Toen er in 1918 revolutie uitbrak in Beieren, was Toller een van de prominente voorvechters van de Beierse Radenrepubliek; ook sympathiseerde hij met de arbeiders in de wapenindustrie, die in staking waren gegaan. Uiteindelijk werd hij voorzitter van de verschillende raden. Zijn eerste toneelstuk, Die Wandlung, gaat grotendeels over zijn eigen koerswijziging.
Na de oprichting van de Weimarrepubliek werd Toller tot vijf jaar opsluiting veroordeeld, en het was in zijn gevangenschap dat hij zijn voornaamste werken schreef, waaronder Masse Mensch en Hinkemann (oorspronkelijk Der deutsche Hinkemann); dit laatste stuk, een tragedie, illustreert Tollers evolutie richting nieuwe zakelijkheid. Ideologisch spreekt uit de werken een radicaal-links gedachtegoed. Tevens publiceerde hij een gedichtbundel over het gevangenisleven, Das Schwalbenbuch, en later, in 1935, een boek met correspondentie vanuit de hechtenis. Na zijn vrijlating ging hij in Berlijn wonen; hij schreef nog onder andere het toneelstuk Hoppla, wir leben!, alsmede talloze essays, kritische verhandelingen en dies meer.
In 1933, met de machtsovername door de NSDAP, ging Toller in ballingschap naar Zwitserland; hij publiceerde in dat jaar nog een autobiografie, Eine Jugend in Deutschland, maar vermits Toller zowel jood als links-sociaist was, werden zijn boeken verboden en publiekelijk verbrand. In 1934 verhuisde hij naar Engeland; hij schreef nog een stuk in het Engels, Pastor Hall, en gaf in 1939 een reeks voordrachten in de VS. Tijdens deze tournee verhing hij zich.
Een centraal thema in Tollers werk is het streven naar sociale rechtvaardigheid zonder bloedvergieten: reeds in de statische 'tafereelstukken' uit zijn vroege periode exploreert hij de verschillende mogelijkheden die voorhanden zijn om een revolutie te bewerkstelligen, waarbij elk personage een andere politiek symboliseert. In de komedie Der entfesselte Wotan houdt hij zich met de massapsychologie bezig, een fenomeen waarvan hij reeds zeer vroeg het gevaar inzag, in de vorm van het opkomende fascisme. Het levensgrote dilemma van Toller is dat hij resoluut partij koos voor de onderdrukte massa, maar tegelijkertijd buitengewoon bang was van de potentiële vernietigingskracht die van die massa uitging. In Masse Mensch predikt de heldin, Sonja Irene L., de rechtvaardigheid aan de arbeidersmassa, maar wordt ontgoocheld wanneer de menigte haar macht gaat misbruiken en tot een nieuwe onderdrukker verwordt; uiteindelijk kiest Sonja voor de dood.
Hoppla, wir leben! werd door Erwin Piscator geregisseerd: het is een stuk dat de toeschouwer tot nadenken moet stemmen over de verschillende maatschappelijke opties, zonder er een van op te willen dringen. Van al zijn stukken is echter Hinkemann nog het populairst, en van Tollers autobiografie verscheen een Nederlandse vertaling. Technisch-dramaturgisch zocht Toller steeds naar vernieuwing in het theater; zijn werken maken veelvuldig van speciale klank- en lichteffecten gebruik, en streven naar experiment.
Werken
[bewerken | brontekst bewerken]- 1919 Die Wandlung. Das Ringen eines Menschen
- 1920 Masse Mensch. Ein Stück aus der sozialen Revolution des zwanzigsten Jahrhunderts
- 1922 Die Maschinenstürmer. Drama aus der Zeit der Ludditenbewegung in England
- 1923 Der deutsche Hinkemann
- 1924 Der entfesselte Wotan
- 1924 Das Schwalbenbuch
- 1927 Hoppla, wir leben!
- 1930 Feuer aus den Kesseln!
- 1933 Eine Jugend in Deutschland; in 1981 in het Nederlands verschenen 'Een jeugd in Duitsland'
- 1935 Briefe aus dem Gefängnis
- 1939 Pastor Hall
Toneelstuk
[bewerken | brontekst bewerken]Duits toneelschrijver Tankred Dorst maakte het toneelstuk Toller (1969), over de persoon van Toller en diens rol in de Radenrepubliek in 1919.[1]
- Barbara Baumann & Brigitta Oberle (1985), Deutsche Literatur in Epochen. München: Max Hueber Verlag.
- Gerhard Fricke & Mathias Schreiber (1988), Geschichte der deutschen Literatur. Paderborn: Ferdinand Schöningh.
- Wolf Wucherpfennig (1986), Geschichte der deutschen Literatur. Von den Anfängen bis zur Gegenwart. Stuttgart: Ernst Klett.
- ↑ Winkler Prins Jaarboek 1970, Elsevier, p. 113