morsdoek
Uiterlijk
- mors·doek
- samenstelling van mors ww en doek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morsdoek | morsdoeken |
verkleinwoord | morsdoekje | morsdoekjes |
de morsdoek m
- doekje waarop met name een kind kan morsen tijdens het eten of drinken zodat de kleren schoon blijven
- Het woord morsdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "morsdoek" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be