grensmuur
Uiterlijk
- grens·muur
- samenstelling van grens zn en muur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grensmuur | grensmuren |
verkleinwoord |
de grensmuur m
- een muur die ervoor zorgt dat men een grens niet makkelijk kan passeren
- ▸ ‘Denk erom hè… Geen haast,’ riep hij me na terwijl ik naar de grensmuur liep om mijn hand op het koude ijzer te leggen en mezelf moed in te praten: ‘veilig thuiskomen’.[1]
- ▸ De 19-jarige Miriam Luna probeerde zaterdag de oversteek naar Amerika te maken door over een metershoge stalen grensmuur bij El Paso te klimmen. Ze was in het bijzijn van een 26-jarige man, vermoedelijk haar partner en de vader van de baby, en viel meer dan zes meter naar beneden. De man waarschuwde Amerikaanse grensbeveiligers die een ambulance belden.[2]
1. een muur die ervoor zorgt dat men een grens niet makkelijk kan passeren
- Het woord grensmuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Sebastiaan Quekel“Zwangere vrouw (19) overlijdt na val van metershoge barrière bij Amerikaanse grens” (13-03-2020), Tubantia