preut

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  preut    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• preut

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	preut	preuten
verkleinwoord	preutje	preutjes

Zelfstandig naamwoord

preut

1. (informeel) vagina
2. (informeel), (verouderd) anus
3. iemand die preuts is
4. in het Antwerpse dialect een gierige vrouw
5. (verouderd) tegenspraak

Opmerkingen

• Dit woord is of was vrijwel uitsluitend in Vlaanderen in gebruik.

Verwijzingen

• Schuermans
  , L.W. (1870). Algemeen Vlaamsch Idioticon, p. 506. Uitg.: Vanlinthout. Dit werk bevindt zich in het publiek domein.
• Cornelissen
  , Jozef; Jan Baptist Vervliet (1903). Idioticon van het Antwepsch dialect (stad Antwerpen en Antwepsche Kempen), p. 998. Uitg.: A. Siffer.

Vertalingen

    3. iemand die preuts is   

Engels: prude (en)

Gangbaarheid

• Het woord preut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.