blauwdruk

Een blauwdruk.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  blauwdruk    (hulp, bestand)
• IPA: /blɑudrʏk/

Woordafbreking

• blauw·druk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  blauw  en  druk 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	blauwdruk	blauwdrukken
verkleinwoord	blauwdrukje	blauwdrukjes

Zelfstandig naamwoord

de blauwdruk m

1. een directe fotografische kopie in witte lijnen op een achtergrond van Pruisisch blauw

   • Lange tijd was het maken van een blauwdruk de enige manier om van een tekening meerdere kopieën te maken. 

2. een gedetailleerd ontwerp van iets dat in uitvoering genomen gaat worden

   • De blauwdrukken zijn al gereed en de uitvoering begint volgende maand. 

Vertalingen

    1. een directe fotografische kopie in witte lijnen op een achtergrond van Pruisisch blauw   

Duits: Blaupause (de) v Engels: blueprint (en) Noors: blåkopi (no) m

Nynorsk: blåkopi (nn) m Spaans: cianotipo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord blauwdruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blauwdruk" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.