tegenhanger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tegenhanger    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·gen·han·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van tegen (bijwoord) en hangen (werkwoord) met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tegenhanger	tegenhangers
verkleinwoord	tegenhangertje	tegenhangertjes

Zelfstandig naamwoord

de tegenhanger m

1. iemand of iets met vergelijkbare functie of eigenschappen aan gene zijde van een scheidslijn

   • De Australische mierenegel en de Zuid-Amerikaanse miereneter zijn elkaars tegenhangers: ze hebben een vergelijkbare levenswijze, maar ze zijn nauwelijks aan elkaar verwant. 

Vertalingen

    1. iemand of iets met vergelijkbare functie of eigenschappen aan gene zijde van een scheidslijn   

Duits: Gegenstück (de) o, Gegenteil (de) o

Gangbaarheid

• Het woord tegenhanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegenhanger" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.