afbod
Uiterlijk
- af·bod
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afbod | |
verkleinwoord |
het afbod o
- (handel) het kopen door mijn te roepen bij een veiling waarbij de verkoop prijs steeds lager wordt
- Het woord 'afbod' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afbod" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be