Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

Kaspar Hauser

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kaspar Hauser ca. 1830, door Carl Kreul

Kaspar Hauser (30 april 1812 (naar verluidt) – Ansbach, 17 december 1833) was een Duitse vondeling van onbekende afkomst. De omstandigheden rondom zijn vondst, leven en dood bleken een mysterie en vormden aanleiding tot veel speculatie. Hardnekkige geruchten dat hij een zoon van groothertog Karel van Baden zou zijn konden in 2024 definitief worden weerlegd.[1]

Unschlittplatz 8 Neurenberg, met gedenksteen vondst Kaspar Hauser

Op pinkstermaandag (26 mei) 1828 werd op de Unschlittplatz in Neurenberg, dat toen tot het Koninkrijk Beieren behoorde, een verwaarloosde jongen aangetroffen. Hij droeg boerenkledij en kon nauwelijks spreken. Hij verplaatste zijn voeten zonder goed te weten hoe hij moest lopen en begreep amper iets. Aanvankelijk dacht men dat hij dronken was omdat hij steeds dezelfde zinnen herhaalde, namelijk "ik wil zijn zoals mijn vader" en "ik wil een ruiter zijn, zoals mijn vader was". Hij zei dit in oud Beiers dialect[2] en gaf aan zelf niet te begrijpen wat hij zei.

De jongen had twee brieven bij zich: de eerste was gericht aan de kapitein (op dat moment was dit Friedrich von Wessenig) van het 4e eskadron van het 6e cavalerieregiment, gelegerd in Neurenberg. Daarin stond dat de anonieme schrijver een arbeider was die vanaf 7 oktober 1812 voor hem gezorgd had en hem lezen, schrijven en de christelijke religie geleerd had, maar hem geen stap buiten de deur had laten doen. In de brief werd de kapitein verzocht om hetzij de jongen in dienst te nemen als soldaat, of hem anders weg te jagen of op te hangen. Een ander briefje, dat door de moeder van de jongen aan die anonieme verzorger zou zijn gericht, vermeldde zijn naam (Kaspar Hauser) en geboortedatum (30 april 1812) en de verklaring dat zijn vader een overleden cavalerie-officier was.

De jongen werd door een schoenmaker naar von Wessenig gebracht en deze stuurde hem naar een politiepost in de Neutor, waar bleek dat hij ondanks zijn beperkte woordenschat zijn naam kon schrijven, het gebruik van geld kende, een paar gebeden kon opzeggen en enigszins kon lezen. Buiten enkele woordflarden kon hij niet spreken. Aanmoedigingen tot spreken leidden tot tranen en 'weet niet'. Hij was zeer klein, had blauwe ogen en krullend lichtbruin haar. Zijn vreemde voorkomen en gedrag pasten bij iemand die heel zijn leven in een kelder had doorgebracht en nooit zijn bewaker had gezien. Het enige dat hij als voedsel aannam was water en brood. Hij treurde om een houten paardje dat zijn enige metgezel was geweest.

De volgende twee maanden bracht hij door in een gevangenis voor landlopers, de toren Luginsland, waarvan hij wel zonder moeite de negentig treden kon beklimmen en waar hij goed verzorgd werd door het gezin van de bewaker, Andreas Hiltel. Daarna woonde hij bij verschillende weldoeners in en kreeg er sporadisch onderwijs. Hauser werd een bezienswaardigheid en werd officieel door de stad geadopteerd en aanvankelijk door de inwoners onderhouden.

Georg Friedrich Daumer

Naar eigen zeggen had hij een groot deel van zijn jeugd geleefd in een donkere cel van zes à zeven voet lang (180-210 centimeter) en vier voet (120 centimeter) breed, met een bed van stro. Hij kreeg enkel water en roggebrood, en werd soms verdoofd zodat iemand zijn kleren kon wisselen en zijn haar kon knippen. "Er waren twee minuscule ramen van acht tot negen duim (20 centimeter) hoog en breed. Er was niets in de gevangenis, behalve het stro waar ik op lag en zat, en de twee houten speelgoedpaarden, de speelgoedhond en de wollen deken. In de aarde naast mij was een rond gat waarin ik mijn behoeften deed. Verder was er nog de waterkruik, iets anders was er niet."

De eerste mens die hij had gezien, had hem de zin geleerd "ik wil een ruiter worden zoals mijn vader", en had hem ook geleerd zijn naam, Kaspar Hauser, te schrijven. Die man had zich steeds onherkenbaar gemaakt. Uiteindelijk bracht deze man hem naar buiten, waar Hauser flauw viel. Het volgende moment dat hij zich herinnerde was zijn wandeling in Neurenberg.

Zijn mentale toestand wekte de interesse van juristen, theologen en pedagogen die talrijke onderzoeken op hem uitvoerden en hem leerden spreken. Van 1828 tot eind 1829 verbleef hij bij de godsdienstfilosoof en dichter Georg Friedrich Daumer, die hem leerde lezen en schrijven. Hauser mocht dan wel zestien jaar zijn, maar had een ontwikkelingsleeftijd van niet meer dan zes jaar. Toch had hij een uitstekend geheugen wat volgens burgemeester Jakob Friedrich Binder, die ook veel tijd aan hem besteedde, erop wees dat hij van goede afkomst was. Hauser had aanvallen die later door sommige auteurs als epilepsie of catalepsie werden geïnterpreteerd. Door de goede zorgen van Daumer, die onder meer homeopathische behandelingen toepaste en door de aanmoedigingen om een dagboek bij te houden, fleurde hij op en vertelde uiteindelijk zijn verhaal.

Paul Johann Anselm von Feuerbach (1775-1833)

De merkwaardige jongen trok veel belangstelling. Sommigen zagen hem aan voor een idioot, een wilde of een dolleman, anderen als een bedrieger. Vanaf 1829 ontstonden er geruchten dat hij een prins zou zijn: namelijk dat de troonopvolger (geboren 29 september 1812 en al snel, op 16 oktober, overleden) van groothertog Karel van Baden bij diens geboorte verwisseld zou zijn voor een stervende andere baby, met als doel een zoon van Luise Karoline von Hochberg op de troon te brengen. De echte prins zou vervolgens verborgen in een kerker zijn grootgebracht. De overleden baby werd niet meer aan zijn moeder, Stefanie van Baden getoond omdat deze toen te ziek was.

Paul Johann Anselm von Feuerbach, een beroemde advocaat en toenmalige voorzitter van het Beierse Hof van Beroep te Ansbach nabij Neurenberg, interesseerde zich sterk voor Hauser. Hij wijzigde meermaals zijn opvattingen over Hausers eventuele vorstelijke afkomst. In 1830 benoemde hij dit als een "romantisch gerucht", maar begin 1832 stelde hij in een geheime Memoire koningin Caroline Augusta van Beieren van zijn gewijzigde opvatting op de hoogte, namelijk zijn "sterke menselijke vermoeden, zoniet morele zekerheid" dat de geruchten naar zijn idee klopten, maar dat hij dit niet kon bewijzen.[3][4] Anderzijds beklaagde hij zich rond diezelfde tijd tegenover zijn zoon over zijn sterk verslechterende verstandelijke vermogens.

Verwondingen en overlijden

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 17 oktober 1829 werd hij hevig bloedend in de kelder van Daumers huis gevonden. Volgens zijn beschrijving was hij, terwijl hij op het (buiten)toilet zat, door een gemaskerde, donkere man met een kapmes aangevallen.[5] Voordat deze man aanviel, hoorde hij hem zeggen: "Je moet sterven voordat je de stad Neurenberg verlaat." Hauser zei de stem te herkennen als van degene die hem naar Neurenberg had gebracht. Na de aanslag was Hauser weer het huis ingegaan waar hij in paniek heen en weer zou hebben gelopen tussen zijn kamer en diverse vertrekken. Hij eindigde in de genoemde kelder.

De verwonding bloedde wel hevig maar was niet zo ernstig. Binnen een paar dagen was Hauser weer opgeknapt. Von Feuerbach, die toen nog alle vertrouwen in Hauser had, was van mening dat de wond met een scheermes moest zijn toegebracht.[6]

Meerdere getuigen dachten de man te hebben gezien. Een enkeling had ook een tweetal mannen bij de lokale fontein zien staan, handen wassend.

Johann Christian en Klara Biberbach, foto 19e eeuw

Kort daarvoor was er een ruzie geweest met Daumer, die hem als een bedrieger begon te beschouwen; na de vermeende aanslag vond diens familie het te zwaar om Hauser in huis te houden, hij werd tijdelijk in huis genomen door de familie Biberbach. Hoewel sommigen hem ervan verdachten zichzelf te hebben verwond begonnen de speculaties over zijn koninklijke afkomst na deze moordaanslag echt goed los te barsten, temeer daar koning Lodewijk I van Beieren nu het bevel had gegeven hem dag en nacht door twee politiemannen te laten bewaken.

Op 3 april 1830 werd hij, alleen binnen in het huis van Biberbach, gewond aan het hoofd aangetroffen na een pistoolschot. Hij zei, bij een val vanop een stoel, houvast te hebben gezocht aan een pistool dat aan de muur hing, maar daarbij was dit afgegaan. De indruk bestond dat de (oppevlakkige) wond aan zijn hoofd niet door een kogel kon zijn veroorzaakt, maar mogelijk door een scheermes.[7] Het gebeurde nadat de familie Biberbach hem verwijten had gemaakt over liegen, Klara Biberbach had het over zijn "afgrijselijke leugenachtigheid" en noemde hem "vol verwaandheid en boosaardigheid".

Gottlieb von Tucher (1798-1877)

Hauser werd daarop vanaf mei 1830 gedurende anderhalf jaar bij zijn voogd baron Gottlieb von Tucher ondergebracht, die hem een betrekking bezorgde als klerk bij het lokale justitiehuis, maar zich later ook beklaagde over zijn buitensporige verwaandheid en leugens. Von Tucher bracht Hauser soms ook tijdelijk onder bij zijn moeder, behandelde hem strenger en beschermde hem veel meer tegen allerlei nieuwsgierigen. Von Tuchers zus, Maria Helena Susanna Tucher von Simmelsdorf, was de vrouw van Hegel. Voor zover bekend heeft Hegel (wiens zoons Karl en Immanuel trouwens ook nog even les hadden gehad van Georg Friedrich Daumer) echter nooit Kaspar Hauser persoonlijk ontmoet.[8]

De Brit Philip Lord Stanhope kon echter wel met hem in contact komen en probeerde Hauser voor zich te winnen, hij gaf ook veel geld uit aan het achterhalen van zijn afkomst. Hij was van mening dat Hauser niets te maken had met Duitse adel, maar uit Hongarije kwam, deze had ook een keer verklaard dat zijn moeder een Hongaarse gravin was. Ze reisden daar samen twee keer heen, maar Hauser slaagde er niet in er iets te herkennen, wat Lord Stanhope op den duur ook deed twijfelen aan zijn geloofwaardigheid. Intussen had hij wel voorgesteld om niet alleen voogd te worden, maar Hauser ook te adopteren en later mee te nemen naar Engeland. Ter voorbereiding hierop bracht hij hem tijdelijk onder in Ansbach, bij de schoolmeester Johann Georg Meyer en diens vrouw Henriette Magdalene, en verstrekte vanaf december 1831 de financiële middelen voor zijn opvang. Dit had als voordeel dat Hauser dan ook onder toezicht kon staan van von Feuerbach.

Philip Henry, 4e graaf van Stanhope (1781-1855)

In januari 1832 vertrok Stanhope uit Ansbach, onder de belofte snel terug te keren. Hij bleef in Hausers levensonderhoud voorzien maar is tijdens diens leven niet meer in Ansbach geweest. Pas na Hausers dood dook Stanhope weer op en publiceerde hij een boek "omdat hij het als zijn plicht zag bekend te maken misleid te zijn" en distancieerde hij zich definitief van Hauser.[9] Von Feuerbach overleed in mei 1833. Kort daarvoor was hij opnieuw van mening veranderd en had hij genoteerd dat "Hauser een sluw intrigerende zonderling was, een schurk, een nietsnut die ter dood gebracht zou moeten worden."[10] Maar niets wijst erop dat hij deze conclusie tegenover Hauser liet merken, deze rouwde om Feuerbachs dood.[11] Over von Feuerbach ontstond na zijn dood het gerucht dat hij vergiftigd zou zijn vanwege zijn inzet voor Hauser, doch hij overleed toen hij voor de derde keer een beroerte kreeg.

Naar aanleiding van Stanhopes verhoopte terugkeer rond Kerstmis had Hauser op 9 december 1833 een hevige ruzie met Meyer, die zich al lang ergerde aan zijn uitvluchten en leugens en aangaf niet te weten wat hij tegen Stanhope moest zeggen. Op 14 december kwam Hauser thuis met een diepe steekwond in de borstkas. Hij zei naar de Schlossgarten (slottuin) van Ansbach te zijn gelokt en daar gestoken te zijn door een onbekende man. Deze zou hem daarbij een tas hebben gegeven, die er vervolgens was achtergebleven; Hauser drong er sterk op aan de tas te zoeken, zonder de inhoud te benoemen. Voor hij drie dagen later aan de verwonding overleed had hij het nog onsamenhangend gehad over "schrijven met een potlood".

Een politieman zag in de besneeuwde slottuin voetstappen van slechts een persoon en vond er een lilakleurig damestasje met daarin een in spiegelschrift (en potlood) geschreven briefje. Het was driehoekig gevouwen, volgens Henriette Meyer de typische manier waarop Hauser brieven hanteerde, en bevatte een paar voor hem kenmerkende fouten. Bovendien stemde de inhoud geenszins overeen met zijn eventuele dood als oogmerk: "Hauser zal jullie heel precies kunnen vertellen hoe ik eruit zie en waar ik vandaan kom. Maar om Hauser de moeite te besparen zal ik het jullie zelf zeggen, waar ik vandaan kom__. Ik kom van van___ de Beierse grens__Bij de rivier_____Ik wil jullie ook nog wel de naam zeggen: M. L. Ö."

Volgens Kaspar Hauser de (in spiegelbeeld geschreven) brief van zijn moordenaar

In het originele autopsierapport, dat is opgemaakt door de drie uitvoerende artsen, werd verklaard dat hij door moord om het leven was gekomen. Zelfmoord werd gezien de kracht en de hoek van de wond uitgesloten. In een naast het officiële rapport opgenomen verklaring van een van de drie artsen die de autopsie uitvoerden werd zelfmoord echter toch niet uitgesloten.

Koning Lodewijk loofde een som van 10.000 Beierse gulden uit voor het vinden van de dader, zonder resultaat. Later verklaarden Stanhope en Meyer dat de doodsoorzaak zelfmoord was geweest. Veel auteurs zijn van mening dat zijn dood veroorzaakt is door een fataal afgelopen automutilatie.[12]

In Ansbach, waar Kaspar Hauser dodelijk verwond werd, kwam later een monument waarop in het Latijn staat 'Hic occultus occulto occisus est' oftewel: 'Hier werd een geheimzinnige op geheimzinnige wijze om het leven gebracht'.

'Levende legende' en 'Kind van Europa'

[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal zaken maakten Hauser opvallend. Zoals hierboven gezegd leefde hij naar eigen zeggen vijftien jaar in een donkere cel omgeven door een houtstapel. Daar had hij geleerd om heel goed in het donker te zien. Toen men hem op het plein in Neurenberg aantrof had hij het ontwikkelingsniveau van een vierjarige en kon nauwelijks lopen of praten. Opvallend was dat hij wel zijn eigen naam kon schrijven. Door de snel ontstane geruchten en vanwege de normale menselijke zucht naar sensatie werd Hauser al snel beroemd. Er werd wel gezegd, dat hij alles deed om aandacht te krijgen. Hij stond bekend als een 'Levende legende'. Vanwege zijn faam trokken mensen uit heel Europa naar Neurenberg om Kaspar te zien. Vandaar dat hij ook wel 'Kind van Europa' genoemd werd.

Graf van Kaspar Hauser in Ansbach
Op Hausers grafsteen:
(in het Latijn)
Vertaling:
Hic jacet
Casparus Hauser,
aenigma sui temporis,
ignota nativitas,
occulta mors.
MDCCCXXXIII
Hier ligt
Kaspar Hauser,
Een raadsel van zijn tijd,
zijn geboorte onbekend,
zijn dood duister.
1833

Zijn laatste woorden waren: "Ik heb het zelf niet gedaan".

Misdaad tegen de ziel

[bewerken | brontekst bewerken]

Anselm von Feuerbach publiceerde in 1832 over Kaspar Hauser een uitvoerig verslag, opgedragen aan Stanhope, met als ondertitel Voorbeeld van een misdaad tegen de ziel van een mens.

Volgens Von Feuerbach was Hausers gedrag aanvankelijk vermoedelijk hetzelfde als in de kerker. Hij zat in het donker op de vloer, zijn benen uitgestrekt voor zich. Hij speelde vooral met een speelgoedpaardje dat hij vol overgave voedde en zijn drinken gaf. Toch hechtte hij zich snel, eerst aan Julius, het zoontje van de gevangenisofficier, en aan anderen, van wie hij taal leerde. Aanvankelijk 'hoorde hij zonder te begrijpen' en 'zag zonder waar te nemen', maar hij was zeer leergierig en gehoorzaam. Hij bleek namen en titels van mensen goed te onthouden, wat hem sympathiek maakte. De herinnering aan de periode in de kerker verdween relatief snel. Door de gezonde(re) voeding en aandacht bloeide Hauser zowel fysiek als intellectueel op. Hij groeide en nam in vrij korte periode veel kennis op.

Feuerbach was vooral geïnteresseerd in de zintuiglijke mogelijkheden van Hauser, die volgens hem nog niet afgestompt waren. Hauser gaf de indruk nog maar net op de wereld te komen. Hij kon nog perfect waarnemen, maar ook hier paste hij zich vrij snel aan waardoor de scherpte van zijn waarneming geleidelijk afnam. Hij lek geen afmetingen of diepte te kunnen schatten. Ook het verschil tussen kunst en natuur, mens en dier was iets dat hij moest leren. Orde en netheid hoefde hij niet te leren; orde was voor hem bijzonder belangrijk.

Potloodtekening van een watermolen, door Kaspar Hauser (1829)

Na een maand begon Hauser dromen weer te geven, waarbij hij eerst leek te denken dat dromen echte gebeurtenissen waren (hij vertelde hierover als: "Er is mij gedroomd")[13]. Ook de innerlijke wereld van de geest leek hem lang vreemd. Pas een jaar na zijn 'geboorte' leek hij te beseffen dat hij zo lang opgesloten was geweest, of toonde hij althans verdriet en verontwaardiging hierover.

Ondanks al deze ontwikkelingen bleef Hauser een vreemde door zijn houterige motoriek, zijn stuntelige en simpele taal, zijn scherpe stem, zijn gewoonte om alles letterlijk op te vatten en door zijn merkwaardige oordelen, vaardigheden en emoties. Bovendien was hij ongelooflijk verlegen en tegelijk enorm zelfbewust en roekeloos. Het ontbrak hem aan humor, maar niet aan gezond verstand.

Hij bleek ook een begaafd beeldend kunstenaar te zijn.[14]

Erfprins of bedrieger

[bewerken | brontekst bewerken]

De discussie over de vraag of Kaspar Hauser al of niet een Badense prins was bleef ook na zijn dood nog gedurende bijna twee eeuwen duren. Deze opvatting werd in 1859 nieuw leven ingeblazen door een boek van de onder het pseudonym "F.K. Broch" schrijvende Georg Friedrich Kolb,[15] waartegen Julius Meyer in 1872 sterk in verzet kwam.[16] De theorie dat het om de Badense prins zou gaan werd van 1868 tot 1875 om politieke redenen sterk verdedigd in de Frankfurter Zeitung, zelfs onder vorm van een feuilleton met de titel "Erbprinz oder Betrüger".[17]

Een overtuigd verdediger van de prins-theorie was in de twintigste eeuw Hermann Pies.[18]

Volgens autisme-deskundige Uta Frith zijn er op het eerste gezicht enkele kenmerken die tot de conclusie zouden kunnen leiden dat Hauser autisme had. Zijn manier van waarnemen, zijn armoedige taalgebruik, zijn zin voor orde, zijn naïviteit en gebrek aan wereldwijsheid hadden mogelijk andere oorzaken dan alleen het langdurige isolement. Toch zijn er volgens Frith meer argumenten tegen autisme. Hij kon bijvoorbeeld heel snel leren (praten en communiceren, hechten aan voorwerpen). Bovendien was er sprake van een wederzijdse relatie met zijn omgeving (behagen, bewustzijn van reacties en belangstelling, vriendschap sluiten). Frith vergelijkt Kaspar Hauser met Victor van Aveyron, een ander voorbeeld van een wolfskind. In deze vergelijking lijkt Victor meer autistische trekken te hebben dan Hauser, die volgens Friths eindconclusie niet in het autismespectrum valt onder te brengen.

Epidermolysis bullosa

[bewerken | brontekst bewerken]

[bron?] Volgens Günter Hesse, een psychiater en neuroloog uit Karlsruhe, was Kaspar Hauser niet jarenlang in een donkere ruimte opgesloten geweest. Volgens deze zou Kaspar Hauser een spraakgebrek hebben gehad door een zeldzame combinatie van epidermolysis bullosa met microcefalie. Epidermolysis bullosa is een ziekte met veel verschillende symptomen, zoals blaarvorming en het loslaten van de opperhuid. Hauser zou volgens Hesse afkomstig zijn uit Tirol, waar relatief veel mensen met deze ziekte wonen. In de tijd waarin Hauser leefde was een naburige bergstreek bezet door Beieren. Hauser was, volgens Hesse, hoogstwaarschijnlijk verwekt door een Beierse soldaat.[19]

DNA-onderzoek

[bewerken | brontekst bewerken]
Stephanie van Baden (1789-1860), schilderij door François Gérard

Gedurende bijna twee eeuwen probeerde men te achterhalen waar Kaspar Hauser vandaan kwam en wie hij nu eigenlijk was. Dit zou met modern DNA-onderzoek kunnen worden achterhaald. In de laatste drie decennia hebben drie van zulke onderzoeken plaatsgevonden: aan de Ludwig Maximilians-Universiteit in München; enkele jaren later, aan het Institut für Rechtsmedizin van de Wilhelms-Universiteit in Münster, Westfalen; tenslotte kon op basis van nieuw onderzoek in 2019-2022 (in drie verschillende laboratoria) met behulp van next-generation sequencing een eventuele verwantschap met het huis van Baden worden uitgesloten.[20]

Universiteit van München

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1996 werd een genenanalyse (DNA-onderzoek) verricht volgens de methode van Frederick Sanger.[21] Dit onderzoek, in opdracht van het Duitse blad Der Spiegel, vond in het geheim plaats aan de Ludwig Maximilians-Universiteit, in samenwerking met de Britse Forensic Science Service.

Kaspar Hausers onderbroek met bloedvlek

Als gevolg van de messteek was er bloed in Hausers kleren en vooral in zijn onderbroek terechtgekomen. Zijn kleding is samen met andere eigendommen in goede staat bewaard gebleven in het Markgrafenmuseum in Ansbach. Te zien was dat hij door een enkele messteek links in de borstkas verwond was. De bloedvlekken in de bovenkleding waren verbleekt maar in de onderbroek was een bloedvlek met een oppervlakte van 10 cm². Het bloed bevond zich op twee lagen, de binnenste en buitenste laag van de bovenrand. Deze lagen zijn gescheiden en om contaminatie van buitenaf, of beschadiging door bijvoorbeeld zonlicht, zoveel mogelijk uit te sluiten werd enkel de binnenste laag voor het genetisch onderzoek geselecteerd. Beide laboratoria namen onafhankelijk van elkaar materiaal uit twee aparte weefselstukken hiervan, elk van 4 cm².

Bij de analyse die verricht werd maakte men gebruik van mitochondriaal DNA van twee vrouwelijke afstammelingen van groothertogin Stephanie van Baden, namelijk Stephanie von Zallinger zu Stillendorf (1928-1998)[22] en gravin Hamilton. De genetische code van het mitichondriale DNA van de mens is alleen erfelijk in de vrouwelijke lijn en kan enkel door een eventuele mutatie verschillen.

Volgens dit in 1996 verrichte DNA-onderzoek was het 'Kind van Europa' niet de zoon van Karel en Stephanie van Baden. Beide laboratoria stelden vast dat de mitochondriale DNA-sequenties van de twee Badense afstammelingen volkomen identiek waren en dus in de tien generaties sinds Stephanie van Baden niet waren gemuteerd. Dit betekent dat die sequentie onmogelijk ook bij haar oudste zoon veel hiervan kan hebben afgeweken, terwijl het DNA uit de onderbroek van Hauser op vier punten hiervan verschilde.

Wilhelms-Universiteit in Münster

[bewerken | brontekst bewerken]

Professor Bernd Brinkmann van het instituut voor forensische medische wetenschap van Münster gebruikte drie van Hausers haarlokken, lichaamscellen van de zweetband van Hausers hoge hoed en een andere bloedvlek op Hausers kleding. Uit het DNA-onderzoek bleek dat deze alle aan dezelfde persoon toebehoorden, maar dat het DNA verschilde van het in 1996 onderzochte, zodat Brinkmann de oorsprong van de bloedvlek in vraag stelde.

Hij vergellek zes verschillende DNA-monsters van Hauser met het DNA van Astrid von Medinger (1954-2002, dochter van Stephanie von Zallinger zu Stillendorf). Slechts op een van de zeven punten stemde de DNA-vingerafdruk van Hauser niet overeen met die van Astrid; een verschil op één punt bij familieleden komt dikwijls voor en kan ook ontstaan uit een mutatie ten opzichte van de moeder bij het kind.

Men verklaarde het verschil in het bloed tussen de eerste en de tweede test doordat het museum, waar de onderbroek was bewaard, de verbleekte vlek wel eens had aangevuld met "vers" bloed.

Next-generation sequencing

[bewerken | brontekst bewerken]

In het in 2024 gepubliceerde onderzoek waren alle voorgaande onderzoeken betrokken; er werden goed gedocumenteerde haarcellen van Kaspar Hauser vergeleken met de eerdere bloedmonsters en met onder andere wangslijmvliescellen van Stéphanie Bougaran, die rechtstreeks in vrouwelijke lijn afstamt van de betovergrootmoeder van Stephanie van Baden.[23] Hieruit bleek dat haarcellen en bloedmonsters hetzelfde DNA bevatten. Tevens werd in het mitochondriale DNA van Kaspar Hauser haplotype W vastgesteld en in dat van de afstammelingen van Stephanie van Baden haplotype H1bs, waarmee hun eventuele onderlinge verwantschap definitief wordt uitgesloten.

De herkomst van Kaspar Hauser blijft een raadsel. Het staat enkel vast dat deze West-Europees was.

Andere onderzoeksmogelijkheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Het is lastig om de inhoud van Hausers graf voor DNA-onderzoek te gebruiken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond een bominslag plaats op het kerkhof waar Hauser ligt begraven. Hierbij kwam gebeente tevoorschijn, dat opnieuw werd begraven in de graven waaruit het afkomstig was. Hoewel Hausers graf hier niet direct bij betrokken was, is de identiteit van de stoffelijke overschotten die zich in Hausers graf bevinden onzeker.

Inspiratiebron

[bewerken | brontekst bewerken]
Kaspars Baum, beeld door Jaume Plensa voor Hausers woonhuis in Ansbach

Vooral na zijn leven heeft Kaspar Hauser veel kunstenaars geïnspireerd en hun creativiteit aangewakkerd.[24]

Beroemde voorbeelden in de kunst waartoe Hauser inspireerde waren vooral romantische werken in de 19e eeuw. Uit 1908 stamt Jakob Wassermanns Caspar Hauser oder die Trägheit des Herzens, maar ook moderne stukken zoals Peter Handkes drama Kaspar (1968).[25][26] Ook de theatertekst Kopnaad uit 1993 van de Vlaamse auteur Stefan Hertmans verwijst naar Kaspar Hauser, evenals het geïllustreerde epos van de Vlaamse dichters Annemarie Estor en Lies Van Gasse. In de postmoderne roman Turkenvespers (1977) van Louis Ferron speelt Kaspar Hauser (samen met alle eerder vermelde bewerkingen) een centrale rol. Kristien Dieltiens baseerde haar jeugdboek Kelderkind (2013) op Hauser. De schrijver Kurt Tucholsky gebruikte Kaspar Hauser als pseudoniem.

Regisseur Werner Herzog baseerde zijn film Jeder für sich und Gott gegen alle (1974) op het leven van Kaspar Hauser, daarbij castte hij Bruno Schleinstein voor de hoofdrol vanwege enige overeenkomsten in diens leven. De Duitse regisseur Peter Sehr verfilmde het verhaal in 1993, met vooral de veronderstelde vorstelijke afkomst van de vondeling als plot. Jerzy Kosinski's satire Being There (1970, in 1979 verfilmd door Hal Ashby) voert een vergelijkbare, in geisoleerde omstandigheden opgegroeide (zij het al tuinierend en video's kijkend), hoofdpersoon op.[27]

Minstens twee operas gaan over hem en dragen zijn naam: van Elizabeth Swados uit 2009[28] en van Rory Boyle uit 2010. Reinhard Mey schreef in 1969 het lied Kaspar over hem en nam dit meermaals opnieuw op, het werd in 2002 gecoverd door BAP. Suzanne Vega schreef in 1987 Wooden Horse (Casper Hauser's song), waarin ze zich als het ware in hem inleefde bij het verlaten van zijn kerker.[29] In 2002 verscheen op Dschingis Khans album Rom het nummer Kaspar Hauser. In 1994 schreef Birgit Scherzer een ballet over hem.

In Ansbach vinden nog om de twee jaar de 'Kaspar-Hauser-Festspiele' plaats.

Kaspar Hauser-experiment

[bewerken | brontekst bewerken]

Een wetenschappelijke onderzoeksmethode is naar hem genoemd, een andere benaming is deprivatie-experiment. Daarbij laat men een jong dier opgroeien met beperking van prikkels van buitenaf, en vooral zonder dat het contact heeft met soortgenoten, met name om na te gaan of een bepaalde eigenschap aangeboren is of aangeleerd.[30]

  • (fr) Mistler, Jean: Gaspard Hauser, un drame de la personnalité. Fayard 1971, ISBN 2-213-59361-2
  • (de) Schreibmüller, Walther: Bilanz einer 150jährigen Kaspar Hauser-Forschung. In: Genealogisches Jahrbuch 31. 1991, p. 43–84.
  • (de) Daumer, Georg Friedrich, Enthüllungen über Kaspar Hauser. von Meidinger Sohn & Comp. (1859) – via Google Books.
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Kaspar Hauser van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.