pluksel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pluksel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pluk·sel

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van plukken met het achtervoegsel -sel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pluksel	pluksels
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het pluksel o

1. wat afgeplukt is, het geplukte
2. tot draden uitgehaald weefsel (te gebruiken als verbandmiddel)

Vertalingen

    1.   

Spaans: hila (es) v

Gangbaarheid

• Het woord pluksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pluksel" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.