huisuil
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- huis·uil
- samenstelling van huis zn en uil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisuil | huisuilen |
verkleinwoord | huisuiltje | huisuiltjes |
de huisuil m
- (vlinders) Caradrina clavipalpis een nachtvlinder uit de familie Noctuidae, de uilen. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 12 en 15 millimeter. De wetenschappelijke naam van deze soort is als Phalaena clavipalpis voor het eerst geldig gepubliceerd door Giovanni Antonio Scopoli in 1763. Er worden twee ondersoorten erkend:
- Het woord 'huisuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.