anderhalvemetermaatschappij
Uiterlijk
- an·der·hal·ve·me·ter·maat·schap·pij
- samenstellende samenstelling van anderhalf tw, meter zn en maatschappij zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anderhalvemetermaatschappij | anderhalvemetermaatschappijen |
verkleinwoord |
de anderhalvemetermaatschappij v
- samenleving waarbij mensen fysieke afstand van minimaal anderhalve meter van elkaar bewaren om besmetting door een virus of bacterie te voorkomen
- ▸ Volgens hun is de klimsport bij uitstek een tak van sport die het nauw neemt met de veiligheid van de beoefenaars en geschikt is voor de anderhalvemetermaatschappij.[1]
- ▸ Het kabinet vindt daarom, mede door maatschappelijke druk, dat de anderhalvemetermaatschappij ten einde kan komen. Op plekken waar de kans op besmetting hoog is, zoals in de horeca, bij evenementen of sportwedstrijden wordt wel een coronatoegangsbewijs (CTB) verplicht. Alleen als je bent gevaccineerd, recent bent genezen of negatief bent getest, kom je daar binnen.[2]
- 1,5 metermaatschappij, 1,5 metersamenleving, afstandssamenleving, afstandsmaatschappij, anderhalvemetersamenleving
- Het woord anderhalvemetermaatschappij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Turnbond na versoepeling coronamaatregelen: '200.000 kinderen in de kou'” (Donderdag 7 mei 2020, 13:26), NOS
- ↑ Weblink bron Joram Bolle“Anderhalve maand zonder anderhalve meter: hoe het toch weer misging” (Zaterdag 13 november 2021, 07:01), NOS