dreigement
Uiterlijk
- Geluid: dreigement (hulp, bestand)
- drei·ge·ment
- Naamwoord van handeling van dreigen met het achtervoegsel -ment met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dreigement | dreigementen |
verkleinwoord | dreigementje | dreigementjes |
het dreigement o
- woorden waarmee je iemand bang probeert te maken om een gewenst doel te bereiken
- Het dreigement om te stoppen met de subsidie werd aangegrepen om een spoedoverleg in te plannen.
- ▸ Woensdag trad Obama voor het eerst publiekelijk naar buiten als elder statesman. In een Zoom-verbinding met niet-witte jongeren sloeg hij een volstrekt andere toon aan dan Trump, die zich vooral heeft beperkt tot dreigementen en het zwartmaken van betogers als links tuig.[2]
- Het woord dreigement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dreigement" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ dreigement op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Theo Koelé“De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be