burcht
Uiterlijk
- burcht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burcht | burchten |
verkleinwoord | burchtje | burchtjes |
- kasteel, plaats versterkt met een gracht, aarden wal en/of zware stenen muren
- De Beurs van Berlage is een beetje somber gebouw - meer een donkere burcht dan een modernistisch bouwwerk. De nieuwe, ondergrondse publieksruimte, het resultaat van een forse verbouwing, verandert dat beeld niet. De tentoonstellingsruimte heeft een laag plafond, geen daglicht en de akoestiek is problematisch.[4]
- ondergronds dierenverblijf met meerdere ingangen van een das, vos, otter, konijn of bever (-> beverburcht, dassenburcht, vossenburcht etc.)
- Nationaal beschermde soorten mogen niet worden gedood of gevangen, stelt de nieuwe wet, en hun leefgebieden mogen niet worden vernietigd. Maar verstoren mag voortaan wel, ook als dat opzettelijk gebeurt. Zo mag een dassenburcht niet worden vernietigd, maar een boer mag bij wijze van spreken wel naast de ingang net zo lang vuurwerk afsteken tot de das zijn burcht verlaat.[5]
- [1] slot
- beverburcht, dassenburcht, dwangburcht, hoofdburcht, vluchtburcht, waterburcht, egelburcht, hamsterburcht, konijnenburcht, modderburcht, poolvossenburcht, vossenburcht
- Het woord burcht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "burcht" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "burcht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ burcht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Arjen Ribbens NRC 20 november 2015
- ↑ Dolf Logemann NRC 21 januari 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be