twaalfjarig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  twaalfjarig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtwal^əfˌjarəx / (3 of 4 lettergrepen)

Woordafbreking

• twaalf·ja·rig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van  twaalf ht  en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	twaalfjarig
verbogen	twaalfjarige
partitief	twaalfjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

twaalfjarig

1. 12 jaren durend

   • Gedurende dit twaalfjarig tijdperk werd er geen oorlog gevoerd. 

2. met de leeftijd van 12 jaar

   • Hun twaalfjarige kind ging naar de burgklas van de middelbare school. 

Schrijfwijzen

• 12-jarig

Afgeleide begrippen

•  twaalfjarige zn 

Vertalingen

    1. 12 jaren durend   

Zweeds: tolvårig (sv)

    2. met de leeftijd van 12 jaar   

Zweeds: tolvårig (sv) tolvåring (sv)

Gangbaarheid

• Het woord twaalfjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.