innbrott

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈinbɾut /

Woordafbreking

• inn·brott

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord brott met het voorvoegsel inn-.

Naar frequentie	> 50000

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	innbrott	innbrottet	innbrott	innbrotta innbrottene
genitief	innbrotts	innbrottets	innbrotts	innbrottas innbrottenes

Zelfstandig naamwoord

innbrott, o

1. braak, inbraak
2. (juridisch) diefstal door middel van braak

Schrijfwijzen

• innbrudd

Synoniemen

• Nynorsk: [1-2]: innbrot
• Nynorsk: [1-2]: innbrott

Synoniemen

• [2]: innbrottstyveri

Afgeleide begrippen

   

[1]: innbrottsforsikring [1]: innbrottsforsøk [1]: innbrottspris [1]: innbrottstjuv

[1]: innbrottstyv [2]: innbrottstjuveri [2]: innbrottstyveri

Zelfstandig naamwoord

innbrott, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van innbrott

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈinbɾut /

Woordafbreking

• inn·brott

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord brott met het voorvoegsel inn-.

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	innbrott	innbrottet	innbrott	innbrotta

Zelfstandig naamwoord

innbrott, o

1. braak, inbraak
2. (juridisch) diefstal door middel van braak

Schrijfwijzen

• innbrot

Synoniemen

• Noors: [1-2]: innbrott
• Noors: [1-2]: innbrudd

Synoniemen

• [2]: innbrottstjuveri
• [2]: tjuveri

Afgeleide begrippen

• [1]: innbrottstjuv
• [2]: innbrottstjuveri

Typische woordcombinaties

• [2]: bli dømd for innbrott

voor braak veroordeeld worden

Zelfstandig naamwoord

innbrott, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van innbrott