roodnek
Uiterlijk
- rood·nek
- samenstelling van rood en nek [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodnek | roodnekken |
verkleinwoord | roodnekje | roodnekjes |
de roodnek m
- iemand (meestal bleekgezicht) die te lang met onbedekte nek in de zon gelopen heeft
- (dierkunde) ander dier met een rode rug
|
- Het woord 'roodnek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.