prairie
Uiterlijk
- prai·rie
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘grasvlakte’ voor het eerst aangetroffen in 1853 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prairie | prairies prairiën |
verkleinwoord | prairietje | prairietjes |
- uitgestrekte boomloze grasvlakte in de VS
- Het was slechts wachten op deze documentaire: een Nederlands verhaal van wereldformaat. In 2013 vond een team Nederlandse en Amerikaanse paleontologen een van de meest complete skeletten van een Tyrannosaurus rex in de staat Wyoming. Nu is dit vrouwtje te zien in Naturalis in Leiden, dat haar voor vijf miljoen euro kocht. De documentaire vertelt het verhaal van de expeditie op de Amerikaanse prairie tot het moment dat de twaalf meter lange ‘Trix’ in het natuurhistorisch museum is te bewonderen, sinds 10 september van dit jaar. [4]
- Het woord prairie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prairie" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "prairie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ prairie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 19 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be