obal

Pools

Uitspraak

• IPA: /ɔbal/

Werkwoord

obal

1. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van obalić

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

obal m

1. verpakking, hoes

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɔbal/
• Geluid:  obal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• obal

Zelfstandig naamwoord

obal monbezield

1. verpakking, hoes

   «Vyndal housle z obalu a začal je ladit.»

   Hij pakte de viool uit de hoes en begon hem te stemmen.

2. kaft; het bekleedsel aan de buitenkant van een boek

   «Navrhl obal na více než 300 knih.»

   Hij heeft de kaft van meer dan 300 boeken ontworpen.

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	obal	obaly
genitief	obalu	obalů
datief	obalu	obalům
accusatief	obal	obaly
vocatief	obale	obaly
locatief	obalu / obale	obalech
instrumentalis	obalem	obaly

Synoniemen

1. ambaláž, pouzdro o
2. obálka v, přebal m

Afgeleide begrippen

alobal m euroobal m obalek m

obalit perfectief obálka v obalový

Typische woordcombinaties

• bez obalu
• originální obal monbezield – originele verpakking
• vakuový obal monbezield – vacuümverpakking

Verwante begrippen

• balení o
• obalení o
• obalovna v

Uitdrukkingen en gezegden

• mluvit bez obalu

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)

Werkwoord

obal

1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord obalit