christin
Uiterlijk
- chris·tin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | christin | christinnen |
verkleinwoord | christinnetje | christinnetjes |
de christin v
- vrouwelijke christen
- De generaal in kwestie, Hulagu, een kleinzoon van Dzjengis Khan, was getrouwd met een christin. Het leek er even op dat de Mongolen zelf christen zouden worden; het was een dubbeltje op zijn kant. Ik denk dat ze de islam uiteindelijk zagen als een zegevierende religie. Toen Koeblai Khan, de Mongoolse keizer van China, werd gevraagd christen te worden, zei hij: „Waarom? Christenen zijn nergens aan de winnende hand.”[1]
- Het woord christin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "christin" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Dirk Vlasblom NRC 12 mei 2011
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be