kameraad
Uiterlijk
- ka·me·raad
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘makker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1596 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kameraad | kameraden kameraads |
verkleinwoord | kameraadje | kameraadjes |
de kameraad m
- vriend; makker; maat; (in overdrachtelijke zin): in de oorlog en nadien in het communisme ook gebruikt als aanduiding voor gelijkgestemde, i.c. lid van de NSB, vaak afgekort tot Kam., of de (communistische) Partij. Tegenwoordig nog wel sarcastisch gebruikt ter aanduiding van aanhanger van een totalitair regime.
- ▸ Samen met zijn kameraad René Eggink is hij voor dit interview teruggekeerd naar de plek waar de twee in november een man uit het kanaal redden.[2]
- ▸ Je denkt aan Johan Svenske en de andere kameraden bij de bouw van de spoorweg?[3]
- ▸ Op zich had hij de mars kunnen afbreken wanneer hij de tellende kameraden bij de Djurgàrdsbron was gepasseerd en naar huis kunnen lopen, of zelfs een taxi kunnen nemen om tijd te besparen.[4]
1.
- Het woord kameraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kameraad" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kameraad" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Ron Hemmink“René (19) en Thomas (18) uit Westerhaar redden man uit kanaal: ‘Vrij normaal dat je iemand helpt’” (08-06-2020), Tubantia
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be