arterie
Uiterlijk
- ar·te·rie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘slagader’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- van het Latijnse 'artēria' (‘luchtpijp, slagader’) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arterie | arteries arteriën |
verkleinwoord | - | - |
- halsslagader, hartslagader, kransslagader, levensslagader, lichaamsslagader, longslagader, polsslagader
- Het woord arterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arterie" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "arterie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ arterie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be