display
Uiterlijk
- dis·play
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitstalling’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | display | displays |
verkleinwoord | displaytje | displaytjes |
het display o
- een (elektronisch) apparaat waarop iets afgebeeld wordt. Het wordt voornamelijk gebruikt voor kleinere schermpjes; voor grotere schermen wordt veelal de term beeldscherm gebruikt.
- Een mobiele stand wordt ook wel display genoemd.
1.
- Het woord display staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "display" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "display" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ display op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be