roodharig
Uiterlijk
- rood·ha·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | roodharig | roodhariger | roodharigst |
verbogen | roodharige | roodharigere | roodharigste |
partitief | roodharigs | roodharigers | - |
roodharig
- met rood gekleurde haren
- Roodharige meisjes zijn dan wel in de minderheid, maar niet minder aantrekkelijk.
1. met rood gekleurde haren
- Het woord roodharig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roodharig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be