aanbrenging

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanbrenging    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈambrɛŋɪŋ / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·bren·ging

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van aanbrengen met het achtervoegsel -ing.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanbrenging	aanbrengingen
verkleinwoord	aanbrenginkje	aanbrenginkjes

Zelfstandig naamwoord

de aanbrenging v

1. de daad van het aanbrengen

   • De aanbrenging van wijzigingen was een grote verbetering. 

Synoniemen

• aanbrengst

Verwante begrippen

• aanbrengen, aanbrenger

Gangbaarheid

• Het woord aanbrenging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.