demasqué
Uiterlijk
- de·mas·qué
- uit het Frans[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demasqué | demasqués |
verkleinwoord |
het demasqué o
- moment dat de (beschamende) waarheid waarheid onthuld wordt
- CDA-leider Sybrand Buma reageerde verbaasd dat de VVD bereid is afstand te doen van de ingreep in WW en ontslagrecht, waar ze eerder enthousiast voor pleitte. Hij sprak van 'een onbegrijpelijk demasqué'. [2]
- Bondscoach Hongarije stapt op na demasqué: Bondscoach Sandor Egervari van Hongarije heeft vrijdag meteen consequenties verbonden aan de afstraffing voor zijn ploeg tegen het Nederlands elftal (8-1). [3]
- Andere oordelen harder. Zo wordt Klaver onder meer beschuldigd van plagiaat. En ene Rik noemt het zelfs 'het demasqué van Jesse Klaver'. [4]
- Het woord demasqué staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "demasqué" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 05-03-13 VVD: alternatief voor WW moet wel hervormen
- ↑ Tubantia 11-10-13 Bondscoach Hongarije stapt op na demasqué
- ↑ Tubantia Mark den Blanken 10 jan. 2017 Klaver reageert met zelfspot op copycatbeschuldiging Lubach
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be