bevredigde
Uiterlijk
- Geluid: bevredigde (hulp, bestand)
- be·vre·dig·de
vervoeging van |
---|
bevredigen |
bevredigde
- enkelvoud verleden tijd van bevredigen
- Ik bevredigde.
- Jij bevredigde.
- Hij, zij, het bevredigde.
- Ik bevredigde.
- verbogen vorm van bevredigd, voltooid deelwoord van bevredigen
- Het woord bevredigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.