kaashoer
Uiterlijk
- kaas·hoer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaashoer | kaashoeren |
verkleinwoord | kaashoertje | kaashoertjes |
de kaashoer v
- (scheldwoord) ontuchtige blanke of Nederlandse vrouw
- Her en der werd geopperd dat het hier eigenlijk niet om racisme ging maar om jaloezie: de jongens waren niet zozeer boos over de huidskleur van de vriend, maar over het feit dat zij geen Marokkaanse vriendin hadden en hij wel. Wanneer ze een blanke vriend had gehad, was ze ook uitgescholden, alleen met andere woorden: kaashoer of kankerhoer of zoiets. [2]
- Het woord 'kaashoer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheldwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal